Brief regering : Mogelijke verhoging gaswinning Groningenveld gasjaar 2021-2022
33 529 Gaswinning
Nr. 944
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 januari 2022
Na een zeer voorspoedige afbouw van de gaswinning uit het Groningenveld in de afgelopen
kabinetsperiode heb ik u op 9 november jl. op de hoogte moeten stellen van een tegenvaller
met mogelijke consequenties voor het winningsniveau in het huidige gasjaar (Kamerstuk
33 529, nr. 910): de vertraging van de ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek. Ik
heb u aangegeven dat Gasunie Transport Services B.V. (hierna: GTS) hiervan de gevolgen
voor de winning in kaart brengt en u tijdens het debat van 29 november jl. toegezegd
dat ik u daarover zo snel mogelijk informeer. Bijgevoegd vindt u de rapportage die
ik op 3 januari jl. van GTS heb ontvangen.1
In haar rapportage maakt GTS melding van een tweede tegenvaller: de Duitse netbeheerders
hebben GTS op de hoogte gesteld van een verwacht verbruik van laagcalorisch gas dat
hoger is dan waarmee door GTS in haar raming voor het huidige gasjaar rekening is
gehouden. Ik heb hierover nog in het Kerstreces een brief naar mijn Duitse ambtgenoot
gestuurd. Daarin heb ik aangegeven dat ik de actieve bijdrage van Duitsland in de
afgelopen jaren om de export van laagcalorisch gas en daarmee de gaswinning in Groningen
af te bouwen waardeer, maar dat ik mij over deze ontwikkeling ernstige zorgen maak.
Ik heb mijn ambtgenoot uitdrukkelijk gevraagd om te bezien welke maatregelen Duitsland
kan nemen om de doorwerking van het verwachte hogere gasverbruik op de Duitse vraag
naar Nederlands laagcalorisch gas tot het minimum te beperken.
In deze brief geef ik een korte achtergrond bij de afbouw van de gaswinning en licht
ik de analyse van GTS toe. Daarnaast informeer ik u over de stappen die ik in gang
heb gezet voor de verdere besluitvorming over een eventuele aanpassing van de hoogte
van de winning in het huidige gasjaar.
Stand van zaken afbouw gaswinning Groningen
In maart 2018 besloot het kabinet de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke
termijn te beëindigen om zo de oorzaak van de aardbevingen weg te nemen. Op dat moment
was de verwachting dat de winning uiterlijk in 2030 kon worden gestopt. Waar in het
gasjaar 2017–2018 nog ruim 20 miljard Nm3 werd gewonnen is de winning in 2020–2021 onder 8 miljard Nm3 uitgekomen. In 2018 werd voor het gasjaar 2020–2021 nog ruim 13 miljard Nm3 verwacht. Aan deze snelle daling hebben met name de onderstaande maatregelen bijgedragen:
• Het vergroten van het aanbod van laagcalorisch gas door het uitbreiden van de capaciteit
voor bijmenging van stikstof bij hoogcalorisch gas, gecombineerd met het sturen op
100% benutting van deze capaciteit;
• De gewijzigde inzet van de berging in Norg;
• De start van grootschalige programma’s in België, Duitsland en Frankrijk voor de afbouw
van hun vraag naar Nederlands laagcalorisch gas.
• Het wettelijk verbod voor de negen grootste afnemers in Nederland om na 1 oktober
2022 nog laagcalorisch gas aan het gasnet te onttrekken en de start van de omschakeling
van deze afnemers naar het gebruik van hoogcalorisch gas.
• Voortzetting van bovengenoemde maatregelen is en blijft voorwaardelijk aan de volledige
en definitieve sluiting van het Groningenveld en het borgen van leveringszekerheid
na sluiting.
Met het vooruitzicht van de ingebruikname van de nieuwe stikstofinstallatie in Zuidbroek,
waarmee jaarlijks nog eens 10 miljard Nm3 extra pseudo-Groningengas kan worden geproduceerd, kon ik in september 2021 het winningsniveau
voor het huidige gasjaar vaststellen op 3,9 miljard Nm3 bij een gemiddeld temperatuurverloop (Kamerstuk 33 529, nr. 902). Ondanks de vertraagde ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek is
de verwachting nog steeds dat het huidige gasjaar het laatste jaar is met reguliere
gaswinning. Vanaf volgend gasjaar is het Groningenveld alleen nog nodig als reservemiddel
voor uitzonderlijke situaties, zoals extreme kou of uitval van installaties. Hiertoe
wordt een beperkt aantal productielocaties operationeel gehouden, wat gepaard gaat
met minimale productie.
Om de periode waarin het Groningenveld als reservemiddel nodig is zo kort mogelijk
te houden ben ik voornemens NAM toe te staan laagcalorisch gas in de berging Grijpskerk
op te slaan. De berging Grijpskerk wordt op dit moment gebruikt voor de opslag van
hoogcalorisch gas. Op het moment dat de berging Grijpskerk ten minste twee zomers
met laagcalorisch gas is gevuld (en in de tussenliggende winter geleegd) kan voldoende
capaciteit van laagcalorisch gas in de berging beschikbaar zijn zodat de reservefunctie
van het Groningenveld niet meer nodig is. Hierdoor kan de gaswinning uit het Groningenveld
eerder volledig worden beëindigd, op zijn vroegst in 2023. GTS herhaalt in haar rapportage
dat het ook mogelijk is dat drie zomers nodig zijn om in Grijpskerk voldoende capaciteit
van laagcalorisch gas beschikbaar te krijgen. Ik verwijs hiervoor naar het technische
rapport dat ik in juni 2021 met uw Kamer hebt gedeeld (bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 873).
Gevolgen van de vertraagde ingebruikname van de stikstofinstallatie Zuidbroek en hoger
gasverbruik in Duitsland
Door de vertraagde ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek wordt de
stikstofconversiecapaciteit pas in de loop van de zomer van 2022 verder verhoogd.
Hierdoor is met het huidige winningsniveau uit het Groningenveld onvoldoende laagcalorisch
gas beschikbaar om vanaf april 2022 de leveringszekerheid te borgen en de bergingen
Norg en Grijpskerk te kunnen vullen met laagcalorisch gas.
De prognose van de Duitse vraag naar Nederlands laagcalorisch gas is voor het huidige
gasjaar naar boven bijgesteld met 1,1 miljard Nm3. Het betreft geen vertraging in de ombouw van Duitse eindafnemers van laag- naar
hoogcalorisch gas, maar een verwacht hoger gasverbruik van de nog niet omgeschakelde
Duitse afnemers. Dit komt doordat energiebesparende maatregelen een minder groot effect
hebben gehad dan verwacht. Daarnaast valt de winning van laagcalorisch gas in Duitsland
dit gasjaar lager uit dan oorspronkelijk was verwacht en zijn de Duitse opslagen van
laagcalorisch gas minder gevuld dan normaal gesproken het geval is.
GTS heeft verschillende varianten doorgerekend. De maximale totale winning die dit
gasjaar bij een gemiddeld temperatuurverloop nodig is bedraagt 7,6 miljard Nm3. Dit is inclusief het hogere verbruik in Duitsland en gaat uit van het vullen van
de bergingen in zowel Norg als Grijpskerk met laagcalorisch gas in het huidige gasjaar.
Het is geen realistische optie om de berging Norg dit jaar niet te vullen. Het onvoldoende
vullen van Norg in 2022 leidt er volgens GTS onvermijdelijk toe dat het Groningenveld
moet worden ingezet ten behoeve van de leveringszekerheid in de winter van 2022–2023,
zelfs bij een gemiddeld temperatuurverloop in dat gasjaar. Extra winning ten behoeve
van het vullen van Norg kan dus niet worden voorkomen, slechts uitgesteld. Er zijn
ook geen alternatieve middelen voorhanden voor de productie van laagcalorisch gas,
omdat de stikstofinstallaties al maximaal worden ingezet.
Het niet vullen van Grijpskerk vanaf 2022 betekent dat dit gasjaar bij een gemiddeld
temperatuurverloop in totaal 6,0 miljard Nm3 Groningengas nodig zou zijn. Deze berging kan dan echter pas op zijn vroegst in 2024
worden ingezet zodat de reservefunctie van het Groningenveld niet meer nodig is. GTS
heeft de cumulatieve winning uit het Groningenveld tot aan de sluiting berekend en
komt tot de conclusies dat binnen de nauwkeurigheid van de modellen de varianten op
dit punt als identiek kunnen worden beschouwd. In het huidige gasjaar extra gas winnen
kan ervoor zorgen dat later gaswinning wordt bespaard én dat eerdere sluiting van
het Groningenveld, op zijn vroegst in 2023, mogelijk blijft.
Overigens is op dit moment de procedure voor het instemmingsbesluit dat opslag van
laagcalorisch gas in de berging Grijpskerk mogelijk maakt nog niet afgerond. TNO,
de Technische commissie bodembeweging (hierna: Tcbb) en Staatstoezicht op de Mijnen
(hierna: SodM) hebben mij hierover geadviseerd en hebben gesteld dat er geen verandering
is in de risico’s ten opzichte van het huidige gebruik van de berging voor hoogcalorisch
gas. Ik heb mijn voornemen met het gewijzigde opslagplan in te stemmen op 2 december
jl. voorgelegd aan de betrokken provincies, gemeenten en waterschappen.2 Ook omwonenden zijn in de gelegenheid gesteld op het conceptbesluit te reageren.
Bij het definitieve besluit worden de adviezen van de medeoverheden en de reacties
van de omwonenden betrokken.
De benodigde 7,6 miljard Nm3 in het huidige gasjaar is berekend voor een gemiddeld temperatuurverloop. GTS geeft
aan dat in koude jaren de berekende volumes hoger zullen zijn, maar dat haar conclusies
en aanbevelingen ten aanzien van de varianten onverkort blijven gelden. Tot op heden
verloopt dit gasjaar overigens warmer dan gemiddeld.3
Besluitvorming over het winningsniveau in het huidige gasjaar
Ik heb aan NAM gevraagd om voor de verschillende varianten in de rapportage van GTS
de operationele strategie van het huidige gasjaar te herzien en te berekenen hoe in
de verschillende varianten de druk zich in het gasveld ontwikkelt. TNO heb ik gevraagd
op basis hiervan een aanvulling te maken op de seismische dreigings- en risicoanalyse
van 2021. Dit zal worden voorgelegd aan SodM, zodat SodM kan adviseren over de veiligheidsrisico’s
van een verhoging van de gaswinning in dit gasjaar. GTS geeft aan in haar raming voor
het komende gasjaar de verwachting van de gasvraag nogmaals te actualiseren. Ik verwacht
deze raming uiterlijk 31 januari aanstaande. Hiernaast zal gedurende deze winter een
beter beeld worden verkregen van het daadwerkelijke gasverbruik en in hoeverre dat
beïnvloed is door de hoge gasprijzen van de afgelopen maanden.
De bovengenoemde inzichten, analyses en adviezen zullen worden betrokken bij het besluit
over de gaswinning dat mijn opvolger vóór 1 april 2022 zal nemen. Daarbij wordt ook
een definitieve keuze gemaakt tussen de varianten voor de inzet van de berging in
Grijpskerk die GTS in haar rapportage uiteen heeft gezet.
Conclusie
De gaswinning uit het Groningenveld is de afgelopen jaren in grote stappen afgebouwd.
Daardoor is het veiliger geworden in Groningen. De vertraging van Zuidbroek en de
hogere verwachte afname van gas door Duitsland zijn, «in het zicht van de haven»,
teleurstellend. Ook al hebben mijn voorgangers en ik de afgelopen jaren nadrukkelijk
ook de onzekerheden in de afbouw benoemd, toch begrijp ik dat extra winning dit gasjaar
voor veel Groningers een tegenvaller is. Ik benadruk dat ook het nieuwe kabinet in
zijn coalitieakkoord heeft aangegeven de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk
volledig en definitief te willen beëindigen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat