Brief regering : Verslag van de NAVO ministeriële bijeenkomst van 30 november en 1 december 2021
28 676 NAVO
Nr. 382 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de NAVO ministeriële bijeenkomst van 30 november
en 1 december 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen
Inleiding
Op 30 november en 1 december 2021 vond in Riga, Letland de bijeenkomst van de NAVO-Ministers
van Buitenlandse Zaken plaats. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken nam
deel aan deze vergadering.
De SG NAVO heeft de agenda van de bijeenkomst in het licht van de actuele ontwikkelingen
aangepast nadat u de geannoteerde agenda ontving.1 Rusland werd een substantieel agendapunt. De Ministers kwamen gedurende de twee dagen
in vijf achtereenvolgende sessies bijeen. In de eerste sessie werd ingegaan op Rusland,
de situatie in Oekraïne en op wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (hierna:
ADN). Tijdens de tweede werksessie in de avond spraken Ministers met elkaar over het
hernieuwde Strategische Concept (hierna: SC). De derde sessie vond plaats in aanwezigheid
van de Ministers van Buitenlandse Zaken van Oekraïne en Georgië. In de vierde sessie
wisselden de Ministers van gedachten over Afghanistan. Tijdens de vijfde en laatste
sessie spraken Ministers met de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en met de Ministers
van Buitenlandse Zaken van Finland en Zweden over de Westelijke Balkan.
Sessie 1: Rusland, Oekraïne en ADN
De Ministers spraken diepgaand over het toenemend agressieve gedrag van de Russische
Federatie. Zij deelden onder meer hun zorgen over de recente opbouw van Russische
troepen aan de grenzen van Oekraïne. De situatie in en om Oekraïne blijft in beweging
en onvoorspelbaar. Bondgenoten waren eensgezind in hun zorgen over de Russische militaire
en hybride acties in en om Oekraïne. Zij herhaalden hun steun aan de soevereiniteit
en territoriale integriteit van Oekraïne. Het is van groot belang dat de NAVO de situatie
nauwlettend blijft volgen, ook met het oog op de veiligheid van bondgenoten en het
Euro-Atlantisch verdragsgebied. Het tweesporenbeleid van de NAVO van druk en dialoog
ten aanzien van de Russische Federatie blijft ongewijzigd, waarbij het dialoog-spoor
zo mogelijk nog belangrijker is geworden.
Ministers riepen de Russische Federatie op tot de-escalatie, transparantie en dialoog.
Met betrekking tot Oekraïne benadrukten zij het belang vast te houden aan het proces
van Minsk en het Normandie-formaat. Er zullen economische en politieke consequenties
voor Rusland zijn bij verdere agressie. Daarbij benoemden zij dat de NAVO slechts
defensief handelt en geen bedreiging is voor de Russische Federatie.
Ook Nederland sprak zijn ernstige zorgen uit over het Russische handelen aan de grenzen
van Oekraïne en onderstreepte het belang van het tweesporenbeleid en de balans tussen
het geven van een duidelijk signaal aan Rusland en het vermijden van verdere escalatie.
Ministers, ook Nederland, spraken hun afkeuring uit over het inhumane en cynische
gebruik dat het Belarussische regime van Loekasjenko maakt van migratie. De samenwerking
tussen de NAVO en de EU om dit verwerpelijke misbruik tegen te gaan werd genoemd als
voorbeeld van het belang van nauwe samenwerking tussen beide organisaties.
Ook spraken Ministers over ADN. Het beeld op het gebied van wapenbeheersing is zorgelijk.
Arsenalen worden vernieuwd en uitgebreid, nieuwe actoren en nieuwe middelen die eerder
nog geen deel uitmaakten van de staande verdragen spelen in toenemende mate een rol
en ten algemene waren Ministers bezorgd over het afkalven van de wapenbeheersingsarchitectuur,
met de recente verlenging van New START en het begin van een strategische stabiliteitsdialoog
tussen de VS en Rusland als positieve uitzondering. Nederland pleitte voor een ambitieuze
rol van NAVO op het gebied van wapenbeheersing.
Sessie 2: het hernieuwde Strategische Concept
Op de Top van Madrid, in de eerste helft van 2022, zal een hernieuwd SC worden aangenomen.
Een update van het huidige SC, dat dateert uit 2010, zal de NAVO versterkt in staat
stellen nu en in de toekomst het hoofd te bieden aan nieuwe en hernieuwde dreigingen
en uitdagingen.
Deze bijeenkomst bood Ministers van Buitenlandse Zaken de gelegenheid hun visie op
het hernieuwde SC te delen met de SG NAVO, die een eerste versie van het hernieuwde
SC ter onderhandeling aan de bondgenoten zal voorleggen.
Belangrijke elementen die werden genoemd in de discussie betroffen de onderlinge verhouding
van de kerntaken van NAVO, Rusland, China, nieuwe en ontwrichtende technologieën (EDTs),
de veiligheidsimplicaties van klimaatverandering, het belang van partnerschappen en
de noodzaak van nauwere samenwerking tussen NAVO en EU.
Nederland gaf aan dat ook in het hernieuwde SC de drie kerntaken van de NAVO behouden
moeten blijven. De rol van Rusland, in sterk negatieve zin veranderd sinds het SC
van 2010, moet helder worden benoemd, zonder daarbij af te doen aan de bereidheid
van de NAVO tot dialoog, juist in gespannen tijden. Ook China verdient een plek in
het SC. Hoewel op dit moment geen directe militaire dreiging voor het NAVO-verdragsgebied,
zijn er wel veiligheidsimplicaties van het Chinese gedrag, o.a. in het cyberdomein.
Waar in het vigerende SC nog volstaan kon worden met een beperkte referte aan nieuwe
technologieën, stelt de opkomst van EDTs het bondgenootschap voor fundamentele nieuwe
uitdagingen, waaraan aandacht moet worden besteed in het hernieuwde SC. Dat vraagt
weerbaarheid van bondgenoten die in het nieuwe SC nader moet worden omschreven. Het
hernieuwde SC dient eveneens oog te houden voor de positieve rol van ADN in het kader
van strategische stabiliteit. En tenslotte is de rol van partnerschappen alleen maar
groter geworden. Ook dat verdient adequate reflectie in het hernieuwde SC, met daarin
een speciale plaats voor nog hechtere samenwerking met de EU.
Sessie 3: gesprek met Ministers van Buitenlandse Zaken van Oekraïne en Georgië
Deze sessie bood Ministers van Buitenlandse Zaken van Oekraïne en Georgië de gelegenheid
met hun NAVO-collega’s te spreken over recente ontwikkelingen in hun landen en de
regio.
Ook in deze sessie kwam het toenemend agressieve gedrag van Rusland aan de orde, waaronder
het hybride handelen van Rusland (zoals het verspreiden van desinformatie, pogingen
de Oekraïense politiek te beïnvloeden en tactieken om de EU en de NAVO te verdelen)
en de zorgelijke opbouw van troepen in de buurt van Oekraïne. Bondgenoten herhaalden
hun committering aan de toezeggingen die Oekraïne en Georgië waren gedaan in 2008.
Ministers moedigden beide landen aan hun inspanningen op het gebied van het versterken
van de rechtsstaat, de bestrijding van corruptie en de hervorming van de veiligheidssector
voortvarend ter hand te (blijven) nemen.Bondgenoten herhaalden ook hun steun aan de
soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne en Georgië.
Voorts werd gesproken over de ondersteuning van NAVO aan beide landen door informatie
te delen, door maritieme steun en door gezamenlijke oefeningen en trainingen. Bondgenoten
benadrukten dat een eventuele Russische aanval op Oekraïne een «swift and meaningful» reactie zou uitlokken op politiek en economisch gebied. Het was van groot belang
samen waakzaam te blijven en escalatie te voorkomen.
Nederland intervenieerde namens de Benelux, sprak steun uit voor territoriale integriteit,
soevereiniteit en onafhankelijkheid van beide landen, deelde zorgen over de kwalijke
rol van de Russische Federatie in de regio en sprak over samenwerking met Georgië
en Oekraïne binnen het huidige NAVO-partnerschap. Ook memoreerde Nederland de tragedie
van MH-17.
Sessie 4: Afghanistan
Ministers namen kennis van het lessons learnt rapport dat het resultaat is van verschillende bijeenkomsten die de afgelopen maanden
in NAVO-verband ter zake plaatsvonden, en waarbij ook externe experts zijn betrokken.
Het rapport is opgesteld door de voorzitter van het comité van plaatsvervangend permanent
vertegenwoordigers met als doel brede conclusies en aanbevelingen vast te leggen die
tijdens dit proces naar voren kwamen. Het rapport zelf is gerubriceerd maar de belangrijkste
aanbevelingen zijn samengevat in een factsheet2.
Ministers bespraken de belangrijkste lessen. Samen constateerden zij dat mede door
NAVO-inzet er gedurende 20 jaar geen terroristische aanslagen waren gepleegd vanuit
Afghanistan. Maar ook moesten zij vaststellen dat het ambitieniveau langzaam maar
zeker de werkelijke mogelijkheden had overstegen, en dat de inspanningen van diverse
bondgenoten om de veiligheidssector te versterken, onder andere door corruptie en
slecht leiderschap niet het gehoopte resultaat hadden opgeleverd. Ministers merkten
daarnaast op dat een meer diepgaande discussie over de overeenkomst van de Verengide
Staten met de Taliban in februari 2020 wenselijk was geweest. Nederland benadrukte
in zijn interventie het belang van transparantie en dat het nu zaak is om de lessen
in acties om te zetten zodat deze ook daadwerkelijk geïmplementeerd worden.
De Minister van Buitenlandse Zaken benoemde voorts het belang van operationele contacten
met de Taliban. Hij benadrukte dat dialoog geen erkenning impliceert en gaf aan, conform
motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 28 676, nr. 380), dat wat Nederland betreft de Taliban niet namens Afghanistan kan deelnemen aan
internationale organisaties. Ten slotte onderstreepte hij dat Afghanistan geen vrijhaven
mag worden voor terroristische organisaties. De NAVO blijft de veiligheidssituatie
hiertoe nauwlettend in de gaten houden. Onder andere de Ministers van Defensie spreken
hierover in februari verder op basis van het actuele dreigingsbeeld.
Sessie 5: Westelijke Balkan
Samen met de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de Ministers van Buitenlandse Zaken
van Finland en Zweden wisselden bondgenoten van gedachten over de Westelijke Balkan.
Bondgenoten spraken hun zorgen uit over de oplopende spanningen in de regio: de etnisch-nationalistische
en revisionistische retoriek van sommige politici, de gespannen situatie in Bosnië-Herzegovina
door de uitspraken van de Bosnisch-Servische leider Dodik die de integriteit en de
soevereiniteit van het land zouden kunnen aantasten en de Kosovo-Servië relatie (waarin
sprake is van stilstand en verzuring van de dialoog) en de invloed van derde landen
in de regio (m.n. de Russische Federatie en in mindere mate China).
Ministers bevestigden opnieuw dat de toekomst van de landen op de Westelijke Balkan,
voor hen die dat willen, in de verdere integratie in het Euro-Atlantisch gebied ligt.
Zij onderstreepten het belang dat de NAVO actief blijft in het gebied, met kantoren
in Sarajevo en Belgrado en door de missie in Kosovo (KFOR). Ministers benoemden ook
het belang van de goede samenwerking tussen de NAVO en de EU.
België intervenieerde namens de Benelux en sprak naast zorg over de recent oplopende
spanningen in de regio, ook nadrukkelijk steun uit voor het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger
in Bosnië-Herzegovina. De samenwerking tussen NAVO en de EU in het algemeen, en EULEX
in het bijzonder, was een uitstekend voorbeeld hoe de beide organisaties elkaar kunnen
ondersteunen. De ondersteuning door de NAVO van de EU-geleide dialoog was essentieel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken