Brief regering : Fiche: Commissie aanbeveling inzake de bescherming van journalisten
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3233
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Commissie aanbeveling inzake de bescherming van journalisten
Fiche: Voorstel wijziging radioapparatenrichtlijn ten behoeve van universele laders
(Kamerstuk 22 112, nr. 3234)
Fiche: Richtlijn herstel en afwikkeling verzekeraars (Kamerstuk 22 112, nr. 3235)
Fiche: Herziening Richtlijn Solvency II (Kamerstuk 22 112, nr. 3236)
Fiche: Herziening Verordening Stelsel van Algemene Preferenties (Kamerstuk 22 112, nr. 3237)
Fiche: Beleidsprogramma 2030: Weg naar een Digitaal Decennium (Kamerstuk 22 112, nr. 3238)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Fiche: Commissie aanbeveling inzake de bescherming van journalisten
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Aanbeveling over het waarborgen van de bescherming, de veiligheid en deweerbaarheid
van journalisten en andere mediaprofessionals in de Europese Unie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
16 september 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM(2021) 6650
d) EUR-Lex
https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32021H153…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
n.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken Raad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Justitie en Veiligheid, in nauwe samenwerking met het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2. Essentie voorstel
Op 16 september 2021 heeft de Commissie een aanbeveling gepresenteerd met richtsnoeren
om effectieve, passende en evenredige maatregelen te nemen om de bescherming, veiligheid
en weerbaarheid van journalisten1 te waarborgen. De aanbeveling is een aanvulling op andere EU-acties die mediavrijheid
en pluralisme ondersteunen, zoals het actieplan voor Europese democratie2 en het actieplan voor de media en de audiovisuele sector3, en bouwt voort op de bevindingen van de jaarlijkse verslagen over de rechtsstaat,
met name wat de pluriformiteit en vrijheid van de media betreft. De aanbeveling heeft
tevens tot doel de toepassing van de normen voor bescherming van de journalistiek
en de veiligheid van journalisten van de Raad van Europa te ondersteunen, en met name
de aanbeveling van 2016 over de bescherming van de journalistiek en de veiligheid
van journalisten en andere media-actoren4.
De aanbeveling behandelt een reeks kwesties die betrekking hebben op verschillende
belangrijke aspecten van een veilige (werk)omgeving van journalisten. Het gaat onder
meer om horizontale aanbevelingen voor de doeltreffende vervolging van strafbare feiten,
samenwerking met rechtshandhavingsinstanties, mechanismen voor snelle respons, opleiding,
toegang tot informatie en locaties, en economische en sociale bescherming. Bovendien
worden specifieke aanbevelingen gedaan met betrekking tot aanwezigheid van journalisten
bij protesten en demonstraties, online veiligheid en digitale weerbaarheid, en de
situatie van vrouwelijke journalisten en personen die tot minderheidsgroepen behoren
of verslag uitbrengen over gelijkheidskwesties.
De Commissie zal regelmatig overleg plegen met de lidstaten en belanghebbenden in
de relevante fora, met name het Europees forum voor nieuwsmedia, en zal nauwlettend
toezien op alle maatregelen die de lidstaten nemen. De Commissie is voornemens evaluaties
uit te voeren om de uitvoering van deze aanbeveling door de lidstaten te beoordelen
en kritieke prestatie-indicatoren te ontwikkelen met betrekking tot bijvoorbeeld waarschuwingen
op het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek
en de veiligheid van journalisten en de wijze waarop dergelijke waarschuwingen zijn
aangepakt.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Persvrijheid is fundamenteel voor een goed functionerende democratie. Nederland staat
pal voor dit grondrecht. Journalisten moeten hun werk onafhankelijk en in veiligheid
kunnen doen. Nederland zet zich internationaal in voor persvrijheid en de veiligheid
van journalisten, één van de speerpunten binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid.5
Het beleid om agressie en geweld tegen journalisten in Nederland tegen te gaan bestaat
uit een preventief en een repressief deel. Daarbij wordt het contact tussen de journalistieke
sector en opsporing als waardevol gezien. Daarom is de «Stuurgroep Agressie en Geweld
tegen Journalisten» in het leven geroepen, waar de Nederlandse Vereniging van Journalisten
(NVJ), het Genootschap van Hoofdredacteuren, de politie en het OM in plaatsnemen.
Hier wisselt men ervaringen uit en is er plek om casuïstiek onder de aandacht te brengen.
Deze stuurgroep wordt door betrokkenen als een positieve samenwerking ervaren. In
2019 heeft de Stuurgroep PersVeilig opgericht. PersVeilig verzorgt preventieve maatregelen, zoals trainingen, praktische en juridische hulp,
onderzoek en ondersteuning bij aangifte. Daarnaast hebben de deelnemende partijen
een collectieve norm en een daarop gebaseerd protocol geformuleerd. In het protocol
PersVeilig zijn opsporings- en vervolgingsafspraken gemaakt met het doel agressie en geweld tegen
journalisten doeltreffend op te sporen. Voorbeelden hiervan zijn het als prioritair
aanmerken van aangiften en zaken bij politie en OM, lik-op-stukbeleid en een verhoging
van de strafeis. Deze maatregelen zijn analoog aan de Eenduidige Landelijke Afspraken
(ELA), die gelden voor opvolging van agressie en geweld tegen personen met een publieke
taak. Hierin zijn onder meer lik-op-stukbeleid en een verhoging van de strafeis opgenomen,
evenals prioriteit voor vervolging van agressie en geweld tegen journalisten door
politie en het OM.
PersVeilig wordt financieel ondersteund door het kabinet en ontvangt tevens bijdragen vanuit
de mediasector. Het kabinet ondersteunt daarnaast de Balie Persvrijheid van de NVJ van waaruit rechtshulp voor en na publicatie wordt verleend aan journalisten.
Met dit fiche geeft het kabinet mede uitvoering aan de moties van het lid Koekkoek
c.s. over een analyse van structurele problemen met betrekking tot persvrijheid en
over de Nederlandse inzet inzake het actieplan voor Europese Democratie.6
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Nederland erkent de belangrijke rol van journalisten binnen het functioneren van de
rechtsstaat. Agressie en geweld tegen journalisten zijn reeds om die reden onacceptabel.
Het kabinet verwelkomt de aanbevelingen zoals die gedaan zijn ten aanzien van de bescherming,
veiligheid en weerbaarheid van journalisten. Deze afweging van maatregelen – repressief
en preventief – die de Commissie voorstelt, wordt door het kabinet effectief geacht
om de problematiek het hoofd te bieden. De aanbevelingen sluiten in grote mate aan
bij het staand beleid van het kabinet. Zo staat het kabinet positief tegenover de
aanbeveling met betrekking tot tijdige bewaking en beveiliging. Sinds 2020 is er,
in aanvulling op het reeds bestaande beleid rondom bewaken en beveiligen, een tijdelijk
programma opgericht om structurele aandacht voor weerbaarheid van journalisten, rechters,
officieren van justitie en advocaten te waarborgen wanneer zij worden geconfronteerd
met intimidatie of dreiging van geweld. Deze beroepen worden als extra kwetsbaar gekenmerkt
waar het gaat om het functioneren van de rechtsstaat.
Het kabinet onderkent het belang van goede toegankelijkheid tot overheidsdocumenten.
De toegankelijkheid tot overheidsdocumentatie is in Nederland ingekaderd met de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob). Deze wet wordt in 2022 vervangen door de Wet open
overheid (Woo). Met deze nieuwe wet zullen onder andere het recht op toegang tot publieke
informatie wettelijk worden verankerd, meer overheidsdocumenten actief openbaar worden
gemaakt en de verdagingstermijn bij verzoeken tot informatie worden verkort. Daarnaast
investeert het kabinet flink in de implementatie en uitvoering van de Woo en in de
verbetering van de informatiehuishouding, als randvoorwaarde voor de toegankelijkheid
tot overheidsdocumenten. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
heeft recentelijk toegezegd om de belemmeringen voor het eventueel ratificeren van
het Verdrag van Tromsø in kaart te brengen. Deze inventarisatie zal in het voorjaar
van 2022 gereed zijn. Het is vervolgens aan een volgend kabinet om hier een besluit
over te nemen.
Het belang van een adequaat kennis- en handelingsniveau van professionals in opsporing,
vervolging en rechtspraak ten aanzien van zaken met betrekking tot de veiligheid van
journalisten wordt door het kabinet erkend. De aanbeveling om hierop in te zetten
strookt met het beleid dat het kabinet voert, met name in de uitvoering van de afspraken
met betrekking tot opsporing en vervolging van strafbare gedragingen tegen personen
met een publieke taak, en journalisten.
Tevens sluit het kabinet zich aan bij de aanbeveling als het gaat om het belang van
goede arbeidsvoorwaarden in de mediasector. Nederland kent een gedecentraliseerd model
waarbij arbeidsvoorwaarden in overleg tussen de sociale partners tot stand komen.
Zo ook in de mediasector. Afspraken over de tarifering van ZZP-ers, waarvan er veel
in de sector actief zijn, worden vastgelegd in cao’s of sectorale afspraken, zoals
de Fair Practice Code «Goed Opdrachtgeverschap Publieke Omroepen». Het kabinet is eveneens positief over
de aanbevelingen zoals gedaan in relatie tot bescherming en veiligheid van journalisten
tijdens protesten en demonstraties. Nederland onderschrijft het belang dat journalisten
op veilige wijze verslag kunnen doen van protesten en demonstraties. De politie heeft
daarom in het kader van PersVeilig naast het protocol een handelingskader opgesteld over de rol die de politie kan spelen
om journalisten te helpen veilig en ongestoord te werken bij demonstraties, evenementen
en in wijken. De aanbevelingen sluiten hier goed bij aan.
Het kabinet sluit zich aan bij de aanbevelingen die gedaan zijn in relatie tot het
waarborgen van online veiligheid en digitale weerbaarheid. Samenwerking tussen autoriteiten
en online platforms is er momenteel in beperkte mate. Deze richt zich met name op
het tegengaan van illegale content zoals online seksueel kindermisbruik.
Het kabinet is positief over de aanvullende aanbevelingen over de weerbaarheid en
bescherming van vrouwelijke journalisten en journalisten die behoren tot minderheidsgroepen.
Uit reguliere contacten met PersVeilig en de sector blijkt niet dat er in Nederland sprake is van meer geweld tegen deze
groepen. PersVeilig besteedt in trainingen wel apart aandacht aan veiligheid van vrouwen. Voorts wordt
het belang van diversiteit binnen de mediasector erkend door het kabinet. Het belang
van de verschillende dimensies van diversiteit (zoals leeftijd, geslacht, gender,
opleidingsniveau, arbeidsbeperking of culturele achtergrond) wordt ook door de sector
zelf gezien. Zo heeft de sector met steun van OCW in 2017 de coalitie Beeldvorming in de media gevormd, waarvan de deelnemers zich inzetten om stereotypering van doelgroepen in
de media in den brede (tv, print, online en reclame) tegen te gaan en bewustzijn over
vooroordelen te bevorderen. Ook hebben verschillende mediaorganisaties het Diversiteitscharter ondertekend dat door de Sociaal Economische Raad is opgesteld ter ondersteuning van
bedrijven en maatschappelijke organisaties. De NPO heeft in samenwerking met de omroepen
in 2020 het Actieplan Diversiteit opgesteld waarin concrete acties zijn benoemd ten
aanzien van diversiteit op de werkvloer. Verder hebben alle omroepen zich gecommitteerd
aan de doelstelling om 15% van hun personeelsbestand te laten bestaan uit mensen met
een bi-culturele achtergrond. Dit streven geldt organisatie-breed, dus ook voor bestuur
en managementteam. Verschillende landelijke publieke omroepen hebben de diversiteit
van hun Raad van Toezicht geborgd in statuten of reglementen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Een presentatie door de Commissie van de aanbeveling is in de Raadswerkgroep Audiovisueel
en Media in algemene zin positief ontvangen. Op het moment is nog niet duidelijk welk
standpunt andere lidstaten zullen innemen ten opzichte van deze aanbeveling.
Het Europees Parlement heeft de Commissie in verschillende resoluties opgeroepen om
actie te ondernemen om journalisten te beschermen.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De aanbeveling
ziet op de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Op dit terrein is sprake van
een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder j,
VWEU). Op grond van artikel 292 VWEU is de Commissie bevoegd om aanbevelingen vast
te stellen op de gebieden waarvoor de EU bevoegd is. De Commissie is zodoende bevoegd
deze aanbeveling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit van
de aanbeveling. De aanbeveling heeft tot doel de bescherming, veiligheid en weerbaarheid
van journalisten te waarborgen om mediavrijheid en pluralisme te bevorderen en waarborgen,
overeenkomstig de normen vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de EU.
Gezien recente zorgelijke bevindingen op het gebied van persvrijheid binnen de EU,
zoals weergegeven in onder meer de rapporten over de Rechtsstaat van 2020 en 2021,
is het kabinet van oordeel dat een actieve houding van de EU wenselijk is. Met deze
aanbeveling roept de Commissie op tot collectieve en gecoördineerde inspanningen van
lidstaten. Het kabinet acht deze gecoördineerde aanpak waarbij alle belangrijke belanghebbenden
in de lidstaten en op EU-niveau alsmede relevante internationale organisaties worden
betrokken, gerechtvaardigd en wenselijk gelet op de toegevoegde waarde van de uitwisseling
van kennis en best practices op het gebied van de bescherming en veiligheid van journalisten, het inherent grensoverschrijdende
karakter van online veiligheid en digitale weerbaarheid, alsmede het mogelijke transnationale
karakter van criminaliteit tegen journalisten.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De Commissie benadrukt het belang van veiligheid en bescherming op nationaal niveau
en de aanbevelingen dienen vooral ter ondersteuning van het nationaal beleid. De Commissie
laat hierbij voldoende ruimte voor invulling door de lidstaten. Het kabinet acht de
aanbevelingen, zoals onder meer het doeltreffend vervolgen van strafbare feiten en
het faciliteren van dialoog, geschikt om het gewenste doel te bereiken. De doelstellingen
in de aanbeveling zullen worden gemonitord door de Commissie en de lidstaten dienen
de Commissie te informeren over genomen maatregelen en acties. Deze aanbeveling gaat
daarmee ook niet verder dan noodzakelijk, qua controle noch qua ruimte om nationaal
beleid te vormen, bijvoorbeeld doordat lidstaten zelf kunnen reguleren hoe risico’s
voor journalisten beperkt kunnen worden.
d) Financiële gevolgen
Er zijn geen substantiële gevolgen voor de Rijksbegroting voorzien uit de navolging
van deze aanbevelingen. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen
gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de
EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van
de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast
op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van
de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Dit fiche heeft geen effect op regeldruk en concurrentiekracht.
De aanbevelingen bevorderen de zorgvuldige borging van persvrijheid, wat raakt aan
een kernwaarde van de Europese Unie. Zowel binnen als buiten Europa zijn journalisten
de afgelopen jaren geconfronteerd met een groeiend aantal aanvallen en beperkende
omstandigheden. Een veilig mediaklimaat en onafhankelijke pers binnen de Europese
Unie zorgen er ook voor dat de Europese Unie als mondiale speler beter in staat is
deze waarde extern uit te dragen en te bevorderen. Ook dragen de voorstellen bij aan
de weerbaarheid van Europese media, en daarmee ook de Europese burgers, tegen (externe)
dreigingen als cybercrime en desinformatiecampagnes.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken