Brief regering : Antwoorden op vragen commissie, gesteld tijdens het commissiedebat van 9 september 2021, over de toekomst van Tata Steel Nederland (TSN)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
33 009
Innovatiebeleid
Nr. 865
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2021
Tijdens het Commissiedebat toekomst van Tata Steel Nederland (TSN) van 9 september
jongstleden (Kamerstukken 32 813 en 33 009, nr. 861) hebben wij in de eerste termijn wegens de beperkt beschikbare tijd niet op alle
vragen van uw Kamer antwoord kunnen geven. Wij hebben toegezegd de vragen die nog
niet beantwoord zijn schriftelijk te beantwoorden. Hierbij ontvangt u, mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie, de antwoorden
op deze vragen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg
I. Antwoorden op vragen gesteld aan de bewindspersonen van Economische Zaken en Klimaat
Toekomst TSN
1
In het commissiedebat is door de leden van PvdA en CU gevraagd naar de toekomst van
TSN in Nederland.
Antwoord:
Het kabinet zet zich onverkort in om een toekomstbestendig en duurzaam staalbedrijf
in IJmuiden te realiseren. Zoals in het debat ook ter sprake is gekomen, zet het Rijk
zich in voor verduurzaming in de breedste zin van het woord, op het gebied van milieu
en klimaat. Het afgelopen jaar is door het Rijk intensief samengewerkt met TSN vanwege
de uitdagingen waar het bedrijf voor staat op het gebied van milieu en klimaat. Het
uitgangspunt blijft dat staal produceren in Nederland mag, dus ook door TSN, zo lang
het wordt geproduceerd binnen de Nederlandse wet- en regelgeving, waaronder de bestaande
milieuregels. Tijdens, maar ook na de energietransitie zal de Nederlandse en internationale
samenleving gebruik maken van staal. Daarom is de inzet vanuit het Rijk om de verduurzaming
van de industrie hier in Nederland te bevorderen, in plaats van in te zetten op verplaatsing
naar het buitenland. Met verplaatsing naar het buitenland is het klimaat netto slechter
af. De uitdaging is om het gehele productieproces mondiaal te verduurzamen, zodat
de negatieve milieu en gezondheidseffecten tot het verleden zullen behoren. Daarnaast
zorgt de staalproductie in Nederland voor veel Nederlandse banen (direct en indirect)
en levert deze een belangrijke bijdrage aan onze economie. De kennis en ervaring die
opgedaan wordt tijdens het verduurzamingsproces, zal bovendien bruikbaar zijn voor
andere Nederlandse bedrijven, zodat Nederland koploper kan zijn in de transitie naar
klimaatneutraliteit. Het leidende uitgangspunt blijft: we bevorderen de verduurzaming
van de industrie in Nederland: liever groen hier dan grijs elders.
2
De leden van SGP en CDA hebben gevraagd wat het betekent dat TSN in de verkoop staat.
Ook is er gevraagd waarom de fusie met SSAB niet is gelukt.
Antwoord:
Volgens TSN is er momenteel geen koper in beeld. Voor zover bekend zijn er geen plannen om actief
naar een koper op zoek te gaan. Eventuele andere plannen op dit terrein zijn momenteel
niet bij het kabinet bekend.
SSAB heeft destijds aangegeven dat de overname niet is gelukt doordat SSAB op dat
moment financieel niet goed kon verantwoorden TSN over te nemen en het niet paste
in de strategie van SSAB. Een eventuele overname van TSN door een privaat bedrijf
is een private aangelegenheid. Het verandert echter niets aan de gezamenlijke inzet
op verduurzaming door TSN en het Rijk.
Onderzoek
3
Tijdens het debat hebben de leden van VVD, D66, CDA, PvdA, CU, Groep Van Haga en GroenLinks
het kabinet verzocht integraal onderzoek te doen naar de toekomst van TSN en de regio.
Antwoord
Tijdens het debat heeft het kabinet aangegeven meer zicht nodig te hebben op welke
onderzoeksvraag de leden precies antwoord willen hebben. Mede vanwege het feit dat
het kabinet al een aantal onderzoeken heeft laten uitvoeren. Ook loopt het onafhankelijk
onderzoek van Consultancy Bureau Roland Berger, in opdracht van TSN en FNV. In dat
laatste onderzoek worden de twee meest kansrijke verduurzamingsopties momenteel verder
onderzocht. Diverse criteria worden daarin meegewogen, waaronder de impact op het
klimaat, op het milieu in de omgeving, en de financiële en economische haalbaarheid
van deze routes. Het kabinet wacht daarom eerst de finale onderzoeksresultaten af,
die in het najaar 2021 verwacht worden, alvorens parallel een nieuw onderzoek te starten
naar soortgelijke onderwerpen.
Desalniettemin is er toegezegd te onderzoeken wat de mogelijkheden tot steun zijn,
zowel nationaal als Europees, voor de route die versneld gebruik maakt van groene
waterstof (Direct Reduced Iron, DRI). De (tussen)resultaten van dit onderzoek zal de Kamer voor het einde van dit
jaar ontvangen.
4
Door het lid van de Groep van Haga is gevraagd hoe er op een technisch en economisch
verantwoorde manier voor gezorgd kan worden de fabrieken schoner te maken dan wel
te vervangen.
Antwoord:
Het is aan TSN zelf om vast te stellen wat technologisch en economisch de meest verantwoorde
manier is om haar fabrieken te verduurzamen binnen de kaders die de overheid heeft
gesteld met het Klimaatakkoord en de wet- en regelgeving op het gebied van milieu
en leefomgeving. Het onderzoek dat Roland Berger uitvoert, biedt hiervoor de juiste
handvatten. In het onderzoek wordt ook de milieu en klimaatimpact meegenomen. Daar
waar mogelijk en wenselijk wordt door het kabinet het verduurzamingstraject van TSN
ondersteund, zoals overeengekomen tussen TSN en het Ministerie van Economische Zaken
in de Expression of Principles (EoP) van eerder dit jaar.
(Deels) sluiten TSN
5
De leden van SP, PvdD, VOLT en CU hebben tijdens het debat gevraagd naar de mogelijkheid
om de fabriek deels te sluiten of de productie te beperken en naar mogelijke effecten
hiervan.
Antwoord:
Zolang TSN zich aan de wet- en regelgeving houdt, zijn er geen mogelijkheden om de
fabriek (gedeeltelijk) te sluiten. De beslissing over mogelijke (deel) sluiting is
daarom niet aan het kabinet, maar aan TSN.
Met betrekking tot het sluiten van delen van de site, zoals het ruwijzer producerende
gedeelte: dit heeft negatieve consequenties voor de kwaliteit van het staal, de werkgelegenheid,
innovatie en de wereldwijde CO2-uitstoot. TSN heeft in IJmuiden een geïntegreerde site. Dit betekent dat het hele
traject van grondstof naar eindproduct (rollen plat staal) op één locatie plaatsvindt.
Dat bespaart CO2-uitstoot voor het transport van cokes of plakken staal voor verdere verwerking.
Bovendien worden de overtollige gassen, die ontstaan bij de ruwijzerproductie, in
het vervolgproces ingezet als energie voor de verdere verwerking. Als dit wordt ontkoppeld
heeft de plakkenproducent gas (energie) teveel en de walserij een tekort. Dit tekort
moet worden aangevuld met de inkoop van extra aardgas en dus CO2 uitstoot, zolang er onvoldoende groene waterstof is.
Bovendien is TSN één van de meest CO2-efficiënte staalbedrijven ter wereld, volgens de ranglijst van World Steel. Het outsourcen
van de voorkant van IJmuiden leidt dus tot meer wereldwijde CO2-uitstoot, niet minder, omdat minder duurzaam geproduceerde plakken staal zullen worden
geïmporteerd.
Regierol Overheid
6
Het lid van de SP heeft gevraagd waarom er niet eerder begonnen is met de verduurzaming
van TSN.
Antwoord:
Het klopt niet dat er nu pas begonnen wordt met de verduurzaming van TSN. Het kabinet
is al geruime tijd in gesprek met TSN en betrokken partijen. Uitkomsten hiervan zijn
onder andere de Roadmap+, waarin TSN 300 miljoen euro aan investeringen in gang heeft
gezet waarmee TSN zich committeert aan het versneld aanpakken van de hinder die de
omgeving ervaart en de impact op het milieu. Daarnaast zijn TSN en het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een Expression of Principles overeen gekomen.
In de overeenkomst geeft TSN aan zich in te zetten om jaarlijks 5 megaton aan CO2 te reduceren in de komende jaren. De Staat stelt hier tegenover zich in te spannen
om knelpunten op het gebied van o.a. infrastructuur en vergunningverlening weg te
nemen. Daarnaast worden eerder gemaakte afspraken over het terugdringen van milieulast,
geluidshinder en andere vormen van overlast voor de omgeving bekrachtigd. Hierbij
zijn het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de Provincie Noord-Holland
nauw betrokken.
Van belang is op te merken dat de verduurzaming van TSN mede afhankelijk is van de
technologische vooruitgang die wordt geboekt. Zo zijn er nog vragen over toepasbaarheid
van de DRI-route op grote schaal, ook dat is onderdeel van het onderzoek van Roland
Berger.
Financiën en SDE++
7
Het lid van de PVV heeft in het debat gevraagd naar de herkomst van de financiële
dekking om de gezondheidsproblematiek aan te pakken enCO2 te reduceren.
Antwoord:
In eerst instantie worden voor zowel de gezondheidsproblematiek als CO2-reductie normering en milieueisen gebruikt. Er zijn momenteel geen subsidie-instrumenten
beschikbaar voor bovenwettelijke milieumaatregelen bij individuele bedrijven. Voor
CO2-reductie in de industrie zijn er wel diverse instrumenten vanuit het Rijk beschikbaar,
zoals beprijzings- en subsidie-instrumenten. Een belangrijk subsidie-instrument om
CO2-reductie in Nederland te realiseren is de SDE++. Daarnaast zijn er nog andere subsidieregelingen
beschikbaar voor de industrie, meer hierover is te vinden op de RVO website over het
Programma Verduurzaming Industrie.1
Maatwerk
8
De leden van Groep van Haga en de SGP hebben gevraagd toe te lichten wat de mogelijke
subsidie-opties zijn.
Antwoord:
De keuze om voor maatwerksubsidie te kiezen is aan een volgend kabinet. Maatwerksubsidies
vormen een tijdrovend en onzeker proces doordat ieder project ter goedkeuring moet
worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Het kabinet vindt het van belang om eerst
de definitieve resultaten van het Roland Berger onderzoek af te wachten, omdat het
inzicht zal geven in de haalbaarheid en financiële en economische effecten van de
verduurzamingsroutes. Deze informatie is essentieel om te bepalen welke ondersteuning
vanuit het Rijk nodig, mogelijk en wenselijk is. Wel zal, zoals toegezegd in de eerste
termijn, onderzocht worden wat de mogelijkheden tot steun zijn, zowel nationaal als
Europees, voor de route die gebruik maakt van waterstof (Direct Reduced Iron, DRI).
Het Nationaal Groeifonds (NGF) kent kaders en criteria waarbinnen elk project moet
passen. Deze zijn te vinden in de Kamerbrief Nationaal Groeifonds, eerder met uw Kamer
gedeeld2. EZK is aan de slag gegaan om het programma snel te laten starten in nauwe samenwerking
met de industrie, waaronder ook TSN. TSN heeft ook zitting in de bestuurlijke Rondetafel
Waterstof en Groene Chemie, waarin afspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven
en kennisinstellingen om te participeren in GroenvermogenNL zodra dit in het eerste
kwartaal van 2022 van start gaat.
II. Antwoorden op vragen gesteld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Inzet in Europa
9
Het lid van de SGP heeft gevraagd naar de inzet van het kabinet op gebied van normen
in Europees verband.
Antwoord:
Grote bedrijven zoals TSN opereren internationaal, met productielocaties in verschillende
landen. Door op Europees niveau afspraken te maken over milieunormen, creëren de lidstaten
van de EU een gelijk speelveld, waarin wordt voorkomen dat bedrijven gaan produceren
in landen met minder strenge normen en positieve economische effecten vooral daar
behaald zouden worden.
Belangrijke Europese wetgeving op dit terrein is de Luchtkwaliteitsrichtlijn, waarin
bindende grenswaarden staan voor immissies (concentraties in de lucht) in de lidstaten,
en de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), op grond waarvan normen worden vastgesteld
voor uitstoot van bedrijven (emissies). Beide Richtlijnen worden in de komende jaren
herzien. De Europese Commissie heeft het herzieningsproces inmiddels opgestart.
Voor de Luchtkwaliteitsrichtlijn zal Nederland pleiten voor een aanpak die gezondheid
centraal stelt, en voor normen meer in lijn worden gebracht met de advieswaarden van
de Wereld gezondheidsorganisatie (WHO). Voor de RIE zal Nederland onder andere pleiten
voor in het algemeen scherpere emissie-eisen en smallere bandbreedtes, opname van
het verminderen van de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) als prioriteit
in de Richtlijn, en een snellere herziening van Best Available Techniques Reference
Documents (BREFs). In deze documenten worden periodiek de best beschikbare technieken
voor bepaalde industriële processen vastgesteld, waaraan bedrijven moeten voldoen.
Nederland zal in Europees verband ook pleiten voor de spoedige herziening van de BREF
«Op- en Overslag van Bulkgoederen» en voor strengere normen bij de herziening van
de BREF «IJzer en Staal», die naar verwachting start in 2022. Tenslotte wordt op initiatief
van Nederland op dit moment door de Europese Commissie gewerkt aan een methodiek om
bij normstelling rekening te houden met combinatie-effecten van verschillende ZZS.
Normering
10
De leden van VOLT, JA21 en D66 hebben gevraagd naar cumulatie van normen in de vergunning
en of deze nog wel juist zijn.
Antwoord:
Bij cumulatie van stoffen kan het gaan om stapeling van één soort stof uit verschillende
bronnen, of om stapeling van verschillende stoffen die een vergelijkbaar effect op
de gezondheid of het milieu hebben. Dit is complex. Mede op initiatief van Nederland
werkt de Europese Commissie aan een methodiek om bij normstelling rekening te houden
met combinatie effecten. Hier is nu nog geen gevalideerde methode voor. Wel biedt
de nationale regelgeving nu mogelijkheden voor het bevoegd gezag om strengere eisen
op te stellen vanuit oogpunt van gezondheid, bijvoorbeeld in het kader van minimalisatie
van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Dat moet nu nog van geval tot geval worden onderbouwd.
De situatie rond TSN laat zien dat ook onder EU-grenswaarden van diverse stoffen er
gezondheidsrisico’s blijven optreden. De huidige milieunormen en -regels in Nederland
bieden mogelijkheden om scherp te vergunnen en zo het doel van een gezonde leefomgeving
naderbij te brengen. Zo geldt er een minimalisatieplicht voor Zeer Zorgwekkende Stoffen
(ZZS) en biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de mogelijkheid om
als bevoegd gezag vanuit de wens om gezondheids- en milieudoelen aan te scherpen aanvullende
eisen te stellen aan installaties. Hiermee is aanscherping tot op zekere hoogte mogelijk.
Juist vanwege de gezondheidsrisico’s pleit Nederland ook in Europees verband voor
verdere aanscherping van milieueisen en om gezondheid centraal te stellen. Dit brengt
het kabinet deze week ook onder de aandacht bij de Eurocommissaris voor Milieu, Oceanen
en Visserij.
Toezicht, Handhaving en Monitoring
11
Tijdens het debat heeft het lid van de PvdD gevraagd of kan worden verduidelijkt wat
er wordt bedoeld met het scherper aan de wind varen van de provincie en omgevingsdienst
met hulp van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Antwoord:
Zoals is aangegeven in het debat van vorige week donderdag ziet de ILT nog ruimte
voor verdere aanscherping in de verschillende vergunningen voor TSN. Ook is aangegeven
dat het aanscherpen van de vergunning primair een taak is van het bevoegde gezag,
in dit geval de provincie. Dit neemt niet weg dat het kabinet samen met de provincie
wil kijken waar het scherper kan. De ILT ondersteunt daarbij de provincie en omgevingsdienst
vanuit haar Wabo-advies taak.
De ILT spreekt op wekelijkse basis met vergunningverleners van de omgevingsdienst
en werkt schouder aan schouder om aanscherpingen door te voeren. De ILT ziet ten aanzien
van de onderstaande 5 punten nog mogelijkheden;
I. Kooksfabriek 2
De ILT is van mening dat het bevoegd gezag ten aanzien van het vaststellen van Best
Beschikbare Technieken (BBT) voor de Kooksfabriek nog e.e.a. kan doen. In overleg
met de ODNZKG is overeengekomen dat voor het vaststellen van mogelijke BBT’s TSN een
onderzoeksverplichting krijgt voorgeschreven. De ILT kijkt mee naar de formulering
van de onderzoeksverplichting. De vergunningprocedure hiervoor loopt nog.
II. ZZS-minimalisatie
Bedrijven zijn verplicht emissie en reductieprogramma’s op te stellen om de uitstoot
van ZZS te verminderen. ILT heeft op verzoek van de OD het minimalisatierapport van
TSN beoordeeld en de OD er op gewezen dat TSN nog onvoldoende invulling geeft aan
deze wettelijke verplichting. Doel is dat TSN alle bronnen van ZZS beoordeelt en nagaat
of aanpakken van de emissie van ZZS kosteneffectief kan. In dat geval moeten de maatregelen
die dat mogelijk maken volgens de ILT voorgeschreven worden in de vergunning. Het
door TSN aangepaste minimalisatierapport wordt in oktober 2021 verwacht. De ILT helpt
de OD bij het beoordelen van dit rapport.
III. Aanscherpen monitoring emissies
Het meetprogramma voor Emissies rond TSN wordt op dit moment door de OD geactualiseerd
om de laatste BBT-conclusies van de BREF IJzer en Staal te implementeren. Dit traject
betreft de aanscherping van de methodes en technieken waarmee TSN zijn emissies meet
en registreert. De ILT wordt bij de voorbereiding van het ontwerpbesluit betrokken
om in overleg te borgen dat dat de meetvoorschriften volledig en technisch betrouwbaar
zijn. Dit is van belang om de impact van TSN op de luchtkwaliteit goed en exact in
beeld te brengen.
IV. Uitbreiding Wabo advies – Harsco
De huidige situatie is dat de ILT geen wettelijk adviseur is voor Harsco. Het bedrijf
Harsco is gevestigd op de locatie van TSN, maar is een zelfstandig bedrijf (met een
eigen Wabo-vergunning). Het bedrijf valt niet onder het BRZO 2015. De ILT biedt aan
als adviseur betrokken te worden bij de (ontwerp) vergunningen van Harsco. De ILT
kan zo een bijdrage leveren om er voor te zorgen dat de (ontwerp) vergunningen van
Harsco aangescherpt worden. Het bedrijf Harsco is mede verantwoordelijk voor de «grafietregens»
(emissie van fijnstof).
V. Geurbeleid
Bij het vaststellen van de provinciale beleidsregel geur in Noord-Holland hebben GS
in 2014 aangegeven voor TSN alternatieve grens- en richtwaarden vast te zullen stellen.
De provincie heeft hier tot op heden geen uitvoering aan gegeven. De ILT bespreekt
graag met de provincie en de OD of de provincie hulp kan gebruiken om te komen tot
concrete acties voor geur.
12
De leden van SGP en CU hebben aandacht gevraagd voor monitoring.
Antwoord:
TSN dient zich te houden aan voorschriften in haar vergunning. In de vergunning zijn
onder andere emissiegrenswaarden voor emissiebronnen opgenomen. Hiervoor gelden monitoringsverplichtingen,
deze zijn opgenomen in de vergunning van TSN. De omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(OD NZKG) ziet namens het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, toe op de naleving
van de vergunningsvoorschriften. In Nederland moet een bedrijf voor een belangrijk
deel zelf (geaccrediteerde) metingen laten verrichten. De OD NZKG controleert deze
meetrapporten en ziet toe op de juiste wijze van uitvoering van deze metingen. De
metingen dienen te voldoen aan de in de wet- en regelgeving opgenomen vereisten. Wanneer
er aanleiding voor is, voert de provincie Noord-Holland zelf aanvullende metingen
uit.
Het RIVM adviseert om een monitoringsprogramma op te zetten om de effecten op milieu
en gezondheid van de uitvoering van de Roadmap+ en de toekomstscenario’s transparant
in beeld te brengen. Hierover zal het kabinet in overleg gaan met de provincie Noord-Holland,
die bevoegd gezag is in dezen, om te bespreken hoe dit monitoringsprogramma vorm kan
krijgen.
De fabriek en omwonenden
13
De leden van CU en PVV hebben gevraagd naar het wantrouwen van de bewoners, naar de
mate waarin omwonende worden betrokken, en in hoeverre de bewindspersonen invloed
hebben gehad op toezicht houden.
Tevens vroegen de leden van CU en PVV hoe snel de filterinstallatie gebouwd kan worden
en of het realistisch is dat TSN de verbetering in de uitstoot van giftige stoffen
behaalt.
Antwoord:
Het kabinet deelt de zorgen van de bewoners in de IJmond over hun gezondheid. De onderzoeksresultaten
van het RIVM rapport onderstrepen de noodzaak om te blijven werken aan een gezondere
leefomgeving. Dat betekent zowel het terugdringen van de CO2-uitstoot, als het terugdringen van schade en overlast voor de omgeving en milieu.
De Provincie Noord-Holland heeft contact met de omwonenden rondom TSN, die zich hebben
verenigd in diverse groeperingen en stichtingen. Ook heeft de Omgevingsdienst een
dependance in Wijk aan Zee, waar inloopspreekuren zijn en bewoners bijvoorbeeld laagdrempelig
meldingen kunnen doen en vragen kunnen stellen. Verder zijn door de Omgevingsdienst
dit jaar verschillende gesprekstafels georganiseerd over het melden van overlast,
inspecties en toezicht. Omwonenden denken tenslotte ook op eigen initiatief mee over
toekomstscenario’s voor het bedrijf en nemen hierbij deel aan het maatschappelijk
debat.
TSN heeft op 14 mei 2021 de Roadmap+ gepresenteerd. Dit is een samenhangend pakket
maatregelen en investeringen ter waarde van 300 miljoen Euro waarmee TSN via extra
maatregelen inzet op het verbeteren van de leefomgeving. Met het pakket aan maatregelen
realiseert TSN onder andere een afname van de uitstoot van fijn stof, zware metalen
en stikstofoxiden. Een belangrijke maatregel hierin is de realisatie van een DeNOx
en ontstoffingsinstallatie bij de Pelletfabriek, waarvan TSN aangeeft dat deze in
2025 operationeel zal zijn. De provincie Noord-Holland is als bevoegd gezag is in
gesprek met TSN om de investering verder te concretiseren en waar mogelijk te versnellen.
De Roadmap+ is een eerste stap in de goede richting om te komen tot een gezondere
leefomgeving en omwonenden daadwerkelijk effect van moeten ervaren. Deze week gaat
het kabinet in gesprek met de CEO van TSN. Het kabinet zal de CEO van TSN indringend
vragen versneld te komen tot die geplande investeringen. En als dat niet snel kan,
wil het kabinet precies weten waarom dat niet lukt en TSN op zijn verantwoordelijkheid
aanspreken ook als het gaat om de bovenwettelijke maatregelen. Parallel wordt gekeken
hoe de overheid zijn rol moet invullen om tot daadwerkelijke verbetering te komen
van een gezondere leefomgeving in de IJmond. Zie ook de beantwoording van de Kamervragen
onder Toezicht, Handhaving en Monitoring.
III. Tot slot
Tot slot: het kabinet hecht waarde aan de onderzoeken die zijn gedaan en nog worden
gedaan door het RIVM, in opdracht van de provincie en IJmondgemeenten. Ook wil het
kabinet benadrukken dat het de afgelopen tijd heeft ingezet en zal blijven inzetten
om een versneld verduurzamingstraject van TSN te ondersteunen, daar waar mogelijk
en wenselijk, in overeenstemming met de afgesproken EoP. Tegelijkertijd is het kabinet
in overleg met de provincie Noord-Holland over het aanscherpen van vergunningen voor
verbeteringen van de leefomgeving en gezondheid van omwonenden op de korte termijn.
Naar aanleiding van onder meer moties uit uw Kamer is de regering intensief in gesprek
met TSN op landelijk en internationaal niveau. Dit betreft TSN en Tata Steel Limited
(India).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat