Brief regering : Onderzoeksrapport markt van private lease
32 013 Toekomst financiële sector
Nr. 249 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2021
Bijgaand stuur ik u het onderzoeksrapport van Decisio Onderzoek & Advies getiteld
«Onderzoek naar de markt van private lease»1. In mijn brief van 27 oktober 2020 over «Maatregelen financiële weerbaarheid consumenten»
(Kamerstuk 32 013, nr. 239) kondigde ik dit onderzoek aan, als reactie op een wetgevingswens van de AFM. In
voorliggende brief beschrijf ik de belangrijkste resultaten van het onderzoek, geef
ik een reactie op het rapport en schets ik de vervolgstappen die ik naar aanleiding
hiervan zet.
Het rapport beargumenteert dat er goede redenen voor consumenten kunnen zijn om voor
private lease te kiezen. Het rapport, in samenhang met de wetgevingswens van AFM,
maakt tegelijk duidelijk dat er ook zorgen zijn ten aanzien van een groep kwetsbare
consumenten die kiest voor een privateleasecontract uit financiële noodzaak. De uitkomsten
van dit rapport neem ik daarom mee als input van mijn inzet voor de onderhandelingen
over het op 30 juni jl door de Europese Commissie gepresenteerde voorstel voor herziening
van de Richtlijn consumentenkrediet. De markt is groeiende en ik zal de ontwikkelingen
in de markt blijven monitoren.
Aanleiding
De laatste jaren wordt door consumenten steeds vaker gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om producten te leasen, in de vorm van private lease. Zowel het aantal producten dat
wordt geleaset als het aantal privateleasecontracten maakt een stijging door.
In de wetgevingsbrief van 30 maart 20202 informeerde de AFM mij dat de beschikbaarheid en populariteit van operational lease door consumenten, ook wel private lease genoemd, een stormachtige groei doormaakt.
De AFM stelt dat consumenten betrekkelijk eenvoudig langlopende leaseovereenkomsten
kunnen afsluiten voor diverse soorten producten. Tegelijk ontbreken bij private lease
de wettelijke waarborgen die bij consumptief krediet en huurkoop wel bestaan, zoals
de kredietwaardigheidstoets, deelname aan het stelsel van kredietregistratie, de maximale
kredietvergoeding en transparantie over kosten en voorwaarden. De AFM ziet het risico
dat consumenten daardoor in financiële problemen kunnen raken, en bepleit om over
te gaan tot wettelijke regulering van en toezicht op private lease. Ook het Nibud
constateert in haar abonnementenonderzoek 2021 de opmars van privateleaseovereenkomsten
en spreekt haar zorgen uit over het feit dat niet bij alle privateleasecontracten
een financiële check wordt uitgevoerd.3
Naar aanleiding van de wetgevingsbrief van de AFM heb ik in september 2020 een rondetafelgesprek
georganiseerd met diverse stakeholders om een beter beeld te krijgen van de markt
van private lease en de ontwikkelingen daarin. Zoals ik u schreef in mijn brief van
27 oktober 2020 bevestigde het rondetafelgesprek het beeld dat sprake is van een groeiende
markt van private lease, met name als het gaat om private autolease. Tegelijkertijd
kwam naar voren dat er weinig informatie beschikbaar was over de markt van private
lease. Zo bestond geen algemeen beeld van het aanbod, van de motieven van consumenten
om voor private lease te kiezen, van de doelgroepen en van eventuele (betalings-)problemen
door leaseovereenkomsten.4 Deze informatie is wel nodig om te kunnen beoordelen of bestaande zorgen terecht
zijn. Om die reden kondigde ik een onderzoek aan naar de markt van private lease.
Inmiddels is het onderzoek afgerond. In deze brief schets ik de bevindingen uit het
rapport en geef ik u mijn reactie op het rapport.
Onderzoek en bevindingen
Het onafhankelijke onderzoek is uitgevoerd door Decisio Onderzoek & Advies, in samenwerking
met Periscoop Onderzoek & Advies, de Rijksuniversiteit Groningen en I&O Research.
Het doel van het onderzoek is om een beter beeld te krijgen van de markt van private
lease: wat private lease is, welke consumenten gebruik maken van private lease, welke
redenen zij daartoe hebben en op welke wijze private lease in de markt wordt aangeboden.
Ook dient het onderzoek inzicht te geven in bestaande (wettelijke) bescherming van
consumenten, en de mogelijke relatie met problematische schulden.5
Private lease
Juridisch en functioneel onderscheidt private lease zich niet van langlopende huur
van roerende goederen. De aanduidingen worden door elkaar gebruikt, afhankelijk van
wat gebruikelijk is in de desbetreffende markt van een bepaald goed. Bij private lease
huurt een consument dus een goed voor een langere periode. Vaak wordt de privateleaseovereenkomst
aangevuld met een dienstenovereenkomst voor de aanvullende service die bij het goed
wordt geleverd.
De privateleasemarkt
De grootste privateleasemarkt in Nederland op basis van geschatte omzet is de markt
voor private lease van personenauto’s. Daarna volgen gasinstallaties, fietsen/e-bikes,
koelkasten en wasmachines. Ook andere goederen zoals elektrische apparatuur, meubels
en kleding kunnen geleaset worden. Deze markten zijn op dit moment zeer klein. Het
aantal huishoudens in Nederland met verplichtingen uit private lease wordt, buiten
gasinstallaties om, geschat op drie procent.
Doordat de cijfers van de private autoleasemarkt goed zijn gedocumenteerd bestaat
over dit deel van de markt het duidelijkste beeld. In deze markt is te zien dat het
aantal door consumenten geleaste auto’s fors gegroeid is sinds 2013, maar dat deze
groei nu lijkt af te vlakken. Ten opzichte van alle autoleasecontracten in Nederland
is te zien dat bijna een kwart van de geleaste auto’s een privateleasecontract is.
Dit is ongeveer drie procent van het totaal van het Nederlandse personenautopark.
De markt van gasinstallaties is een tweede grote private leasemarkt, in bepaalde regio’s
ook aangeduid als huur. Op een totale voorraad van vierenhalf miljoen gasinstallaties
is bij anderhalf miljoen installaties een privateleasecontract afgesloten. Er wordt
geschat dat van de nieuwe verkoop aan gasinstallaties per jaar bij ongeveer de helft
een privateleasecontract gekoppeld zit. Bij fietsen en e-bikes wordt het aantal geleasete
voertuigen geschat op 0,1 procent van het totaal aantal fietsen. Het aandeel lease
van de nieuw verkochte fietsen wordt op 0,5 procent geschat. Dit zal naar verwachting
de komende jaren oplopen tot ten minste enkele procenten. Bij witgoed wordt het aandeel
privateleasecontracten ten opzichte van het totaal van de witgoedproducten op minder
dan 1 procent geschat. Aanbieders zien hierbij een groei maar verwachten niet dat
het aandeel boven de vijf procent uit zal stijgen. Bij de elektronicamarkt ontbreken
duidelijke aantallen en marktaandelen, maar het gaat volgens de onderzoekers om zeer
kleine aantallen.6
Over het algemeen lijkt er dus vooral een grote markt voor private autolease en gasinstallaties
aanwezig te zijn in Nederland. Bij de andere marktsegmenten is het onderdeel private
lease relatief een stuk kleiner. Daarbij geven aanbieders van private lease producten
aan dat zij de komende jaren een groei verwachten van privateleasecontracten. Buiten
gasinstallaties en private autoleasecontracten om wordt niet verwacht dat het aandeel
van privateleasecontracten groter zal zijn dan een paar procent van de totale markt.
Wet- en regelgeving en zelfregulering
Hoewel de privateleaseovereenkomst onder de huidige definitie van consumentenkrediet
valt (art. 3c Richtlijn Consumenten krediet) krijgt een consument die een leaseovereenkomst
afsluit toch niet de bescherming uit deze richtlijn. Art. 2 lid 2 sub d van de huidige
Richtlijn Consumentenkrediet sluit private lease namelijk uit van toepassing van de
richtlijn. Ook in Nederlandse wetgeving is private lease uitgezonderd van de toepassing
van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de regels met betrekking tot consumptief
krediet in het Burgerlijk Wetboek (titel 2a van Boek 7). Wettelijk gezien valt een
overeenkomst van private lease ook onder de huurovereenkomst uit Boek 7 (art. 7:201
Burgerlijk Wetboek). Naast specifieke regels voor huurovereenkomsten, zijn ook de
algemene regels van het overeenkomstenrecht van toepassing op privateleaseovereenkomsten.
Zo wordt de consument beschermd als de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn.
Ook mag een aanbieder van private lease zich niet schuldig maken aan agressieve of
misleidende handelspraktijken. De Autoriteit Consument en Markt en de Autoriteit Financiële
Markten zijn hierop de aangewezen toezichthouders. Op basis van de Wet handhaving
consumentenbescherming (Whc) heeft de AFM de taak om toezicht te houden op de naleving
van consumentenregels ten aanzien van financiële diensten en activiteiten. Daar private
lease is uitgezonderd in de Wft, is toezicht op private lease beperkt tot de consumentenregels
uit de Whc.
Naast het wettelijk stelsel kent de markt voor private lease in bepaalde segmenten
zelfregulering. Bij de private lease van auto’s geldt zelfregulering in de vorm van
het Keurmerk Private Lease. Het Keurmerk Private Lease hanteert een aantal richtlijnen
waaraan aangesloten private lease-aanbieders moeten voldoen zodat consumenten voldoende
worden beschermd. Een andere vorm van zelfregulering zijn gedragscodes die met name
in de branche van de verwarmings- en warmwaterinstallaties voorkomen. In andere sectoren
is er (nog) geen vorm van zelfregulering. Wel hebben de belangrijkste aanbieders van
witgoed, elektronica en e-bikes aansluiting gezocht, of zijn daarmee bezig, bij de
«Schuldeiserscoalitie», een platform van bedrijven die zich committeren aan preventie
en oplossing van probleemschulden. Het netwerk richt zich op het versterken van kennis
over betalingsachterstanden bij consumenten.
Contractvoorwaarden en acceptatiebeleid
Uit het onderzoek blijkt dat in algemene zin kan worden gesteld dat de voorwaarden
van privateleasecontracten helder zijn. Een uitzondering in dit verband is prijstransparantie,
aangezien informatie over de kostenstructuur niet met de consumenten wordt gedeeld.
De meeste consumenten uit het consumentenpanel geven aan dat zij het idee hebben dat
ze goed geïnformeerd zijn over hun privateleasecontract. Er zijn echter wel verschillen
tussen aanbieders. In veel gevallen is er sprake van een uitgebreide informatie-uitwisseling
met de consument. In een aantal sectoren is het gebruikelijk ook een financiële check
bij de consumenten af te nemen. Bij autoleasemaatschappijen die zijn aangesloten bij
het Keurmerk Private Lease is er sprake van een toets op basis van BKR-gegevens. Bij
andere producten zoals witgoed en elektronica hanteren aanbieders een eigen risicobeleid.
Bij deze producten wordt aan consumenten gevraagd om informatie te verschaffen over
inkomen en betaalverplichtingen. Uit de beschikbare informatie van aanbieders blijkt
dat een derde deel van de consumenten uiteindelijk zelf besluit toch geen privateleasecontract
aan te gaan, en dat een derde deel de acceptatie-eisen niet haalt.
Bij het opzeggen van het leasecontract wordt bij vrijwel alle leasecontracten onderscheid
gemaakt tussen een minimale looptijd en de rest van de contractperiode. De voorwaarden
voor het tussentijds opzeggen tijdens de minimale looptijd van een leasecontract verschilt
per product. Over het algemeen kunnen hier de volgende drie varianten worden onderscheiden.
In de eerste variant moet de gehele periode afbetaald worden door de consument, bij
de tweede variant is de afkoopsom gemaximeerd op twaalf huurtermijnen met eventuele
bijkomende administratiekosten en bij de derde variant kan de consument het product
overnemen tegen vervangingswaarde op het moment van opzeggen met eventuele bijkomende
administratiekosten.
Gebruik van private lease door consumenten en de relatie met schuldenproblematiek
Door middel van een consumentenpanel hebben consumenten kunnen aangeven wat hun motieven
zijn geweest om een privateleasecontract af te sluiten. Hier kwam allereerst uit naar
voren dat de meeste consumenten in de hogere inkomensklassen en leeftijd segmenten
vallen. Verder geeft het grootste deel van de consumenten aan te kiezen voor private
lease vanwege het comfort of gemak. Ze kiezen daarbij bewust voor de zekerheid van
de vaste maandelijkse kosten en de ontzorging in het onderhoud die vaak onderdeel
is van het private leasepakket. Daarbij komt dat consumenten over het algemeen aangeven
dat ze in hoge mate tevreden zijn over hun privateleasecontract.
Om inzicht te krijgen in de redelijkheid van de kosten van private lease hebben de
onderzoekers een aantal voorbeeldberekeningen uitgevoerd om de gebruikskosten te vergelijken
tussen leasen en kopen. Dit hebben zij gedaan voor private autolease, cv-ketels en
e-bikes. Hieruit volgt dat bij de meeste auto’s waar de onderzoekers naar gekeken
hebben de totale gebruikskosten lager zijn dan bij koop. Bij e-bikes zijn de gemiddelde
gebruikskosten per maand bij het kopen van een e-bike vergelijkbaar met het private
leasebedrag per maand voor een vergelijkbare fiets. Bij cv-ketels geven de onderzoekers
aan dat een cv-ketel leasen op de korte termijn goedkoper is maar dat kopen op de
langere termijn verstandiger is; het omslagpunt ligt hierbij tussen de zes en zeven
jaar.
Zeventien procent van de consumenten geeft aan uit financiële noodzaak voor private
lease te kiezen. Bij private autolease gaat dit om vijftien procent van de geraadpleegde
consumenten en bij de overige producten gaat dit om eenentwintig procent. Uit het
onderzoek komt niet naar voren dat dit zich op dit moment vertaalt in een grote schuldenproblematiek
bij deze groep. Het onderzoek omvat cijfers tot eind 2019, wat betekent dat een eventuele
impact van de coronacrisis nog niet zichtbaar is. Er is een kleine groei te zien van
BKR-registraties van betalingsachterstanden bij private leaseauto’s7, maar die is nog steeds relatief klein ten opzichte van betalingsachterstanden bij
doorlopende, aflopende en saneringskredieten. Zo is te zien dat het percentage private
autoleasecontracten met een betalingsachterstand binnen zes maanden ten opzichte van
het totaal van private autoleasecontracten kleiner is dan dit percentage bij aflopende,
doorlopende en saneringskredieten. Ook de schuldhulpverleners geven aan dat zij private
lease iets zien toenemen in de zaken die zijn behandelen maar dat dit nog altijd incidenteel
is.
Volgens de onderzoekers komt dit waarschijnlijk doordat met het acceptatiebeleid wordt
getoetst op draagkracht van de consument, de financiële uitgangssituatie van private
leaseklanten goed is en aanbieders bij betalingsachterstanden snel kunnen overgaan
tot terughalen van het product in kwestie. De schuld die overblijft is beperkt tot
de niet betaalde termijnen en de eventuele afkoopsom.
Verder geeft zes procent van de consumenten aan dat ze een persoonlijke lening hebben
overwogen als alternatief voor private lease en drie procent van de geraadpleegde
consumenten geeft aan dat ze een doorlopend krediet hebben overwogen als alternatief.
Meer consumenten geven aan dat ze hebben overwogen om het product door middel van
eigen middelen te betalen (43%). De grootste groep (45%) geeft aan geen alternatief
te hebben overwogen. Het onderzoeksrapport geeft geen aanwijzing dat consumenten uitwijken
naar private lease omdat zij zijn afgewezen voor het consumptief krediet.
Risico’s
Naar aanleiding van de zorg, verwoord door het Nibud en de AFM, dat het ontbreken
van leennormen voor private lease, zoals die bestaan bij consumptief krediet, consumenten
kan verleiden tot het aangaan van te grote financiële verplichtingen in de vorm van
private lease, hebben de onderzoekers gekeken of private lease leidt tot financiële
problemen en mogelijk problematische schulden. De beschikbare informatie wijst daar
op dit moment niet op. Wel kan worden opgemerkt dat een relatief groot aantal leaseaanbieders
niet bereid was om aan deze studie deel te nemen, hetgeen van invloed kan zijn op
de resultaten ervan. Bovendien blijkt dat er aanbieders zijn die expliciet hun product
in de markt zetten met de melding dat er geen toetsing plaatsvindt op basis van BKR-gegevens.
Reactie
Een belangrijk speerpunt in mijn agenda voor de financiële sector is de financiële
weerbaarheid van Nederlandse huishoudens.8 Er moet worden voorkomen dat huishoudens, en met name kwetsbare huishoudens, schulden
aangaan waardoor zij in de problemen komen. Hoewel private lease geen gereguleerd
krediet is en dus niet onder de bescherming van de kredietnormen valt, is bij private
lease wel sprake van langlopende financiële verplichtingen. Ik vind het daarom belangrijk
dat consumenten zich hiervan bewust zijn als zij een privateleaseovereenkomst aangaan,
en dat voorkomen wordt dat zij hierdoor in de financiële problemen komen.
Het onderzoek heeft mij meer inzicht gegeven in de huidige omvang en eigenschappen
van de markt van private lease en de motieven van consumenten om een privateleasecontract
af te sluiten. Er is sprake van een groeiende, diverse markt met een groot aanbod
aan producten. Het onderzoek laat zien dat private lease voorziet in behoeftes zoals
flexibiliteit, zekerheid en ontzorging. Private lease biedt daarmee voor consumenten
iets extra’s in vergelijking met de koop van een goed. De extra kosten die de consument
daarvoor in een aantal gevallen betaalt zijn in de basis dan ook niet per se onwenselijk.
De gebruikskosten van private lease voor de drie grootste marktsegmenten lijken volgens
het onderzoek ook niet onredelijk te zijn voor het geleverde product en de eventuele
bijkomende service.
Uit het onderzoek komt naar voren dat zelfregulering, met name bij private autolease,
een belangrijke rol speelt in deze markt om consumenten te beschermen. Richtlijnen
die door het Keurmerk Private Lease zijn opgesteld in samenwerking met de Consumentenbond,
hebben als doel de consument bescherming te bieden tegen onverwachte kosten en te
hoge financiële lasten door een beoordeling van de kredietwaardigheid. Het is positief
te constateren dat er ook andere initiatieven in de markt zijn om de consument te
beschermen tegen te hoge lasten. De gedragscode in de sector van gas-en warmte-installaties,
ontwikkeling van acceptatiebeleid in de witgoedsector alsmede aansluiting bij de Schuldeiserscoalitie
zijn voorbeelden van dergelijke initiatieven. Ik moedig de markt van private lease
aan dit verder te ontwikkelen en breed in de sector uit te rollen.
Het onderzoek constateert ook dat een deel van de consumenten aangeeft vanuit financiële
noodzaak te kiezen voor private lease. Dit vind ik zorgelijk. Deze groep zou kwetsbaarder
kunnen zijn voor onredelijke voorwaarden en het aangaan van te hoge financiële verplichtingen.
Hoewel op dit moment uit het onderzoek geen direct verband volgt met schuldenproblematiek,
vind ik dat hier aandacht voor moet zijn. De groei van de private leasesector kan
er immers toe leiden dat deze potentieel kwetsbare groep groter wordt. De constatering
van de onderzoekers dat aanbieders adverteren met het ontbreken van een toets op basis
van BKR-gegevens vind ik in dit kader dan ook onwenselijk. Ook kan het zijn dat negatieve
effecten van te hoge financiële verplichtingen bij bestaande overeenkomsten pas na
enige tijd terug te zien zijn in de vorm van BKR-registraties of als onderdeel van
schuldenproblematiek.
Conclusie en vervolgstappen
Het rapport heeft mij inzicht gegeven in de private leasemarkt. Uit het rapport komen
een aantal positieve voorbeelden naar voren met betrekking tot de zelfregulering van
de markt en de positieve redenen van consumenten om voor private lease te kiezen.
Desondanks concluderen de onderzoekers dat er ook een groep consumenten is die besluit
een privateleasecontract af te sluiten uit financiële noodzaak. Dit vind ik zorgelijk
voor de financiële weerbaarheid van deze consumenten. Bovendien is de private leasemarkt
sterk aan het groeien en hebben toezichthouder AFM en het NIBUD hun zorgen geuit ten
aanzien van het ontbreken van de wettelijke waarborgen, die wel gelden voor consumptief
krediet, zoals de kredietwaardigheidstoets. Deze zorgen zijn voor mij aanleiding om
de ontwikkelingen op de markt te blijven monitoren, waaronder de schuldenproblematiek
en de ontwikkeling van zelfregulering. Ik ga daarnaast onderzoeken welke wettelijke
waarborgen zouden kunnen helpen om de consument beter te beschermen. Ik blijf hierover
in gesprek met de AFM en het NIBUD. In deze gesprekken wil ik specifiek aandacht hebben
voor de groep kwetsbare consumenten met betrekking tot de kredietwaardigheid en het
aangaan van een langlopende financiële verplichting in de vorm van private lease.
Op korte termijn is dit onderzoek naar private lease, evenals de input van AFM en
NIBUD ten aanzien van de financiële weerbaarheid van consumenten, voor mij belangrijke
input bij het formuleren van mijn inzet voor de onderhandelingen over de herziening
van de Richtlijn consumentenkrediet. Deze richtlijn heeft als doel bepaalde aspecten
van de verstrekking van consumptief krediet te harmoniseren zodat consumenten binnen
de Europese Unie een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming genieten. Het gaat
dan bijvoorbeeld over informatieverstrekking aan consumenten en het voorschrift dat
een kredietwaardigheidstoets wordt gedaan. Op dit moment is de richtlijn niet van
toepassing op privateleasecontracten.
De Europese Commissie heeft het voorstel voor herziening van deze richtlijn op 30 juni
jl. gepresenteerd9. De Commissie heeft voorgesteld om de uitzondering van leasecontracten in het toepassingsbereik
van de richtlijn te schrappen. Hiermee zou private lease onder de scope van de richtlijn
komen te vallen en zouden wettelijke waarborgen die nu gelden voor consumptief krediet
ook voor private leasecontracten gaan gelden. Dit biedt de mogelijkheid om de zorgen
die ik heb ten aanzien van de financiële weerbaarheid van kwetsbare consumenten met
betrekking tot private lease te adresseren. Ik ga het voorstel van de commissie bestuderen
en uw kamer via het BNC-fiche informeren over de Nederlandse inzet hieromtrent. De
uitkomsten van dit onderzoek, evenals de wetgevingswens van de AFM en het rapport
van Nibud, zal ik hierbij betrekken.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën