Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een burgerbrief over beperkingen ten aanzien van het afleggen van een taalexamen op een Nederlandse ambassade of consulaat
2022D04453
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2022
Hierbij bied ik u mijn schriftelijke reactie aan op de aan u gerichte burgerbrief
over beperkingen ten aanzien van het afleggen van een taalexamen op een Nederlandse
ambassade of consulaat, die mij op 21 januari 2022 toekwam.
In de eerste plaats betreur ik de situatie waarin de opsteller van de brief en zijn/haar
partner zich momenteel bevinden. Uit de brief blijkt dat de opsteller graag iemand
uit Irak uit wil nodigen om hier met hem/haar het leven te delen. De partner dient
hiertoe eerst een taalexamen af te nemen op een Nederlandse ambassade of consulaat-generaal,
maar de Nederlandse ambassade en het consulaat-generaal in Irak nemen deze test niet
af. De opsteller acht het financieel niet haalbaar om de partner hiervoor naar een
ander land te laten reizen en vraagt mij een mogelijkheid te creëren, bijvoorbeeld
door het examen in Irak aan te bieden of dit anderszins mogelijk te maken.
In deze schriftelijke reactie licht ik toe hoe uitvoering wordt gegeven aan het basisexamen
inburgering buitenland (of: Wib-examen), het examen waar het hier om gaat. Ook zal
ik toelichten welke mogelijkheden er zijn voor het afleggen van het examen en waarom
deze niet op alle ambassades kunnen worden geboden.
Het Wib-examen is één van de voorwaarden waar bepaalde categorieën1 nieuwkomers aan moeten voldoen voor het verkrijgen van een Machtiging tot Voorlopig
Verblijf (MVV). Het Wib-examen is daarmee voor deze categorieën nieuwkomers een basisexamen
inburgering dat voorafgaand aan de overkomst naar Nederland dient te worden afgelegd.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken neemt deze examens af in opdracht van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Immigratie- en Naturalisatiedienst beoordeelt
de toelatings-en verblijfsaanvraag en beoordeelt of aan alle voorwaarden voor het
afgeven van een MVV is voldaan.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan het Wib-examen alleen aanbieden op posten
die zijn uitgerust met speciale voor dit proces geschikte examen- en biometrie afname/registratie
apparatuur. Niet alle consulaire afdelingen beschikken over deze faciliteiten en/of
zijn geschikt om als zodanig in te richten. De Nederlandse ambassade in Bagdad en
het consulaat-generaal in Erbil zijn niet toegerust op deze werksoort en o.a. vanwege
veiligheidsredenen is het niet mogelijk om de ambassade en het consulaat-generaal
in te richten op dit proces. Derhalve worden kandidaten uit Irak inderdaad naar een
buurland, of een ander voor de kandidaat goed te bereiken land, verwezen voor het
afleggen van het Wib-examen. Een overzicht van de Nederlandse ambassades en consulaten-generaal
waar deze examens kunnen worden gemaakt, staat vermeld op de website Nederlandwereldwijd2.
Een alternatieve manier van aanbieden van dit examen is niet mogelijk. Samen met het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Justitie en
Veiligheid hebben wij in de zomer van 2020 besproken of bijvoorbeeld het online aanbieden
van dit examen tot de mogelijkheden behoort. Deze manier wordt niet als mogelijkheid
gezien, omdat het vaststellen van de identiteit, waarbij ook biometrische gegevens
worden afgenomen en geregistreerd/geverifieerd, niet kan worden uitgevoerd. Tevens
is toezicht vereist om examenfraude te voorkomen. De Kamer is hierover op 22 september
2020 geïnformeerd.3 Als een kandidaat door bijzondere, individuele omstandigheden niet kan slagen voor
het examen kan een beroep worden gedaan op ontheffing voor (een deel) van het examen.
Informatie hierover staat op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.4 Omdat de opsteller van de brief ons onbekend is, heb ik niet na kunnen laten gaan
of hij/zij hier aanspraak op maakt.
Ik hecht er waarde aan om ook de opsteller van de brief van een reactie te voorzien.
Indien betrokkene hiermee instemt, vraag ik uw Kamer om hiertoe zijn/haar contactgegevens
met de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid (DCV) van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken te delen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken