Brief regering : Resultaten uitbreiding en versterking postennet 2018-2020
32 734 Nederlandse diplomatie
Nr. 51 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2021
Het belang van een sterk postennetwerk voor Nederland is onverminderd groot. Dat is
het afgelopen jaar eens temeer gebleken toen de COVID-19 pandemie uitbrak en de Nederlandse
vertegenwoordigingen stuk voor stuk nauw betrokken waren bij de repatriëring van Nederlanders,
het verstrekken van informatie aan Nederlandse bedrijven, het organiseren van online
handelsmissies en bijeenkomsten, de intensieve contacten die nodig waren om het EU-beleid
ten aanzien van de gezamenlijke coronabestrijding vorm te geven en het bijstaan van
hulporganisaties. Ondanks ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, blijft
het van belang om ter plaatse aanwezig te zijn voor Nederland en de Nederlanders wereldwijd.
Wel willen we de ervaringen uit de coronacrisis, zoals bijvoorbeeld digitale economische
diplomatie, gebruiken als instrument binnen ons postennet.
Internationale ontwikkelingen
Ook los van COVID blijft het postennet van groot belang. Nieuwe geopolitieke en technologische
ontwikkelingen leggen kwetsbaarheden van Nederland en Europa bloot. De veiligheidssituatie
in Europa en zijn omringende regio’s is de afgelopen periode verslechterd en complexer
geworden. Digitale ontwikkelingen schrijden voort; cyberspionage, sabotage van vitale
infrastructuur, en de toenemende macht van staatsgeleide economieën, dwingen ons een
antwoord te formuleren op de vraag hoe de overheid publieke belangen kan blijven waarborgen
in een open economie die blootstaat aan veranderingen.
Het multilaterale stelsel komt verder onder druk te staan. De dominante wereldmachten
VS, China en Rusland gebruiken internationale instellingen alleen als zij menen dat
dit in hun belang is. Dit dwingt Nederland en de Nederlandse diplomatie op een andere
manier onze belangen te behartigen door onder andere wisselende coalities aan te gaan
voor meer ad-hoc samenwerking.
Een eensgezind en slagvaardig Europa is vanwege de economische machtsverschuivingen
in de wereld, steeds belangrijker. Een aantal Europese landen behoort tot Nederlands
belangrijkste economische partners. Door globalisering zijn kansen en mogelijkheden
voor burgers en bedrijven gecreëerd, maar is tegelijkertijd de ongelijkheid tussen
en binnen landen toegenomen. Handel is moeilijker geworden door dreigende handelsconflicten,
door vragen die bij internationale handelsverdragen worden gesteld en ook als gevolg
van de Brexit en de hieruit voortvloeiende positie van het Verenigd Koninkrijk ten
opzichte van de Europese Unie en Nederland.
(Irreguliere) migratie en asiel staan hoog op de politieke en maatschappelijke Europese
en nationale agenda. Demografische ontwikkelingen maken een toename van de migratiedruk
op Europa onontkoombaar en het vraagstuk van (irreguliere) migratie heeft blijvend
onze aandacht nodig. Verder is vanuit Nederland wereldwijde diplomatieke en ontwikkelingsinzet
nodig om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te realiseren en dit geldt ook voor de ontwikkeling
ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting en vrouwenrechten. Deze komen de laatste
jaren verder onder groeiende druk te staan.
Global public goods (zoals klimaat, biodiversiteit, financiële stabiliteit en energie)
verdienen aandacht. Door industrialisering, globalisering en een groeiende wereldbevolking
is de schaal waarop natuurlijke bronnen worden gebruikt groter dan ooit. Global public
goods bevinden zich naar hun aard niet binnen de invloedssfeer van individuele staten
en vragen dus om intensieve internationale lobby en samenwerking. Effecten van klimaatverandering
zijn per definitie transnationaal. Ook klimaatverandering elders zal doorwerking hebben
op Nederland en de Nederlandse economie.
Resultaten extra investeringen
De afgelopen kabinetsperiode zijn de ontwikkelingen binnen het Nederlandse netwerk
van ambassades, permanente vertegenwoordigingen, consulaten-generaal en andere vertegenwoordigingen
regelmatig behandeld in uw Kamer. Dit als onderdeel van de jaarlijkse begrotings-
en jaarverslag behandeling, maar ook bij debatten over concrete taken van Buitenlandse
Zaken.
Bij de start van het kabinet Rutte III is in het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) afgesproken dat het postennet uitgebreid en versterkt wordt langs de lijnen van
het AIV-advies «De vertegenwoordiging van Nederland in de Wereld». Ook dient een 24/7 loket buitenland te worden opgericht waar Nederlanders in het
buitenland «one stop shop» terecht kunnen voor alle dienstverlening en producten van de rijksoverheid. Voor
dit pakket is een oplopende reeks van EUR 40 miljoen beschikbaar gesteld.
Verder is, als onderdeel van de beleidsnota «Investeren in perspectief», extra capaciteit op een aantal posten ingezet om uitvoering te kunnen geven aan
de ontwikkelingscomponenten van de agenda, zoals voorkomen van conflicten en verminderen
van armoede en duurzame en inclusieve groei en klimaatactie. Vanuit het budget voor
ontwikkelingssamenwerking is hiervoor, inclusief ondersteuning, een bedrag van EUR 6 miljoen
ingezet.
Tijdens de begrotingsbehandeling 2020 van Buitenlandse Zaken zijn twee amendementen
aangenomen die een structurele doorwerking hebben gekregen. Het gewijzigd amendement
van de leden Sjoerdsma en Koopmans (Kamerstuk 35 300 V, nr. 14), waarbij posten worden versterkt op het terrein van veiligheid, mensenrechten en
migratie en het amendement van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 35 300 V, nr. 10), waarbij wordt opgeroepen om een ambassade in Jerevan, Armenië te openen. In totaal
wordt hiermee EUR 5 miljoen toegevoegd aan het postennet.
Dit betekent dat in de periode 2017–2021 het postennet in totaal met EUR 51 miljoen
is versterkt. Met deze opdracht is Buitenlandse Zaken aan de slag gegaan. In twee
Kamerbrieven (Kamerstuk 32 734, nr. 31 en Kamerstuk 32 734, nr. 32) zijn de voorgenomen versterkingen toegelicht. Bovendien is in 2019 de Kamer geïnformeerd
over de weging van het postennet (Kamerstuk 32 734, nr. 39).
De Algemene Rekenkamer heeft in januari 2021 haar strategie voor de periode 2021–2025
gepubliceerd (Vertrouwen in verantwoording, strategie 2021–2025). Hierin is helder aangegeven dat publiek geld vraagt om een publieke verantwoording.
Eerder concludeerde de Algemene Rekenkamer in haar rapport over de jaarlijkse resultaten
«Verantwoordingsonderzoek Buitenlandse Zaken over 2019», dat de informatievoorziening over de uitvoering van de plannen van de versterking
van het postennet beperkt is.
Met deze boodschap in gedachte heeft Buitenlandse Zaken het afgelopen jaar gericht
onderzoek gedaan naar de koppeling tussen de investeringen en het hiermee behaalde
resultaat. Alhoewel de implementatie van de versterking nog niet klaar is, immers
deze loopt over de periode 2018–2021, is de afronding van de huidige kabinetsperiode
een goed moment om de Kamer middels deze brief te informeren over de tot nu toe behaalde
resultaten, inclusief een koppeling tussen de resultaten en de beleidsdoelstellingen
zodat zichtbaar wordt wat de investering uiteindelijk in beleidstermen heeft opgebracht.
Een interactief overzicht hiervan wordt ook gepubliceerd op de website van Buitenlandse Zaken.
Tot slot
Diplomatie is ingewikkeld mensenwerk, vaak op het scherpst van de snede en met een
stevige impact op het dagelijks leven in Nederland. Individuele diplomaten maken op
belangrijke momenten het verschil. Omdat ze de juiste mensen kennen, lokale gewoontes
begrijpen, creatieve compromissen bedenken en altijd oog houden op Nederlandse belangen
en waarden. Dat doen we wereldwijd, meestal achter de schermen, niet zelden onder
hele moeilijke omstandigheden en daarbij moeten we soms scherpe keuzes maken hoe we
de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk inzetten. Onze diplomatieke posten,
die worden bemenst vanuit alle departementen, zijn Rijksbrede dienstverleners; voor
het hele Koninkrijk en voor alle ministeries.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Inleiding op de resultaatverantwoording
In onderstaande paragrafen wordt eerst ingegaan op de ontwikkelingen van het postennetwerk
in de periode 2018–2020, inclusief de nieuw geopende vertegenwoordigingen. Daarbij
worden ook de meer algemene personele effecten die de investeringen hebben gehad,
toegelicht. Als onderdeel van de investering in het postennet wordt stilgestaan bij
de ontwikkelingen op het loket buitenland. Daarna wordt per beleidsthema een toelichting
gegeven waar de versterking heeft plaatsgevonden, welke resultaten op hoofdlijnen
hiermee zijn behaald en welke beleidsdoelstellingen daardoor zijn versterkt.
Opbouw investeringen
Het merendeel van de investeringen is ingezet om de formatie op een groot aantal vertegenwoordigen
te versterken. In onderstand overzicht is zichtbaar gemaakt hoe de totale investeringen
van EUR 51 miljoen, thematisch geordend, zijn verdeeld. De onderdelen veiligheid,
migratie en instabiliteit rond Europa liggen veelal in elkaars verlengde. Dat geldt
ook voor de extra inzet op veiligheid, migratie en mensenrechten zoals opgenomen in
het amendement van de leden Sjoerdsma en Koopmans. Verder is een deel van de middelen,
gefinancierd uit het amendement van het lid Voordewind c.s., gebruikt voor de formatie
op de nieuwe post in Jerevan. De bedragen voor de full-time equivalents (fte) zijn gebaseerd op de werkelijke bezetting en gehanteerde normbedragen.
Meetbaarheid van de behaalde resultaten
Van belang is dat de vertegenwoordigingen zoveel mogelijk opereren als «one team», waarbij over de grenzen van de afdelingen heen wordt samengewerkt en de synergie
wordt opgezocht. Dat betekent dat niet alle resultaten direct aan de versterking kunnen
worden toegerekend en andersom dat niet alle versterkingen direct leiden tot meer
resultaten uitsluitend op dat thema. Bovendien geldt dat alle medewerkers ons land
vertegenwoordigen en alles waar wij voor staan. Dit betekent bijvoorbeeld dat de extra
capaciteit op de posten op de specifieke thema’s tot meer capaciteit op andere terreinen,
zoals gericht op het samenwerken met en versterken van mensenrechten en het lokaal
maatschappelijk middenveld, leidt (ook in lijn met de motie van het lid Van Hul, Kamerstuk
34 952, nr. 8).
Het afgelopen jaar heeft laten zien dat prioriteiten en inzet op de voorgenomen beleidsthema’s
(veiligheid, instabiliteit rond Europa, migratie, versterkte inzet binnen Europa,
economische groeikansen en investeren in perspectief), als gevolg van de wereldwijde COVID-19 pandemie, zijn bijgesteld. Desalniettemin
rapporteren de posten dat de extra capaciteit op de thema’s waarop is uitgebreid zeker
hebben geleid tot meer behaalde resultaten. Uitleggen en aannemelijk maken op welke
wijze de extra werkzaamheden bijdragen aan de beleidsdoelstellingen is mogelijk gebleken
voor de posten. Om echter deze bijdrage kwantificeerbaar te maken is lastiger. De
werkzaamheden van een post zijn namelijk niet altijd één-op-één te vertalen naar meetbare
indicatoren of specifieke resultaten. Om dit proces te verbeteren heeft Buitenlandse
Zaken de Auditdienst Rijk gevraagd om meer inzicht te geven in mogelijke verbeteringen
in de wijze waarop BZ resultaten van het postennet in de toekomst kan rapporteren
aan de Tweede Kamer. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepubliceerd op de website van de Auditdienst binnen rijksoverheid.nl. Op onderdelen
is nu gebruik gemaakt van de adviezen van de Auditdienst door onder meer de relatie
te leggen tussen resultaten en beleidsdoelen. Verdere aanbevelingen uit het rapport
worden de komende periode uitgewerkt.
I. Ontwikkelingen van het postennetwerk
Netwerk van vertegenwoordigingen
De afgelopen kabinetsperiode is de omvang van het postennet gegroeid. In Armenië (Jerevan),
Niger (Niamey) en Burkina Faso (Ouagadougou) zijn ambassades geopend en in Tsjaad
(Ndjamena) een ambassadekantoor. Om het economische netwerk in de Verenigde Staten,
India en Nigeria te versterken, zijn met de extra middelen consulaten-generaal geopend
in Atlanta en Bangalore en is het ambassadekantoor in Nigeria (Lagos) een consulaat-generaal
geworden. Hier staat tegenover dat het ambassadekantoor in Kazachstan (Almaty) is
gesloten. De werkzaamheden hier zijn overgenomen door de ambassade in Nur Sultan (nieuwe
naam voor Astana). De werkzaamheden op ieder van deze nieuwe vertegenwoordigingen
omvatten het hele spectrum van taken voor een post. Wel ligt daarbij de nadruk op
de thema’s zoals ook in het regeerakkoord zijn opgenomen en verderop in de brief worden
toegelicht.
Het totaal aantal zelfstandige vertegenwoordigingen komt met deze versterking uit
op 157. Verder bestaat het netwerk uit zo’n 290 honoraire consulaten en 22 Netherlands Business Support Offices. De NBSO’s ondersteunen vooral midden- en kleinbedrijven bij hun internationale activiteiten.
Ook stimuleren zij Nederlandse handel en investeringen. De kantoren zijn gevestigd
in regio’s die kansen bieden voor Nederlandse bedrijven, maar waar geen ambassade
of consulaat aanwezig is. Vanwege de COVID-19 pandemie en lokale omstandigheden zijn
nog niet alle bouwkundige werkzaamheden van de nieuw geopende posten afgerond. Wel
zijn de vertegenwoordigingen volledig operationeel. Een volledig overzicht van het
netwerk van vertegenwoordigingen is in bijlage 11 opgenomen.
Huisvesting postennet
De uitbreiding van een groot aantal posten met extra medewerkers heeft gevolgen gehad
voor de huisvesting. In een aantal gevallen waren bouwkundige aanpassingen nodig om
de extra medewerkers te voorzien van kantoorfaciliteiten. In Algiers, Amman en Tunis
zijn verbouwingen uitgevoerd en in Bangalore wordt een nieuw kantoor betrokken. Op
de andere locaties waar de posten versterkt zijn, kan de formatiegroei opgevangen
worden in bestaande panden. De totale structurele extra kosten voor huisvesting worden
geschat op EUR 4,5 miljoen per jaar. Dit is binnen de beschikbare budgetten opgevangen
(waaronder de extra middelen).
Ten aanzien van het postennet is een trend zichtbaar dat de kosten voor de veiligheid
en beveiliging stijgen als gevolg van de toenemende instabiliteit in de wereld. Om
een aantal urgente knelpunten op te lossen heeft het kabinet vorig jaar besloten om
hiervoor incidenteel extra budget uit te trekken. Dit is specifiek ingezet om de veiligheidsknelpunten
in Kaboel, Bagdad en Juba aan te pakken. Structureel investeren in veiligheid blijft
echter noodzakelijk.
Personeel
Ten opzichte van de meting die is opgenomen in de Kamerbrief van oktober 2018 is de
totale omvang van het personeelsbestand op de posten per saldo gedaald naar 3.335 fte2. Meer specifiek gaat het om 1.096 uitgezonden medewerkers, inclusief 324 fte van
andere ministeries (attachés). Het aantal lokale medewerkers bedraagt 2.105. Voorts
hebben de posten ca. 100 medewerkers tijdelijk ingehuurd en werken er 34 trainees
en stagiair(e)s. De ontwikkeling van het personeelsbestand kent twee tegengestelde
bewegingen. Enerzijds neemt het personeelsbestand toe doordat is geïnvesteerd in lijn
met de opdracht uit het Regeerakkoord en de beide ingediende amendementen. Dit zorgt
ervoor dat de formatie op de posten toe is genomen met 230 fte. In onderstaand overzicht
is weergegeven hoeveel fte’s binnen welke thema’s zijn ingezet. Anderzijds is, met
name vanwege centralisatie van ondersteunende dienstonderdelen, het personeelsbestand
werkzaam op de buitenlandse vertegenwoordigingen, afgenomen. Als onderdeel van een
consulaire- en financiële service organisatie wordt een deel van ondersteunende taken
voortaan vanuit Den Haag uitgevoerd. Dit proces was al eerder dan bij de start van
Rutte III in gang gezet maar is nu pas in de volle omvang gerealiseerd. Ook is afgelopen
jaar, vanwege de COVID-19 pandemie het aantal stagiaires en trainees werkzaam op een
post fors gedaald.
ICT
Met de uitbreiding van het aantal posten en ontwikkelingen ten aanzien van digitale
veiligheid en mobieler werken is het ook nodig geweest om een deel van de extra middelen
in te zetten voor ICT uitgaven. Digitale informatievoorziening is een essentiële factor
voor het internationaal functioneren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de
samenwerking met partners en de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ondersteund
met de juiste digitale middelen is het van belang wereldwijd diplomatiek, beleidsmatig
en in de consulaire dienstverlening het verschil te blijven maken. Het wereldwijde
netwerk dient continu te worden vernieuwd en aangepast aan de ontwikkelingen en in
belangrijke mate op het terrein van informatiebeveiliging. Daarnaast zijn innovatieve
toepassingen nodig om nieuwe trends zoals met big data-analyse en kunstmatige intelligentie,
met aandacht voor zowel de kansen als de risico’s die digitalisering biedt te blijven
volgen. Op die manier groeit BZ mee met de internationale omgeving die snel digitaal
verandert.
II. Eén Loket Buitenland: NederlandWereldwijd
Om de dienstverlening aan de circa 1 miljoen Nederlanders in het buitenland te verbeteren
is in het Regeerakkoord de komst van één Loket Buitenland aangekondigd om alle relevante dienstverlening van de Nederlandse overheid op één
plek aan te bieden. De coronacrisis maakt extra goed duidelijk hoe belangrijk het
is dat we als één Nederlandse overheid bereikbaar zijn en klaarstaan voor burgers
in het buitenland.
Buitenlandse Zaken werkt voor de realisatie van deze rijksbrede ingang bij de overheid
samen met twaalf (uitvoerings)organisaties3 en bouwt voort op bestaande infrastructuur voor dienstverlening: de website Nederlandwereldwijd.nl,
ondersteund door het 24/7 contact center voor persoonlijk contact en waar nodig gerichte
doorverwijzing naar de juiste instantie. Waar in 2018 en 2019 de nadruk lag op voorbereidende
werkzaamheden, onderzoek onder de doelgroep en het opstarten van de samenwerking,
is afgelopen jaar de omslag naar concrete implementatie gemaakt.
Inmiddels is Nederlandwereldwijd, naast de BZ-dienstverlening, uitgebreid met informatie
over rijbewijzen, DigiD, Europees erkende inlogmiddelen bij de overheid, stemmen,
AOW, Registratie Niet-Ingezetenen, Burgerservicenummer, Diplomadiensten, Zorgverzekering,
Belastingaangifte, Toeslagen, Omzetten van Buitenlandse Aktes en MijnOverheid. Dit
jaar komen daar nog andere informatiediensten bij zoals over studiefinanciering, kinderbijslag
en uitkeringen. Meerwaarde van de bundeling op Nederlandwereldwijd zit daarbij ook
in het aanbieden van dienstverlening in samenhang en vanuit levensgebeurtenissen.
Alles wat er bij komt wordt aan de hand van klantgerichte KPIs gemonitord en getoetst
onder burgers, met als doel de dienstverlening nu en in de toekomst steeds verder
te verbeteren en uit te breiden.
Binnen het 24/7 contact center is, in het kader van de verbreding van de dienstverlening,
een verdere professionalisering en uitbreiding gaande. Dit op het gebied van de organisatie,
de capaciteit en systemen. Daarnaast wordt de website Nederlandwereldwijd.nl dit jaar
vervangen door een nieuwe versie, gebaseerd op het prototype 1Overheid van het Ministerie
van Algemene Zaken. De nieuwe website wordt technisch zo ingericht dat ook het daadwerkelijk
regelen van zaken met de overheid (transacties) via de website kan worden ontsloten.
Tevens is het met relatief bescheiden extra investeringen vanuit het projectbudget
mogelijk om de site qua dienstverlening en doelgroepen te verbreden, ook naar burgers
in Nederland.
De realisatie van Nederlandwereldwijd als centrale ingang bij de overheid sluit goed
aan op adviezen uit o.a. het rapport Werk aan Uitvoering (WaU) om meer als één overheid
en vanuit het perspectief van de burger te werken. Voor de doelgroep in het buitenland
wordt dit nu concreet in de praktijk gebracht. Tevens wordt met Nederlandwereldwijd
een bijdrage geleverd aan de Europese verplichtingen in het kader van de Single Digital Gateway (SDG).
De medewerkers op de Nederlandse vertegenwoordigingen zetten zich dagelijks in voor
Nederlandse burgers in het buitenland. Naast de rol die zij samen met het netwerk
van externe dienstverleners (EDVs) spelen in dienstverlening waarvoor burgers fysiek
aan een balie moeten verschijnen (zoals paspoorten), vormen zij – net als de betrokken
uitvoeringsorganisaties – een belangrijke schakel om burgers in het buitenland bekend
te maken met NederlandWereldwijd.
De uitgaven voor Project Loket Buitenland verlopen niet gelijkmatig over de looptijd
van het project. Waar in 2018 en 2019 vooral is geïnvesteerd in vooronderzoek en opbouw
van de samenwerking, zijn 2020 en 2021 de jaren van de grotere uitgaven, o.a. voor
de bouw van de nieuwe versie van de website Nederlandwereldwijd.nl en vernieuwing
van de systemen in het 24/7 contact center. De verwachting is daarbij nog steeds dat
het totale projectbudget niet overschreden zal worden.
III. Versterking van het netwerk; thematisch bezien.
De extra middelen uit het regeerakkoord kennen een oplopende reeks tot en met 2021.
Hierdoor is de versterking van het postennet ook geleidelijk doorgevoerd. Uiteindelijk
zijn de Nederlandse vertegenwoordigingen per 2021 versterkt met 230 formatieplaatsen.
Hiervan zijn 110 uitgezonden functies en 120 fte met een lokaal arbeidscontract. Binnen
thema veiligheid en instabiliteit rond Europa zijn vertegenwoordigingen versterkt
met 0,5 fte waardoor meer locaties versterkt zijn dan fte. Ten aanzien van de medewerkers
die in 2020 en 2021 zijn gestart is het nu nog niet mogelijk om de resultaten van
hun inzet te koppelen aan specifieke doelstellingen. Op basis van een gerichte uitvraag
aan de posten die in de periode 2018–2019 een uitbreiding hebben gehad, is in kaart
gebracht welke resultaten zijn behaald en aan welke beleidsdoelen deze resultaten
hebben bijgedragen. Bij de verwerking hiervan is ook gebruik gemaakt van het advies
dat de Auditdienst Rijk heeft gegeven op de wijze waarop Buitenlandse Zaken de resultaten
van het postennet kan rapporteren aan de Tweede Kamer. Via het jaarverslag BZ zal
in de komende jaren expliciet ingegaan worden op de behaalde resultaten die door de
inspanningen van het postennet zijn behaald.
Veiligheid:
In onderstaand overzicht is aangegeven welke vertegenwoordigen binnen het thema veiligheid
zijn versterkt. Het gaat in totaal om 20 fte op 21 verschillende locaties.
De posten die versterkt zijn: Ankara, Bamako, Beijing, Belgrado, Brussel (PVEU), Brussel (PVNAVO), Caracas, Genève
(PVVN), Kaboel, Moskou, Ndjamena, Ouagadougou, Pristina, Rabat, Riyad (Jemen), Sarajevo,
Singapore, Skopje, Tirana, Tripoli en Washington.
De nota Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie is leidend voor de wereldwijde inzet van het kabinet om onveiligheid het hoofd te
bieden. Het kabinet volgt drie hoofddoelstellingen: voorkomen, verdedigen en versterken.
Met de versterking van het postennet verbetert de internationale positie van Nederland,
nemen de mogelijkheden voor preventieve diplomatie toe en vergroot het kabinet zijn
strategische invloed. Met de extra middelen wordt in bepaalde regio’s en in het kader
van internationale organisaties als NAVO, EU en VN op het gebied van cyber nauwer
samengewerkt met EU partners en met gelijkgezinde landen buiten EU en NAVO kader.
Deze inzet heeft zowel bijgedragen aan de doelstelling van conflictpreventie door
middel van het versterken van het mondiaal normatief kader voor verantwoord gedrag
van statelijke en niet-statelijke actoren in het cyberdomein, als aan de afschrikking
van kwaadaardige cyberoperaties. Zo speelt Nederland een actieve rol in twee onderhandelingsprocessen
gericht op versterking van internationale rechtsorde in het cyber domein in de VN.
De inzet heeft bovendien een positieve bedrage gehad op de buitengewoon snelle aanname
van een cyber sanctieregime in EU kader alsook de eerste listings onder het cybersanctieregime.
Ook de samenwerking tussen EU en NAVO in respons op de cyberdreiging is geïntensiveerd,
hetgeen o.m. blijkt uit de totstandkoming van NAVO-verklaringen afgestemd op gelijksoortige
boodschappen afgegeven door de EU. Daarnaast zijn strategische samenwerkingsrelaties
op cybergebied ontwikkeld met belangrijke gelijkgezinde landen.
Nederland heeft de afgelopen jaren zijn invloed op het terrein van contra-terrorisme
verder vergroot door de instelling van een netwerk van zes regionale veiligheidscoördinatoren
en vijf bilaterale CT-liaisons. Dit heeft de Nederlandse informatiepositie ten aanzien
van terrorismedreigingen en relevante ontwikkelingen op het gebied van CT verstevigd.
Naast het duiden van regionale ontwikkelingen en het rapporteren daarover aan de bredere
nationale veiligheidsketen, zet Nederland via dit netwerk in op kleine, innovatieve
interventies op gebied van preventie van terrorisme en gewelddadig extremisme in kwetsbare
gemeenschappen in fragiele regio’s.
Recentelijk is ook de inzet op ruimteveiligheid vergroot. Ook hier zoekt Nederland via de Permanente Vertegenwoordigingen en andere
posten actief de samenwerking met andere landen en aansluiting bij prioriteiten van
internationale organisaties zoals EU, NAVO en VN. Deze inzet heeft zich inmiddels
al mede vertaald in brede internationale steun voor een VN-resolutie gericht op versterking
van het bestaande juridische kader op dit terrein.
In een aantal gevallen is gekozen om de voorgenomen versterking binnen het thema veiligheid
elders in te zetten. Dit is het geval in Kaboel (in plaats van Algiers) en Caracas
(in plaats van Beiroet). Ook is soms sprake dat de formatie is ondergebracht onder
een ander thema (zoals het geval bij versterking in Kiev onder het thema «instabiliteit
rond Europa» of op het terrein van migratie).
Instabiliteit rond Europa
In onderstaand overzicht is aangegeven welke vertegenwoordigen zijn versterkt op het
terrein van instabiliteit rond Europa. Het gaat in totaal om 24 fte op 25 verschillende
locaties.
De posten die versterkt zijn: Addis Abeba, Algiers, Amman, Ankara, Athene, Bagdad, Bamako, Beiroet, Erbil, Jerevan,
Kaïro, Kiev, Moskou, Ndjamena, New York (PVVN), Pristina, Riga, Rome, Sarajevo, Tallinn,
Tripoli, Tunis, Vilnius en Washington. Verder een detachering bij EDEO Brussel.
Het kabinet benadrukt in zijn Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie dat
instabiliteit in de landen en regio’s aan de randen van en rond Europa toeneemt. Globaal
gaat het om de voormalige Sovjetrepublieken aan de grenzen van de Europese Unie, de
Balkan, het Midden-Oosten en Noordelijk Afrika, inclusief de Sahel en de Hoorn. Voorbeelden
van instabiliteit zijn onder meer de illegale annexatie van de Krim door Rusland in
2014, het destabiliserende Russische optreden in Oekraïne, de oorlogen in Syrië en
Jemen, de aanwezigheid van ISIS in Irak, de gewapende conflicten in Libië en grensoverschrijdende
criminaliteit en terrorisme in de Sahel-regio en de recente ontwikkelingen in Wit-Rusland.
Deze instabiliteit brengt grote risico’s met zich mee voor zowel de betrokken gebieden
als voor de veiligheid van het Koninkrijk. Verder is vanuit Jerevan bijgedragen aan
tijdige informatievoorziening ten aanzien van het conflict in Nagorno-Karabach. Ook
staan mensenrechten en de rechtsstaat in veel van deze landen en regio’s onder druk.
Door de voortdurend instabiele situatie in Jemen is besloten om de uitgezonden medewerkers
van de post te hervestigen van Den Haag naar Amman vanwege de VN, EU en I-NGO presentie
aldaar.
Door de uitbreiding van de posten in de ring rond Europa is de Nederlandse informatievoorziening
versterkt op terreinen zoals regionale en lokale stabiliteit, internationale rechtsorde,
veiligheid, mensenrechten, geopolitiek, contraterrorisme en militaire samenwerking.
Onder meer de informatiepositie en het netwerk van de kleine posten in het Balticum
is versterkt ten aanzien van veiligheid, militaire samenwerking en geopolitiek. De
versterking in Oekraïne heeft ertoe geleid dat post goed de kennis op peil kan houden
van de ontwikkelingen in de Krim, het Minsk akkoord en samenwerking op MH-17 gerelateerde
contacten.
In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is de extra capaciteit niet alleen ingezet om
factoren die kunnen leiden tot instabiliteit eerder te signaleren, maar ook om hierop
nieuwe of extra beleidsinspanningen te formuleren en vervolgens uit te voeren. Hiermee
kunnen de oorzaken van instabiliteit worden beperkt. Waar mogelijk wordt hierbij nauw
samengewerkt met andere landen en multilaterale organisaties om de beoogde impact
te vergroten. Zo is met assistentie van de ambassade een expertmissie vanuit Algiers
naar Nederland georganiseerd, als eerste stap in het verbeteren van de samenwerking.
Deze gezamenlijke inspanning is van belang voor Nederland, omdat de instabiliteit
in die landen ook impact heeft op ons land. Voor gedegen uitvoering en monitoring
van de brede Nederlandse veiligheidsinzet in Irak (o.a. bestrijding van ISIS, steun
aan de veiligheidssector, stabilisatie en wederopbouw) wordt een stevig beroep gedaan
op het postennetwerk in Irak (Bagdad en Erbil). De uitbreiding van de beide posten
vergroot het strategisch inzicht in de lokale context en daarmee de Nederlandse handelingsperspectieven,
en versterkt het diplomatieke en het ontwikkelingsspoor van de geïntegreerde veiligheidsinzet.
Migratie
In onderstaand overzicht is aangegeven welke vertegenwoordigen zijn versterkt op het
thema migratie. Het gaat in totaal om 32 fte op 19 verschillende locaties
De posten die versterkt zijn: Abuja, Addis Abeba, Amman, Bagdad, Bamako, Beiroet, Brussel (PVEU), Dakar, Genève
(PVVN), Kaïro, Kampala, Khartoem, Lagos, Nairobi, New York (PVVN), Niamey, Nicosia,
Rabat en Tunis.
Zoals opgenomen in de migratieagenda (Kamerstukken 19 637 en 30 573, nr. 2375) kiest het kabinet voor een integrale benadering van het migratievraagstuk. Deze
agenda is mede richtinggevend voor de versterking van het postennet, waarbij de focus
ligt op de landen aan de randen en regio’s rondom Europa. Met nieuwe medewerkers op
bovengenoemde posten heeft Nederland de samenwerking en capaciteitsopbouw geïntensiveerd
in het tegengaan van mensensmokkel en mensenhandel, het voorkomen van irreguliere
migratie, het verbeteren van de bescherming en opvang van vluchtelingen in de regio,
het bevorderen van terugkeer en herintegratie van migranten uit transitlanden naar
de landen van herkomst, alsmede het bevorderen van de mensenrechten. Het gaat om een
samenstel van herkomst-, transit- en opvanglanden die een belangrijke rol vervullen
op de verschillende routes naar Europa en daarmee Nederland.
Met de extra inzet op migratie is de informatiepositie van Nederland op dit thema
beduidend versterkt, zowel in de voor Nederland relevante regio’s als in de internationale
fora, in New York en Genève, waar migratie-gerelateerde onderwerpen worden besproken
en waar de grote internationale (VN-)organisaties zijn gevestigd. Zo heeft de extra
fte in Genève gezorgd voor een versterkte en meer strategische samenwerking met de
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die, behalve dat het een sterke uitvoerende
organisatie op het terrein van migratie projecten is, onder het Global Compact for Migration een centrale en coördinerende rol heeft gekregen in de mondiale migratiediscussie
en de coördinerende VN-organisatie is op dit onderwerp.
De nieuwe medewerkers op de posten zijn daarnaast instrumenteel bij het signaleren,
rapporteren en volgen van relevante migratietrends en het versterken van de bilaterale
migratiesamenwerking. Zo is op deze wijze een meer beleidsgerichte dialoog met de
relevante migratieautoriteiten in Nigeria van de grond gekomen. De vertegenwoordigingen
zijn daarnaast onontbeerlijk in het onderhouden van het relevante lokale netwerk,
het onderhouden van directe contacten met de lokale vertegenwoordigers van de Internationale
Organisaties die door Nederland gefinancierde projecten uitvoeren, alsook voor het
monitoren van de voortgang van lokale en regionale programma’s, zoals in Tunesië wordt
uitgevoerd. Op een aantal ambassades is de consulaire functie uitgebreid in verband
met ontwikkelingen op migratie gerelateerde dossiers.
In lijn met de kabinetsbrede integrale migratieagenda is, als gevolg van de inzet
en de behaalde resultaten op de posten in Amman, Bagdad, Beiroet, Kaïro, Addis Abeba,
Khartoem, Kampala en Nairobi (mede voor het Team Somalië) een wezenlijke bijdrage
geleverd aan de opvang en bescherming van vluchtelingen in de Hoorn van Afrika en
de Syrië regio (zie ook de recente kamerbrief voortgang opvang in de regio; kamerstuk
35 570 XVII, nr. 52). Met name hebben medewerkers een centrale rol gespeeld bij het opzetten en de implementatie
van het Prospects Partnerschap, een vijfjarig innovatief samenwerkingsmodel met UNICEF,
UNHCR, ILO, IFC en de Wereldbank om perspectief te bieden aan vluchtelingen, intern
ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen. Verder heeft de ambassade in Niamey aan
een aantal activiteiten bijgedragen die inzetten op verminderen van grensoverschrijdende
criminaliteit, irreguliere migratie en mensenhandel op de grens tussen Niger en Nigeria.
Versterkte inzet binnen Europa
In onderstaand overzicht is aangegeven welke vertegenwoordigen zijn versterkt. Het
gaat in totaal om 29 fte op 19 verschillende locaties.
De posten die versterkt zijn: Belgrado, Boedapest, Boekarest, Brussel, Brussel (PVEU), Chisinau, Dublin, Londen,
Madrid, Minsk, Moskou, Parijs, Pristina, Sarajevo, Skopje, Tirana, Wenen en Zagreb.
Daarnaast zijn twee medewerkers gedetacheerd bij EDEO in Brussel.
Nederland is gebaat bij een goed functionerende Europese Unie, die in staat is in
te spelen op actuele politieke ontwikkelingen en bij te dragen aan welzijn, welvaart,
stabiliteit en veiligheid. Het kabinet wil de Nederlandse invloed in Europa verder
maximaliseren. Via de EU wordt op dit moment de koers voor de grote transities bepaald.
Denk aan klimaatverandering, digitalisering, economisch herstel, migratie en onze
veiligheid. Tegelijkertijd vraagt de veranderende en complexe wereld meer dan ooit
om eensgezind optreden van de Unie, zowel extern als intern. In het AIV advies «De
vertegenwoordiging van Nederland in de wereld» van 2017 wordt geconcludeerd dat er
een groeiende behoefte bestaat aan overleg tussen de EU-lidstaten: dit vergt meer
tijd van de EU-posten als het gaat om beïnvloeding, analyse en investeren in het netwerk.
Tegenover het toenemende belang van Europese eensgezindheid staat het vertrek van
het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU, waardoor Nederland nieuwe coalities heeft
moeten vormen en geïnvesteerd heeft in bilaterale betrekkingen met andere lidstaten.
Daarnaast staat de rechtsstaat binnen Europa onder druk. Tegenover het belang van
een intensiever Europabeleid en intensievere bilaterale belangenbehartiging staat
een Europees postennet dat in de loop der jaren ook in relatie tot andere regio’s
relatief sterk is gekrompen, terwijl onze economische en politieke belangen in de
Europese regio vaak groter en directer zijn dan elders in de wereld. Bovendien kent
de regio veel posten met slechts één of twee diplomaten, die nu in sommige gevallen
uitgebreid zijn.
De posten in de EU lidstaten hebben een gerichte opdracht gekregen, waarbij meer focus,
beïnvloeding, landenkennis en specialisatie centraal staan. Met de versterking van
de posten in de EU lidstaten vanaf 2018 op strategische punten en een gerichte opdracht
zijn de posten beter in staat gesteld om de nationale standpunten op de lange termijn
te beïnvloeden en om de Nederlandse stellingnames goed toe te lichten (en de reactie
van de EU-lidstaat daarop mee te nemen in de beleidsvorming). Met een extra formatieve
inzet is de informatiepositie verbeterd over bijvoorbeeld rechtsstaatontwikkeling
in Wit-Rusland, Hongarije en Roemenië.
Dankzij de extra inzet is het rechtsstatelijkheidsnetwerk op de posten in de Westelijke
Balkan zonder einddatum verlengd. Het netwerk draagt actief bij aan de Nederlandse
appreciatie van de voortgang van rechtsstaathervormingen in de regio. Dankzij dit
netwerk is Nederland in staat om zelfstandig afwegingen en analyses te maken die bijdragen
aan de Nederlandse positie t.a.v. EU-uitbreiding. Daarnaast zijn posten in de Westelijke
Balkan in staat om de Nederlandse positie voor het voetlicht te brengen en actief
bij te dragen aan rechtsstaathervormingen in deze landen (bilateraal, via EU en projecten).
Zo worden regionale persvrijheid- en digitale mediaconferenties georganiseerd en is
er een regionaal programma opgezet dat het maatschappelijk middenveld steunt in het
monitoren van bestrijding van georganiseerde misdaad. Verder is gebruik gemaakt van
de verbeterde Nederlandse informatiepositie als gevolg van bovengenoemd rechtsstatelijkheidsnetwerk
bij het ontwikkelen van het beleidskader voor meerjarige technische assistentie projecten
in de periode 2020–2024. Zodoende kon worden aangehaakt op zowel lokale behoeften
als Nederlandse prioriteiten op het gebied van rechtsstaatsontwikkeling, goed bestuur
en democratisering in de Westelijke Balkan regio en zijn voor de genoemde periode
projecten gestart op het vlak van onder andere mediavrijheid, transparantie en het
afleggen van verantwoording door de rechterlijke macht.
Economische groeikansen
In onderstaand overzicht is aangegeven welke vertegenwoordigen zijn versterkt. Het
gaat in totaal om 48 fte op 34 verschillende locaties.
De posten die versterkt zijn: Algiers, Amman, Antwerpen, Atlanta, Bangalore, Bangkok, Beijing, Boston, Buenos Aires,
Chicago, Chongqing, Dubai, Guangzhou, Hanoi, Havana, Ho Chi Min Stad, Jakarta, Lagos,
Lima, Londen, Madrid, Manilla, Miami, Milaan, Moskou, Nairobi, New York, Parijs, Riyad,
San Francisco, São Paulo, Taipei, Toronto en Tunis.
De nota «Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland» (Kamerstuk
34 952, nr. 1) en de Handelsagenda (Kamerstuk 34 952, nr. 30) vormen het beleidskader voor de intensivering van het postennet binnen het economische
domein. Wel heeft de impact van de COVID-19 pandemie de overheid gedwongen om de dienstverlening
aan het internationaal actieve bedrijfsleven bij te stellen. De posten hebben een
belangrijke rol gespeeld om Nederlandse ondernemers ter plaatse te helpen om knelpunten
als gevolg van de crisis op te lossen. Tegelijkertijd is er volop ingezet op actuele
informatievoorziening over corona-maatregelen en extra markt- en sectorrapporten op
nieuwe kansen en duurzaam herstel. De buitenlandse handelsportefeuille zet in op het
behoud en versterking van het internationale verdienvermogen om zo bij te dragen aan
het duurzame herstel na COVID-19.
Het zwaartepunt van de internationale marktbewerking richt zich op de voor de Nederlandse
ondernemer belangrijkste doelmarkten, waaronder de Verenigde Staten, China, Duitsland,
het Verenigd Koninkrijk, India, Frankrijk, de ASEAN-5 (Indonesië, Thailand, Maleisië,
Singapore en Vietnam), Brazilië en de Golfregio. Bij de selectie zijn ook criteria
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (EZK) alsmede het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat (I&W) meegenomen. Daarnaast zijn VNO-NCW, Partos en de Adviesraad Internationale
Vraagstukken (AIV) geconsulteerd.
Met de versterkingen die in 2018 en 2019 zijn gedaan, inclusief de inzet vanuit de
nieuwe consulaten-generaal in Atlanta en Bangelore, kon bij diverse posten de economische
dienstverlening ter versterking van het Nederlandse verdienvermogen over de volle
breedte worden verbeterd. Hiermee waren posten beter in staat om bijvoorbeeld kansen
in kaart te brengen, Nederlandse bedrijven te informeren over lokale wet- en regelgeving
en hen met potentiële zakenpartners in contact te brengen. Bij verschillende posten
werd de extra capaciteit ingezet voor een of meerdere topsectoren, zoals agro & food,
tuinbouw & uitgangsmaterialen, water & maritiem, energie, life sciences & health en
sport. Ook vond versterking plaats op het terrein van start-ups en scale-ups, circulaire
economie en het aantrekken van buitenlandse investeringen. Specifiek in het VK is
met de extra capaciteit volop bijgedragen om de implicaties van de Brexit voor het
Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen o.a. door hulp bij Brexit Impact Scans en
gerichte informatievoorziening.
Over beleidsontwikkelingen, de ondernomen acties en de resultaten op het terrein van
internationaal ondernemen en internationale handel wordt u jaarlijks geïnformeerd
via de voortgangsrapportage Handelsagenda (Kamerstuk 34 952, nr. 118).
Investeren in perspectief (ontwikkelingssamenwerking)
Om uitvoering te geven aan de doelstellingen van de beleidsnota «Investeren in perspectief»
is het postennet versterkt met 40 fte op 20 locaties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
De posten die versterkt zijn: Abuja, Addis Abeba, Amman, Bagdad, Beiroet, Dakar, Dhaka, Juba, Kaïro, Kampala, Khartoem,
Kigali, Maputo, Nairobi, Niamey, Ouagadougou, Rabat, Sana’a, Tunis en Washington.
De focus van ontwikkelingssamenwerking ligt op het verminderen van armoede, ongelijkheid
en aanpakken van de grondoorzaken. Daarnaast is de ambitie om te komen tot duurzame
oplossingen door investeringen in onderwijs, werk, jeugd en vrouwenrechten en het
maken van afspraken over markttoegang, maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame
handel en investeringen. De nadruk ligt daarbij op de instabiele regio’s in West Afrika/Sahel,
de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In het bijzonder zijn de nieuw
geopende posten in Ouagadougou, Niamey en Ndjamena met de extra middelen uitgebreid.
Ook de ambassades in Tunis, Beiroet, Amman en Nairobi (inclusief Somalië Team) zijn
aanzienlijk versterkt om de uitgangspunten zoals opgenomen in de beleidsnota «Investeren
in perspectief» (Kamerstuk 34 952, nr. 1) te kunnen uitvoeren.
Met de extra capaciteit is het mogelijk geweest om programma’s te starten ter ondersteuning
van vluchtelingen en gastgemeenschappen in het Midden Oosten zoals onderwijsprogramma’s
ter voorkoming van uitval op scholen. Op het terrein van seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten zijn nieuwe activiteiten gestart met o.a. UN-Women en is ingezet
op kwaliteitsverbetering van SRGR-programma's. Verder is in een aantal landen in de
Hoorn van Afrika ingezet op de transitie van hulp naar handel en op de verdere ontwikkeling
van een integraal waterportfolio.
Over de inzet en de behaalde resultaten op het terrein van ontwikkelingssamenwerking
wordt jaarlijks uitgebreid gerapporteerd. Daarbij wordt ook ingegaan op de vraag of
voorgenomen beleidsdoelstellingen behaald zijn. Naast het jaarverslag van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden de resultaten regionaal en thematisch belicht
in de resultatenrapportage, die jaarlijks wordt bijgewerkt. Voor 2021 zal de meest
recente versie worden aangeboden aan de Kamer tegelijkertijd met het aanbieden van
de jaarverslagen Kamer; de rapportage is te vinden op de website www.osresultaten.nl.
Amendement Sjoerdsma/Koopmans
Om uitvoering te geven aan het amendement is in 2020 het postennet versterkt met 16 fte
op 13 locaties.
De posten die versterkt zijn: Abuja, Amman, Atlanta, Bagdad, Beijing, Bogota, Brussel (PVNAVO), Caracas, Genève
(PVVN), New York (PVVN), Rabat, Tirana en Vilnius.
Bij de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2020 is door de leden Sjoerdsma en
Koopmans een amendement ingediend voor de versterking van het postennet (Kamerstuk
35 300 V, nr. 14). Doel van het amendement is een verdere intensivering van de diplomatieke inzet
op het mensenrechtenbeleid, veiligheid en migratie. Hiervoor is binnen de BZ-begroting
EUR 3 miljoen per jaar vrijgemaakt. De extra middelen zijn daarbij aanvullend op de
versterking van het postennet zoals hierboven toegelicht en dienen in die samenhang
te worden bezien. Voor de invulling van het amendement is gekeken welke posten door
het toekennen van extra medewerkers (uitgezonden of lokaal, beleids- of ondersteunende
functie) in staat zijn extra resultaten te boeken op de terreinen mensenrechten en
veiligheid en migratie, bovenop de inspanningen die zij nu al leveren. De nieuwe functies
zijn pas in de loop van 2020 daadwerkelijk ingevuld waardoor het nu te vroeg is om
concrete resultaten te melden over deze inzet. In de verantwoording over 2021 en ook
in de mensenrechtenrapportage zal nader worden ingegaan op de behaalde resultaten.
Ondersteuning
Met de uitbreiding van het postennetwerk is het ook nodig geweest om op een aantal
plaatsen de ondersteuning uit te breiden. Dit varieert van taken op het terrein van
de bedrijfsvoering maar ook ten aanzien van de control-taken voor ontwikkelingssamenwerking.
Dat is met name het geval bij de opening van de nieuwe posten maar ook daar waar de
programma’s voor ontwikkelingssamenwerking zijn geïntensiveerd, zoals in Amman, Beiroet,
Tunis en Kampala. In totaal zijn 18 fte, die ter ondersteuning zijn ingezet, gefinancierd
uit de intensiveringsmiddelen.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.