Brief regering : Beleidsreactie op het CTIVD-rapport verstrekken van persoonsgegevens aan buitenlandse diensten met een verhoogd risicoprofiel
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2021
Hierbij bieden wij u het toezichtsrapport nr. 73 van de Commissie van Toezicht op
de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) aan over het door de AIVD en de MIVD
verstrekken van persoonsgegevens aan buitenlandse diensten met een verhoogd risicoprofiel1. Wij zijn de CTIVD erkentelijk voor het gedegen onderzoek, dat betrekking heeft op
de periode 1 september 2019 tot 1 maart 2020. Met het rapport doen wij u een drietal
bijlagen toekomen, te weten bijlage A (Verdieping), bijlage B (Toetsingskader) en
bijlage C (Begrippenlijst)2. Het rapport bevat een staatsgeheim gerubriceerde bijlage, deze is aangeboden aan
de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD).
De CTIVD stelt dat voor het overgrote merendeel van de onderzochte verstrekkingen
van persoonsgegevens de noodzaak van deze verstrekkingen evident is. Of bij alle verstrekkingen
ook is voldaan aan alle voorwaarden levert een diffuser beeld op. De CTIVD constateert
bij beide diensten een aantal tekortkomingen, dat in bepaalde gevallen neerkomt op
onrechtmatigheden.
Ten aanzien van de AIVD constateert de CTIVD dat de inrichting van het proces grotendeels
op orde is en het beleid voorziet in verhoogde waarborgen bij de verstrekking aan
buitenlandse diensten met een verhoogd risicoprofiel. Desalniettemin heeft de CTIVD
op een aantal onderdelen onrechtmatigheden geconstateerd. Deze deden zich met name
voor bij de motivering en afbakening van de onderzochte verstrekkingen.
Bij de MIVD stelt de CTIVD dat het proces in de onderzoeksperiode niet op orde was
waardoor risico’s op onrechtmatigheden bij feitelijke verstrekking bestonden. Deze
tekortkomingen zijn als onrechtmatig beoordeeld. Ook stelt de CTIVD bepaalde onzorgvuldigheden
vast bij de uitvoering van de verstrekkingen, zoals het niet vermelden van voorwaarden.
Verzachtende omstandigheid bij de geconstateerde onrechtmatigheden is dat het merendeel
van de onderzochte verstrekkingen ziet op analytische documenten, zoals inlichtingenberichten
en veiligheidsupdates. De verstrekte persoonsgegevens in deze analyses betreffen informatie
over personen die onderwerp zijn van onderzoek.
De CTIVD doet aanbevelingen om deze onrechtmatigheden weg te nemen. Deze aanbevelingen
nemen wij over. Binnen drie maanden wordt de CTIVD geïnformeerd over de voortgang
van de opvolging van de aanbevelingen. Het merendeel van de aanbevelingen ten aanzien
van beleid en werkinstructies zijn inmiddels uitgevoerd teneinde de onrechtmatigheden
die in de onderzoeksperiode zijn vastgesteld in de toekomst zo snel mogelijk te voorkomen.
De AIVD en de MIVD zullen de aanvullende waarborgen in het beleid en de werkinstructies
uiterlijk voor het einde van dit kalenderjaar volledig hebben ingevoerd.
Samenwerking met buitenlandse diensten
Samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waaronder het
verstrekken van persoonsgegevens, vormt een belangrijk onderdeel van het werk van
de AIVD en de MIVD en is noodzakelijk voor hun goede taakuitvoering. Het verstrekken
van gegevens aan buitenlandse diensten dient vanzelfsprekend zorgvuldig te gebeuren.
Internationale samenwerking is dan ook met verschillende waarborgen omkleed. Sinds
de invoering van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv 2017) hebben
de diensten mede naar aanleiding van verschillende toezichtsrapporten3 en voortgangsrapportages van de CTIVD alsmede interne controles verbeteringen doorgevoerd
in het proces en het beleid met betrekking tot samenwerking met buitenlandse diensten.
Ook bevat het rapport van de Evaluatiecommissie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
2017 aanbevelingen om het huidige wettelijk kader op het gebied van internationale
samenwerking verder aan te scherpen. Deze aanbevelingen zijn door het kabinet omarmd
en zullen worden betrokken bij de voorbereiding op de wijziging van de wet.
Wegingsnotities
De wet schrijft voor dat voorafgaand aan het aangaan van een samenwerkingsrelatie
met een buitenlandse dienst de aard en de intensiteit van de beoogde samenwerking
door de AIVD en de MIVD wordt gewogen. Het is mogelijk dat uit de weging blijkt dat
de beoogde samenwerking gepaard gaat met risico’s. Het toezichtsrapport spreekt in
dergelijke gevallen van een buitenlandse dienst met een verhoogd risicoprofiel. Voorafgaand
aan concrete samenwerking met deze diensten is het van belang dat de AIVD en de MIVD
nagaan of de risico’s van toepassing zijn op de concrete samenwerking en zo ja, dat
zij een gedegen afweging maken tussen de risico’s, de mate waarop deze gemitigeerd
kunnen worden en de nationale veiligheidsbelangen die met de samenwerking gediend
zijn.
Gezamenlijke wegingsmethodiek
De AIVD en de MIVD werken sinds 1 juni 2020 met een gezamenlijke wegingsmethodiek,
waaronder een gezamenlijk format voor de wegingsnotities. De transformatie naar deze
werkwijze is het afgelopen jaar voltooid. De periodieke herziening van de wegingsnotities
van de gezamenlijke samenwerkingspartners heeft mede door toedoen van de coronapandemie
enige vertraging opgelopen. De wegingsnotities van de buitenlandse diensten waarmee
regelmatig bulkdata wordt gedeeld, zijn recent herzien. De AIVD en de MIVD hebben
de CTIVD hierover geïnformeerd. Op basis van een prioriteringssystematiek werken de
diensten verder aan de herziening van de overige wegingsnotities. Zij streven ernaar
de hoog geprioriteerde gezamenlijke diensten voor het einde van dit kalenderjaar te
herzien.
Opvolging aanbevelingen
Aanvullende randvoorwaarden
Samenwerking met buitenlandse diensten is essentieel voor het goed functioneren van
de AIVD en de MIVD. Het is dan ook van belang dat zij in gezamenlijke onderzoeken,
operaties of samenwerkingsverbanden hun slagkracht behouden. Daarom werken de diensten
met overkoepelende toestemmingen (AIVD) en autorisatienota’s (MIVD) waarin zij voor
een bepaalde periode een reeks van verstrekkingen van (persoons)gegevens aan een (of
meerdere) buitenlandse dienst(en) motiveren. Ook maakt de AIVD in een beperkt aantal
gevallen gebruik van groepsverstrekkingen, waarbij de motivering voor de verstrekking
betrekking heeft op het collectief. De CTIVD constateert dat de wet ruimte biedt voor
deze systematiek, mits aan de vereiste zorgvuldigheid wordt voldaan. De CTIVD heeft
in haar rapport voorwaarden gesteld die de diensten duidelijke handvatten bieden bij
dergelijke verstrekkingen. De AIVD en de MIVD zijn gestart met de implementatie van
deze randvoorwaarden in het beleid en de werkinstructies; de meeste aanbevelingen
zijn inmiddels uitgevoerd, zodat nu niet langer sprake is van onrechtmatigheden.
Naast aanbevelingen over het opnemen van aanvullende waarborgen in het beleid en de
werkinstructies, kent het rapport aanbevelingen die zien op de operationele praktijk.
Groepsafweging
De CTIVD constateert bij de AIVD een aantal onrechtmatigheden aangaande de verstrekking
van een verzameling persoonsgegevens aan meerdere buitenlandse diensten met een verhoogd
risicoprofiel. Noodzakelijkerwijs wordt deze casus door de CTIVD in meer detail aan
de orde gesteld in de geheime bijlage.
Wij achten het van belang dat de diensten met inachtneming van de juiste waarborgen
een beroep kunnen doen op deze vorm van verstrekking. De door de CTIVD gestelde randvoorwaarden
die inmiddels door de AIVD in beleid zijn gevat bieden hiertoe belangrijke handvatten.
Conform aanbeveling zal de AIVD deze specifieke groepsverstrekking opnieuw beoordelen
en over de uitkomst van dit interne onderzoek in gesprek treden met de CTIVD.
Veiligheidsonderzoeken
De AIVD en de MIVD voeren veiligheidsonderzoeken uit naar personen die een vertrouwensfunctie
willen vervullen. Als het onderzoek met positief resultaat wordt afgerond, ontvangt
betrokkene een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB). Bij verblijf in het buitenland kan
een naslagverzoek worden ingediend bij de desbetreffende buitenlandse dienst indien
hiermee een samenwerkingsrelatie bestaat. De (toelichting op de) destijds geldende
Beleidsregel Veiligheidsonderzoeken bood onvoldoende flexibiliteit bij verblijf in
het buitenland. Derhalve is besloten dit beleid te herzien. Vooruitlopend op deze
herziening heeft de AIVD voor het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken in de burgerluchtvaart
voor een beperkt aantal buitenlandse diensten met een verhoogd risicoprofiel een uitzondering
gemaakt.
Om ook in deze tussenfase tot een verantwoorde invulling van het veiligheidsonderzoek
te kunnen komen, is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de in de wegingsnotities
geconstateerde risico’s, de specifieke aard van het naslagverzoek en de belangen van
de indiener. De verstrekking van persoonsgegevens aan een van deze diensten is door
de CTIVD onderzocht. Door de samenwerking met deze betreffende buitenlandse dienst
heeft de AIVD in de onderzoeksperiode bijna 40 veiligheidsonderzoeken positief kunnen
afronden. Hoewel de CTIVD haar begrip uitspreekt voor deze handelwijze, beoordeelt
zij deze als onzorgvuldig. Sinds 1 januari jl. is de Beleidsregel Veiligheidsonderzoeken
2021 (Stcrt. 2020, nr. 59664) van kracht die meer ruimte biedt voor maatwerk.
Conform de aanbevelingen van de CTIVD stelt de AIVD op dit moment werkafspraken op
en zal hierover op korte termijn in gesprek treden met de desbetreffende buitenlandse
dienst. Daarnaast zal de AIVD verzoeken de eerder verstrekte persoonsgegevens te vernietigen.
Tot slot hebben de AIVD en de MIVD besloten bij een naslagverzoek in het kader van
veiligheidsonderzoeken standaard een verzoek tot vernietiging van de persoonsgegevens
op te nemen. Deze extra waarborg wordt geïmplementeerd in de schriftelijke communicatie
met alle buitenlandse diensten waarmee wordt samengewerkt in het kader van veiligheidsonderzoeken.
Multilaterale samenwerking
Met de CTIVD onderkennen wij dat de meerwaarde van multilaterale samenwerking is gelegen
in de collectieve kracht van de gehele groep van deelnemende diensten. Om de slagkracht
binnen dergelijke samenwerkingsverbanden te waarborgen, werkt de AIVD sinds 2018 met
overkoepelende toestemmingsverzoeken voor multilaterale verstrekking van (persoons)gegevens,
waaronder ook analytische documenten. De AIVD heeft na de onderzoeksperiode verbeteringen
doorgevoerd in de motivering van de overkoepelende toestemmingsverzoeken, door het
opstellen van overzichtsnotities. Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
beoordeel ik jaarlijks de (verlenging van) overkoepelende toestemmingen voor het verstrekken
van (persoons)gegevens in multilaterale samenwerkingsverbanden. Nog dit jaar zal ik
erop toezien dat bij het verlengingsverzoek de huidige praktijk in lijn is met de
uitgangspunten van de CTIVD.
Stellen van voorwaarden
De randvoorwaarden die de CTIVD in relatie tot de samenwerking met buitenlandse diensten
stelt aan de MIVD voor zowel de incidentele verstrekkingen als de autorisatienota’s
zijn inmiddels standaard opgenomen en uitgewerkt in de schriftelijke correspondentie.
Daarbij is het stellen van de voorwaarden van de «derdepartijregel» en «voor inlichtingendoeleinden
alleen» opgenomen in het format voor de incidentele verstrekking van gegevens aan
buitenlandse diensten.
Tot slot
Wij onderschrijven het belang van effectieve waarborgen in de samenwerking met buitenlandse
diensten, een onderwerp waarover veel is gesproken rondom de invoering van de Wiv
2017. De afgelopen periode heeft de CTIVD meerdere diepteonderzoeken uitgevoerd naar
verschillende aspecten van internationale samenwerking en over de voortgang gerapporteerd
in de voortgangsrapportages. Wij zijn de toezichthouder erkentelijk voor de inspanningen
op dit terrein.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Minister van Defensie, H.G.J. Kamp
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Kamp, minister van Defensie