Brief regering : Onderzoeksrapport positionering prenatale screening in relatie tot reguliere geboortezorg
29 323 Prenatale screening
Nr. 166 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Op 25 februari jl. nam uw Kamer een door de leden Laan-Geselschap en Tellegen ingediende
motie aan, die de regering verzoekt om te onderzoeken of prenatale screening aangemerkt
kan worden als reguliere medische zorg, waarbij de kwaliteitseisen gewaarborgd blijven,
en de Tweede Kamer hierover in 2021 te informeren1. Andersson Elffers Felix (AEF) heeft dit onderzoek uitgevoerd. Als bijlage bij deze
brief treft u het onderzoeksrapport aan, zoals AEF deze op 8 december jl. aan mij
heeft opgeleverd2. Ik beschouw hiermee de genoemde motie als uitgevoerd.
De belangrijkste conclusie uit het onderzoeksrapport is dat geen van de geïnterviewde
partijen, professionals en (aanstaande) ouders pleit voor het aanmerken van prenatale
screening als reguliere medische zorg. De meerwaarde van de huidige positionering
van prenatale screening wordt met name gezien in de landelijke uniformiteit met centrale
coördinatie en regie op het programma. In het onderzoeksrapport worden enkele adviezen
gegeven om de organisatie van de prenatale screening verder te optimaliseren, onder
meer wat betreft de regie op innovaties en de ketensamenwerking met landelijke partijen
uit de reguliere geboortezorg. Het is aan een volgend kabinet om deze bevindingen
en adviezen te betrekken bij het beleid rond de prenatale screening.
Ik hoop uw Kamer zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport