Brief regering : Verlenging uitstel van betaling vanwege corona
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 463
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2022
Sinds het begin van de coronacrisis hebben veel ondernemers gebruik gemaakt van de
mogelijkheid van uitstel van betaling van belastingen in verband met de coronacrisis.
Het uitstel van betaling heeft ruim 380.000 ondernemers ondersteund in hun liquiditeit.
Per 25 januari 2022 hebben nog ruim 264.000 ondernemers een totale openstaande belastingschuld
van ruim 18,7 miljard euro waarvoor uitstel van betaling is verleend.
In de Kamerbrief van 26 november 2021 heeft het kabinet aangegeven dat het uitstel
van betaling afloopt op 31 januari 2022.1 Het kabinet onderkent echter dat de einddatum van 31 januari 2022 in het licht van
de afgelopen periode en de beperkende maatregelen die voorshands bestaan, niet voor
alle ondernemers voldoende is. Om de liquiditeitsproblemen van deze ondernemers te
verlichten verlengt het kabinet het uitstel van betaling van belastingen tot en met
31 maart 2022. Het uitstel geldt hierdoor voor belastingen waarvan de uiterste betaaldatum
voor 1 april 2022 ligt.2 De duur van het uitstel van betaling van belastingen sluit door deze verlenging weer
aan bij de duur van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Naast deze maatregelen zijn er ook de GO-c,
BMKB-c en andere maatregelen waarmee ondernemers gesteund worden en waarmee zij waar
nodig hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen aan deze onzekere tijden.
Het is van belang dat schulden niet verder oplopen dan noodzakelijk, om problematische
schuldsituaties te voorkomen. Door de lange duur van het uitstel kunnen de belastingschulden
van ondernemers toenemen tot niveaus die investeringen en economisch herstel kunnen
belemmeren. Bovendien bestaat het risico dat het uitstel van betaling in toenemende
mate van toepassing is op ondernemingen die het uitstel niet (meer) nodig hebben of
ondernemingen die niet meer in de kern gezond zijn. Het kabinet roept ondernemers
daarom op om verantwoord met deze regeling om te gaan, en er alleen langer gebruik
van te maken als het echt nodig is. Deze overwegingen zullen ook terugkomen in de
langetermijnvisie over de vormgeving van het steunpakket die het kabinet voor het
einde van het eerste kwartaal met uw Kamer zal delen. Omdat het kabinet oog heeft
voor de schuldenlast die ondernemers hebben opgebouwd, krijgen ondernemers een ruimhartige
betalingsregeling van 60 maanden voor de opgebouwde belastingschuld. Ondernemers beginnen
met aflossen met ingang van 1 oktober 2022.
Ondernemers die al uitstel genieten, hoeven geen actie te ondernemen om gebruik te
maken van de verlenging van het uitstel. De nieuw opgebouwde belastingschuld wordt
opgeteld bij de belastingschuld die vanaf 1 oktober 2022 in 60 maanden moet worden
afgelost. Voor ondernemers die niet eerder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis
hadden aangevraagd of inmiddels de uitgestelde belastingschuld volledig hebben voldaan,
blijft tot en met 31 maart 2022 de mogelijkheid open om uitstel van betaling aan te
vragen voor de betaling van hun belastingen die uiterlijk 31 maart 2022 betaald moeten
zijn. Zij mogen de hierdoor opgebouwde schulden ook vanaf 1 oktober 2022 in 60 maanden
aflossen, tenzij de coronacrisis niet de hoofdoorzaak is van de betalingsproblemen.
De verlenging van het uitstel van betaling leidt tot een verwachte toename van 1,25
miljard euro aan uitgestelde belastingen. Naar verwachting is de toename van de belastingschulden
die oninbaar worden 75 miljoen euro. Daarnaast heeft de verlenging van het uitstel
een positief effect op de te ontvangen invorderingsrente van naar verwachting ca.
60 miljoen euro cumulatief in de jaren 2022–2027, aangezien de schuld oploopt. Tot
slot leidt de verlenging naar verwachting tot een derving van 35 miljoen euro in 2022
bij de ontvangsten uit boetes en de doorbelasting van vervolgingskosten.
Het uitstel van betaling vanwege de coronacrisis geldt niet voor de motorrijtuigenbelasting.
In de brief aan uw Kamer van 14 december 2021 over het steunpakket in het eerste kwartaal
van 2022 (Kamerstuk 35 420, nr. 462) is een verruiming van het reguliere uitstelbeleid aangekondigd, waardoor het tijdelijk
mogelijk wordt om een betalingsregeling te krijgen voor de motorrijtuigenbelasting.
Sinds 1 januari 2022 kan eenvoudig telefonisch (of schriftelijk) een betalingsregeling
voor een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting aangevraagd worden. Vooralsnog
is daar nog weinig gebruik van gemaakt. Het gebruik van de regeling wordt door de
Belastingdienst gemonitord.
Verlaagd btw-tarief op online sportlessen
Daarnaast herintroduceert het kabinet met terugwerkende kracht een tijdelijk verlaagd
btw-tarief op de sportlessen die sportscholen online aanboden gedurende de verplichte
sluiting.3 Deze maatregel gold ook al tijdens eerdere verplichte sluitingen van sportscholen.
In verband met de bestrijding van de coronacrisis waren sportscholen vanaf 28 november
2021 beperkt geopend en vanaf 19 december 2021 tot en met 14 januari 2022 verplicht
gesloten. In die periode hebben sportscholen online sportlessen aangeboden. Zonder
deze maatregel zouden sportscholen op deze online aangeboden sportlessen het algemene
btw-tarief (21%) moeten toepassen.
Het kabinet vindt het gelet op de bijzondere situatie en het tijdelijke karakter van
de sluiting redelijk om het verlaagde (9%) btw-tarief van toepassing te laten zijn
op deze sportlessen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën