Brief regering : SCoPAFF-vergadering gewasbeschermingsmiddelen 21 en 22 oktober 2021
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 553 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de
onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming.
Het overleg vindt plaats op 21 en 22 oktober 2021. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid
met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (lenW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op basis van advisering door het
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde
B-punten).
De werkzame stof Fosmet
De stof fosmet wordt gebruikt als insecticide. In Nederland zijn geen middelen op
basis van deze stof toegelaten. De Europese Commissie (EC) stelt voor de goedkeuring
van fosmet niet te hernieuwen vanwege mogelijke risico's voor onder andere toepassers,
werkers, omstanders, omwonenden en consumenten. Het Ctgb adviseert positief op het
voorstel om de goedkeuring van fosmet niet te hernieuwen maar adviseert bij de EC
aan te dringen op een respijtperiode van maximaal 6 maanden in plaats van 9 maanden
zoals de EC nu voorstelt. Mocht daarvoor geen gekwalificeerde meerderheid zijn, dan
is het advies het huidige voorstel te steunen om uitstel van de besluitvorming over
de intrekking van de goedkeuring te voorkomen.
Daarnaast adviseert het Ctgb om de EC op te roepen zo snel mogelijk te komen met een
voorstel voor het verlagen van de Maximum Residu Limieten (MRL's) voor fosmet.
De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC waarbij
wordt aangedrongen op een respijtperiode van maximaal 6 maanden en om zo spoedig mogelijk
met een voorstel voor verlaging van de MRL's van fosmet te komen.
De werkzame stof Cypermethrin
Deze werkzame stof cypermethrin wordt gebruikt als insecticide. In Nederland zijn
drie middelen op basis van cypermethrin toegelaten. De EC stelt voor om de goedkeuring
van cypermethrin te hernieuwen als kandidaatstof om vervangen te worden vanwege een
significant aandeel van niet-actieve isomeren. In het voorstel worden tevens driftreducerende
maatregelen voorgeschreven om niet-doelwitorganismen te beschermen.
Daarnaast dient de toelatinghouder bevestigende informatie over hormoonverstorende
eigenschappen aan te leveren omdat de toetsingscriteria en daarmee de dossiervereisten
voor hormoonverstorende eigenschappen tijdens het beoordelingsproces (in 2018) zijn
gewijzigd. Hierdoor was niet alle benodigde wetenschappelijke informatie onderdeel
van het indieningsdossier. EFSA concludeert in haar beoordeling dat de stof op de
onderdelen waar de beoordeling kon worden afgerond geen hormoonverstorende eigenschappen
heeft, maar dat onvoldoende data beschikbaar is om een conclusie op alle onderdelen
te kunnen trekken op basis van de in 2018 vastgestelde wetenschappelijke criteria.
Hiervoor zijn meer studies noodzakelijk. Omdat de beschikbare wetenschappelijke gegevens
geen aanwijzingen laten zien voor een hormoonverstorende werking en de wetenschappelijk
criteria tijdens het beoordelingsproces zijn veranderd stelt de EC, op basis van artikel
6 van de gewasbeschermingsverordening, dat de goedkeuring van cypermethrin kan worden
hernieuwd maar dat de ontbrekende wetenschappelijke informatie binnen 2 jaar moet
worden aangeleverd. Deze wetenschappelijke informatie wordt vervolgens onafhankelijk
beoordeeld door de rapporterende lidstaat en EFSA.
Het Ctgb adviseert mij positief op dit voorstel aangezien de beschikbare en beoordeelde
wetenschappelijke informatie geen hormoonverstorende eigenschappen laten zien. Op
basis van de huidige informatie is het dan ook niet de verwachting dat cypermethrin
dergelijke hormoonverstorende eigenschappen heeft. Het is wel van belang dat dit door
aanvullende studies wordt bevestigd. Gezien de aard van de uit te voeren studies acht
ik de voorgestelde 2-jaars termijn redelijk. Indien niet wordt voldaan aan deze termijn,
of toch onverhoopt mocht blijken uit de aanvullende studies dat er mogelijk hormoonverstorende
effecten kunnen optreden, zal de EC het goedkeuringsbesluit opnieuw bezien. De Nederlandse
delegatie is dan ook voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
De laagrisico stof Purpureocillium lilacinum strain PL11
Dit betreft een nieuwe werkzame stof en is een micro-organisme met een beoogd gebruik
als nematicide. De EC stelt voor deze werkzame stof goed te keuren als laagrisico
stof. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens
om in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Purpureocillium lilacinum strain 251
Deze werkzame stof is een micro-organisme dat gebruikt wordt als nematicide. In Nederland
zijn geen middelen op basis van deze werkzame stof toegelaten.
De EC stelt voor de goedkeuring van deze werkzame stof te hernieuwen. Het Ctgb adviseert
positief op het hernieuwen van de goedkeuring maar is van mening dat dit micro-organisme,
op basis van de geldende criteria, als laagrisico stof kan worden aangemerkt. Mocht
daarvoor geen gekwalificeerde meerderheid zijn, dan adviseert het Ctgb het voorstel
van de EC te steunen.
De Nederlandse delegatie is voornemens om, in lijn het Ctgb advies, te pleiten voor
een hernieuwing als laagrisico stof. Mocht hier geen meerderheid voor zin, dan zal
de Nederlandse delegatie instemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Flumioxazine
De werkzame stof flumioxazine wordt gebruikt als herbicide. In Nederland zijn twee
middelen op basis van deze werkzame stof toegelaten. De EC stelt voor de goedkeuring
van flumioxazine te hernieuwen. De EC stelt hierbij als eis dat de toelatinghouder
bevestigende informatie aanlevert over hormoonverstorende eigenschappen van de stof.
Omdat de huidige wetenschappelijke criteria voor hormoonverstorende eigenschappen
en de bijbehorende vereisten voor aan te leveren studies na het indienen van het dossier
en tijdens de beoordelingsprocedure van flumioxazine van kracht zijn geworden (in
2018), waren niet alle benodigde studies voor de huidige wetenschappelijke toets op
hormoonverstorende eigenschappen onderdeel van het dossier bij indiening. EFSA concludeert
in haar beoordeling uit 2020 dat de stof op de onderdelen waar de beoordeling kon
worden afgerond geen hormoonverstorende eigenschappen heeft, maar dat onvoldoende
data beschikbaar is om een conclusie op alle onderdelen te kunnen trekken op basis
van de in 2018 vastgestelde wetenschappelijke criteria. Hiervoor zijn meer studies
noodzakelijk. Omdat de beschikbare wetenschappelijke gegevens geen aanwijzingen lieten
zien voor een hormoonverstorende werking en de wetenschappelijk criteria tijdens het
beoordelingsproces zijn veranderd stelt de EC, op basis van artikel 6 van de gewasbeschermingsverordening,
dat de goedkeuring van flumioxazine kan worden hernieuwd maar dat de ontbrekende wetenschappelijke
informatie binnen 2 jaar moet worden aangeleverd. Deze wetenschappelijke informatie
wordt vervolgens onafhankelijk beoordeeld door de rapporterende lidstaat en EFSA.
Het Ctgb adviseert mij positief op dit voorstel aangezien de beschikbare en beoordeelde
wetenschappelijke informatie geen hormoonverstorende eigenschappen laten zien. Op
basis van de huidige informatie is het dan ook niet de verwachting dat flumioxazine
dergelijke hormoonverstorende eigenschappen heeft. Het is wel van belang dat dit door
aanvullende studies wordt bevestigd. Gezien de aard van de uit te voeren studies acht
ik de voorgestelde 2-jaars termijn redelijk. Indien niet wordt voldaan aan deze termijn,
of toch onverhoopt mocht blijken uit de aanvullende studies dat er mogelijk hormoonverstorende
effecten kunnen optreden, zal de EC het goedkeuringsbesluit opnieuw bezien. De Nederlandse
delegatie is dan ook voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Indoxacarb
Deze werkzame stof wordt gebruikt als insecticide. In Nederland zijn drie middelen
op basis van indoxacarb toegelaten. De EC stelt voor de goedkeuring van indoxacarb
niet te hernieuwen vanwege mogelijke risico’s voor zoogdieren, consumenten, werknemers
en bijen. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is
voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
Tijdelijke verlenging van de goedkeuring van 9 werkzame stoffen
De EC stelt voor om de goedkeuring van 9 werkzame stoffen tijdelijk te verlengen met
één jaar omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is
afgerond. Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). Het Ctgb adviseert positief op het voorstel. De
Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit