Brief regering : Diversiteit pensioenfondsbesturen en aanvulling samenvallende diensttijd
32 043 Toekomst pensioenstelsel
Nr. 557
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2021
Diversiteit in de samenstelling van pensioenfondsbesturen is een belangrijk thema.
Gemengde, divers samengestelde besturen kunnen immers tot betere besluiten leiden.1 Diversiteit kan op veel verschillende manieren worden ingevuld. De doelstelling die
de sector zichzelf heeft opgelegd, richt zich op diversiteit naar geslacht en diversiteit
naar leeftijd. Ook uw Kamer vindt diversiteit een belangrijk thema, en heeft daarom
de motie aangenomen van het lid Van Weyenberg (D66) waarin de regering wordt verzocht
met de sector de mogelijkheid te bespreken om te monitoren welke vacatures in pensioenfondsbesturen
vrijkomen en bij te houden hoe vaak die vervuld worden door een vrouw of iemand jonger
dan 40 jaar.2 Met deze brief informeer ik u over de samenstelling van pensioenfondsbesturen in
2019 en de ontwikkelingen daarbinnen. Daarnaast ga ik in deze brief in op mijn toezegging
aan uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling van mijn ministerie op 19 november jl.
over de signalen die u heeft ontvangen over de uitvoering van de aanvulling samenvallende
diensttijd door het pensioenfonds ABP.
Diversiteit in de samenstelling van pensioenfondsbesturen
Het realiseren van meer diversiteit in de samenstelling van pensioenfondsbesturen
vergt de inzet van alle partijen die betrokken zijn bij de benoeming van pensioenfondsbestuurders.
In 2018 hebben de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid een plan van aanpak
opgesteld om diversiteit binnen pensioenfondsbesturen te bevorderen en te implementeren.
Met deze brief informeer ik u, op basis van het nalevingsonderzoek van de Monitoringscommissie
Code Pensioenfondsen, over de cijfers over 2019.3
Samenstelling pensioenfondsbesturen
Uit de Nalevingsrapportage Monitoringscommissie over 2019 blijkt dat het aantal jongeren
en het aantal vrouwen in pensioenfondsbesturen opnieuw is gestegen (tabel 1). Daarnaast
heeft de Pensioenfederatie onderzocht welk percentage deelnemers wordt bestuurd door
een divers samengesteld pensioenfondsbestuur (tabel 2). Desalniettemin blijven de
cijfers achter bij de doelstelling die de sector zichzelf heeft gesteld in de Code
Pensioenfondsen: ten minste één vrouw en één man, en ten minste één persoon jonger
dan 40 jaar en één persoon ouder dan 40 jaar in elk pensioenfondsbestuur.
In de periode 2014–2019 is het percentage pensioenfondsbesturen dat aan deze norm
voldoet, toegenomen van 26% naar 38%. Indien niet aan de norm wordt voldaan, dient
dit in het jaarverslag te worden toegelicht («pas-toe-of-leg-uit-beginsel»). 53% van
de pensioenfondsen die (nog) niet aan de norm voldoen, beschrijven de manier waarop
is gewaarborgd dat ondanks afwijken toch het achterliggende doel wordt gediend. Bij
30% van de pensioenfondsen wordt daarbij aangeven op welke termijn naar verwachting
aan de norm wordt voldaan.
Tabel 1. Samenstelling pensioenfondsbesturen (2019)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Vrouw(en) in bestuur
53%
58%
59%
64%
72%
74%
Jongere(n) in bestuur
27%
27%
38%
38%
45%
46%
Vrouw(en) en jongere(n) in bestuur
26%
*
*
*
*
38%
Geen vrouw en geen jongere in bestuur
38%
33%
30%
28%
19%
17%
* Er is niet bepaald in hoeveel pensioenfondsbesturen zowel een vrouw als een jongere
zitting neemt.
Tabel 2. Aantal deelnemers dat wordt bestuurd door een divers samengesteld pensioenfondsbestuur
(2019)
2019
Vrouw(en) in bestuur
98%
Jongere(n) in bestuur
59%
Vrouw(en) en jongere(n) in bestuur
58%
Geen vrouw en geen jongere in bestuur
1%
Om diversiteit in pensioenfondsbesturen te bevorderen, stelt het bestuur een stappenplan
op. Vooral het aannemen en behouden van een jongere (<40 jaar) in het bestuur vormt
een uitdaging, mede vanwege de hoge geschiktheidseisen. Om hier invulling aan te geven,
zijn er diverse initiatieven genomen. In 2019 hebben bijvoorbeeld 21 pensioenfondsen
(een plek voor) een jonge trainee/aspirant bestuurslid. Bijkomend knelpunt is dat
jongeren met de jaren steeds ouder worden, waardoor zij niet meer tot de categorie
«jongeren» behoren. In 2019 hebben 15 pensioenfondsbestuurders de leeftijd van 40
jaar bereikt. Aangezien de gemiddelde leeftijd van pensioenfondsbestuurders hoger
ligt, is er wel sprake van een verjonging van het pensioenfondsbestuur. De Pensioenfederatie
onderzoekt of het wenselijk is om de «verjonging» van het bestuur inzichtelijk te
maken, zodat ook deze positieve ontwikkeling zichtbaar wordt gemaakt.
Vacaturevervulling
In 2019 zijn er in 137 pensioenfondsen bestuurders benoemd. Van deze pensioenfondsen
voldeden er 49 al aan de diversiteitsnorm. Pensioenfondsen die al divers zijn, spannen
zich in om aan de diversiteitsnorm te blijven voldoen. Van de 88 pensioenfondsen die
nog niet divers waren samengesteld, hebben 16 pensioenfondsen één of meerdere bestuurders
benoemd waarmee de samenstelling na die benoeming(en) volledig aan de diversiteitnorm
voldoet
(tabel 3). In 2019 had de diversiteit binnen pensioenfondsbesturen met nieuwe benoemingen
sneller kunnen stijgen dan is gebeurd. Met de benoemingen in 72 pensioenfondsbesturen
die nog niet volledige divers waren samengesteld, is immers nog niet aan de norm voldaan.
Tabel 3. Benoemingen in niet-divers samengestelde besturen (2019)
Aantal pensioenfondsen met benoemingen (percentage) in 2019
Benoemingen van vrouwen in besturen zonder vrouw
2 van de 15 fondsen hebben een vrouw benoemd (13%)
Benoemingen van jongeren in besturen zonder jongere
10 van de 50 fondsen hebben een jongere (< 40 jaar) benoemd (20%)
Benoemingen binnen besturen zonder vrouw en zonder jongere
4 van de 23 fondsen hebben minimaal 1 jongere vrouw (< 40 jaar) benoemd (17%)
2 van de 23 fondsen hebben minimaal 1 oudere vrouw (> 40 jaar) benoemd (9%)
17 van de 23 fondsen hebben minimaal 1 oudere man (> 40 jaar) benoemd (74%)
Overigens is vermeldenswaardig dat naast pensioenfondsbesturen die niet (geheel) aan
de norm voldoen, er ook pensioenfondsen zijn die meer vrouwen en/of jongeren in het
bestuur hebben. Voor zover bekend zijn er in ieder geval 24 pensioenfondsbesturen
die meerdere vrouwen in het bestuur hebben.
Initiatieven om diversiteit te bevorderen
Het bevorderen van diversiteit kost tijd en inzet van alle betrokken partijen.4 Nu inzichtelijk is gemaakt welke pensioenfondsen niet voldoen aan de normen uit de
Code Pensioenfondsen, gaat de Pensioenfederatie dit jaar gericht het gesprek aan met
deze pensioenfondsen. Wat is de reden dat een pensioenfonds niet voldoet? En hoe kunnen
de betreffende pensioenfondsen het best gefaciliteerd worden bij het bevorderen (en
behouden) van diversiteit in de pensioenfondsorganen, waaronder pensioenfondsbesturen?
Daarnaast ondersteunt de Pensioenfederatie de pensioensector om diversiteit in pensioenfondsorganen
te bevorderen. Zo worden er verschillende publicaties en goede voorbeelden beschikbaar
gesteld en wordt het PensioenLab gefaciliteerd. Het PensioenLab is een initiatief
van VCP Young Professionals, FNV Jong en CNV Jongeren om jongeren te interesseren
en op te leiden tot pensioenfondsbestuurder. Daarnaast krijgen jongeren een mentor
uit de pensioensector toegewezen en krijgen zij een stageplek/traineeship om de verbinding
te maken met de praktijk. Daarnaast biedt PensioenLab de fondsen praktische ondersteuning
aan met tips en tricks. Tot slot worden steeds meer jongeren en/of vrouwen opgenomen
in een bestuurderspool, zodat zij in toenemende mate een positie als pensioenfondsbestuurder
kunnen innemen.
Kortom; de diversiteit in de samenstelling van pensioenfondsbesturen neemt toe en
in de sector lopen verschillende initiatieven om diversiteit te bevorderen. Het blijft
echter van belang dat alle partijen die bij de benoeming van pensioenfondsbestuurders
betrokken zijn zich blijven inzetten om de diversiteit binnen het pensioenfonds bestuur
te vergroten.
Samenvallende diensttijd bij het ABP
Mensen die vóór 1 januari 1995 pensioen opbouwde bij het ABP en waarvan de partner
gelijktijdig bij ABP of ergens ander pensioen opbouwde, hebben mogelijk recht op de
aanvulling «samenvallende diensttijd». Naar aanleiding van signalen van deelnemers
over de afhandeltermijn van hun verzoek en daarmee de tijd die verstreken gaat voordat
tot uitbetaling wordt overgegaan, heb ik toegezegd om dit punt onder de aandacht te
brengen van het APB-bestuur. Het ABP-bestuur heeft kennisgenomen van het signaal.
Afgesproken is dat het ABP-bestuur het ministerie op de hoogte houdt van de afwikkeling
van dit dossier.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid