Brief regering : Gezamenlijke huisvesting AIVD-MIVD
30 977 AIVD
Nr. 160 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2021
Hierbij informeren wij u over de stand van zaken inzake de gezamenlijke huisvesting
voor de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen
en Veiligheidsdienst (MIVD) op de Frederikkazerne te Den Haag; in navolging van de
brieven die daarover eerder aan uw Kamer zijn verstuurd (Kamerstuk 30 977, nrs. 104, 134 en 155).
In onze laatste brief d.d. 1 juli 2019 herhaalden wij onze gezamenlijke ambitie om
ten behoeve van de nationale veiligheid de samenwerking tussen de AIVD en de MIVD
over de volle breedte van het werk in het veiligheidsdomein te blijven versterken.
Van deze verdere versterking is door ons ook de afgelopen paar jaar werk gemaakt.
Zo zijn naast de bestaande samenwerkingsverbanden op één locatie, zoals de Unit Contraproliferatie,
het team Caribisch Gebied, de Joint Sigint Cyber Unit en de Unit Veiligheidsonderzoeken,
ook nieuwe samenwerkingsverbanden tussen de AIVD en de MIVD in het leven geroepen.
Deze ontwikkeling is vooral ingegeven door de toegenomen dreiging van statelijke actoren
tegen Nederland en Nederlandse belangen. Deze veelvormige dreiging, die zich dagelijks
manifesteert, wordt het best gepareerd wanneer de beide diensten alle beschikbare
kennis zoveel mogelijk bundelen en onderzoeken in gezamenlijkheid onder één dak uitvoeren.
Sinds deze laatste brief aan uw Kamer over de gezamenlijke huisvesting AIVD en de
MIVD zijn niet alleen bovengenoemde stappen gezet, waarbij op meerdere locaties in
Den Haag en Zoetermeer de inhoudelijke samenwerking verder is vormgegeven en geïntensiveerd,
maar is tegelijkertijd gewerkt aan de schetsplanfase van een colocatie in één nieuw
gebouw op de Frederikkazerne te Den Haag. Bij de afronding van deze fase zijn wij
tot de conclusie gekomen, dat dit project niet binnen de meegegeven kaders van kwaliteit,
tijd en geld past. Een heroverweging is dan ook op zijn plaats. Daarbij willen wij
wel benadrukken, dat de ambitie, de ideeën en de plannen om de samenwerking tussen
beide diensten verder te versterken nog steeds overeind staan en nog steeds leidend
zijn.
Huidig ontwerp niet passend
Uit de uitwerking van de plannen voor het samenwerken onder één dak blijkt, zoals
hierboven gesteld, dat niet kan worden voldaan aan de eerder vastgestelde randvoorwaarden
ten aanzien van kwaliteit, tijd en geld. Daarom zijn wij van oordeel, dat voortzetting
van het huisvestingsproject in zijn huidige vorm niet verantwoord is. De volgende
redenen liggen aan dit besluit ten grondslag:
− De grootte van het gebouw zoals vastgelegd in het huidige (stedenbouwkundige) ontwerp
is niet toereikend om uiteindelijk alle beoogde medewerkers van de AIVD en de MIVD
te kunnen huisvesten. Gezien het dreigingsbeeld zijn de afgelopen jaren opnieuw extra
financiële middelen aan beide diensten toegekend, waardoor de personele groei hoger
is dan de extra 40 procent waarvan bij de herbevestiging van de gezamenlijke huisvesting
op de Frederikkazerne is uitgegaan;
− De verwachte planning van de oplevering en ingebruikname van de gezamenlijke huisvesting
is met twee jaar opgeschoven. Dit betekent dat het nieuwe pand op zijn vroegst in
2031 in gebruik genomen zou kunnen worden. Het zou dus nog zeker tien jaar duren voordat
het samenwerken onder één dak in deze vorm daadwerkelijk gestalte zou krijgen;
− De kosten voor het realiseren van het Programma van Eisen vallen hoger uit. Tevens
is sprake van additionele transitiekosten als gevolg van een aanpassing van de kavel
voor de gezamenlijke huisvesting waardoor een aantal andere gebouwen op de Frederikkazerne
moet wijken en herhuisvesting van meerdere defensieonderdelen noodzakelijk is;
− Tenslotte onderkennen wij een aantal financiële risico’s waarvan de exacte omvang
waarschijnlijk pas in de fase van het Voorlopig Ontwerp volledig duidelijk zal zijn.
Het gaat om aanvullende ICT-behoeften van de diensten en een aantal additionele zorg-
en aandachtspunten, die de ontwerpkeuze raken.
Een meer uitgebreide onderbouwing en duiding van bovengenoemde zaken staat opgenomen
in de bijlage bij deze brief. Dit document wordt uw Kamer vanwege de vertrouwelijkheid
separaat aangeboden1.
Vervolgtraject
Ons streven is gezamenlijke huisvesting op meerdere locaties. De ambitie tot nieuwbouw
in aangepaste vorm en omvang op de Frederikkazerne is daarmee niet van de baan. Wij
willen echter wel sneller tot gezamenlijke huisvesting komen dan mogelijk was met
het continueren van het voorgestelde ontwerp. Daarom hebben wij aan de secretarissen-generaal
van beide departementen de opdracht gegeven om opties te onderzoeken voor huisvesting
van beide diensten, die ondersteunend zijn aan de verdere intensivering van de samenwerking.
Het primaire proces van de beide diensten is hierbij leidend. Bij de keuze voor gezamenlijke
huisvesting zal om de in deze brief opgenomen redenen niet worden uitgegaan van één
gezamenlijke locatie in de Haagse regio. Daarnaast dient de nieuwe huisvestingsoplossing
flexibel, wendbaar en toekomstbestendig te zijn en binnen de kaders te passen.
Het huidige project zal worden afgesloten, omdat het niet binnen de gestelde kaders
past. Dit heeft financiële gevolgen. De tot nu toe gemaakte kosten zullen door beide
departementen worden gedragen. Het betreft een totaalbedrag van circa € 25 miljoen.
Het gaat hier met name om advies-, ontwerp en ontwikkelkosten die reeds zijn gemaakt.
Het vervolgtraject zal vanzelfsprekend voortbouwen op de tot nu toe opgedane kennis
en ervaring ten gunste van de verdere voortgang van dit project.
Wij zullen uw Kamer dit najaar informeren over alternatieve opties voor de gezamenlijke
huisvesting en de concrete vervolgstappen in dezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie