Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 18 juni 2021 inzake liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint Maarten derde kwartaal 2021
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 324
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2021
Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de landen) is eind
2020 een akkoord bereikt omtrent de landspakketten, waarin hervormingen zijn overeengekomen.
Dit met het doel de financiële, economische, institutionele en maatschappelijke weerbaarheid
van de landen dusdanig te versterken, dat de landen beter in staat zullen zijn om
in de toekomst externe schokken, zoals de huidige COVID-19 pandemie, zelfstandig op
te vangen. Als voorwaarde voor het ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun
voor de landen dienen Aruba, Curaçao en Sint Maarten hervormingen door te voeren.
Hierover vindt per kwartaal in de Rijksministerraad (RMR) besluitvorming plaats. Het
College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) adviseert het RMR over de liquiditeitsbehoefte.
De RMR heeft op 18 juni jl. besloten over de liquiditeitssteun voor het derde kwartaal
van 2021. Tevens is besloten over de mate van afwijking van de begrotingsnormen en
voorwaarden aan komende tranches liquiditeitssteun.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze besluitvorming.
Mate van afwijking van de begrotingsnormen voor 2021
De RMR heeft op 18 december 2020 besloten voor het begrotingsjaar 2021 in principe
in te stemmen met een afwijking van de norm zoals vervat in artikel 15, eerste lid,
onder a, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (hierna: Rft)
voor Curaçao en Sint Maarten, en het voor Aruba van toepassing zijnde financieringssaldo
zoals vervat in artikel 14, tweede lid, van de Landsverordening Aruba tijdelijk financieel
toezicht (hierna: LAft) en het protocol van 22 november 2018. Het C(A)ft is gevraagd
te adviseren over de maximale toegestane afwijking.
Het C(A)ft constateert in zijn advies van 9 juni jl. aan de RMR wederom dat in de
drie landen de onzekerheid rond het economisch herstel en de gevolgen voor de begroting
nog te groot is om hiertoe over te gaan. Tevens constateert het C(A)ft:
• Voor Aruba en Sint Maarten, dat de begroting 2021 nog moet worden vastgesteld en het
feit dat de verwerking van de diverse aanbevelingen van het C(A)ft in de begroting
2021 nog moet plaatsvinden; en
• Voor Curaçao, dat de verwerking van de diverse aanbevelingen van het C(A)ft bij de
vastgestelde begroting 2021 alsmede de eerste BW nog moet plaatsvinden en de informatievoorziening
over de begrotingsuitvoering nog hiaten vertoont.
Het C(A)ft acht hiermee de maximaal toegestane mate van afwijking van de geldende
begrotingsnormen in 2021 nog steeds onvoldoende bepaalbaar.
Het C(A)ft houdt daarom vast aan zijn advies om de maximaal toegestane mate van afwijking
van de centrale begrotingsnorm (op kasbasis) voor 2021 gelijk te stellen aan de eventueel
in 2021 toe te kennen liquiditeitssteun, minus het deel van de liquiditeitssteun dat
niet de gewone dienst betreft.
De RMR heeft op 18 juni besloten de maximale mate van afwijking van de begrotingsnormen
tot en met 30 september vast te stellen op de door het C(A)ft geraamde liquiditeitsbehoefte
van Aruba, Curaçao en Sint Maarten van respectievelijk AWG 599 miljoen, ANG 468 miljoen
en ANG 165 miljoen. In deze bedragen zijn de beginsaldi aan liquiditeiten van de landen
meegenomen. De maximale mate van afwijking voor geheel 2021 zal worden bepaald na
het advies van het C(A)ft over de liquiditeitsbehoefte voor het vierde kwartaal van
2021.
Voortgang uitvoering Landspakketten Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Het afgelopen half jaar is met de landen een start gemaakt met de invulling van de
Landspakketten. In zogenaamde Uitvoeringsagenda’s zijn de concrete afspraken vastgelegd
die in het kader van de Landspakketten zijn gemaakt tussen de respectievelijke Landen
en Nederland. Deze afspraken geven aan welke resultaten wanneer beoogd zijn te worden
gerealiseerd en zijn leidend bij de activiteiten die ontplooid worden.
De dynamiek binnen de Landen rondom de uitvoering van de agenda’s verschilt aanzienlijk.
Aruba volgt de Uitvoeringsagenda nauwgezet en zet de benodigde stappen; de beoogde
resultaten die gepland waren voor het tweede kwartaal van 2021 zijn nagenoeg behaald.
De uitvoering van het Landspakket op Curaçao geeft een wisselend beeld. Op veel dossiers
is vertraging opgetreden. Dit komt o.a., maar niet uitsluitend, door onduidelijkheid
over de standpunten van de nieuw verkozen regering ten aanzien van deze dossiers en,
meer in algemeen, de consensusrijkswet COHO. Voor Sint Maarten geldt dat actief wordt
doorgewerkt aan de uitvoering van het Landspakket, zij het dat niet alle deadlines
in het tweede kwartaal van 2021 gehaald zijn.
Gedetailleerde informatie over de voortgang op landsniveau en per maatregel wordt
gegeven in de Uitvoeringsrapportage over de eerste helft van 2021 die later deze maand
aan uw Kamer zal worden gezonden. Na ondertekening door de betrokken landen ontvangt
u ook de Uitvoeringsagenda’s voor het derde kwartaal 2021 voor Aruba en Sint Maarten. De agenda voor Curaçao
wordt naar verwachting in juli vastgesteld en zal u dan ook worden toegezonden.
Vijfde tranche liquiditeitssteun Sint Maarten
De afgelopen weken heeft Sint Maarten voortvarend gewerkt aan het herstellen van goed
bestuur op de luchthaven. De Minister-President van Sint Maarten heeft mij per brief
geïnformeerd over de acties die Sint Maarten heeft ondernomen om goed bestuur op de
luchthaven te herstellen. Zo is de screening van twee nieuwe leden van de Supervisory
Board of Directors van de Princess Juliana International Airport Holding Company opgestart,
heeft de ministerraad een implementatieteam aangewezen om de adviezen van de Taskforce
Corporate Governance te implementeren en heeft Sint Maarten een externe partij ingeschakeld
om de corporate governance schendingen te onderzoeken. Deze acties geven voldoende
vertrouwen om over te gaan tot het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun.
Uw Kamer is hierover op 17 juni jl. geïnformeerd.1
Besluitvorming inzake liquiditeitssteun derde kwartaal 2021
Het CAft heeft de liquiditeitsbehoefte van Aruba voor het derde kwartaal 2021 geraamd
op AWG 181 miljoen voor het derde kwartaal van 2021. Voor Curaçao heeft het Cft de
liquiditeitsbehoefte voor het derde kwartaal van 2021 geraamd op ANG 168 miljoen.
En voor Sint Maarten heeft het Cft de liquiditeitsbehoefte voor het derde kwartaal,
ná verstrekking van de liquiditeitssteun van ANG 39 miljoen in de 5e tranche, geraamd
op ANG 48 miljoen.
De budgettaire gevolgen van de zesde tranche liquiditeitssteun worden in een nota
van wijziging op de eerste suppletoire begroting aan u voorgelegd. De liquiditeitsleningen
zijn nodig omdat de landen op korte termijn ernstig liquiditeitstekort zullen hebben.
Zonder deze leningen kunnen de landen naar alle waarschijnlijkheid in de loop van
volgende maand niet meer aan hun verplichtingen, zoals salarisbetalingen, uitgaven
aan sociale zekerheid en renteverplichtingen op uitstaande leningen, voldoen. Voor
Aruba geldt dat de liquiditeitspositie zeer nijpend is en de regering dringende spoed
ziet om op korte termijn over te gaan tot verstrekking van de liquiditeitssteun zesde
tranche. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal
de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aruba voldoet aan de gestelde voorwaarden voor
de zesde tranche. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregel
die in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide
Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten
nadat de stemming door de Tweede Kamer over de eerste suppletoire begroting heeft
plaatsgevonden. Hierna zal het kabinet overgaan tot verstrekking van de lening. De
Eerste Kamer wordt langs deze weg geïnformeerd dat het kabinet de uitvoering van de
maatregel zal starten voordat stemming over deze begrotingswet in de Eerste Kamer
heeft plaatsgevonden. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de
Comptabiliteitswet 2016. Indien Curaçao en/of Sint Maarten voldoen aan de voorwaarden,
ziet het kabinet ook daar dezelfde dwingende spoed om uitvoering van deze maatregelen
niet uit te stellen. Het kabinet beroept zich ook op lid 2 van artikel 2.27 van de
Comptabiliteitswet 2016 en verplichtingen en uitgaven aangaan voordat stemming hierover
in de Eerste Kamer zal hebben plaatsgevonden.
Aruba
Aruba geeft invulling aan de afspraken uit de Uitvoeringsagenda’s en zet de benodigde
stappen. Nagenoeg alle deadlines zijn gehaald, waarbij goed wordt samengewerkt tussen
de Arubaanse en de Nederlandse experts.
De RMR heeft besloten over te gaan tot het toekennen van de 6e tranche liquiditeitssteun van AWG 181 miljoen voor het derde kwartaal 2021. De verstrekking
van deze lening zal gebeuren conform de Comptabiliteitswet 2016. Om in aanmerking
te komen voor de 7e tranche zal Aruba, naast de afspraken in de uitvoeringsagenda ook moeten voldoen
aan een aantal aanvullende voorwaarden. Dit zijn medewerking aan de totstandkoming
van het nader rapport bij het voorstel van Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming
en ontwikkeling en het CAft informeren over de nadere invulling van besparingsmaatregelen
bij de Algemene Ziektekostenverzekering.
Curaçao
Curaçao heeft nog niet aan alle voorwaarden uit de tweede en derde tranche liquiditeitssteun
voldaan. In de vierde en vijfde tranche is aan Curaçao geen liquiditeitssteun toegekend,
omdat het Cft beoordeelde dat het land nog over voldoende liquiditeiten beschikte.
De voortgang van de maatregelen uit het landspakket geeft een wisselend beeld. Er
is op diverse onderdelen vertraging opgetreden. De uitslag van de verkiezingen en
de onhelderheid over het standpunt van de inkomende regering ten aanzien van de Rijkswet
COHO, hebben duidelijk een vertragend effect gehad. De tweede uitvoeringsagenda kon
hierdoor pas eind april vastgesteld worden. Ook de maatregelen om de COVID-19 uitbraak
te beteugelen, waaronder een 7 weken durende lockdown in het tweede kwartaal, hebben
vertraging tot gevolg gehad.
De RMR heeft daarom besloten onder voorwaarden over te gaan tot het toekennen van
ANG 168 miljoen liquiditeitssteun in de 6e tranche aan Curaçao en deze tranche bovendien op te splitsen in twee deeltranches.
De voorwaarden voor de eerste deeltranche betreffen onder meer de herbevestiging van
de onderlinge regeling tussen Nederland en Curaçao en het vaststellen van de landsverordeningen
die zien op de verlaging van 25% op het totale pakket van arbeidsvoorwaarden van Statenleden
en van Ministers. Voorts het alsnog nakomen van de afspraken uit de Uitvoeringsagenda
zoals het delen van informatie met Nederland inzake het belastingstelsel. Aan het
Cft dient Curaçao alsnog eerder verzochte informatie te leveren. De voorwaarden aan
de tweede deeltranche betreffen het vaststellen van de uitvoeringsagenda met daarin
vervolgstappen met betrekking tot de betaalbaarheid van de sociale zekerheid (schommelfonds
SVB) en de kostenbeheersing bij het Curacao Medical Center. Voor de hervorming van
het fiscaal stelsel en de belastingdienst moet de RvM plannen van aanpak vaststellen.
Om in aanmerking te komen voor de 7e tranche zal Curaçao, naast de afspraken in de Uitvoeringsagenda, eveneens actief
moeten bijdragen aan het nader rapport bij het voorstel van Rijkswet Caribisch orgaan
voor hervorming en ontwikkeling.
Sint Maarten
Het afgelopen kwartaal was de eerste periode waarin Sint Maarten en Nederland op basis
van concrete afspraken uit een uitvoeringsagenda samen zijn gaan werken aan de uit
te voeren maatregelen. Tijdens deze eerste stappen bleek voor een aantal maatregelen
dat de implementatie hiervan ingewikkelder zal zijn dan verwacht. In verschillende
gevallen is de uitgangssituatie nijpender dan voorzien, waardoor het realiseren van
verbeteringen complexer zal zijn en voor een zorgvuldige uitvoering meer tijd zal
moeten worden ingeruimd dan in eerste instantie was gepland. Daarnaast blijkt de aan
Sint Maartense zijde beschikbare capaciteit, zowel kwantitatief als kwalitatief, steeds
een groot struikelblok. Daardoor zijn niet alle overeengekomen deadlines in het tweede
kwartaal gehaald. Ik constateer nu dat verschillende deadlines uit de uitvoeringsagenda
weliswaar ambitieus, maar toch niet voldoende realistisch zijn gebleken. Om deze reden
zijn in de uitvoeringsagenda voor het derde kwartaal meerdere deadlines bijgesteld.
De RMR heeft daarom besloten onder voorwaarden over te gaan tot het toekennen van
ANG 48 miljoen liquiditeitssteun in de 6e tranche aan Sint Maarten.
Als voorwaarden zijn hieraan verbonden het vaststellen van een drietal plannen van
aanpak, maatregelen op het terrein van detentie conform het landspakket en herstel
van goed bestuur op de luchthaven en het aanleveren van informatie bij het Cft.
Conform het advies van het Cft heeft de RMR besloten alvast maatregelen aan te kondigen
die in de Uitvoeringsagenda voor het vierde kwartaal zullen worden opgenomen. Dit
betreft maatregelen met betrekking tot de zorgkosten.
Om in aanmerking te komen voor de 7e tranche zal Sint Maarten, naast de afspraken in de Uitvoeringsagenda, eveneens actief
moeten bijdragen aan het nader rapport bij het voorstel van Rijkswet Caribisch orgaan
voor hervorming en ontwikkeling. Ook zal Sint Maarten verdere concrete voortgang moeten
tonen op het terrein van detentie. Voor zowel de 6e als de 7e tranche wordt van de regering van Sint Maarten verlangt dat de benodigde vervolgstappen
worden gezet om de problemen op de luchthaven te herstellen en de succesvolle voortgang
van het project tot herstel van de luchthaventerminal veilig te stellen.
Tot slot
Aan de liquiditeitssteun aan Curaçao en Sint Maarten zijn in verband met vertragingen
in het tweede kwartaal voorwaarden verbonden waardoor verstrekking niet onmiddellijk
zal plaatsvinden. Om de verstrekking zo spoedig mogelijk na het voldoen aan de voorwaarden,
en conform de Comptabiliteitswet 2016, te kunnen laten plaatsvinden heeft de RMR mij
gemachtigd om in overleg met de Minister-President en de Minister van Financiën te
beoordelen of aan deze voorwaarden is voldaan en tot uitbetaling kan worden overgegaan.
Bijgaand ontvangt uw Kamer de Toetsingskaders bij deze te verstrekken liquiditeitsleningen2.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties