Brief regering : Kabinetsreactie Strategisch Prognoseverslag 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2412 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Op 8 september jl. publiceerde de Europese Commissie de mededeling «Strategisch prognoseverslag
2021: het vermogen en de vrijheid tot handelen van de EU».1 Sinds 2020 stelt de Commissie jaarlijks een dergelijk prognoseverslag op, dat belangrijke
input levert voor nieuwe initiatieven van de Commissie en voor de evaluatie van bestaande
beleidsinitiatieven. Deze anticiperende beleidsvorming is van belang om beter voorbereid
te zijn op crises en om de weerbaarheid van de EU te versterken.
Het eerder dit jaar gelanceerde Strategic Foresight Network2
heeft input geleverd voor dit prognoseverslag. Dit netwerk brengt megatrends in kaart
en scant de horizon op uitdagingen die op de EU afkomen. Ten minste eenmaal per jaar
vindt een bijeenkomst op ministerieel niveau plaats, die wordt ondersteund door een
hoog ambtelijke groep op technisch niveau, die minimaal tweemaal per jaar bijeenkomt.
In het strategische prognoseverslag 2021 geeft de Commissie een toekomstgericht en
multidisciplinair perspectief op het vermogen en de vrijheid tot handelen van de EU
in de komende decennia. De Commissie geeft aan dat de strategische keuzes die hierbij
worden gemaakt, gebaseerd zijn op openheid en op regels gebaseerde internationale
en multilaterale samenwerking. Het strategisch prognoseverslag omschrijft allereerst
vier belangrijke, structurele wereldwijde trends waarvan de Commissie verwacht dat
deze impact zullen hebben op het Europese handelingsvermogen en handelingsvrijheid.
De eerste trend betreft klimaatverandering en andere milieuuitdagingen, zoals toenemende
druk op water- en voedselzekerheid, verlies aan biodiversiteit en veranderingen in
de stikstofcyclus. De natuurlijke ecosystemen van de EU staan enorm onder druk als
gevolg van klimaatverandering, verontreiniging, landgebruik, ontginning, invasieve
soorten en het verlies van bestuivers. De Commissie legt hierbij ook nadrukkelijk
de koppeling met volksgezondheidsrisico’s als gevolg van deze trend en stelt dat deze
risico’s toekomstige pandemieën of ziekten waarschijnlijker maken.
De tweede trend betreft digitale hyperconnectiviteit en technologische transformaties.
Om technologisch en digitaal onafhankelijk te zijn zal de EU volgens de Commissie
de ontwikkeling en toepassing van mensgerichte kennis en technologieën moeten ondersteunen.
De EU is weliswaar een sterke speler op het gebied van kennis en innovatie, maar blijft
wel achter bij een aantal mondiale concurrenten. Met betrekking tot technologie geldt
dat de EU vooroploopt op het gebied van geavanceerde fabricatie en materialen en op
het vlak van mobiliteit en koolstofarme technologieën. Echter, t.a.v. kunstmatige
intelligentie, big data, robotica en kwantum technologieën heeft de EU een achterstand
in te halen. De Commissie geeft ook aan dat deze trend uitdagingen met zich meebrengt,
in het bijzonder met betrekking tot de arbeidsmarkt.
De derde trend betreft de druk op democratische bestuursmodellen en waarden. Het democratisch
bestuur neemt wereldwijd af. Indien de uitholling van democratisch bestuur doorzet,
zal dit volgens de Commissie zowel de gevestigde als opkomende democratieën beïnvloeden. De EU zal zich
daarnaast moeten verhouden tot het bestaan, en mogelijk zelfs de toename van, zones
met instabiliteit en conflict rond de Unie en de impact van grootschalige desinformatie.
De vierde en laatste trend die de Commissie noemt betreft de verschuivingen in de
internationale orde en demografie. In de context van ongelijk verdeelde groei van
de wereldbevolking, zullen de komende decennia volgens de Commissie worden gekenmerkt
door een toenemende herverdeling van wereldmacht, waarbij het geo-economisch zwaartepunt
naar het oosten zal schuiven. Ook zal de mondiale rivaliteit en kwetsbaarheid naar
verwachting toenemen, waarbij de concurrentie tussen de VS en China een bepalend kenmerk
van het geopolitieke landschap zou kunnen worden. Multidimensionale concurrentie en
sterke onderlinge verwevenheid zullen waarschijnlijk kenmerkend zijn voor een in toenemende
mate multipolaire internationale orde, aldus de Commissie.
Op basis van deze trends formuleert het prognoseverslag tien gebieden waarop de EU
haar open strategische autonomie en mondiale leiderschap kan versterken.
Duurzame en veerkrachtige gezondheids- en voedselsystemen bewerkstelligen
De mededeling legt hierbij de nadruk op ondermeer investeringen in innovatieve zorgmodellen,
de combinatie van nieuwe technologieën met sociaal en gezondheidsbeleid en de oprichting
van een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor gezondheid. Onder dit actiegebied
horen ook acties om de strategische afhankelijkheid van derde landen met betrekking
tot medische producten aan te pakken. De Commissie stelt dat de Europese gezondheidsunie
en de EU-autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied
(HERA)3 de EU ook beter in staat zullen stellen om nieuwe gezondheidscrises aan te pakken.
Ook geeft de Commissie aan dat ze op integrale wijze een transitie naar een duurzaam
en veerkrachtig voedselsysteem in 2030 in gang wil zetten, dat moet bijdragen aan
de doelen van de Green Deal in 2050.
Koolstofvrije en betaalbare energie veiligstellen
Op het gebied van energie legt de Commissie de nadruk op het opvoeren van het gebruik
van hernieuwbare energie en een snelle diversificatie van de energievoorziening. Ook
acht zij het cruciaal om de energie-intensiteit in de EU tegen 2050 sterk te laten
dalen. De Commissie onderstreept het belang van vooruitgang op het vlak van de circulaire
economie en een diepere energie-Unie. De decarbonisatie van energie zal gevolgen hebben
voor geopolitieke verhoudingen omdat strategische afhankelijkheden zullen veranderen.
Capaciteit bij gegevensbeheer, kunstmatige intelligentie en speerpunt-technologieën4 versterken
De Commissie stelt dat de digitale soevereiniteit van de EU zal afhangen van het verhogen
van deze capaciteiten, op basis van de vereisten van vertrouwen, beveiliging en grondrechten.
Een strategische aanpak van industriële systemen voor het internet der dingen, 5G/6G
en edge-computing zal van cruciaal belang zijn voor zowel de groene als de digitale transitie. Het
is nodig dat de EU capaciteit voor gegevensopslag opbouwt en zorgt voor toegang tot
open, veilige en transparante gegevens, en verbindingen met hoge datasnelheden. Ook
moet de EU haar leidende positie bij de ontwikkeling en invoering van betrouwbare
kunstmatige intelligentie veiligstellen. De Commissie signaleert ook de exponentiële
toename van de vraag naar halfgeleiders en de noodzaak voor de EU om zich sterker
te positioneren op dit gebied.
Toelevering van kritieke grondstoffen veiligstellen en diversifiëren
Voor zowel de groene als de digitale transitie zijn kritieke grondstoffen essentieel.
De vraag hiernaar zal de komende decennia dan ook toenemen. De Commissie verwacht
dat de toename van vraag ook zal samenvallen met een toename van de bereidheid van
leveranciers om uitvoerbeperkingen op te leggen. De EU moet zich voorbereiden op toekomstige
onzekerheden met betrekking tot de toelevering van kritieke grondstoffen. Diversificatie
is een belangrijk instrument, maar het potentieel is voor veel kritieke grondstoffen
beperkt. Een lange termijnstrategie is nodig. De EU moet door middel van een slimme
beleidsmix en in combinatie met internationale partnerschappen werken aan een duurzame
en gevarieerde toelevering van kritieke grondstoffen. Tenslotte moet ook onderzoek
worden gedaan naar nieuwe bevoorradingsmethoden (zeebodem, ruimte) in overeenstemming
met internationaal overeengekomen beginselen en afspraken.
Mondiale pionierspositie bij vaststelling van normen bewerkstelligen
De Commissie geeft aan dat de EU om het «pioniersvoordeel» concurreert bij de vaststelling
van normen (ook wel standaardisatie genoemd), met name op het gebied van opkomende
technologieën. Handelspartners, China in het bijzonder, worden op dit vlak steeds
assertiever. De Commissie verwijst hierbij naar het zogenaamde «Brussels effect»5, en stelt dat de EU daarmee een goede basis heeft om de uitdaging aan te gaan. Ook
de handelspositie van de EU is een belangrijke kracht. De Commissie geeft aan dat
de internationale acceptatie van EU-normen van cruciaal belang is voor de mondiale
invloed van de EU en haar leiderschap op o.a. klimaatverandering, duurzaamheid en
de bescherming van consumenten.
Veerkrachtige en toekomstbestendige economische en financiële systemen bouwen
De Commissie wil de veerkracht en het groeipotentieel van de Europese economie verder
vergroten. Een veerkrachtige, stabiele economie is van belang voor het democratisch
model, dat personen beschermt tegen sociale risico’s. De Commissie legt tevens de
link met de Covid-19-crisis waarin nog duidelijker werd dat een open, concurrerende
en volledig functionerende interne markt belangrijk is. Volgens de Commissie zal het
financiële systeem van de EU ingrijpende veranderingen ondergaan als gevolg van klimatologische
en technologische veranderingen en Brexit. Daarom zouden resterende belemmeringen
om de kapitaalmarktunie en de bankenunie volledig uit te kunnen voeren, moeten worden
weggenomen. Het financiële systeem van de EU heeft ook een sleutelrol te vervullen
bij de financiering van de transitie naar een klimaatneutrale economie. Ook zal het
digitale tijdperk van invloed zijn op betaalmiddelen en kapitaalmarkten, met een groeiende
rol voor crypto-activa en de ontwikkeling van digitale valuta. Een breder gebruik
van de euro in internationale handel en diensten en EU-brede oplossingen voor instantbetalingen
zouden de strategische slagkracht van de EU volgens de Commissie kunnen versterken.
Vaardigheden en talenten voor EU-ambities ontwikkelen en behouden
De EU moet demografische trends het hoofd bieden en de bestaande lacunes in vaardigheden
in de context van de duurzame en digitale transities dichten. Hiervoor acht de Commissie
het nodig dat de arbeidsmarkt en het sociaal beleid aangepast worden om een toename
in sociaaleconomische ongelijkheden te voorkomen en te zorgen voor redelijke arbeidsvoorwaarden,
een fatsoenlijk inkomen en toegang tot sociale zekerheid. Hierbij ligt de focus van
de Commissie voornamelijk op vrouwen en op jongeren. Voor het benutten van de arbeidskansen
van de twee transities zullen beleidsmaatregelen nodig zijn die nieuwe soorten banen
ondersteunen. De onderwijs- en opleidingssystemen van de EU moeten tot de wereldtop
blijven behoren. Ook wil de Commissie de braindrain tussen lidstaten en regio’s tegengaan.
Veiligheids- en defensiecapaciteiten en toegang tot ruimte versterken
De Commissie wil tot actie komen om het toegenomen risico van conflicten, interne
instabiliteit en ontwrichting van kritieke infrastructuren te beperken. Om haar defensievermogens-
en operaties te versterken, moet de EU haar krachten bundelen en de samenhang van
recentelijk ingestelde samenwerkingsinstrumenten en -initiatieven versterken. De Commissie
wil dat de EU ervoor kan zorgen dat zij haar essentiële veiligheidsbelangen – zo nodig
autonoom – kan verdedigen in een internationale omgeving waarin sterke concurrentie
om de macht en een wedloop naar technologisch leiderschap bestaat. De Commissie acht
het van essentieel belang dat de EU een autonome, betrouwbare en kosteneffectieve
toegang tot de ruimte ondersteunt. Bij gebrek aan een sterke binnenlandse markt bevinden
de lanceerders uit de EU zich in een nadelige concurrentiepositie op de wereldmarkt.
Daarom wil de Commissie de ruimte-infrastructuur van de EU als strategisch erkennen
en zo veel mogelijk profiteren van de voordelen van nieuwe technologieën.
Samenwerken met mondiale partners voor vrede, veiligheid en welvaart voor iedereen
Covid-19 en klimaatrampen hebben laten zien dat er behoefte is aan multilaterale oplossingen
en gecoördineerde samenwerking. De EU streeft naar een op regels gebaseerde internationale
orde met de Verenigde Naties in het centrum. De Commissie wil dat de EU discussies
over de noodzakelijke hervormingen van het wereldbestuur inititieert en faciliteert,
en de lopende hervorming van de VN ondersteunt. De Commissie acht het tevens van belang
dat de EU assertiever kan optreden bij dwangmaatregelen of extraterritoriale sancties
door derde landen. Onder dit actiegebied onderstreept de Commissie tevens dat de EU
haar coalities en partnerschappen met specifieke landen en regio’s moet versterken
en ontwikkelen, evenals met internationale organisaties die van cruciaal belang zijn
voor de stabiliteit in Europa en de wereld. Het EU-NAVO partnerschap is een onmisbare
pijler van de EU defensie en zal verder worden versterkt.
De Commissie geeft aan dat connectiviteitsagenda’s onderdeel uitmaken van het geopolitieke
instrumentarium van de EU en in de strategische partnerschappen van de EU moeten worden
verankerd.
Veerkracht van instellingen versterken
Overheidsinstellingen en -diensten moeten op de maatschappelijke zorgen reageren en
een doeltreffend beleid voeren, aldus de Commissie. De toegenomen polarisatie toont
aan dat er behoefte is aan participatief en inclusief bestuur teneinde het vertrouwen
en de legitimiteit op alle niveaus te vergroten. Nieuwe vormen van participatiedemocratie,
nieuwe technologieën, burgerparticipatie, bijvoorbeeld zoals in het kader van de Conferentie
over de toekomst van Europa, ziet de Commissie als versterkers van onze democratische
stelsels. De implicaties van de huidige en toekomstige trends zullen een behendig
beleid vereisen, waarbij de Commissie een rol ziet weggelegd voor het EU-prognosenetwerk. De door de Commissie ontwikkelde dashboards inzake veerkracht ziet de Commissie
als een belangrijke stap richting een meer geïntegreerde aanpak voor het meten van
het welzijn, dat verder gaat dan het bbp.
Met deze vier trends en tien actiegebieden onderbouwt de Commissie een gedeelde, lange
termijn visie op de open strategische autonomie van de EU, waarbij zij met name de
nadruk legt op de noodzaak voor meer samenhang over tijdshorizonten en meer samenhang
tussen intern en extern beleid op de tien actiegebieden. Daarbij benadrukt de Commissie
dat de EU, bij het nastreven van mondiaal leiderschap tegen 2050, niet in zichzelf
zal keren maar standvastig zal blijven wat betreft haar beginselen en waarden en behendig
zal blijven in haar optreden.
Beoordeling
Het kabinet verwelkomt het strategisch prognoseverslag 2021, dat is verschenen op
een moment dat de discussie over de open strategische autonomie van de EU zeer actueel
is. Voor het kabinet staat de open strategische autonomie van de EU voor haar vermogen
om als mondiale speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van
eigen inzichten en keuzes haar publieke belangen te borgen en weerbaar te zijn in
een onderling verbonden wereld. Het kabinet vindt het positief dat de kern van de
Nederlandse visie, zoals ook uiteengezet in het gezamenlijk Nederlands-Spaanse non-paper
van 18 maart jl.6, terug te zien is in deze mededeling en dat de Commissie het belang van openheid
en internationale samenwerking duidelijk onderschrijft.
De inhoudelijke analyse van mondiale trends, het lange termijn perspectief en de actiegebieden
in de mededeling vormen waardevolle input voor het Europese debat en het kabinet hoopt
dat dit bijdraagt aan de vorming van een gedeelde visie op de invulling van de open
strategische autonomie van de EU. Dit is in de ogen van het kabinet de grootste kracht
en meerwaarde van deze mededeling. Ook vormt het een nuttige bijdrage aan het narratief
over open strategische autonomie van de EU richting internationale partners.
De in het prognoseverslag geschetste trends zijn herkenbaar en geven een helder, kernachtig
beeld van de uitdagingen waar de EU de komende decennia voor staat. De Commissie presenteert
vervolgens tien actiegebieden om de open strategische autonomie en mondiale leiderschap
van de EU te versterken. Een nadere onderbouwing van de doorvertaling van de vier
trends naar deze tien actiegebieden ontbreekt, maar het betreft een relevante en veelomvattende
lijst. Samengenomen raken zij aan vrijwel de gehele Europese beleidsagenda. Dit is
in de ogen van het kabinet een illustratie van de breedte van het vraagstuk. Het kabinet
onderschrijft daarom het belang dat de Commissie hecht aan coherent en samenhangend
intern en extern beleid en aan de holistische aanpak hiervan. Door de brede reikwijdte
van de actiegebieden kunnen de onderliggende beleidsterreinen slechts op hoofdlijnen
worden geschetst, waardoor de uitwerking van beleidsterreinen niet altijd even volledig
is. Dit is begrijpelijk gezien de aard van het prognoseverslag, maar de vraag voor
het kabinet blijft evenwel hoe de brede actiegebieden nader geconcretiseerd zullen
worden en of de Commissie op basis hiervan voornemens is nieuwe voorstellen te formuleren.
De visie van de Commissie op het vermogen en de vrijheid tot handelen van de EU klonk
reeds door in de toespraak over de Staat van de Unie van Commissievoorzitter Von der
Leyen op 15 september jl.7, waarin zij nadrukkelijk in ging op diverse onderwerpen die ook veel aandacht in
de mededeling krijgen, o.a. de EU als mondiale speler, het adresseren van afhankelijkheden
en de digitaliseringsagenda. Het kabinet ziet deze beleidsterreinen als belangrijke
elementen voor de open strategische autonomie van de EU en ziet uit naar concrete
voorstellen op deze en andere terreinen die de weerbaarheid van de EU kunnen versterken.
Ten aanzien van de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van de mededeling
is de grondhouding van het kabinet positief. Het kabinet ziet de strategische prognoseverslagen
als ondersteuning van beleidsontwikkeling en het bewerkstelligen van doelstellingen
op de lange termijn. De mededeling raakt aan veel verschillende beleidsterreinen binnen
de Europese beleidsagenda, waarbinnen sprake is van verschillende bevoegdheidsverdelingen.
In algemene zin is het kabinet van mening dat het gepast is dat de in de mededeling
geschetste grensoverschrijdende uitdagingen op EU-niveau worden besproken en geadresseerd.
Indien de mededeling leidt tot concrete voorstellen op specifieke beleidsterreinen
zal de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit zorgvuldig worden beoordeeld.
De mededeling heeft geen financiële gevolgen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken