Brief regering : Afspraken met Aedes over verlaging verhuurderheffing n.a.v. de uitvoering van de motie van het lid Hermans over een aantal voorstellen om de begroting dan wel het Belastingplan voor 2022 aan te passen (Kamerstuk 35925-13)
29 453 Woningcorporaties
Nr. 547 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
In vervolg op mijn brief aan uw Kamer van 12 november 2021 (Kamerstuk 29 453, nr. 545), informeer ik uw Kamer hierbij over de afspraken1 die ik met Aedes heb gemaakt ter uitvoering van de motie van het lid Hermans2. In deze brief ga ik in op de aanleiding voor de afspraken, het proces van totstandkoming,
en licht ik de belangrijkste afspraken toe. In de bijlage bij deze brief vindt u een
afschrift van het akkoord, waarin de volledige set met afspraken met nadere toelichting
is opgenomen.
Aanleiding voor en totstandkoming van de afspraken
In het Belastingplan 2022 is naar aanleiding van de motie Hermans een structurele
verlaging van de verhuurderheffing van € 500 miljoen opgenomen. De motie verzoekt
deze verlaging te koppelen aan prestatieafspraken over investeringen in woningbouw
en verduurzaming. Deze verlaging van de verhuurderheffing zorgt voor een substantiële
extra investeringscapaciteit in de woningcorporatiesector de komende jaren. Zoals
in mijn brief van 12 november benoemd vertaalt deze verlaging zich concreet in extra
investeringsruimte van circa € 8,6 miljard tot 2035. Daarmee is het tekort richting
2035 niet weg en blijven extra maatregelen nodig om de opgaven en middelen van corporaties
in balans te brengen, maar kunnen er de komende jaren wel extra stappen worden gezet
door corporaties. De afgesproken prestaties in het voorliggende akkoord laten concreet
zien wat er met de extra investeringsruimte moet worden bereikt.
Om tot afspraken te komen hebben de afgelopen tijd intensieve gesprekken plaatsgevonden
tussen mijn ministerie en Aedes. Aedes heeft het voornemen om afspraken te maken met
haar leden besproken in een ledencongres en heeft klankbordgroep-bijeenkomsten gehouden
onder haar leden, om draagvlak zeker te stellen voor de af te spreken prestaties.
Deze stappen hebben ertoe geleid dat nu een gedragen set aan afgesproken prestaties
ligt, wat een noodzakelijke voorwaarde is voor realisatie. Ik heb met het Aedes-bestuur
het bijgevoegde onderhandelingsakkoord vastgesteld. Het Aedes-bestuur legt deze afspraken
nog voor aan haar congres op 23 december as.
Inhoud van de afspraken
De afspraken zien op maatregelen die de beschikbaarheid en duurzaamheid van sociale huurwoningen vergroten en bijdragen aan de leefbaarheid.
Met deze afspraken committeert de sector zich eraan om in de jaren 2026 en 2027 een
bouwproductie te realiseren van 28.000 woningen per jaar. Daarmee wordt het niveau
van de nieuwbouwproductie dat tot en met 2025 moet worden bereikt om de 150.000 woningen
te realiseren waarvoor heffingskortingen zijn aangevraagd, doorgetrokken en zelfs
verhoogd. Ook het instrument van de transformatie van bestaande gebouwen zal worden
ingezet om de totale voorraad te vergroten, evenals een extra investering in flexwoningen
bovenop de bestaande bestuurlijke afspraken met Aedes en VNG. Met dit laatste kan
resultaat worden geboekt voor de mensen die het meest urgent een woning nodig hebben.
Ook is onderdeel van het pakket dat er wordt versneld op de realisatie van 50.000
geclusterde woningen voor ouderen.
Wat betreft het verbeteren van de duurzaamheid zijn deze afspraken erop gericht dat
woningen van woningcorporaties met de energielabels E, F en G eind 2028 nagenoeg zijn
verdwenen. Deze maatregel snijdt aan twee kanten, enerzijds draagt het bij aan de
vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, daarnaast zullen de huurders profiteren
van lagere energiekosten. Met de sterk gestegen gasprijzen betekent dit een impuls
voor de betaalbaarheid. In aanvulling hierop is ook afgesproken dat BZK en Aedes een
regeling uitwerken waarbij huurders die een woning huren met een E-, F- of G-label
en waarbij de verbetering van de woningen nog niet tot stand is gekomen een compensatie
ontvangen via de huur.
Ook is in de afspraken voorzien dat woningcorporaties tot en met 2025 in totaal 500
miljoen euro extra investeren in duurzame energiebronnen in woningen met een energielabel
D of hoger. Zo moeten cv-ketels die aan vervanging toe zijn in principe vervangen
worden door een duurzamer alternatief, en wordt er meer geïnvesteerd in zonnepanelen.
Deze maatregel leidt ertoe dat de energierekening en daarmee de woonlasten alvast
worden gereduceerd in de periode voorafgaand aan het volledig aardgasvrij maken van
de woning.
Op het gebied van de leefbaarheid wordt onder meer ingezet op het inhalen van achterstallig
onderhoud zodat er na 2026 in principe geen woningen meer zijn met een slechte of
zeer slechte staat van onderhoud, te weten woningen met een onderhoudscategorie 5
of 6. Verder investeren woningcorporaties de komende vijf jaar jaarlijks € 100 miljoen
meer in onderhoud en verbetering met specifieke focus op schimmelproblematiek, brandveiligheid
en loden leidingen.
Doorwerking, inzichtelijkheid en monitoring
De afspraken met Aedes betreffen een set aan concrete prestaties op nationaal niveau.
De realisatie hiervan moet op lokaal niveau plaatsvinden en daarom heb ik er met Aedes
voor gekozen de doorwerking van deze nationale afspraken zoveel mogelijk aan te laten
sluiten op de bestaande praktijk van lokale prestatieafspraken.
De eerste stap hierin is dat ik deze afspraken zal inbedden in de volkshuisvestelijke
prioriteiten, waardoor deze ook een formele basis krijgen. Hierdoor moeten alle corporaties
met de afgesproken prestaties rekening houden in hun bod aan de gemeente voor de lokale
prestatieafspraken. Door de te realiseren opgave in de nationale afspraken door te
laten vertalen in de lokale prestatieafspraken kunnen individuele woningcorporaties
in overleg met hun gemeente en huurdersorganisaties bepalen welk deel van de opgave
zij voor hun rekening nemen, passend bij wat er lokaal nodig is en behorend bij de
mogelijkheden die de woningcorporatie heeft. Er is dus ruimte voor maatwerk.
Alle individuele bijdragen van woningcorporaties moeten optellen tot het totaal van
de afspraken. In de zomer van 2022 wordt voor het eerst over de invulling van de landelijke
afspraken aan uw Kamer gerapporteerd. Het Ministerie van BZK zal uiterlijk op 1 april
2023 samen met Aedes rapporteren over de totale invulling van de landelijke afspraken,
zowel op landelijk als op regionaal niveau.
Tot slot
De basis voor de afspraken wordt gevormd door de maatschappelijke opgaven op nieuwbouw
en verduurzaming, zoals in beeld gebracht in het rapport «Opgaven en middelen». Hoewel
deze verlaging van de verhuurderheffing dus zorgt voor extra investeringsruimte voor
woningcorporaties, blijft het realiseren van de totale maatschappelijke opgave tot
2035 hiermee nog buiten bereik. Aanvullende maatregelen en politieke keuzes blijven
dan ook noodzakelijk. Het is belangrijk dat die keuzes in de komende kabinetsperiode
worden gemaakt.
Zoals ik in mijn brief van 12 november al aangaf, is het ook aan het volgende kabinet
om in overleg met de sector keuzes te maken over de wijze waarop zij regie wil voeren
op de woningmarkt en de extra investeringen van woningcorporaties. Deze afspraken
kunnen worden ingepast in de te verkiezen manier van regievoering op de sector, om
te voorkomen dat meerdere sturingsinstrumenten ontstaan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties