Brief regering : Vrachtwagenheffing
31 305 Mobiliteitsbeleid
Nr. 327
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2021
Bij brief van 29 juni 2020 (Kamerstuk 31 305, nr. 314) heb ik u geïnformeerd over een aantal onderzoeken en de stand van zaken met betrekking
tot de Vrachtwagenheffing.
Zoals in deze brief aangekondigd, stuur ik uw Kamer de uitkomst van twee aanvullende
onderzoeken. Het betreft twee rapporten over de te verwachten effecten van de maatregelen
voor verbetering van de logistieke efficiëntie en over de verkenning naar dynamisch
laden van elektrische vrachtwagens door middel van zogeheten Electric Road Systems.
Beide onderzoeken zijn uitgevoerd in het kader van de «terugsluis»: het inzetten van
de netto-opbrengsten van de Vrachtwagenheffing voor verduurzaming en innovatie van
de vervoerssector. Tevens informeer ik uw Kamer over het vervolg van de Vrachtwagenheffing.
Onderzoek effecten van maatregelen voor logistieke efficiëntie
In het onderzoek naar de effecten van de Vrachtwagenheffing op verkeersveiligheid
dat eerder aan uw Kamer is gezonden, is een theoretische toename van maximaal twee
verkeersdoden berekend door de SWOV. Dit heeft te maken met het mogelijke uitwijkgedrag
van vrachtwagenchauffeurs naar wegen waar geen vrachtwagenheffing geldt. Omdat ik
het essentieel vind om te voorkomen dat deze toename zich daadwerkelijk voordoet,
heb ik zoals in voorgenoemde brief aangekondigd, onderzoek laten doen naar de verwachte
effecten van de maatregelen voor verbetering van de logistieke efficiëntie (Bijlage
1)1. Een toename van de logistieke efficiëntie heeft een reductie van het vrachtvervoer
over de weg als gevolg, wat positieve effecten heeft op de verkeersveiligheid en bijdraagt
aan vermindering van emissies en congestie. Zoals in de brief van juni 2020 gemeld,
heeft de SWOV berekend dat een kilometerreductie van vrachtwagens ter grootte van
circa 2,5% nodig is om het berekende effect op de verkeersveiligheid van de Vrachtwagenheffing
te neutraliseren. Op basis van het onderzoek naar logistieke efficiëntie kan geconcludeerd
worden dat deze reductie gerealiseerd kan worden door de voorgestelde terugsluismaatregelen
op het gebied van de logistieke efficiëntie.
Verkenning Electric Road Systems
In het kader van de transitie naar duurzaam wegtransport is een verkenning uitgevoerd
naar dynamisch laden van elektrische vrachtwagens door middel van zogeheten Electric
Road Systems (ERS) (Bijlage 2)2. ERS is een verzamelnaam voor verschillende technologieën waarbij voertuigen tijdens
het rijden stroom kunnen afnemen vanuit de weginfrastructuur om elektrisch te kunnen
rijden en waarmee de batterijen van deze voertuigen kunnen worden opgeladen. In Duitsland
wordt de technologie momenteel al op kleine schaal in de praktijk beproefd. Er is
onderzocht in hoeverre toepassing van ERS binnen het wegvervoer voor de Nederlandse
situatie een aantrekkelijke optie is om bij te dragen aan het halen van de klimaatdoelstellingen.
Hiertoe zijn diesel- en LNG-voertuigen vergeleken met batterij-elektrische voertuigen
met een brandstofcel, met een omvangrijke batterij, met voeding middels een bovenleiding
en met een diesel-hybride variant hiervan. De conclusie van de studie is dat dynamisch
laden met een bovenleiding potentieel heeft om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen
van Nederland, net als andere duurzame oplossingen voor het wegvervoer, en dat er
op dit moment nog teveel onzekerheden zijn om een voorkeur voor een van de concepten
uit te spreken.
Planning
Zoals u weet, heb ik voor de zomer van 2020 het wetsvoorstel Vrachtwagenheffing voor
advies aangeboden aan de Raad van State. Inmiddels is het Nader Rapport voorbereid
en het wetsvoorstel in lijn daarmee aangepast. Besluitvorming hierover is aan een
volgend kabinet, evenals besluitvorming over het sluiten van een bestuursovereenkomst
terugsluis. Met die bestuursovereenkomst wordt beoogd om, met aan het wetsvoorstel
verbonden, afspraken te maken met de drie sectorpartijen (evofenedex, TLN en VERN)
over het inzetten van de netto-opbrengsten van de Vrachtwagenheffing voor verduurzaming
en innovatie van de vervoerssector.
In de afgelopen jaren is, parallel aan het voorbereiden van het wetsvoorstel, ook
gewerkt aan het voorbereiden van de uitvoering van de Vrachtwagenheffing. Zodra het
wetsvoorstel is aangenomen, kan gestart worden met de realisatie. De werkzaamheden
in de realisatiefase omvatten onder meer het verrichten van aanbestedingen, het bouwen,
integreren en testen van ICT-systemen, het inrichten van de uitvoeringsorganisatie
en ketensamenwerking, het contracteren en accrediteren van dienstaanbieders en het
voorlichten van gebruikers. De terugsluismaatregelen worden parallel aan het heffingstelsel
voorbereid, zodat beide gelijktijdig in werking kunnen treden.
In de realisatiefase zijn twee belangrijke stappen te onderscheiden, te weten de voorbereidingen
voor de aanbestedingen en het aanbestedingstraject tot en met gunning (circa 1,5 tot
2 jaar) en vervolgens de realisatie van systemen en diensten, inclusief testen hiervan
(circa 2 tot 2,5 jaar). Op basis van de huidige inzichten zal de start van de Vrachtwagenheffing
circa vier jaar na afronding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel
kunnen plaatsvinden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat