Brief regering : Reactie op verzoek commissie over inzake de concepten van het rapport 'Reconstructie en tijdlijn van het 'memo-Palmen'''
35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Nr. 86 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2021
Op 30 september jl. (Bijlage bij Kamerstuk 35 510, nr. 84) heb ik uw Kamer het eindrapport van PwC over het memo van de vaktechnisch coördinator
Toeslagen gezonden. De vaste commissie voor Financiën heeft mij op 4 oktober jl. verzocht
om ook de conceptrapporten met uw Kamer te delen, inclusief een tijdlijn waaruit blijkt
welke personen het conceptrapport hebben kunnen inzien en een overzicht van eventueel aangebrachte wijzigingen
in het rapport.
Gevraagde stukken
Bij deze brief doe ik u de volgende stukken toekomen:
• Het conceptrapport van 17 september jl. (bijlage 1)1
• Het conceptrapport van 29 september jl. («99% versie») (bijlage 2)2. Deze versie is verstrekt in de ochtend van 29 september jl. om het ministerie in
de gelegenheid te stellen de Kamerbrief tijdig gereed te maken.
• De reactie van het Ministerie van Financiën op het conceptrapport van 17 september
jl. (bijlage 3)3. Het ministerie heeft geen reactie gegeven op conceptrapport van 29 september.
• Het ministerie beschikt niet over een overzicht van de aangebrachte wijzigingen tussen
het eerste concept en de definitieve versie. Aan PwC is verzocht om een dergelijk
overzicht op te stellen, dat zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk doen toekomen.
• Hieronder geef ik een toelichting op deze en andere aan het rapport gerelateerde stukken.
In de onderzoeksopdracht die ik op 18 mei jl. naar uw Kamer heb gestuurd, is opgenomen
dat de rapportages (eindrapport en tussentijdse rapporten) en de onderliggende brondocumenten
in beginsel openbaar gemaakt worden.4 Het eindrapport en de onderliggende brondocumenten heb ik op 30 september jl. aan
uw Kamer gestuurd. PwC heeft geen tussentijdse rapporten opgeleverd.
In de onderzoeksopdracht is opgenomen dat de gespreksverslagen niet integraal openbaar
gemaakt zullen worden. Het ministerie beschikt ook niet over deze verslagen. Wel heeft
het ministerie in de opdracht gevraagd om een verslag, waarin de rode draden uit de
gesprekken worden weergegeven, op te nemen in het eindrapport of als bijlage bij het
eindrapport te voegen. Hoewel dit als onderdeel van de opdracht was gevraagd, heeft
PwC geen «rode draden verslag» van de interviews aan het rapport toegevoegd. In het
eindrapport geeft PwC aan dat de relevante informatie uit de interviews in die delen
van het rapport is verwerkt waar deze in de context van betreffende onderwerp tot
hun recht komt.
Het ministerie zal op korte termijn de verslagen van overleggen van de begeleidingscommissie
van het ministerie en PwC over het onderzoek openbaar maken op grond van de Wet openbaarheid
van bestuur (Wob). Deze stukken zal ik aan uw Kamer doen toekomen.
PwC heeft op 4 oktober jl. schriftelijk gereageerd op het voornemen om de conceptrapporten
aan de Kamer te verstrekken. De reactie van PwC doe ik u hierbij toekomen (bijlage 4)5. PwC geeft in haar reactie het volgende aan:
1. «Een onderzoek als het onderhavige is een iteratief proces waarbij onder meer tijdens
het onderzoek verkregen informatie wordt voorgelegd aan betrokkenen met als doel relevante
feiten en omstandigheden inzichtelijk te maken. De op deze wijze verkregen informatie
is in de context van de onderzoeksvragen in het definitieve rapport verwerkt.
2. De wijzigingen die wij tussen 17 september 2021 (toen wij ons conceptrapport hebben
opgeleverd) en 29 september 2021 (de datum van ons definitieve rapport) hebben aangebracht,
zijn ingegeven door opmerkingen van het Ministerie van Financiën, opmerkingen uit
wederhoor met (voormalig) medewerkers en bewindspersonen van het Ministerie van Financiën
en interne kwaliteitscontroles bij onszelf. Dit is een gangbaar proces. De ontvangen
opmerkingen zijn in gezamenlijkheid beschouwd, en, indien en voor zover in het kader
van de beantwoording van de onderzoeksvragen door ons relevant bevonden, in het definitieve
rapport verwerkt om tot een zorgvuldig opgebouwd rapport te komen.
3. Alleen ons definitieve rapport van 29 september 2021 beschouwen wij als beantwoording
van de onderzoeksvragen.»
4. PwC heeft onafhankelijk beslist of en op welke wijze zij het ontvangen commentaar
heeft verwerkt. In lijn met de afspraken met PwC, lag de verantwoordelijkheid voor
de wijze van verwerken commentaar volledig bij PwC. Het ministerie heeft hier geen
terugkoppeling van ontvangen, anders dan het eindrapport. Het ministerie beschikt
dus nog niet over een overzicht van alle wijzigingen die PwC heeft aangebracht tussen
het conceptrapport van 17 september jl. en het eindrapport.
In de bijgevoegde conceptrapporten zijn de functieomschrijvingen van een aantal ambtenaren
onder het niveau van directeur anders dan in het definitieve rapport. PwC heeft deze
omschrijvingen in het definitieve rapport aangepast om – waar mogelijk – te voorkomen
dat deze omschrijvingen herleidbaar waren tot individuele lagere ambtenaren. Waar
een algemenere functieomschrijving afbreuk zou doen aan het rapport, heeft PwC de
specifiekere, herleidbare functieomschrijving in het definitieve rapport gehandhaafd.
Om deze reden zijn ook in de bijgevoegde conceptrapporten afwijkende functieomschrijvingen
van lagere ambtenaren herkenbaar gelakt en voorzien van een label met de functieomschrijving
zoals die in het definitieve rapport is opgenomen. In het commentaar van het ministerie
zijn de namen van medewerkers gelakt conform kabinetsbeleid.
Inzage in de conceptrapporten
Uw Kamer heeft tevens gevraagd welke personen het conceptrapport hebben kunnen inzien.
Hieronder treft u deze informatie:
• Het conceptrapport van 17 september jl. is gedeeld met het ministerie als opdrachtgever.
De leden van de begeleidingscommissie, bestaande uit de SG en vertegenwoordigers van
Toeslagen, Belastingdienst, Bedrijfsvoering, Juridische Zaken, Communicatie, het Onderzoeksbureau
Integriteit Financiën, Bureau Beveiligingsambtenaar en de directie Bestuursondersteuning
& Advies hebben het rapport op 18 september jl. ontvangen en hebben hier feitelijk
commentaar op gegeven. De leden van de begeleidingscommissie hebben (onderdelen van)
het rapport tevens gedeeld met een beperkt aantal andere medewerkers voor feitelijk
commentaar.
• Het commentaar dat hierbij is verzameld, is op 24 september jl. gebundeld aan PwC
verzonden. Enkele aanvullende opmerkingen zijn later apart aan PwC gezonden. Hiervoor
verwijs ik naar bijlage 4 van deze brief.
• De Minister en Staatssecretarissen van Financiën hebben op 24 september jl. het conceptrapport
ter kennisneming ontvangen.
• Betrokkenen bij het onderzoek zijn door PwC in de gelegenheid gesteld om de op hen
betrekking hebbende onderdelen van het (concept)rapport in te zien in het kader van
hoor en wederhoor. Zij hebben op deze onderdelen kunnen reageren. PwC heeft op twee
momenten wederhoor aangeboden: een eerste keer in augustus of begin september en een
tweede keer in de dagen voorafgaand aan de afronding van het rapport. Bij het ministerie
is niet bekend welke betrokkenen gebruik gemaakt hebben van deze mogelijkheid of welke
reacties PwC in dit kader heeft ontvangen. Voor een overzicht van (voormalig) medewerkers
en bewindspersonen die betrokken waren bij het onderzoek, verwijs ik naar bijlage A.2.
van het eindrapport van PwC.
• Zoals gezegd hebben de onderzoekers van PwC alle reacties beoordeeld en hebben zij
onafhankelijk beslist of en op welke wijze zij het ontvangen commentaar hebben verwerkt.
Hiervan heeft het Ministerie van Financiën geen terugkoppeling ontvangen anders dan
het eindrapport. Zoals aangegeven in mijn Kamerbrief van 30 september jl., is met
de onderzoekers van PwC afgesproken dat zij graag bereid zijn om een technische briefing
voor uw Kamer te verzorgen over het onderzoek.
Vetrouwende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. Van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën