Brief regering : Uitspraak Nederlands Arbitrage Instituut inzake spoorstaafschade HSL-Zuid
22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens
Nr. 516 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2021
Bij ingebruikname van de HSL-Zuid infrastructuur en later na het wegvallen van de
V250 («de Fyra») heeft NS de Staat verzocht om TRAXX-locomotieven te mogen inzetten
op de HSL-Zuid. Deze locomotieven voldeden niet aan de eisen zoals het contract tussen
de Staat en infraprovider Infraspeed die stelt ten aanzien van de in te zetten voertuigen
op de HSL infrastructuur. De Staat heeft de TRAXX toch onder voorwaarden toegelaten
omdat destijds werd verwacht dat dit niet zou leiden tot spoorstaafschade. In 2015
heeft Infraspeed de Staat geïnformeerd dat er sprake was van spoorstaafschade aan
de HSL-Zuid. De Staat en Infraspeed waren in de daarop volgende jaren in gesprek over
de kostenverdeling van de door Infraspeed uitgevoerde herstelwerkzaamheden. In de
Voortgangsrapportages HSL-Zuid 43 is aangegeven dat in overleg met Infraspeed een
arbitrageprocedure is gestart.
Op 15 maart 2021 hebben de arbiters van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) vonnis
gewezen in deze zaak waarin Infraspeed volledige compensatie eiste van alle geleden
en nog te lijden schade zolang de TRAXX-locomotieven op de HSL-Zuid rijden (zie bijlage)1. Uit het NAI-vonnis blijkt dat de arbiters van het NAI het voldoende aannemelijk
achten dat 90% van de onvoorziene spoorstaafschade (studs) is toe te rekenen aan de
niet-contractconforme eigenschappen van de TRAXX waarvoor de Staat verantwoordelijk
is en 10% is toe te rekenen aan het slijpregime waarvoor Infraspeed verantwoordelijk
is.
Het is niet gebruikelijk om een vonnis van het NAI openbaar te maken. In dit specifieke
geval vindt de Staat het van belang dit wel doen. Daarvoor heeft de Staat overleg
moeten voeren met Infraspeed. De Staat en Infraspeed zijn voor deze specifieke situatie
openbaarmaking overeengekomen onder de voorwaarde bedrijfsvertrouwelijke en contractuele
informatie niet openbaar te maken, evenals de persoonsgegevens. De Staat is met Infraspeed
in gesprek over de afwikkeling van het door de arbiters van het NAI gewezen vonnis.
Het betreft ca. EUR 26 mln. vergoeding aan Infraspeed voor de gerealiseerde schade
tot en met 2019. De schadevergoeding voor de jaren daarna moet nog worden vastgesteld.
Voor de jaren 2020 tot en met de geplande uitfasering van de TRAXX zou de schadevergoeding,
overeenkomstig de raming van Infraspeed, vooralsnog uitkomen op ca. EUR 24 mln. De
Staat is met NS in gesprek over de gevolgen van het gewezen vonnis. Ik zal uw Kamer
informeren over het vervolg.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat