Brief regering : Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 1 en 2 september 2021
21 501-28 Defensieraad
Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met
de Ministers van Defensie van 1–2 september jl. Tevens bevat dit verslag zoals gebruikelijk
ter informatie een stand van zaken over de actuele ontwikkelingen op gebied van het
EU defensiebeleid.
Informele RBZ Defensie 1–2 september
Afghanistan en EU Strategisch Kompas
Het grootste gedeelte van de informele RBZ werd in beslag genomen door de recente
ontwikkelingen in Afghanistan, inclusief de vraag wat de implicaties daarvan zijn
voor het Europese veiligheids- en defensiebeleid.
Met betrekking tot Afghanistan dankte de Hoge Vertegenwoordiger (HV) de lidstaten
die de grootschalige evacuaties van de afgelopen weken mogelijk hadden gemaakt, Spanje
voor zijn hub-functie, Nederland voor het European Air Transport Command (EATC) in Eindhoven en de EU civiele en militaire staf voor hun inzet in Afghanistan.
Volgens de HV zijn nu de prioriteiten: de Afghaanse bevolking niet in de steek laten,
zij die willen vertrekken moeten dat kunnen doen, het tegengaan van terrorisme en
de eerbiediging van mensenrechten. De HV en meerdere lidstaten, waaronder Nederland,
stelden tevens dat er lessen getrokken moeten worden ten aanzien van stabilisatiemissies.
De HV en de Ministers waren het eens dat de ontwikkelingen in Afghanistan aantonen
dat de EU beter in staat moet worden gesteld om op het terrein van veiligheid en defensie
een sterkere rol te spelen. Dat is in de kern waar het op te stellen EU Strategisch
Kompas, waarvoor de HV in november a.s. een conceptversie zal presenteren, over moet
gaan: waartoe dient de EU de komende jaren in staat te zijn, welke middelen en capaciteiten
horen daarbij, en hoe gaat de EU met partners, waaronder de NAVO en VN, samenwerken?
De HV noemde in dat verband de optie van een EU «initial entry force» van 5.000 militairen die in geval van crisissituaties snel moet kunnen ingrijpen.
Die optie is eerder in de dialoogfase over het Strategisch Kompas ook door andere
lidstaten voorgesteld. De HV kwam niet terug op het eerder door hem in de media geopperde
idee van een EU-macht van 50.000 militairen. De HV en Eurocommissaris Breton benadrukten
dat versterking van het Europese militaire vermogen ook de NAVO ten goede zal komen.
Diverse lidstaten steunden het pleidooi voor een sterker en effectiever EU defensiebeleid,
waarbij ook werd gewezen op het belang van politieke wil en politieke besluitvorming
om tot een daadkrachtiger beleid te komen. Daarbij werd onder meer de optie van coalitions of the willing genoemd.
Namens Nederland gaf ik aan dat het onze morele plicht is zo goed mogelijk voor onze
Afghaanse collega’s te zorgen. Naast de enorme evacuatie, met dank aan het European Air Transport Command, militairen en diplomaten, moeten we ook van de feiten leren en nadenken over de
toekomst van Afghanistan. We moeten ervoor waken dat het land weer een vrijhaven wordt
voor terroristen.
Daarnaast gaf ik aan dat de EU sterker moet worden op gebied van veiligheid en defensie
en dat de lidstaten beter moet gaan samenwerken. Dat dient ook de inzet te zijn van
het Strategisch Kompas. Dit is in lijn met de Defensievisie2035, waarin het kabinet
pleit voor een meer zelfredzaam Europa en waarbij betere Europese militaire capaciteiten
zowel de EU als de NAVO versterken. Nederland steunt, zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd,
het idee van een initial entry force. Daarbij pleit Nederland ervoor om eerst de bestaande EU Battle Groups verder door te ontwikkelen en te verbeteren in plaats van het creëren van een nieuw
aanvullend instrument.
Aan het oorspronkelijk geagendeerde onderwerp, het onderdeel weerbaarheid van het
Strategisch Kompas, werd niet toegekomen. Over dat thema zal het Sloveense EU-voorzitterschap
dit najaar nog een ministeriële workshop organiseren. Begin november a.s. zal de HV
een conceptversie van het Strategisch Kompas presenteren en worden de onderhandelingen
daarover in de Raad opgestart. Er wordt voorzien dat het Strategisch Kompas in maart
2022, tijdens het Franse EU-voorzitterschap, door de Raad zal worden aangenomen.
EU operationele inzet (incl. EUTM OEK)
Er is tijdens de informele RBZ kort stilgestaan bij recente ontwikkelingen omtrent
een aantal EU-missies en -operaties.
De HV stelde dat, hoewel de Sahel een totaal ander operatiegebied is dan Afghanistan,
ook hier grote en acute nood is om als internationale gemeenschap de lokale autoriteiten
bij te staan. De implementatie van het nieuwe mandaat van EUTM Mali levert resultaten
op. De EU zal zich moeten blijven inzetten voor het opbouwen van een legitieme en
effectieve overheid. De HV gaf aan dat de veiligheidssituatie in Mozambique lijkt
te verbeteren na hulp van onder andere Rwandese en SADC (Southern African Development
Community) troepen. De operationele planning voor de EUTM Mozambique, waarover de
raad in juli jl. besloten heeft, is bijna klaar. Naast de lancering van de missie
zal de EU nog voor het einde van 2021 vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) materiele,
non-letale, steun kunnen geven.
Verder hebben zes oostelijke EU-lidstaten, mede op basis van een verzoek van Oekraïne,
een voorstel gedaan voor een EU militaire advies- en trainingsmissie in Oekraïne.
De zes lidstaten beogen de reeds door Oekraïne ingezette hervorming en modernisering
van het militair onderwijssysteem in Oekraïne vanuit de EU te ondersteunen met kennis
en materiële ondersteuning. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld lesmateriaal,
IT-infrastructuur en software. De HV heeft de Europese Dienst voor Extern Optreden
(EDEO) gevraagd om het voorstel te bestuderen en om opties voor eventuele bredere
GVDB-inzet in Oekraïne te presenteren, die vervolgens in de Raad besproken zullen
worden. Hij wees er daarbij op dat de EU al veel financiële steun aan Oekraïne verleent.
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan dat eventuele verschillende opties
goed bestudeerd en beoordeeld moeten worden. Namens Nederland heb ik aangegeven dat
een mogelijke inzet goed afgestemd moet zijn op reeds lopende bilaterale en multilaterale
(met name NAVO) initiatieven.
EU-NAVO en EU-VN samenwerking
Tijdens de lunchbespreking met VN Ondersecretaris-Generaal voor vredesoperaties Lacroix
en NAVO Plaatsvervangend Secretaris-Generaal Geoana, werd door Ministers, de VN en
de NAVO het belang van onderlinge samenwerking en coördinatie onderstreept. De HV
stelde dat het multilaterale systeem onder toenemende druk staat, en dat het versterken
van multilateralisme, gebaseerd op democratische waarden, samen met de VN en de NAVO,
een duidelijke prioriteit is voor de EU. De NAVO DSG benadrukte het belang van de
trans-Atlantische band. De VN USG stelde dat, in relatie tot Afghanistan, het primaat
bij de politiek ligt en dat er een noodzaak is tot lange termijn multilaterale samenwerking.
Daarnaast had ik en marge van deze informele RBZ een bilateraal gesprek met VN USC
Lacroix over VN-vredesmissies, waaronder de VN-missie in Mali.
Stand van zaken EU-defensiesamenwerking
Conform eerdere toezegging aan de Kamer, informeer ik u via dit verslag ook over andere
actuele ontwikkelingen op gebied van EU-defensiesamenwerking in de afgelopen maanden.
Voortgangsrapport PESCO
Op 7 juli 2021 werd door de Hoge Vertegenwoordiger het jaarrapport over de implementatie
van PESCO gepubliceerd. Het rapport is voor uw Kamer toegankelijk via het EU delegates
portal (documentnummer 10617/21).
Europees Defensiefonds (EDF)
In de periode van 2021–2027 wordt door de Europese Commissie onder het Meerjarig Financieel
Kader (MFK) € 7,953 mld. beschikbaar gesteld voor het Europees Defensiefonds (EDF)
ten behoeve van grensoverschrijdende defensieonderzoek en capaciteitsontwikkeling.
Eind juni 2021 is door de lidstaten het EDF-werkprogramma voor 2021 aangenomen. Het
werkprogramma 2021 bestaat uit 15 categorieën, waaronder land, zee, lucht, space en
cyber, maar ook materialen en componenten, energie en digitale transformaties. Daarnaast
is er een categorie voor disruptieve technologieën en twee zogenaamde «open» calls
voor zowel het MKB als voor disruptieve technologieën. Consortia hebben tot 9 december
2021 om voorstellen in te dienen. Nederland is tevreden met het werkprogramma, gezien
het op meerdere onderdelen kansen biedt voor Defensie en de Nederlandse industrie
en kennisinstellingen. De Nederlandse inzet is in verschillende onderdelen van het
werkprogramma 2021 gereflecteerd.
European Defence Industrial Development Programme (EDIDP)
Het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP) is een van de voorlopers van het Europees Defensiefonds en biedt financiële
ondersteuning voor de ontwikkeling van defensiecapaciteiten. Het totale EDIDP-budget
is € 500 mln. voor de periode 2019–2020. Op basis van het door de lidstaten vastgestelde
EDIDP-werkprogramma konden Europese bedrijven en kennisinstellingen in de tweede call for proposals van het EDIDP voorstellen indienen op twaalf verschillende gebieden.1
De EU-lidstaten stemden eind juni 2021 in met de door de Europese Commissie opgestelde
beoordeling van de ingediende projectvoorstellen. In EDIDP 2020 is in het totaal € 158,3 mln.
toegekend aan consortia van bedrijven en kennisinstellingen.
Zes projectvoorstellen met betrokkenheid van Nederlandse industrie en kennisinstellingen
kregen financiering toegekend, te weten de projecten MIRICLE (mijnenbestrijding),
FIRES (verbetering grondgebonden precisie slagkracht), E-COLORSS (verbetering langeafstandsartillerie),
USSPS (maritieme waarneming), JEY CUAS (contra-drones) en ODIN’s EYE (verbetering
situationeel bewustzijn in het ruimtedomein). Op de site van de Europese Commissie
zijn factsheets te vinden over de inhoud en deelnemers van deze projecten.2
De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie