Brief regering : Kabinetsreactie inzake reizen en toezending 121e OMT-advies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1388
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juli 2021
Zoals aangekondigd tijdens het Coronadebat van 14 juli jl. (Handelingen II 2020/21,
nr. 100, debat over de ontwikkelingen rondom het Coronavirus) komt het OMT deze zomer
wekelijks bijeen om de epidemiologische situatie te beoordelen en waar nodig het kabinet
van advies te voorzien. Het OMT is op 23 juli jl. bijeen geweest om te adviseren over
de situatie rondom de COVID-19-uitbraak. Dit advies is opgenomen in de bijlage (advies
n.a.v. 121e OMT)1. Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid,
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het 121e OMT advies en de kabinetsreactie ten aanzien van reizen. Het OMT heeft in een bijlage2 de actuele situatie in slides in beeld gebracht. Tevens informeer ik uw Kamer over
het kabinetsbesluit ten aanzien van meerdaagse evenementen en de verlenging van testcapaciteit
voor toegangstesten.
OMT advies
Epidemiologische situatie
In de afgelopen 7 kalenderdagen (15–22 juli) is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve
personen met 5,4% afgenomen. Een uitsplitsing van de gegevens uit de GGD-teststraten
toont dat ongeveer driekwart van de daar geteste personen op het moment van testen
klachten heeft in de afgelopen weken. Van alle positieve testuitslagen in de GGD-teststraat
bedraagt momenteel ruim 40% een positieve confirmatietest na een zelftest. Bij personen
getest bij de GGD voor een reiscertificaat en bij personen getest in het kader van
Testen voor Toegang is het percentage positieve testen 2–3%.
Het patroon van het aantal meldingen naar leeftijd toont nog verreweg het hoogste
aantal meldingen in de leeftijdsgroepen 18 t/m 24 jaar, gevolgd door de leeftijdsgroepen
25 t/m 29 en 13 t/m 17 jaar. Het aantal meldingen lijkt in de afgelopen dagen te stabiliseren
cq. te dalen in de leeftijdsgroepen onder de 70 jaar, en nog licht door te stijgen
in de groepen vanaf 70 jaar, maar de absolute incidentie in deze oudste leeftijdsgroepen
blijft wel verreweg het laagst in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen. Het
aantal besmettingen in instellingen voor langdurige zorg, en in mindere mate voor
gehandicaptenzorg, neemt toe. Opgemerkt dient te worden dat in de meldingen geen informatie
over ernst van symptomen geregistreerd wordt.
Het overgrote deel van de positief geteste, gemelde personen tussen 1 en 22 juli is
nog niet (volledig) gevaccineerd. Van degenen met een bekende vaccinatiestatus was
75% ongevaccineerd (geen vaccin ontvangen of 1 vaccindosis minder dan 14 dagen geleden),
15% deels gevaccineerd (ten minste 1 ander vaccindosis minstens 14 dagen geleden ontvangen),
en 10% volledig gevaccineerd (1 Janssen-vaccindosis of 2 andere vaccindoses minstens
14 dagen geleden ontvangen). In de tweede week van juli was er op populatieniveau
geen oversterfte.
De instroom en bezetting van verpleegbedden, en in iets mindere mate IC-bedden, in
het ziekenhuis neemt toe. Op 22 juli bedroeg de ziekenhuisbezetting 329 verpleegbedden
en 107 IC-bedden, vergeleken met 185 en 72 een week eerder. Op basis van het aantal
meldingen kan een inschatting gemaakt worden over het aantal ziekenhuisopnames een
week later. Op basis van de meldingen tot nu toe is de verwachting dat de piek in
de ziekenhuisopnames komende week bereikt wordt, met ongeveer 100 opnames per dag.
Deze verwachting is onder de aanname dat het aantal meldingen niet opnieuw toe zal
nemen. Met een grofweg 20% kans op IC-opname na hospitalisatie en een gemiddelde ligduur
van 18 dagen, zou de piek-IC-bezetting door COVID-19 naar verwachting de komende weken
van de ruim 100 nu oplopen tot tussen de 200 en 250.
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt, is voor 8 juli gemiddeld 1,17.
Na een scherpe toename eind juni, is een scherpe afname vanaf begin juli zichtbaar.
Update over de diverse virusvarianten
Het OMT is geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de kiemsurveillance van
de verschillende varianten door het RIVM in samenwerking met laboratoria in Nederland.
De deltavariant is dominant in Nederland met een voorlopig aandeel in week 27 van
85,5%. De alfavariant heeft een dalend aandeel in de aselecte steekproef, waarbij
het voorlopige aandeel in week 27 13,7% is. Uit de kiemsurveillance kunnen we het
reproductiegetal per variant volgen, dit beeld geeft aan dat de nieuwe «Indiase» deltavariant
relatief besmettelijker is ten opzichte van de «Britse» alfavariant.
De lambdavariant werd voor het eerst in de kiemsurveillance aangetroffen in week 21.
Sindsdien is deze variant 6 keer aangetroffen, waarvan voorlopig drie keer in week
27. Vooralsnog lijkt het aandeel van deze variant in Europa stabiel laag, mogelijk
door de aanwezigheid van de deltavariant.
Geen noodzaak uitbreiding van maatregelen nu
Naast het opnieuw benadrukken van de basismaatregelen en het hoog houden van het vaccinatietempo,
ziet het OMT, op basis van de huidige epidemiologie, geen aanleiding aanvullende maatregelen
te adviseren.
Wel zijn er zorgen over de mogelijke rol van transmissie door volledige gevaccineerde
zorgmedewerkers. Het nog steeds vigerende advies aan zorgmedewerkers om mondneusmaskers
te dragen bij direct patiëntcontact blijft van extra belang, en ook worden de maskers
geadviseerd als zorgmedewerkers onderling geen 1,5 meter afstand kunnen houden (bijv.
tijdens de koffiepauzes of activiteiten op het werk). Dit vraagt om goede voorlichting,
discipline en handhaving op navolging van deze basismaatregel, expliciet binnen de
zorgsector.
Tenslotte vraagt het OMT aandacht voor kermissen, die nu als doorstroomlocaties openen;
extra aandacht voor handhaven van de basisregels en 1,5 meter afstand kan helpen daar
geen nieuwe hotspots voor verspreiding te doen creëren.
Reizen
Het OMT adviseert, dat wanneer iedereen van de Nederlandse bevolking die dat wil,
ook daadwerkelijk gevaccineerd is met minimaal twee weken follow-up voor opbouw van
immuniteit, naar verwachting gerealiseerd per medio september, dat moment het meest
geëigend is voor aanpassing van reisadviezen. De reden is dat anders een aantal specifieke
reisadviezen ook hen raakt die wel gevaccineerd willen worden. Dit is een dilemma
waar het OMT niet over kan beslissen.
Het OMT hecht eraan te stellen dat zij geen epidemiologische bezwaren ziet in de voorgestelde
wijzigingen, en niet verwacht dat het invoeren daarvan – onder de condities hieronder
uitgewerkt – de epidemiologische situatie in Nederland nadelig zal beïnvloeden.
Indien voor medio september aanpassingen in het reisadvies gewenst zijn, dan adviseert
het OMT om:
• bij niet-immune of niet-volledig gevaccineerde, naar Nederland terugkerende reizigers
uit hoog- of zeerhoogrisicolanden, naast de DCC, een dringend testadvies op dag 2
en op dag 5 na terugkomst in Nederland af te geven.
• Dit is aanvullend aan de gebruikelijke adviezen om je aan de maatregelen van het betreffende
buitenland én de Nederlandse maatregelen (indien strenger) te houden, je altijd te
laten testen bij klachten, en om zoveel mogelijk 1,5 meter afstand aan te houden en
maskers te dragen tijdens collectieve reizen per boot, trein of vliegtuig.
Opkomst van nieuwe VOC
Het OMT adviseert om bij optreden van een nieuwe, zorgwekkende VOC in een land, in
overleg met het OMT/RIVM direct aangepaste reisadviezen te laten instellen.
Afschaffen quarantaineplicht
Over het afschaffen van de quarantaineplicht voor zeerhoogrisicolanden binnen de EU
adviseert het OMT dat dit onder de huidige epidemiologische omstandigheden verantwoord
is. Omdat het risico op import duidelijk aangetoond is, zowel vorige zomer als recent,
adviseert het OMT wel om de quarantaineplicht voor niet-immune, of niet-volledig gevaccineerde
personen te vervangen door een dringend advies tot testen op dag 2 en dag 5 na terugkomst
in Nederland, waarbij de testafspraken al vóór vertrek terug naar Nederland worden
ingepland.
Afhankelijk van de verdere epidemiologische ontwikkelingen zou een dergelijk advies
waarschijnlijk medio september kunnen worden heroverwogen als de vaccinatiegraad onder
alle leeftijdsgroepen, jongeren inbegrepen, hoger en daarmee het risico op lokale
verspreiding in Nederland verminderd is.
Punten van zorg zijn volledig gevaccineerde zorgmedewerkers en hen die de mantelzorg
hebben voor immuungecompromiteerde personen. Kortdurend dragerschap van het SARS-CoV-2-virus
is onder gevaccineerde personen immers niet uitgesloten en kan in een omgeving met
kwetsbaren een risico zijn voor eventuele transmissie. Derhalve is maatwerk met betrekking
tot maatregelen zoals testbeleid en gebruik van mondneusmaskers bij patiëntcontacten
(zie ook bovenstaand) voor deze groep van professionals essentieel.
DCC voor reizigers
Het OMT steunt het instellen van een verplichting voor een Digitaal Corona Certificaat
(DCC) voor reizigers uit een gebied met een oranje kleurcode in de systematiek van
ECDC. Het OMT overweegt dat een dergelijke strengere interventie gezien de relatief
hoge vaccinatiegraad in Nederland waarschijnlijk niet wezenlijk zal bijdragen aan
de beheersing van de epidemie, maar dat een extra verplichting tot testen vóór terugkeer
voor niet-gevaccineerde reizigers die gebruik maken van vliegtuig, boot of bus tot
een geringer risico leidt voor eventueel kwetsbare (mede)reizigers tijdens de reis
zelf. Het OMT heeft twijfels over de meerwaarde van een dergelijke verplichting voor
reizigers die met eigen vervoer zoals per auto, met het eigen huishouden of in een
kleine groep reizen.
Het OMT benadrukt dat een uitzondering op bovenstaand beleid mogelijk dient te zijn
voor het dagelijks woonwerk- (evt. familie-) en grensverkeer. Daarnaast wordt opgemerkt
dat de kleurcodering, die wordt toegepast voor de Europese landen, gebaseerd is op
cijfers van incidentie en «test positivity-rate», maar dat deze meetwaarden erg afhankelijk
zijn van het geldende testbeleid in het betreffende land. Vaccinatiegraad van de bevolking,
bezetting en opnames in de ziekenhuizen en IC’ s worden niet meegenomen in deze beoordeling.
Met een oplopende vaccinatiegraad is de incidentie en «test positivity-rate» naar
het oordeel van het OMT een beperkte en relatief onzekere maat als basis voor toekenning
van bepaalde kleurcodering.
Tenslotte geldt het advies niet naar een zeerhoogrisicoland te gaan indien men nog
niet immuun of niet volledig gevaccineerd is. Teneinde het risico op besmettelijkheid
tijdens de reis te verminderen adviseert het OMT om de geldigheidsduur van PCR-test
voor reizigers komend uit een (zeer)hoogrisicoland te verkorten van 72 naar 48 uur
voor vertrek. Voor de geldigheid van een antigeentest heeft het OMT op 24 juli jl.
geadviseerd maximaal 24 uur voor vertrek.
Het OMT vraagt aandacht voor de verschillen in voorwaarden die Europese landen stellen
aan een DCC op basis van een doorgemaakte infectie plus eenmalig een vaccinatie.
Ventilatie
Het OMT continueert haar eerdere advies het vigerend Bouwbesluit aan te houden als
minimumeisen betreffende de ventilatie normering. Dit geldt bij normaal gebruik van
de betreffende ruimtes. De bouwstatus blijkt niet in alle gevallen gelijk aan de actuele
status, en naast goed onderhoud is ook goed ventilatiegedrag belangrijk. Wel adviseert
het OMT om de aanpassing («normalisatie») van de ventilatienorm voor de horeca op
basis van het antirookbeleid nog niet door te voeren.
Het is van belang te realiseren dat er een gebrek aan gedetailleerde kennis is over
de kans op overdracht van luchtweginfectievirussen en de ventilatienormering van gebouwen
anders dan ziekenhuizen, operatieafdelingen en dergelijke. Ventilatienormen zijn vooral
gebaseerd op vermijden van problemen met CO, verbrandingsgassen, formaldehyde, voldoende
zuurstof, PAKS, radon, kookluchten en dergelijke, maar richten zich niet specifiek
op (voorkómen van) (respiratoire) infectieziekten. Dit maakt dat het OMT voor de inschatting
van ventilatie gebruik kan maken van analogieën met ventilatievoud in bijv. op ventilatiesystemen
of ze (nog) voldoen aan het Bouwbesluit, kennis op te ziekenhuisruimten, maar dat
er – anders dan anekdotisch – geen specifieke, systematisch opgebouwde informatie
beschikbaar is betreffende ventilatie en kans op infectieziekteoverdracht in bijvoorbeeld
horeca, detailhandel, openbaar vervoer en dergelijke. Daarom ook adviseert het OMT,
naast controle bouwen en nader te laten onderzoeken of luchtmetingen zoals die van
CO2-concentraties in binnenruimtes, zouden kunnen bijdragen aan de advisering en het
realiseren van een binnenklimaat met beheersbare kans op besmetting met luchtwegvirussen.
Wat betreft specifieke technische en operationele aspecten van ventilatie in gebouwen
en binnenruimtes acht het OMT zich niet bekwaam, en verwijst daarvoor naar gespecialiseerde,
ter zake deskundige adviesbureaus.
Afsluitend
Afsluitend vraagt het OMT aandacht voor het feit dat de CoronaCheck app nog niet een
doorgemaakte infectie van <180 dagen geleden plus één vaccinatie meeneemt als zijnde
voldoende voor een herstel- of toegangsbewijs.
BAO advies
Het BAO herkent zich in het epidemiologisch beeld en heeft geen aanvullingen op de
genoemde adviezen. Naar aanleiding van de oplopende besmettingen in verpleeghuizen,
verwijst het BAO naar het eerdere advies n.a.v. het 115e OMT, dat op 2 juni jl. aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 25 295, nr. 1276). Daarin worden branche- en beroepsorganisaties en instellingen van adviezen voorzien,
die zij als uitgangspunt kunnen gebruiken voor het opstellen van het eigen beleid
en leveren van maatwerk, dat afgestemd moet worden op de specifieke omstandigheden
in de instelling. Het BAO ondersteunt deze adviezen ten aanzien van maatwerk en vraagt
aandacht voor het versterken van de mogelijkheden van de bedrijfsarts.
Kabinetsreactie
Het kabinet is bezig met een uitwerking van de adviezen ten aanzien van ventilatie.
Ik zal uw Kamer hier in de volgende stand van zakenbrief nader over informeren.
Ten aanzien van de CoronaCheckApp benadrukt het kabinet, dat het niet meenemen van
deze herstelgegevens geen tekortkoming van de app zelf betreft, maar afhankelijk is
van de koppeling met testaanbieders. Wanneer bij een doorgemaakte infectie een positieve
PCR test van de GGD is verkregen, wordt hiervan een herstelbewijs in de CoronaCheckApp
aangemaakt. Van andere testaanbieders dan de GGD is het helaas nog niet mogelijk de
positieve testuitslagen te koppelen.
In de paragraaf Reizen wordt nader in gegaan op de wijze waarop het kabinet opvolging
geeft aan het OMT-advies.
Reizen
Verschillende ontwikkelingen hebben het kabinet doen besluiten om het reisbeleid te
wijzigen. Ten eerste is de vaccinatiegraad in Nederland sterk gestegen, 83,5% van
de volwassenen heeft de eerste prik gehad, 59% is volledig gevaccineerd. De druk op
de ziekenhuizen en IC’s is ondanks het aantal besmettingen beheersbaar. In deze fase
van de epidemie is de besmettingsgraad in een land daarmee een minder bruikbaar criterium
geworden in de beoordeling van de noodzaak om reisrestricties op te leggen. Nederland
ontraadt op basis van de huidige systematiek echter reizen naar gebieden met een hoge
incidentie.
Daarnaast is Nederland niet het enige Europese land met een stijging van het aantal
besmettingen. Dit betekent dat naar alle waarschijnlijkheid meer EU-landen rood of
donkerrood zullen kleuren op de ECDC-kaart. Dit is op dit moment al het geval voor
Spanje (inclusief de Spaanse eilanden), Luxemburg, Portugal, Cyprus en delen van Griekenland.
In de huidige systematiek vertaalt zich dat in oranje reisadviezen voor deze landen.
Niet-noodzakelijke reizen, en daarmee vakanties, naar deze landen worden momenteel
ontraden. Het 121e OMT advies geeft aan dat het in deze fase van de pandemie vanuit epidemiologisch
perspectief niet meer noodzakelijk om reizen binnen de EU/EER te ontraden. Het ontraden
van niet-noodzakelijke reizen heeft echter wel grote gevolgen voor mensen met vakantieplannen
en de reissector. Het kabinet kiest er daarom voor het reisbeleid aan te passen.
Europese burgers kunnen sinds 1 juli jl. reizen met een coronabewijs, ook wel DCC
(Digitaal Covid Certificaat) genoemd. De doelstelling van het DCC is het zoveel mogelijk
veilig en vrij reizen zonder belemmeringen binnen de EU. Ook de invoering van het
DCC is een aanleiding om tot een wijziging van het huidige reisbeleid te komen.
Dit heeft tot een aantal wijzigingen van het nationale reisbeleid geleid. Ten eerste
zal de Nederlandse overheid vanaf 27 juli geen reizen meer ontraden binnen de EU/EER3 en het Caribische deel van het Koninkrijk. Dit wordt alleen nog gedaan voor landen
met een nieuwe zorgwekkende variant. Dat wil zeggen dat de oranje reisadviezen binnen
de EU, die op basis van de epidemiologische situatie zijn afgegeven, veranderen naar
geel.
Voor inkomende reizigers uit landen binnen de EU/EER en het Caribische deel van het
Koninkrijk zal geen quarantaineplicht meer gelden. Het OMT heeft aangegeven dat dit
onder de huidige omstandigheden verantwoord is. De quarantaineplicht zal binnen de
EU/EER alleen nog worden opgelegd bij een nieuwe zorgwekkende variant.
Om import van het virus uit het buitenland zoveel mogelijk tegen te gaan, is het daarnaast
vanaf 8 augustus verplicht voor reizigers van 12 jaar en ouder uit alle landen binnen
de EU/EER en het Caribische deel van het Koninkrijk die geen groen reisadvies hebben,
om een test-, herstel- of vaccinatiebewijs (bijvoorbeeld in een DCC) te tonen, onafhankelijk
van het vervoersmiddel waarmee ze naar Nederland reizen. Dit geldt ook voor Nederlanders
die voor 8 augustus op vakantie zijn gegaan en op of na 8 augustus naar Nederland
terugreizen. De datum van 8 augustus is gekozen om mensen die nu al op vakantie zijn
een goede overgangstermijn te bieden zodat ze niet overvallen worden door deze maatregel.
Voor iedereen die terugkeert uit het buitenland, ook voor volledig gevaccineerden,
is al het advies: test jezelf. Het OMT adviseert daarnaast dat mensen die reizen uit
(zeer)hoogrisicogebieden zonder vaccinatie- of herstelbewijs zich op de dag na aankomst
en dag 5 laten testen bij de GGD. Het kabinet heeft dit advies omgezet in een dringend
advies aan alle mensen die niet uit een groen land reizen om zich te testen op de
dag na aankomst op dag 2 en 5: dit kan bij de GGD of met een zelftest. Dat laatste
is toegevoegd omdat de verwachting is dat dat de nalevingsbereidheid van mensen vergroot.
De nieuwe systematiek betekent ook dat de landen die nu een oranje reisadvies hebben
vanaf 27 juli een geel reisadvies krijgen. Reizigers uit deze gebieden moeten wel
nog steeds een coronabewijs (dus een test-, vaccinatie- of herstelbewijs (bijvoorbeeld
in een DCC)) laten zien voordat zij naar Nederland mogen reizen. Het gaat om Cyprus,
Spanje, het vasteland van Portugal en Andorra.
Daarnaast is het vanaf 8 augustus ook voor reizigers van 12 jaar en ouder uit alle
landen buiten de EU verplicht om een test- of vaccinatiebewijs te tonen als men naar
Nederland komt. Deze verplichting geldt ook voor reizigers uit landen die op de veilige
landen lijst van de EU staan.
Wat betreft de testvereisten heeft het OMT geadviseerd om de geldigheidsduur van PCR-test
en antigeentest voor reizigers te verkorten. Het kabinet heeft besloten dat vanaf
8 augustus een NAAT(PCR)-test maximaal 48 uur voor vertrek mag zijn afgenomen. Dit
zal ook gaan gelden zijn voor de BES-eilanden. De geldigheidsduur van de antigeentest
verandert naar maximaal 24 uur voor vertrek. Dit verandert voor de BES-eilanden niet.
Voor gebieden met een zorgwekkende variant van het virus geldt vanaf 8 augustus weer
een dubbele testverplichting: een NAAT(PCR)-test van maximaal 48 uur voor vertrek
én een sneltest (NAAT of antigeen) van maximaal 24 uur oud voor vertrek.
Het OMT benadrukt dat het belangrijk blijft om je als reiziger aan de COVID-maatregelen
van het betreffende land te houden. Vanaf 8 augustus geldt dus voor de meeste reizen
binnen de EU: reis veilig, met een DCC.
Verlenging testcapaciteit voor toegangstesten: maand september
De Stichting Open Nederland (SON) heeft tot 31 augustus de opdracht om testcapaciteit
op te bouwen en te coördineren voor toegangstesten. Graag informeer ik u over het
besluit over het verlengen van de testcapaciteit voor toegangstesten na 31 augustus
2021.
Op 14 april jongstleden hebben SON en VWS een overeenkomst gesloten voor het verrichten
van diensten tot de uitvoering van werkzaamheden in spoor II: Fase 1 tot en met Fase
4 (door middel van S/M/L-teststraten) en deelexploitatie van XL-testpaviljoens ten
behoeve van het opschalen van de testcapaciteit voor het sociaal leven. Hieronder
valt:
– het doen realiseren van fijnmazige testcapaciteit, waarna de maximale testcapaciteit
wordt gecontinueerd op gemiddeld 225.000 antigeentesten per dag in de betreffende
fase,
– het doen exploiteren van de acht door Loveland Productions B.V. gebouwde XL-testpaviljoens,
– het verder (laten) bemensen van de helpdesk en de supportdesk en
– het verder ontwikkelen en beheren, onderhouden en hosten van het IT-platform, bestaande
uit een afsprakenportaal, een capaciteitsbeheermodule, een teststraat applicatie en
eventueel aansluiting op één of meerdere teststraatapplicaties van testaanbieders
die aan geldende privacy en veiligheidseisen voldoen.
Afgelopen periode heeft SON een coördinerende functie vervuld, waarbij ook een testapplicatie,
een afsprakenportaal en een aanmeldportaal zijn opgebouwd. Deze opdracht loopt tot
31 augustus 2021 en dient verlengd te worden voor de periode na 31 augustus 2021.
Daarnaast heb ik SON gevraagd om mobiele testcapaciteit te organiseren, zoals aangekondigd
in mijn brief aan uw Kamer van 9 juli jl.4
Daarom ga ik de dienstverlengingsovereenkomst (DVO) met SON betreffende de mogelijke
inzet van testcapaciteit met drie maanden verlengen, waarbij SON de opdracht wordt
gegeven om in september een maximale testcapaciteit van 225.000 testen per dag en
de additionele exploitatie van zes XL-testpaviljoens te doen uitvoeren. Tevens worden
op dat moment ook zes XL-testpaviljoens met een maand verlengd (september 2021). De
exploitatie en daarmee benutting van de maximale capaciteit, inclusief de mobiele
capaciteit, zal nader bepaald worden op basis van de epidemiologische situatie, en
volgend uit de dan geldende maatregelen.
Over de eventuele testcapaciteit voor de maanden oktober en november wordt voorafgaand
aan die maanden besloten. De verlenging van de DVO met drie maanden, inclusief de
XL-testpaviljoens in september 2021, zal naar verwachting maximaal € 278 miljoen kosten
voor deze periode.
Het is voor de beheersing van COVID-19 in het belang van het Rijk om overeenkomstig
de vereisten van artikel 2.27, tweede lid, CW vooruitlopend op de autorisatie van
de Staten-Generaal reeds verplichtingen aan te kunnen gaan. In de 10e incidentele suppletoire begroting zijn de uitgaven budgettair verwerkt die voortvloeien
uit deze aan uw Kamer toegezonden brief. Deze brief wordt gelijktijdig aangeboden
met de 10e incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk 35 895).
Meerdaagse evenementen
Het kabinet heeft besloten om het verbod op meerdaagse evenementen te verlengen tot
1 september. Het gaat hierbij om evenementen met overnachting, die langer dan 24 uur
duren en waarbij bezoekers alleen toegelaten zouden worden met een coronatoegangsbewijs.
Het veilig en verantwoord organiseren van meerdaagse evenementen is complex. Het RIVM
heeft op 7 juli 2021 aanvullend geadviseerd om naast de reguliere logistieke uitdagingen
ook bij meerdaagse evenementen met overnachting iedere 24 uur een nieuwe antigeentest
bij zowel bezoekers als medewerkers af te nemen. De sector heeft bij het kabinet aangegeven
dat hertesten op locatie op deze termijn niet uitvoerbaar is voor dit type evenementen.
De organisatoren hebben daarnaast door de logistieke uitdagingen die er al zijn, zoals
beschikbaarheid van voldoende personeel, afspraken met leveranciers en de organisatie
van hertesten, nu duidelijkheid nodig en gaven aan dat verder uitstel van een besluit
niet wenselijk is.
Hoe het epidemiologisch beeld zich ontwikkelt in aanloop naar 14 augustus en of en
zo ja welke voorzorgsmaatregelen dan noodzakelijk zijn voor meerdaagse evenementen
is nu nog niet met zekerheid te zeggen. Daarom verlengt het kabinet het verbod op
deze evenementen met overnachting die langer dan 24 uur duren tot 1 september.
Meerdaagse evenementen die tot 1 september verboden zijn kunnen onder de bestaande
voorwaarden gebruik maken van de garantieregeling voor evenementen.
Het kabinet neemt op 13 augustus een besluit over de voorwaarden waaronder eendaagse
evenementen (evenementen met een duur van minder dan 24 uur) kunnen plaatsvinden vanaf
14 augustus. Het OMT zal hierbij om advies worden gevraagd. De wijziging t.a.v. meerdaagse
evenementen zal woensdag 28 juli naar uw Kamer worden gezonden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport