Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en informele Ecofinraad van 10 en 11 september 2021
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1774 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad
van 10 en 11 september a.s. in Ljubljana. Ik kan zelf niet bij deze vergadering aanwezig
zijn. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst is voornemens
deel te nemen aan de vergadering.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
Indien voor de werksessies van de Ecofinraad nog stukken worden verspreid zal ik deze
aan uw Kamer zenden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en informele Ecofinraad 10 en 11 september 2021
Eurogroep
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen in de Eurozone
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep en de voorzitter van het Comité van Economische en Monetaire Aangelegenheden
van het Europees Parlement zullen van gedachten wisselen over de economische situatie
in de eurozone. In de Eurogroep en Ecofinraad is sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis
reeds meermaals gesproken over de economische gevolgen van de COVID-19-crisis en de
impact hiervan op lidstaten.
De Europese Commissie verwacht, zoals gepubliceerd in de zomerraming van 7 juli jl.,
een economische groei van 4,8% bbp in 2021 en 4,5% bbp in 2022 in de eurozone1. Indien er sprake is van voldoende economisch herstel in lidstaten, is het van belang
dat deze lidstaten de steun voor hun economieën om de gevolgen van de crisis te mitigeren,
tijdig afbouwen. Tegelijkertijd moet het vroegtijdig intrekken van steun worden vermeden,
vanwege het procyclische effect dat dit kan hebben. Om schulden terug te brengen en
de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline
na de crisis noodzakelijk zijn. Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang
dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische
groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele
hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van
de economie. Het RRF, dat vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele
hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
De ongelijke impact van COVID-19 managen – lessen tot op heden en implicaties voor
de eurozone op de middellange termijn
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de ongelijke economische impact van COVID-19
en de wijze waarop dit kan worden geadresseerd door middel van beleid. Verschillende
sectoren zijn hard getroffen en private en publieke schulden ten opzichte van het
bruto binnenlands produce (bbp) zijn sterk gestegen, met name in lidstaten die voor
de crisis al een hoge schuld kennen, en het risico bestaat dat bestaande verschillen
in economische groei verder toenemen.
Nederland erkent dat sectoren asymmetrisch zijn getroffen. Bij het vormen van beleid
is het belangrijk dat de economische en gezondheidsmaatregelen goed op elkaar zijn
afgestemd. Verschillen in de eurozone kunnen door de COVID-19-crisis worden vergroot.
Om dit te ondervangen is het van belang dat structurele hervormingen worden doorgevoerd.
Structurele hervormingen kunnen eraan bijdragen om de onevenwichtigheden in de eurozone
te verkleinen, in het bijzonder door het verhogen van het groeipotentieel en het verlagen
van publieke schuldniveaus. De Recovery and Resilience Facility (RRF), die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen
als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
Economische aanpassing en herstructurering bedrijfsleven na COVID-19
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de toegenomen bedrijfsschulden tijdens de COVID-19-crisis
en de economische aanpassingen na de crisis. De discussie zal zich onder meer richten
op wenselijke (nationale) aanpakken, zoals het versterken van nationale insolventieraamwerken.
Het coronavirus heeft de Nederlandse samenleving en economie afgelopen anderhalf jaar
ernstig op de proef gesteld, maar de vooruitzichten zijn positief. Het generieke steunpakket
heeft in deze periode de klap voor bedrijven, ondernemers en werkenden voor een groot
deel opgevangen. Door de toegenomen vaccinatiegraad kunnen de contactbeperkende maatregelen
steeds verder worden opgeheven en wordt de economie (grotendeels) heropend. Tegelijkertijd
is het steunpakket de afgelopen periode onbedoeld steeds meer niet-corona gerelateerde
risico’s en omzetfluctuaties gaan compenseren. Om die reden wordt het generieke steunpakket,
bestaande uit onder meer NOW, TVL, TOZO en mogelijkheid tot belastinguitstel, niet
verlengd per 1 oktober.2
Nederland kan zijn ervaringen in de discussie inbrengen. Nederland onderstreept dat
een gezonde economische dynamiek met ruimte voor startende en innoverende ondernemers
van groot belang is voor de bedrijven en banen van de toekomst. In sommige sectoren
zijn grote tekorten aan personeel, terwijl de steun die voortkomt uit de pakketten
ook mensen belemmert de overstap te maken naar plekken waar zij hard nodig zijn. Nederland
steunt het versterken van de nationale insolventieraamwerken en het efficiënter maken
van insolventieprocedures, waarvoor gerichte nationale verbeteringen op basis van
de benchmarking exercitie van de Europese Banken Autoriteit (EBA) goede aanknopingspunten
bieden. De nieuwe Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) kan hierbij mogelijk als
voorbeeld dienen. Met deze wet kunnen schulden worden gesaneerd en daarmee een faillissement
worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk dat kredietverstrekking voor het bedrijfsleven
in Europa op gang blijft. Goed gekapitaliseerde banken zijn hiervoor essentieel. Het
kabinet is daarom positief over de uitkomsten van de recente EBA stresstest waaruit
blijkt dat het merendeel van de Europese banken ondanks de coronacrisis goed gekapitaliseerd
is. Dergelijke stress tests en een voortvarende schuldherstructurering verhelderen
de kapitaalpositie van banken, wat ruimte creëert voor nieuwe investeringen in groeisectoren.
Ecofinraad
Werklunch blockchaintechnologieën
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de informele Ecofinraad zullen de Ministers van gedachte wisselen over blockchaintechnologieën.
De discussie zal zich hierbij richten op het gebruik van blockchain voor financiële
doeleinden buiten crypto’s.
Nederland heeft een open houding ten aanzien van blockchaintechnologieën en digital ledger-technologieën (DLT). Simpel gezegd zijn dit technologieën waarmee op een veilige
manier bepaalde informatie op een decentrale wijze kan worden opgeslagen, en, in sommige
gevallen, waarde overgedragen kan worden tussen verschillende personen. Zij kunnen
worden gebruikt in verschillende toepassingen, van crypto’s tot aan certificaten voor
duurzame producten.
Nederland ziet dat deze technologieën bepaalde diensten, zoals financiële diensten,
innovatiever en efficiënter kunnen maken. Daarom zet Nederland actief in op verdere
ontwikkeling van deze technologieën. Zo bestaat er sinds 2017 de Dutch Blockchain Coalition, waarin de overheid samenwerkt met private partijen, onderzoekers en onderwijzers,
en maatschappelijke organisaties aan mogelijke applicaties waarbij blockchain gebruikt
kan worden. Daarnaast is Nederland ook lid van het European Blockchain Partnership, waarop op EU-niveau onderzoek wordt gedaan naar mogelijke toepassingen. Verder heeft
het kabinet in 2019 een studie laten doen naar hoe het gebruik van blockchain zich
tot bestaande wetgeving verhoudt. Hierover is de Kamer in 2019 geïnformeerd.3
In de financiële sector zet Nederland in op het mogelijk maken van het gebruik van
DLT in de financiële sector, en met name de handel in financiële instrumenten, waar DLT-toepassingen
kunnen leiden tot meer efficiëntie en betere dienstverlening. Zo heeft het kabinet
zich hard gemaakt voor een experimenteel regime waarmee dit mogelijk is, waartoe de
Commissie in 2020 een voorstel voor een pilot regime voor het gebruik van DLT in de
handel in financiële instrumenten heeft gepubliceerd. Op dit moment bevindt dit voorstel
zich in de triloogfase. Verder ziet Nederland eventuele mogelijkheden voor het gebruik
van DLT voor andere financiële diensten, die veelal al binnen het bestaande regelgevende
kader plaats kunnen vinden.
Sessie 1 – Regulering van de financiële sector
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: onbekend
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de eerste werksessie van de informele Ecofinraad zal gesproken worden over
de regulering van de financiële sector. In deze discussie zal gereflecteerd worden
op de relatie tussen aan klimaat gerelateerde financiële risico’s en de stabiliteit
van de financiële markten. Er zal daarnaast gesproken worden over mogelijke instrumenten
om deelnemers aan de financiële markten te bewegen klimaat gerelateerde financiële
risico’s mee te nemen in hun risicobeoordelingen. De sessies zal ingeleid worden door
de Bank for International Settlements (BIS).
Nederland hecht veel waarde aan de aanpak van aan duurzaamheid gerelateerde risico’s
in het financiële systeem. Klimaatveranderingen en de transitie naar een duurzame
economie brengen financiële risico’s met zich mee Het is van belang dat financiële
instellingen deze risico’s onderkennen en voldoende meenemen, teneinde hun weerbaarheid
te versterken. Nederland is dan ook positief dat dit onderwerp op de agenda staat.
De verwachting is dat er gesproken zal worden over de mondiale ontwikkelingen op het
gebied van duurzaamheidsrisico’s, waarover ook door de BIS en de Financial Stability
Board (FSB) wordt gesproken. Daarnaast zal er waarschijnlijk ook gesproken worden
over de voornemens die de Europese Commissie op dit gebied in haar nieuwe duurzame
financieringsstrategie heeft opgenomen.
Sessie 2 – Opties voor uitlenen van IMF speciale trekkingsrechten aan kwetsbare landen
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de mogelijkheden voor het doorlenen
van speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR) aan kwetsbare landen, met Managing Director van het IMF Kristalina Georgieva als gast. Een generale allocatie van speciale trekkingsrechten
(Special Drawing Rights, SDR) van een omvang van ca. USD 650 mld. is 23 augustus effectief geworden. Aangezien
SDR’s voor een groot deel terecht komen bij ontwikkelde economieën, wordt nagedacht
hoe landen met sterke fundamenten een deel van de gealloceerde SDR’s uit zouden kunnen
lenen om kwetsbare te landen te ondersteunen in het herstel. Het IMF werkt aan verschillende
voorstellen over hoe SDR’s doorgeleend zouden kunnen worden, o.a. op verzoek van de
G20.4
Het IMF heeft vooralsnog aangegeven drie opties te verkennen.5 Ten eerste zou kunnen worden doorgeleend aan de leningenaccount van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT), waarmee het IMF leningen aan lage-inkomenslanden verstrekt op concessionele
termen.6 Daarnaast heeft Managing Director Georgieva aangegeven mogelijkheden te verkennen voor een nieuw fonds, een zogeheten
Resilience and Sustainability
Trust. Uit dit fonds zouden kwetsbare landen cofinanciering kunnen krijgen, naast een regulier
IMF-programma, ten behoeve van duurzame versterking van de economie, waaronder het
adresseren van klimaatgerelateerde problematiek. Een derde mogelijkheid zou het doorlenen
aan andere multilaterale ontwikkelingsbanken zijn.
Nederland steunt het verkennen van verschillende mogelijkheden om SDR’s door te lenen
en zal eventuele voorstellen nauwkeurig bestuderen. Het is voor Nederland belangrijk
dat de PRGT voldoende middelen heeft om de meest kwetsbare landen te kunnen (blijven)
ondersteunen. Nederland heeft in 2020 de leningenaccount met SDR 500 mln. aangevuld7 en zal bezien of nieuwe SDR’s kunnen worden doorgeleend. Bij oprichting van een nieuwe
trust vindt Nederland het belangrijk dat eventuele cofinanciering gekoppeld is aan
een regulier IMF-programma, het risicoraamwerk adequate crediteurenbescherming biedt,
en de doelen van een nieuw Fonds binnen het mandaat van het IMF vallen.
Mocht worden besloten tot het doorlenen van een deel van de SDR’s van Nederland, vergt
dit een separate garantie van de Nederlandse Staat aan DNB. Wanneer tot het doorlenen
van SDR’s zal worden besloten zal de Kamer hier tijdig over worden geïnformeerd. Dit
zal middels een Kamerbrief en ingevuld risicokader garantieregelingen gebeuren.
Sessie 3 – Gedachtewisseling over het economische herstel en begrotingsbeleid in de
EU
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de informele Ecofinraad zullen lidstaten van gedachten wisselen over het economisch
herstel in de EU en het begrotingsbeleid door lidstaten. Hierbij zal specifiek aandacht
zijn voor de mogelijke budgettaire ruimte in lidstaten voor het doen van publieke
investeringen.
De door lidstaten genomen maatregelen in reactie op de COVID-19 crisis zijn cruciaal
gebleken om de economie te ondersteunen en om het herstel na de crisis te bespoedigen.
Het vroegtijdig intrekken van steun moet worden vermeden, vanwege het procyclische
effect dat dit kan hebben. Tegelijkertijd is Nederland van mening dat het noodzakelijk
is de schuldhoudbaarheid van overheidsfinanciën op middellange termijn te waarborgen.
Om deze reden is Nederland is van mening dat het van belang is dat lidstaten de steun
voor hun economieën tijdig afbouwen, indien er sprake is van voldoende economisch
herstel in een lidstaat.
Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht blijven besteden
aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid
te vergroten. Efficiënte publieke investeringen zijn hiervoor belangrijk. Lidstaten
kunnen middelen uit de Recovery and Resilience Facility (RRF) gebruiken om groeibevorderende
investeringen uit te voeren. Voor alle lidstaten is goede implementatie van de RRF
is daarom noodzakelijk. Daarnaast kunnen lidstaten de kwaliteit van hun overheidsfinanciën
verbeteren, zodat er voldoende budgettaire ruimte bestaat voor publieke investeringen
zonder dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in gevaar komt.
Sessie 4 – Belastingheffing in de 21e eeuw
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden
gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Deze sessie zal in het teken staan van het akkoord over de herziening van het internationale
belastingsysteem dat op 1 juli jl. op hoofdlijnen is gesloten in het Inclusive Framework8 (IF). Een aanzienlijk aantal belangrijke (technische) aspecten van het akkoord dient
nog verder te worden uitgewerkt. De uitwerking van het akkoord, inclusief een concreet
implementatieplan voor beide pijlers, zal in worden afgerond gedurende een volgende
plenaire vergadering van het IF die op 8 oktober gepland staat. Voorafgaand aan deze
bijeenkomst zal de Kamer worden geïnformeerd met een brief over de onderwerpen. Tijdens
de Ecofinraad zal worden gesproken over deze bijeenkomst van 8 oktober over het IF-akkoord
en de positie van de EU-lidstaten.
Het akkoord biedt een wereldwijde oplossing voor de uitdagingen die de digitaliserende
economie meebrengt voor de belastingheffing van multinationals, die steunt op twee
pijlers. De eerste pijler van het project betreft het aanpassen van de regels over
belastbare aanwezigheid en winsttoerekening, waardoor landen waar een multinational
klanten heeft meer winstbelasting kunnen heffen, ook indien de multinational in dat
land niet fysiek aanwezig is. De tweede pijler van het project moet waarborgen dat
grote multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen.
Een dergelijk minimumniveau moet belastingontwijking door internationale bedrijven
en schadelijke belastingconcurrentie tussen landen inperken. Over de precieze invulling
van beide pijlers is de Kamer per brief geïnformeerd.9
Nederland heeft zich steeds voorstander getoond van afspraken in een zo groot mogelijk
internationaal verband en heeft zich hier actief voor ingezet. De resterende risico’s
van kunstmatige winstverschuiving kunnen op deze wijze het meest effectief worden
aangepakt. Daarnaast wordt op deze wijze een zo groot mogelijk gelijk speelveld gewaarborgd.
Dat kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat voor
het reële bedrijfsleven.
Ten slotte is in het akkoord de ambitie opgenomen om de beide pijlers per 2023 in
werking, te laten treden. Voor de EU betekent dit dat de Europese Commissie, na afronding
binnen het IF, (richtlijn)voorstellen zal presenteren voor de implementatie van beide
pijlers in de nationale wetgeving van EU-lidstaten. Op deze manier wordt er een gelijk
speelveld gecreëerd binnen de EU en wordt er verzekerd dat de implementatie voldoet
aan het EU-recht in den brede (zoals de EU-verdragsvrijheden). De Europese Commissie
zal de (richtlijn)voorstellen naar verwachting begin 2022 publiceren. Daarnaast kan
er mogelijk ook vooruitgeblikt zal worden op de voorstellen zoals gepresenteerd in
de mededeling van de Commissie: Business Taxation for the 21st century.
Helaas is gebleken dat niet alle EU-lidstaten10 het akkoord van het IF op dit moment onderschrijven. In grote lijnen menen deze lidstaten
dat er te weinig rekening is gehouden met kleinere economieën en vrezen zij dat de
voorgestelde veranderingen disproportioneel grote negatieve gevolgen zullen hebben
voor hun economische concurrentiekracht. Nederland betreurt dat niet alle EU-lidstaten
het akkoord op dit moment kunnen steunen. Nederland zal deze lidstaten actief oproepen
om het akkoord alsnog te steunen en erop inzetten om de afspraken zo snel mogelijk
om te zetten in EU-(richtlijn)voorstellen.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.