Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2299 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart
2021. Uw Kamer wordt met deze geannoteerde agenda tevens geïnformeerd over de voortgang
van de uitvoering van de nader gewijzigde motie van het lid Omtzigt c.s. over het
organiseren van de Summit of Democracy (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2236).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 22 MAART 2021
Introductie
Op maandag 22 maart vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats. Vooralsnog wordt
uitgegaan van een fysieke bijeenkomst. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens
om deel te nemen. Naar verwachting zullen de ministers onder Current Affairs stilstaan bij de onderwerpen Rusland, Venezuela, de Westelijke Balkan en Georgië.
Als volle agendapunten staan op de agenda Turkije, een informele gedachtewisseling
met de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten en het Zuidelijk Nabuurschap.
Uw Kamer wordt met deze geannoteerde agenda tevens geïnformeerd over de voortgang
van de uitvoering van de nader gewijzigde motie van het lid Omtzigt c.s. over het
organiseren van de Summit of Democracy (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2236).
Current Affairs
Rusland
In voorbereiding op de bespreking op de Europese Raad van 25 en 26 maart, zal tijdens
de RBZ ook worden gesproken over de relatie tussen de EU en Rusland. Zoals reeds gemeld
aan uw Kamer, stond de relatie met Rusland ook geagendeerd tijdens de RBZ van 22 februari
jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2295). In reactie op de veroordeling van Alexei Navalny en het gewelddadige optreden tegen
demonstraten zijn op 2 maart jl. gerichte sancties aangenomen tegen vier betrokken
personen, nadat de Raad hierover op 22 februari een akkoord had bereikt. Het kabinet
blijft zeer bezorgd over het assertieve internationale optreden van Rusland en de
grote druk op fundamentele vrijheden in het land. Daarom benadrukt het kabinet dat
de EU druk op Rusland uit moet blijven oefenen. Tegelijkertijd zal de deur voor samenwerking
open moet blijven op onderwerpen van belang voor de EU, zoals wapenbeheersing en klimaat.
Uw Kamer zal in de geannoteerde agenda voor de Europese Raad nader worden geïnformeerd
over de kabinetsinzet met betrekking tot de Europese Raad bespreking over Rusland.
Venezuela
Nadat de Raad op 22 februari jl. nieuwe sancties instelde tegen negentien personen
vanwege grove mensenrechtenschendingen en ondermijning van de democratie, reageerde
het Maduro-regime door het hoofd van de EU-delegatie persona non grata te verklaren. De EU heeft daarop het besluit genomen om de ambassadeur van het Maduro-regime
bij de EU tevens persona non grata te verklaren. De International Contact Group heeft met een verklaring1 laten weten dat het regime zich op deze manier verder isoleert van de internationale
gemeenschap en dat onderhandelingen tussen het regime en de oppositie noodzakelijk
blijven om de crisis in Venezuela op te lossen. Het kabinet vindt dat de Hoge Vertegenwoordiger,
ondanks de opgelopen spanningen met het Maduro-regime, zich in moet blijven zetten
om tot geloofwaardige onderhandelingen te komen en nauw op te trekken met de VS, Canada
en Latijns Amerikaanse partners.
Westelijke Balkan
Naar verwachting zal de Raad spreken over het belang van regionale verzoening in de
Westelijke Balkan, de EU-samenwerking met de regio, en de noodzaak van voortgaande
hervormingen. De Hoge Vertegenwoordiger zal daarbij mogelijk terugkoppeling geven
van recente gesprekken die de EU Speciaal Vertegenwoordiger Lajcak heeft gevoerd in
Servië en Kosovo teneinde voortgang te boeken bij de dialoog tussen beide landen.
Mogelijk zal tenslotte worden ingegaan op de impact op de volksgezondheid en de economische
gevolgen van de COVID-19 pandemie voor de landen van de Westelijke Balkan.
Het kabinet acht het wenselijk dat de internationale gemeenschap actief betrokken
blijft bij regionale verzoening in de Westelijke Balkan, waarbij de EU een centrale
rol vervult. Het kabinet is daarbij voorstander van samenwerking en afstemming tussen
de EU en de VS, mede vanwege de historische betrokkenheid van de VS bij de regio.
Ten aanzien van de Kosovo-Servië dialoog blijft het kabinet benadrukken dat in het
verleden gemaakte afspraken uitgevoerd dienen te worden. Het kabinet hecht belang
aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het terrein van de rechtsstaat,
connectiviteit, veiligheid en klimaat. Voortdurende aandacht voor hervorming van de
rechtsstaat, alsmede de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie, is daarbij
essentieel. Daarnaast steunt het kabinet de EU-coördinatie voor hulp bij de bestrijding
van de negatieve effecten van de COVID-19-pandemie.
Georgië
De Raad zal spreken over de recente ontwikkelingen in Georgië, en in het bijzonder
over de politieke crisis waar Georgië zich sinds de parlementaire verkiezingen in
oktober 2020 in bevindt. Deze crisis verergerde na de recente ontslagname door premier
Gakharia en de daaropvolgende arrestatie van oppositieleider Melia. De huidige gepolariseerde
politieke situatie baart zorgen. Ook de hervormingen van het justitieel systeem en
het kiesstelsel laten te wensen over. De EU volgt de ontwikkelingen in Georgië nauwgezet.
Begin maart bracht de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel een bezoek aan
Georgië. Hij riep daar alle partijen nogmaals nadrukkelijk op tot het vinden van een
uitweg uit de politieke crisis. Nederland steunt de inzet van de EU, en roept alle
partijen op tot kalmte en de-escalatie. Voorts zal de EU zijn steun benadrukken voor
de territoriale integriteit en soevereiniteit van Georgië.
Turkije
De Raad zal spreken over de EU-Turkije relatie in aanloop naar de Europese Raad van
25 en 26 maart. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken in januari verwelkomde de Hoge
Vertegenwoordiger de recente positieve stappen van Turkije, zoals het terugtrekken
van boor- en exploratieschepen, maar onderstreepte daarbij ook de noodzaak om deze
veranderingen te consolideren. Hierbij benadrukte de Hoge Vertegenwoordiger het belang
van een voortdurende constructieve rol van Turkije in de regio en dat Turkije zich
inzet ten aanzien van hervormingen van de rechtsstaat en mensenrechten. Het kabinet
blijft bezorgd over de rechtsstaat en mensenrechten in Turkije. De conclusies van
de Europese Raad van 10 en 11 december 2020, inclusief met betrekking tot aanvullende
sancties, zijn nog van toepassing.
Informele uitwisseling met de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten
De Raad ontvangt de Hoge Commissaris voor Mensenrechten, Michelle Bachelet, om te
spreken over de uitkomsten van de 46e zitting van de VN-Mensenrechtenraad in nieuwe samenstelling en in het kader van de
vernieuwde betrokkenheid van de Verenigde Staten. Het kabinet acht de rol van de Mensenrechtenraad
van groot belang in het tegengaan van straffeloosheid, zoals bijvoorbeeld voor Syrië,
Myanmar en Jemen. Het kabinet is bezorgd over de invloed van China op het mensenrechtendiscours.
Voor het kabinet komt het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad met verantwoordelijkheden.
Het kabinet acht voorts adequate financiering van de bevordering van mensenrechten
van belang.
Zuidelijk Nabuurschap
De Raad zal wederom spreken over de EU-relatie met het Zuidelijk Nabuurschap, naar
aanleiding van de op 9 februari j.l. verschenen gezamenlijke mededeling over een hernieuwd
partnerschap met deze regio. Onder andere met het oog op de aanname van Raadsconclusies
beoogt de Raad met deze discussie verdere uitwerking te geven aan de mededeling, waarvan
de Kabinetsappreciatie uw Kamer tegemoet ging op 12 februari in de geannoteerde agenda
van de RBZ van 22 februari j.l. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2267). Het kabinet hecht in dit kader onverminderd belang aan respect voor gedeelde kernwaarden
en de behartiging van Europese kernbelangen, waaronder versterkte migratiesamenwerking,
inclusief op terugkeer en overname.
Overig
Voortgang motie Omtzigt c.s. over organiseren Summit of Democracy
Zoals reeds aangegeven in de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden van
Helvert en Omtzigt (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1362) en in het verslag van het schriftelijke overleg over de Raad Algemene Zaken en RBZ
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2271) heeft het kabinet actief opvolging gegeven aan de nader gewijzigde motie van het
lid Omtzigt c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2236). Sinds de inauguratie van President Biden is het Nederlandse aanbod om bij te dragen
aan de Summit for Democracy, inclus ief het aanbod om op te treden als gastland voor deze Top, meerdere malen
onder de aandacht gebracht van de Amerikaanse autoriteiten. In mijn kennismakingsgesprek
met Secretary of State Blinken op 26 februari heb ik deze Nederlandse interesse eveneens kenbaar gemaakt.
De VS hebben aangegeven, ook bij monde van Secretary of State Blinken, dat het initiatief momenteel nog wordt ontwikkeld door de VS zelf en dat
men het Nederlandse aanbod waardeert en er spoedig op hoopt terug te kunnen komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.