Brief regering : Voortgang gegevensuitwisseling bij spoed
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2021
De noodzaak van een snelle beschikbaarheid van bekende medische gegevens van patiënten
bij spoed is door de COVID-19 crisis eens te meer duidelijk geworden. Mede door deze
crisis zijn er veelbelovende ontwikkelingen op dit terrein, waardoor een constructie
als de Corona Opt-in in de toekomst hopelijk niet meer nodig is.
In het vragenuur van 26 januari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 48, item 3) heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) toegezegd om uw Kamer
een laatste stand van zaken over de Corona Opt-in te geven. Daarnaast heeft hij in
het debat over de datadiefstal bij de GGD van 3 februari jl. (Handelingen II 2020/21,
nr. 52, items 3 en 6) toegezegd schriftelijk te reageren op de vragen van het lid Van Esch (PvdD). Inmiddels
heeft het lid Van Esch (PvdD) ook schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden op deze
Kamervragen heb ik u op 12 april jl. toegezonden (Aanhangsel Handelingen II 2020/21,
nr. 2292).
In de brief over de prioriteiten inzake gegevensuitwisseling in de zorg1 van 14 december 2020 heb ik toegezegd uw Kamer in het eerste kwartaal van 2021 een
brief te sturen over de voortgang op het terrein van gegevensuitwisseling in de Acute
Zorg. Tevens zou ik u informeren over de voortgang op het terrein van het ontwerpbesluit
elektronische raadpleging gegevens (de AMvB Corona Opt-in). Daarnaast vraagt de motie
van het lid Raemakers (D66)2 om samen met veldpartijen te onderzoeken of een campagne gericht op toestemmingen
voor gegevensuitwisseling bij spoed het aantal toestemmingen zou kunnen verhogen.
Met deze brief voldoe ik – mede namens de Minister van VWS – aan de toezeggingen en
reageer ik op de motie.
Omdat er misverstanden bestaan omtrent de Corona Opt-in – bijvoorbeeld over het geven
van toestemming en het risico op onbevoegde toegang tot patiëntgegevens – licht ik
eerst de noodzaak en werkwijze van de Corona Opt-in toe. Daarna schets ik de laatste
stand van zaken.
De Corona Opt-in laat triage en consulten sneller verlopen
Al voor de uitbraak van COVID-19 hadden de huisartsenposten (HAP’s) en spoedeisende
eerstehulpafdelingen (SEH’s) last van de beperkte beschikbaarheid van gegevens van
patiënten. Patiënten van wie de professionele samenvatting (PS) van het huisartsendossier
beschikbaar zou zijn, zouden vlotter en adequater geholpen kunnen worden. Op HAP’s
met een hoge beschikbaarheid van deze samenvattingen verlopen de triage en de consulten
aanzienlijk sneller doordat triagisten en huisartsen hun werk efficiënter en vlotter
kunnen uitvoeren.
Vanwege de uitbraak van COVID-19 is de druk op HAP’s en SEH’s toegenomen. De Landelijke
Huisartsen Vereniging (LHV), het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) en InEen (organisatie
voor de eerstelijnszorg) hebben samen met Patiëntenfederatie Nederland aan het Ministerie
van VWS gevraagd om voor de duur van de COVID-19-crisis op de HAP en de SEH ook te
kunnen beschikken over de PS van patiënten die zich nog niet hebben uitgesproken over
de uitwisseling van medische gegevens via elektronische uitwisselingssystemen. Hierin
werden zij ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse
Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende
Hulpartsen (NVSHA) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
Indien een arts medische gegevens van patiënten beschikbaar stelt voor later onbekend
gebruik, dan doorbreekt hij diens beroepsgeheim. Daarom is voor het beschikbaar stellen
van de PS voor uitwisseling via een elektronisch uitwisselingssysteem – waarin gegevens
als de PS beschikbaar worden gesteld voor raadpleging indien iemand op de HAP of SEH
komt – op grond van artikel 15a van de Wabvpz3 uitdrukkelijke toestemming vóóraf nodig van de patiënt. Dus in de situatie dat er
nog geen zorgvraag is, moet de patiënt bij de huisarts of via volgjezorg.nl zijn toestemming
of weigering hebben laten registreren in zijn of haar dossier. Voor invoering van
de Corona Opt-in stond van ongeveer 8 miljoen Nederlanders geregistreerd of zij wel
of geen toestemming hebben gegeven om de PS te delen met de HAP.
Maar ook van mensen die op de SEH of HAP komen waarvan op dat moment de keuze nog
niet is vastgelegd (en dus nog géén toestemming dan wel weigering is geregistreerd
(blanco)), willen zorgverleners in het belang van een goede en efficiënte triage en
behandeling van COVID-19 patiënten specifieke medische gegevens kunnen raadplegen.
Het alternatief voor deze patiënten, namelijk ter plekke contact opnemen met de huisarts
om de gegevens met toestemming op te vragen, was gelet op de hoge druk op de zorg
niet doenlijk. De Corona Opt-in voorziet in een gerechtvaardigde behoefte om de triage
bij HAP’s en SEH’s snel te laten verlopen als de druk toeneemt.
Gezien de uitzonderlijke omstandigheden hebben de Autoriteit Persoonsgegevens (AP),
het Openbaar Ministerie (OM) en de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) aangegeven
het raadplegen van de PS te gedogen voor patiënten met (vermoeden van) COVID-19 die
zich voorafgaand aan een bezoek aan de HAP of SEH nog niet hadden uitgesproken over
hun toestemming. De Corona Opt-in is dus beperkt tot de meest relevante medische gegevens
die in het patiëntendossier
bij de huisarts staan en bewerkstelligt dat de PS raadpleegbaar is voor HAP’s en SEH’s.
Een uitdrukkelijke voorwaarde bij de Corona Opt-in is wel het alsnog ter plekke verlenen
en registreren van toestemming door de patiënt voor zover de patiënt in staat is deze
te verlenen.
In de PS staan gegevens die direct noodzakelijk zijn voor de (spoed)behandeling. Het
gebruik van de PS is opgenomen in de Richtlijn gegevensuitwisseling huisarts – huisartsenpost
– ambulancedienst – afdeling spoedeisende hulp4. Deze richtlijn is door het veld vastgesteld en het gebruik ervan is staande praktijk.
Het maakt samenwerking tussen acute zorgverleners inzichtelijk en geeft richting voor
de elektronische gegevensuitwisseling. Op basis hiervan is de Informatiestandaard
Acute Zorg5 gerealiseerd die specifiek aangeeft welke afspraken partijen op verschillende niveaus
met elkaar hebben gemaakt om gegevensuitwisseling mogelijk te maken; binnen en tussen
organisaties en systemen, tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en
patiënten.
Medische (persoons)gegevens zijn en blijven goed beschermd
Ik kan bevestigen dat de privacy niet in het geding is. De Corona Opt-in brengt geen
verandering in de werkwijze van professionals. Raadpleging van patiëntgegevens wordt
gelogd, en deze loggegevens zijn ook weer inzichtelijk voor patiënten. Daarnaast houdt
de zorgaanbieder (HAP/SEH) ook een eigen logging bij. De uitwisseling zelf wordt gemonitord
op potentieel misbruik. Op de HAP en de SEH moeten medewerkers namelijk altijd gebruik
maken van autorisatie- en authenticatiemiddelen. De gegevens zijn enkel door geautoriseerde
zorgprofessionals bij HAP’s en SEH’s inzichtelijk, die in bezit zijn van een UZI-pas
en alleen als het nodig is voor snelle triage en behandeling van de patiënt. Het zijn
allen gekwalificeerde zorgprofessionals die in het kader van goede zorg en behandeling
deze gegevens nodig achten. Voordat zij deze gegevens raadplegen, dienen zij toestemming
te vragen aan de patiënt. De mogelijkheid om gegevens van grote groepen patiënten
in één keer te verzamelen zoals bij de GGD datadiefstal aan de orde was, bestaat niet
in deze oplossing. Er zijn slechts gegevens van één patiënt tegelijk inzichtelijk
en patiënten kunnen bij de huisarts of ter plekke op de HAP of SEH altijd laten registeren
dat zij niet wensen dat hun gegevens worden ingezien.
Wettelijke borging van de Corona opt-in gedoogconstructie
Zoals uit de brief van de AP d.d. 30 juni 2020 blijkt, vindt de AP een wettelijke
borging op korte termijn noodzakelijk. In het kader van een wettelijke borging is
naar aanleiding van het advies van de AP bezien of gebruik kan worden gemaakt van
de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) een uitzondering te maken
op het toestemmingsvereiste van artikel 15a Wabvpz. In haar advies op de concept AMvB
d.d. 25 februari jl. heeft de AP aangegeven dat – anders dan in haar eerdere brieven
was aangeduid –- een AMvB onvoldoende juridische basis is om de Corona Opt-in te bestendigen6. De AP acht een juridische basis nog steeds nodig, maar geeft in haar advies aan
dat dit op wetsniveau moet. Belangrijk is dat de AP de gedoogconstructie die nu bestaat
in het kader van de Corona Opt-in handhaaft (brief van 11 maart jl. – bijlage)7. Het OM en de IGJ volgen de AP daarin. De AP ziet nog steeds het belang van gegevensdeling
in deze situatie. Ik volg het advies van de AP en ben voornemens om de benodigde juridische
basis op wetsniveau te bieden die bijdraagt aan een aanzienlijk betere beschikbaarheid
van de PS in spoedsituaties, waardoor de kwaliteit van zorg ook verbetert. Hierna
licht ik dit toe.
Naar een duurzame oplossing
Eind maart 2021 waren er van ruim 4.300 huisartsenpraktijken in het kader van de Corona
Opt-in circa 14,6 miljoen8 samenvattingen aangemeld die konden worden geraadpleegd op HAP en SEH. Wel dient
de patiënt alsnog ter plekke toestemming te verlenen voordat de PS geraadpleegd mag
worden. De Corona Opt-in heeft daadwerkelijk geleid tot een aanzienlijk betere beschikbaarheid
van de belangrijke informatie uit de PS op de HAP en SEH. De Patiëntenfederatie Nederland
en koepels van zorgaanbieders, verleners en verzekeraars zijn erg tevreden over deze
tijdelijke oplossing. In de brief aan uw Kamer d.d. 4 januari 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 851) heeft de Patiëntenfederatie Nederland, ondersteund door hiervoor genoemde koepels,
laten weten dat het aan patiënten niet is uit te leggen dat hun gegevens alleen via
een elektronisch uitwisselingsysteem gedeeld mogen worden als zij daar vooraf uitdrukkelijk
toestemming voor hebben gegeven en dat dit niet op het moment zelf alsnog kan.
Het is het veld9 er veel aan gelegen om een oplossing te vinden voor het snel beschikbaar krijgen
van medische gegevens bij spoed. En ervoor te zorgen dat ook toestemming ter plekke
op de SEH of de HAP – zonder doorverwijzing of in niet levensbedreigende situaties –
voldoende is voor het uitwisselen van relevante gegevens via een elektronisch uitwisselingssysteem.
De gegevens die via zo’n uitwisselingssysteem beschikbaar worden gesteld, zijn immers
24/7 te raadplegen. Ik onderschrijf het belang hiervan in spoedsituaties en wens (ook)
een duurzame oplossing. Op dit moment werkt het veld aan een mogelijke technische
opzet om het zo te organiseren dat de uitwisseling van de PS richting de HAP en SEH
in spoedsituaties binnen de wettelijke kaders mogelijk zou zijn zonder dat de patiënt
tweemaal toestemming (vooraf en tijdens een bezoek aan de HAP of SEH) moet geven.
Deze ontwikkeling steun ik en volg ik op de voet.
Daarnaast werken in het programma Met spoed beschikbaar de landelijke beroeps- en
brancheorganisaties in de acute zorgketen, Patiëntenfederatie Nederland, Zorgverzekeraars
Nederland, Nictiz, VZVZ en mijn departement samen om digitale gegevensuitwisseling
ook op een andere manier in de acute zorgketen versneld en duurzaam te realiseren.
Dit gebeurt conform de daarvoor beschikbare Richtlijn gegevensuitwisseling. Na de
start van het programma in oktober 2020 is in april 2021 het eerste koploperproject
in de regio Rijnmond van start gegaan. Hier wordt als eerste de digitale gegevensuitwisseling
tussen SEH en ambulance in gebruik genomen. De behoefte en het belang zijn groot en
ook andere zorgaanbieders hebben zich gemeld om snel aan de slag te gaan met deze
en andere uitwisselingen tussen huisarts, HAP, SEH, 112 meldkamer en ambulances. Ook
voor de andere uitwisselingen zijn koploperprojecten in voorbereiding, zodat geleerde
lessen mee kunnen worden genomen en zorgverleners en patiënten de juiste informatie
op de juiste plek krijgen.
Communicatie naar de burger
In antwoord op de motie van het lid Raemakers10 – inzake het onderzoeken met het veld of een campagne het aantal toestemmingen kan
verhogen – kan ik aangeven dat dit een effectief middel kan zijn. Maar op dit moment
wordt gewerkt aan een technische ontwikkeling die het mogelijk zou kunnen maken om
zonder toestemming vooraf toch elektronisch gegevens beschikbaar te krijgen. Ik wil
deze ontwikkeling afwachten. De ontwikkeling kan helpen om de administratieve last
die met registratie van de toestemming vooraf gepaard gaat te verminderen. Bovendien
zijn er op dit moment al veel andere campagnes in het kader van de Corona bestrijding,
gericht op onder meer het testbeleid en vaccinaties.
Tot slot
De roep om een duurzame oplossing in het kader van spoedzorg is groot en ik wil dat
zorgverleners en patiënten hier niet lang meer op hoeven wachten. Dit is wel een proces
dat zowel juridisch als beleidsmatig zorgvuldig gereguleerd moet worden.
Voor nu zet ik in op het volgende:
– ik volg op de voet wat technisch mogelijk is zodat in spoedsituaties binnen de wettelijke
kaders de PS op de HAP en SEH geraadpleegd kunnen worden. Ik steun het veld om te
komen met een plan voor een duurzame oplossing om ter plekke de toestemming te geven,
in het geval dat er geen toestemming vooraf is gegeven.
– ik ondersteun het veld om efficiënte elektronische gegevensuitwisseling in het kader
van de acute zorg mogelijk te maken door subsidiëring van het programma Met Spoed
Beschikbaar. Nu worden nog niet alle onderdelen van de gegevens die volgens de bestaande
richtlijn uitgewisseld zouden kunnen worden in de spoedketen daadwerkelijk uitgewisseld.
Het programma Met Spoed Beschikbaar heeft als doel de richtlijn medio 2022 volledig
geïmplementeerd te hebben.
– ik laat onderzoeken of een juridisch traject kan helpen bij mijn streven om elektronische
gegevensuitwisseling in geval van spoed te bespoedigen.
Dus enerzijds wordt bezien welke technische mogelijkheden er zijn binnen het huidige
wettelijke kader en anderzijds wordt geanalyseerd waar aanpassing van wet- en regelgeving
noodzakelijk is. De komende maanden wordt het «hoe en wat» nader uitgewerkt. U wordt
na de zomer over de voortgang hierop geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark
Indieners
-
Indiener
T. van Ark, minister voor Medische Zorg