Brief regering : Reactie op de motie van het lid Amhaouch c.s. over het verbeteren van de kredietverlening aan mkb-ondernemingen en kleine familiebedrijven (Kamerstuk 35570-XIII-27)
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 451 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2021
Financiering is voor ondernemers essentieel om te kunnen ondernemen. Dat geldt des
te meer in deze coronacrisis, die veel ondernemers hard heeft geraakt. Een optimale
toegang tot financiering is dus van vitaal belang. Het kabinet heeft als gevolg van
corona ondernemers op verschillende manieren ondersteund: met directe steun om vaste
lasten en loonkosten te compenseren, en indirect door het stimuleren van bedrijfsfinanciering
door o.a. garanties op overbruggingskredieten.1
Ondernemers hebben financiering nodig voor hun dagelijkse bedrijfsactiviteiten, maar
ook om te kunnen investeren en innoveren. Een goed werkende mkb-financieringsmarkt
is daarvoor belangrijk. De afgelopen jaren heb ik op basis van gesignaleerde knelpunten
daar waar nodig beleid geïnitieerd om de toegang tot financiering te verbeteren.2 Dit mkb-financieringsbeleid is gericht op het verbeteren van de toegang tot financiering
van het mkb. Ik richt mij met name op het realiseren van een betere beschikbaarheid
van kleine kredieten door middel van de BMKB, Qredits en het stimuleren van alternatieve
financiering specifiek op het kleinere mkb. Tevens zijn er beleidsinitiatieven gericht
op het beter kunnen bereiken van ondernemers door middel van informatie- en adviesvoorziening,
zoals de KvK Financieringsdesk, Ondernemers klankbord, Stichting MKB financiering
(SMF) en coaching/begeleiding via Qredits en de Financieringstafels.
Ik blijf me inzetten om de toegang tot financiering voortdurend te verbeteren. De
door uw Kamer bij de Begrotingsbehandeling 2021 aangenomen motie van het lid Amhaouch
c.s.3 draagt bij aan deze inzet en is de aanzet geweest voor de Verkenning «Verbetering
financieringslandschap mkb».
De motie verzoekt de regering om de krediet verlening aan mkb-ondernemingen en kleine
familiebedrijven te versterken, tegen lage administratieve lasten en in de regio georganiseerd,
door (1) de oprichting van een fonds voor alternatieve financiers te versnellen, (2)
andere mogelijkheden te verkennen om een divers mkb-financieringslandschap verder
te stimuleren en (3) te onderzoeken of een mkb-bank hierin past en hoe deze (door)
ontwikkeld zou kunnen worden. Ik heb het onderzoeksbureau Dialogic gevraagd dit nader
te verkennen. Met deze brief stuur ik u de rapportage van Dialogic getiteld «Beleidsopties
voor het mkb-financieringslandschap»4. In deze brief schets ik eerst de bevindingen uit de Verkenning en zal ik vervolgens
reageren op de motie. Omdat het fonds voor alternatieve financiers onderdeel uitmaakt
van het pakket aan maatregelen voor verdere ondersteuning van start- en scaleups5 dat ik op 30 oktober 20206 met Invest-NL heb aangekondigd, en ik heb toegezegd uw Kamer hier dit voorjaar nader
over te informeren, ga ik in deze brief tevens in op de stand van zaken van dat totaalpakket.
Bevindingen Verkenning
Deze Verkenning, uitgevoerd door onderzoeksbureau Dialogic, richtte zich op de vraag
of de oprichting van een regionale mkb-bank7 met lage lasten, ook met het oog op bestaand en voorgenomen beleid en het huidige
financieringslandschap, van toegevoegde waarde kan zijn om de toegang tot kleine kredieten
(tot € 250.000) voor kleine en micro-ondernemingen (hierna kleine kredieten) te verbeteren.
Tevens gaat het rapport in op andere maatregelen om de toegang tot kleine kredieten
te stimuleren. De Verkenning van dit vraagstuk heeft plaatsgevonden middels een deskstudie
naar bestaande relevante onderzoeken, een daarvan is het «Onderzoek Beleidsaanpak
MKB-Financieringsmarkt», uitgevoerd door Dialogic in 20198. Daarnaast hebben 25 interviews met belanghebbenden en experts (vertegenwoordigers
van het mkb, banken, alternatieve financiers, de overheid en experts) plaatsgevonden.
Dit onderzoek is uitgevoerd tijdens de coronacrisis, welke een grote impact heeft
op het mkb. Onderzoekers hebben zich in de vraagstelling en analyse gericht op de
(middel)lange termijn, omdat de knelpunten rondom externe financieringsbehoefte van
het mkb (zoals beschreven in het hiervoor genoemde Dialogic onderzoek uit 2019) al
voor de coronacrisis bestonden.
Dialogic (2021) heeft allereerst de knelpunten voor kleine kredieten nader in kaart
gebracht. Dit zijn: (1) de lage rendabiliteit van kleine kredieten, (2) verminderde
persoonlijke dienstverlening door automatisering van kredietaanvragen, (3) gebrek
aan overzicht van de financieringsmarkt bij ondernemers, (4) informatieasymmetrie
en het ontbreken van gestandaardiseerde data voor kredietbeoordeling en (5) gebrek
aan onderpand en eigen vermogen.
Het vaststellen van de omvang van de knelpunten was geen onderdeel van deze Verkenning.
Echter in het eerdere onderzoek van Dialogic naar de werking van de mkb financieringsmarkt
en de overheidsinterventie daarin concluderen de onderzoekers dat de beleidsmix gevarieerd
is maar niet alle knelpunten afgedekt zijn en dat aanvullende inzet mogelijk is.9
Vervolgens formuleert Dialogic vijf beleidsvarianten om de toegang tot kleine kredieten
te verbeteren. Deze zijn gerangschikt van minder ingrijpende10 naar meer ingrijpende overheidsinterventies. Dit zijn:
1. incrementele structuurverbetering
2. opschalen mkb-financieringsinstrumenten
3. intermediaire mkb-adviesorganisatie
4. hybride mkb-financieringsorganisatie
5. oprichten van een nieuwe mkb-bank
De onderzoekers hebben de verschillende varianten op hun merites verkend. De onderzoekers
geven aan dat de meeste beleidsopties reeds in meer of mindere mate bestaan, omdat
de overheid immers al langer beleid voert om het mkb te ondersteunen bij het verkrijgen
van financiering. Verder sluiten de verschillende opties elkaar niet uit en kunnen
zij mogelijk zelfs overlappen.
Tot slot geeft Dialogic een aantal aanbevelingen op basis van deze Verkenning, en
ook op basis van de eerdere analyse uit 2019. Ter verbetering van de werking van de
mkb financieringsmarkt, en in het bijzonder de verstrekking van kleine kredieten aan
het kleinere mkb, beveelt Dialogic aan om de ingeslagen weg met de huidige specifieke
beleidsmaatregelen te vervolgen.
Verder wordt aanbevolen om pas aan nieuwe beleidsinitiatieven te beginnen wanneer
vooraf onomstotelijk vaststaat dat zij een meerwaarde hebben ten opzichte van het
bestaand beleid voor de mkb-financieringsmarkt. En mocht er toch een nieuw beleidsinitiatief
of uitbreiding van bestaand beleid komen, sluit dan zo goed mogelijk aan bij de bestaande
infrastructuur. Dialogic adviseert daarbij als uitgangspunt te nemen dat ondernemers
vaak zowel financiering als advies zoeken. De oprichting van een mkb-bank is volgens
onderzoekers een minder voor de hand liggende route om kleine kredietverstrekking
aan het mkb te verbeteren en pas opportuun als duidelijk sprake is van marktfalen.
Uit deze verkenning komt naar voren dat een nieuwe bank een relatief zwaar middel
is, wanneer dat afgezet wordt tegen andere bestaande mogelijkheden om kleine kredietverlening
aan het mkb te verbeteren die nog niet volledig benut worden. Tot slot geven de onderzoekers
aan om vooral maatregelen te overwegen die gericht zijn op verdere opschaling, en
op professionalisering van de bestaande financiers. Een gedeelde data-infrastructuur
zal tot kostenreductie en betere risico-inschattingen leiden en helpt tegen de versnippering
en voor ondernemers slechte vindbaarheid van de non-bancaire financiers.
Reactie op motie en rapport
Hieronder geef ik u een toelichting op hoe ik uitvoering geef aan de motie, mede op
basis van de bevindingen van het Dialogic onderzoek. De in de motie gevraagde initiatieven
zie ik als een aanvulling op zowel de uitvoering van mijn huidig en als het voorgenomen
beleid.
Het is vooraf belangrijk om te noemen dat de Dialogic Verkenning plaats vond ten tijde
van de coronapandemie en de economische crisis als gevolg van de pandemie. Dit is
van invloed op zowel de cijfers als de afgenomen interviews.
Verder was deze Verkenning niet gericht op het inzichtelijk maken van de omvang van
problematiek11, maar schetst het de optie van de oprichting van een mkb-banken andere opties om
de toegang tot kleine kredieten voor het kleinere mkb te stimuleren, zoals ook verzocht
in de motie. Vanwege de korte doorlooptijd van de Verkenning zijn de voorgestelde
opties echter nog niet uitvoerig uitgewerkt. Als de door Dialogic genoemde opties
vertaald worden naar concrete beleidsvoorstellen, dan is verder (economisch) onderzoek
nodig naar de opbrengsten en kosten van de voorgestelde opties en naar de effecten
van deze opties op de marktordening in de kredietverleningssectornodig.
De motie verzoekt het kabinet de oprichting van een fonds voor alternatieve mkb financiers
te versnellen. Alternatieve financiers bieden verschillende vormen van schuldfinanciering
aan ondernemers. Zij kennen verschillende uitdagingen, waaronder het verkrijgen van
funding. Zoals eerder aan u gemeld onderzoek ik met Invest-NL en het EIF momenteel
hoe alternatieve financiers ondersteund kunnen worden zodat er ook via deze weg meer
kapitaal beschikbaar komt voor groeibedrijven. Momenteel nadert deze uitwerking voltooiing,
en ik verwacht dat het fonds voor alternatieve financiers van start kan gaan in het
huidige tweede kwartaal zodra EIF en Invest-NL hun investeringsprocedures met goed
gevolg hebben afgerond. De beoogde fondsomvang bedraagt € 200 miljoen, waarvan € 50
miljoen door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)12 wordt ingebracht. Selectie van alternatieve financiers die aanspraak willen maken
op het fonds zal plaatsvinden door het fondsmanagement in overeenstemming met de compliance
richtlijnen van EIF en Invest-NL. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve
financiers vergroot worden. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht
om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief
bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.
De motie vraagt het kabinet verder om naast het huidige beleid andere mogelijkheden
te verkennen om het mkb-financieringslandschap te stimuleren. Beleidskeuzes worden
doorlopend geanalyseerd en geëvalueerd om indien nodig aanpassingen en aanvullingen
te bewerkstelligen. De afgelopen jaren bevatten o.a. de visie mkb-financiering, het
MKB-actieplan en de nodige steun- en herstelpakketten verschillende acties om de toegang
tot mkb financiering te verbeteren. Hieronder benoem ik in een aantal reeds ingezette
beleidslijnen en acties die aansluiting vinden bij de beleidsopties van Dialogic.
Om de markt voor alternatieve financiering te stimuleren, professionaliseren en om
een gelijker speelveld te creëren, heb ik de afgelopen drie jaar verschillende activiteiten
van de stichting MKB Financiering financieel ondersteund. Zo heeft de stichting een
gedragscode ontwikkeld waar 17 financiers zich bij aangesloten hebben. De komende
maanden vindt overleg plaats met de stichting over haar activiteiten komende jaren,
waaronder haar rol in het verder professionaliseren (zelfregulering) van de markt.
Het afgelopen jaar heeft de Kamer van Koophandel met de coronahelpdesk enorm veel
ondernemers bereikt en geholpen. Met de Financieringsdesk doen ze dit specifiek voor
ondernemers die op zoek zijn naar financiering. Veel ondernemers gaan in eerste instantie
naar een bank voor financiering. Als ze die daar niet verkrijgen, kunnen banken een
ondernemer doorverwijzen naar een andere (alternatieve) financier. De gedragscode
«Kleinzakelijke financiering» van de banken geeft aan dat de banken een ondernemer
doorverwijzen als dit naar hun oordeel voor de ondernemer toegevoegde waarde heeft
en dus in het belang is van de ondernemer. De Europese Commissie gaat een analyse
doen naar het nut en de haalbaarheid van een verplichting voor banken om ondernemers
door te verwijzen naar alternatieve financiers bij het afwijzen van de kredietaanvraag
(actieplan Kapitaalmarktunie). Het kabinet staat hier positief tegenover.13
Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek over het nut en de noodzaak
van een kredietregister.14 Een kredietregister kan bijdragen aan een verbeterde toegang van mkb’ers tot krediet.
Een kredietregister kan de informatieasymmetrie structureel verkleinen, hetgeen een
belangrijk knelpunt in de kredietverstrekking op zou lossen. Een kredietregister is
een stap naar een gedeelde data-infrastructuur, met als doel kostenverlaging.Dialogic
stelt vast dat ook veel respondenten de invoering van een kredietregister noemen als
middel om dit knelpunt te beslechten. Zoals aangegeven in mijn brief van 23 februari
2021 zijn er verschillende mogelijkheden op een kredietregister op- en in te richten,
maar ook dat te maken keuzes meer (en kritisch onderzoek) nodig hebben en ik daarom
een besluit hierover aan een volgende kabinet overlaat.
Door het gebruik van de garantieregelingen zoals de BMKB(-c) en KKC daalt het risico
voor de financier op het krediet en daarmee veelal ook (voor met name de alternatieve
financiers) de fundingkosten. Financiers zijn eerder bereid om krediet te verstrekken
wanneer er gebruik wordt gemaakt van een dergelijke regeling. Dit maakt financiering
toegankelijker en goedkoper voor ondernemers. Ik zie dat de garantieregelingen al
goed werk doen, maar er kan meer en beter gebruik van worden gemaakt. Om verbreding
van het financieringsaanbod te ondersteunen blijf ik continu kijken naar het verder
optimaliseren van het gebruik van deze garantieregelingen.
Tot slot helpt Qredits ondernemers met kredieten tot € 250.000 en met coaching. Eerder
heb ik met Qredits gekeken naar het bestendigen van hun financiering, om kleine kredieten
aan ondernemers te kunnen blijven verstrekken. Daartoe heb ik de achtergestelde lening
van EZK verlengd en garanties verstrekt, zodat Qredits gemakkelijker financiering
van derden kon aantrekken. Qredits heeft in de coronacrisis met steun van de overheid
aan veel getroffen ondernemers overbruggingskredieten verstrekt, en blijft dat komende
maanden doen. Tevens zal Qredits de TOA-kredieten gaan verstrekken. De ontwikkelingen
rondom Qredits brengen me ook bij het laatste verzoek van de motie, namelijk het onderzoeken
hoe een mkb-bank past in het mkb-financieringslandschap of doorontwikkeld kan worden.
Zoals gezegd heeft Dialogic deze vraag onder de loep genomen. Ik maak uit het rapport
van Dialogic op dat een mkb-bank het meest ingrijpende middel is, waarvan effectiviteit
niet helder is, voor knelpunten waarvan de omvang niet eenduidig vaststaat. Ook geeft
Dialogic aan dat de knelpunten ook zeker te adresseren zijn door andere beleidsinitiatieven
zoals hierboven reeds opgesomd. Dialogic geeft aan dat een mkb-bank een minder voor
de hand liggende route om kleine kredietverstrekking aan het mkb te verbeteren. Op
dit moment verken ik met Qredits hoe de organisatie verder kan groeien en professionaliseren.
Met deze verkenning wordt mijn inziens zeker een stap in de richting gezet om kleine
kredieten voor nu en in de toekomst beschikbaar te houden voor ondernemers, aansluitend
bij het verzoek om te bezien of een mkb-bank past in het mkb financieringslandschap.
Alles overwegende kan ik concluderen dat de analyses en beleidslijnen uit de beleidsvisie
MKB financieringsmarkt en het MKB actieplan nog relevant en opportuun zijn. De hierboven
genoemde beleidslijnen bouwen hierop voort.
Het volgende kabinet zal dan ook met de huidige inzet en aanvullende mogelijkheden
verdere beleidskeuzes kunnen overwegen die mijns inziens voldoen aan hetgeen de motie
voor ogen heeft, namelijk het verder verbeteren van de financiering aan mkb-ondernemingen
en kleine familiebedrijven.
Tot slot dienen deze beleidskeuzes natuurlijk in het licht te worden bezien van de
huidige financiële situatie (hoge schulden en uitholling van het eigen vermogen),
waarin een deel van de Nederlandse ondernemers zich nu bevindt als gevolg van de contactbeperkende
maatregelen om de coronapandemie te bestrijden. MKB Nederland heeft in haar recent
uitgebrachte Ondernemersagenda aangegeven dat voor herstel een rijker en gevarieerder
financieringslandschap nodig is.15
Pakket aan maatregelen met Invest-NL16
Het hierboven genoemde fonds voor alternatieve financiers is onderdeel van een pakket
aan maatregelen dat het kabinet 30 oktober 2020 samen met Invest-NL heeft aangekondigd.
De overige twee maatregelen zien toe op de ondersteuning van start- en scale-ups en
betreffen het Dutch Future Fund en het Deeptech Fonds.
Het Dutch Future Fund (DFF), met een omvang van € 300 miljoen, is reeds operationeel
en wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert
in andere risicokapitaalfondsen, zodat via die investeringsfondsen de beschikbare
hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven vergroot wordt. Er
is tot op heden in zeven investeringsfondsen geïnvesteerd, die zich alle richten op
innovatieve bedrijven. EZK heeft € 25 miljoen voor dit fonds beschikbaar.
Het Deeptech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve
complexe technologie, mogelijk kan maken. Voor innovatieve ondernemingen die zowel
kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden.
Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet bewezen hebben en waar relatief
grote risico’s aan kleven. Het fonds wordt uitgewerkt als co-investeringsfonds en
als onafhankelijk onderdeel ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds zal
€ 250 miljoen bedragen, waarvan € 175 miljoen door EZK wordt ingebracht en het resterende
deel door Invest-NL. De komende maanden worden de kaders en de criteria van het fonds
nader uitgewerkt met beoogde startdatum in het derde kwartaal van dit jaar.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat