Brief regering : Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB)
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 489
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET
ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 februari 2021
Inleiding
Iedereen onderkent het belang van goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (hierna
LOB): hierdoor leren jongeren zich voor te bereiden op hun toekomst en zelf loopbaankeuzes
te maken. Daartoe is het essentieel dat jongeren inzicht krijgen in zichzelf en passende
studie- en beroepsmogelijkheden. De competenties die hiervoor nodig zijn worden dikwijls
beschreven aan de hand van de 5 loopbaancompetenties:1
1. Kwaliteitenreflectie: wat kan ik, welke kwaliteiten heb ik?
2. Motievenreflectie: wie ben ik, wat wil ik, wat drijft mij?
3. Werkexploratie: welk soort werk past bij mij/welke opleidingen?
4. Loopbaansturing: planning/hoe bereik ik mijn doelen?
5. Netwerken: wie kan me daarbij helpen?
De coronacrisis heeft sinds maart 2020 een grote impact op de samenleving en ook op
het onderwijs. Een gevolg van de situatie en de daaruit voortvloeiende maatregelen
is onder andere, dat de stagemogelijkheden en praktijklessen van veel leerlingen en
studenten zijn ingeperkt. Ook oriënteren leerlingen en studenten zich in moeilijke
omstandigheden op het kiezen van een vervolgopleiding of een stap naar de arbeidsmarkt,
waar de perspectieven als recent afgestudeerde in sommige sectoren drastisch zijn
veranderd. Juist in deze bijzondere tijden zien wij dat alle sectoren van het onderwijs
de schouders eronder zetten, veel inzet leveren en elkaar opzoeken om het onderwijs
zo goed mogelijk door te laten gaan binnen de beperkingen van de coronamaatregelen.
Wij hebben hiervoor veel waardering.
Samen met de sectorraden, jongerenorganisaties en het onderwijsveld hebben we de afgelopen
jaren belangrijke stappen gezet in verdere verbetering van LOB en soepele overgang
naar vervolgonderwijs en arbeidsmarkt. Conform eerdere toezeggingen2 schetsen wij de belangrijkste ontwikkelingen in dit kader en waar, onder andere op
basis van de resultaten van de LOB-monitor 20203, nog ruimte is voor verbetering en welke acties er zijn en worden gezet om hier invulling
aan te geven. De komende jaren wordt verder gewerkt aan een stevige verankering van
LOB in de verschillende onderwijssectoren door de inbedding van LOB in het curriculum,
professionalisering, het verbeteren van overgangen en het versterken van de arbeidsmarktvoorlichting
en gelijke kansen.
Wat hebben we bereikt?
Op 30 november 20174 hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de Kwaliteitsagenda LOB voor het voortgezet
onderwijs (vo), de Ambitieagenda LOB voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en
nieuwe afspraken t.b.v.de studiekeuzeactiviteiten in het hoger onderwijs (ho). Aanleiding
was de oproep van jongeren en decanen tot versterking van de loopbaanbegeleiding (10
punten plan) opgenomen in motie van het lid Duisenberg c.s.5. In dat jaar hebben de VO-raad en de MBO Raad een bovensectoraal Expertisepunt LOB
ingericht ter ondersteuning van LOB in de vo-scholen en mbo-scholen. Er is veel in
beweging gebracht, de onderwijspraktijk wordt deskundig ondersteund door het Expertisepunt
LOB met een website, materialen en instrumenten, onlinemodules en de scholen maken
goed gebruik van kennisdeling en ondersteuning en advies van 18 regio-contactpersonen.
Daarbij heeft het Ministerie van OCW in 2019 de subsidie van het Expertisepunt LOB
verlengd t/m juni 2022 én een extra financiële impuls gegeven voor verbetering van
de overgang van vo-leerlingen en mbo-studenten naar het hbo. Sindsdien is ook de Vereniging
Hogescholen aangesloten bij het Expertisepunt LOB.
De conclusies van de 2e meting van de LOB-monitor6 laten een positief beeld zien van LOB. Het thema leeft in het onderwijsveld terwijl
dit onderwerp voorheen een van de uitdagingen was. Scholen bieden veel en diverse
LOB-activiteiten aan en proberen maatwerk te bieden. In het vmbo vaker als apart vak,
in havo/vwo en mbo vooral in mentor- en studieloopbaangesprekken. Bij een meerderheid
van scholen in het vo en mbo is beleid op LOB uitgewerkt en aandacht voor professionalisering.
Uit de LAKS-monitor7 komt naar voren dat de meeste jongeren in het vo, maar niet alle, positieve ervaringen
met LOB hebben en het als een waardevol onderdeel van hun opleiding zien. Belangrijke
elementen voor hen zijn maatwerk, levendig houden door praktijkervaringen en herkenbare
en meer samenhangende LOB. Uit het onderzoek van Young Works onder (vo, mbo, hbo)
jongeren komt een soortgelijk beeld naar voren.8 De JOB-monitor9 inclusief JOB-tour laten zien dat mbo-studenten behoefte hebben aan betere begeleiding
bij de keuze voor verder leren of werken en belang hechten aan informatie over wat
mogelijk is na het mbo en de kans op werk.
Prioriteiten voor de verdere verbetering van LOB
De partners van de kwaliteitsagenda LOB VO, het LAKS, de VvSL, NVS-NVL en de VO-raad,
hebben gezamenlijk geconcludeerd dat er in de afgelopen jaren flinke vooruitgang is
geboekt in de verankering van LOB in het vo, maar dat er ook scholen zijn die nog
stappen te zetten hebben op dit gebied. Er is daarom afgesproken om de kwaliteitsagenda
LOB VO te verlengen, in elk geval tot en met 2022. Om scholen te ondersteunen, wordt
de kwaliteitsagenda aangevuld met enkele concrete instrumenten.
Over de ambitieagenda LOB mbo zijn de MBO Raad en JOB nog in gesprek. Eerder is al
gesproken over meer aandacht voor maatwerk coaching, voor alumni-verhalen en voor
informatie over vervolgopleidingen en arbeidsmarkt.
Wij zullen uw Kamer over de agenda’s op een later moment informeren.
Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren, zien we dat er veel goed gaat.
Zoals gezegd zijn er ook nog een aantal aandachtspunten. Samen met het onderwijsveld
willen we de komende jaren met name nog sterker inzetten op onderstaande thema’s:
1. LOB in het curriculum, professionalisering en borging
2. Bijdragen aan het verder verbeteren van de overgangen
3. Versterken van de arbeidsmarktvoorlichting en gelijke kansen op de arbeidsmarkt.
1. LOB in het curriculum, professionalisering en borging
Ons doel is om LOB een duidelijke en herkenbare plek in het curriculum10 van het vo te geven. Daarmee worden docenten en ander onderwijspersoneel beter in
staat gesteld om hier op een aantrekkelijke manier invulling aan te geven.
Voor het vo is het positief dat uit de monitor LOB naar voren komt dat vrijwel alle
scholen LOB-activiteiten aanbieden. Dat dit nog niet op alle scholen op een samenhangende
manier wordt ervaren door de leerlingen, komt onder andere doordat LOB niet als een
zichtbaar en herkenbaar vak op het rooster staat, maar in de vorm van geïntegreerde
activiteiten of onder een andere naam wordt aangeboden.11 In het vmbo maakt LOB deel uit van de examenprogramma’s en het ontwikkelt zich steeds
meer tot een natuurlijk onderdeel van de beroepsgerichte leerwegen. Ook het praktijkgerichte
programma dat momenteel voor de nieuwe leerweg in het vmbo wordt ontwikkeld, bevat
een stevige LOB component. In de examenprogramma’s van het havo en vwo komt LOB momenteel
nog beperkt en weinig richtinggevend terug. We zien echter wel dat havo-scholen initiatieven
ontplooien op het gebied van LOB. Zo is een groep havo-scholen bezig met de ontwikkeling
van een praktijkgericht havo-vak.12 Verder is het voornemen om een praktijkgericht programma te ontwikkelen voor het
havo.13
Zoals aangekondigd in eerdere Kamerbrieven14
15 krijgt LOB een nadrukkelijke en samenhangende plek in het bijgestelde curriculum
van álle schoolsoorten en leerwegen in het vo. In de werkopdracht aan SLO wordt dit
nader geconcretiseerd. Deze werkopdracht- en de voorgestelde plek van LOB in het curriculum-
wordt ook getoetst door de wetenschappelijke curriculumcommissie. Bij het ontwikkelwerk
krijgen loopbaanbegeleiders (LOB’ers) – waaronder het Expertisepunt LOB en de decanenverenigingen
NVS/NVL en de VvSL – een nadrukkelijke rol.
In het mbo worden vanaf het eerste leerjaar diverse LOB-activiteiten en -begeleiding
aangeboden. Het Expertisepunt zal samen met experts op zoek gaan naar kenmerken en
goede voorbeelden van LOB in het onderwijsprogramma en LOB ter voorbereiding op vervolgkeuze
en/of werk in het laatste studiejaar van het mbo. Ook zullen goede voorbeelden van
mbo-scholen die een herkenbaar studieloopbaancentrum hebben ingericht actief gedeeld
gaan worden.
Het Expertisepunt LOB gaat daarnaast in 2021 en 2022 onverkort door met de bestaande
ondersteuning van vo-, mbo- en hogescholen. Dit doet het Expertisepunt onder andere
met webinars, ontwikkeling van online modules, een vernieuwde website met een LOB-onderzoeksbank
en nieuwe praktijkvoorbeelden.
Op verzoek van OCW heeft Euroguidance een breed gedragen «Raamwerk voor Loopbaanbegeleiding
voor jongeren» ontwikkeld, samen met het onderwijsveld, arbeidsmarkt en experts.16 Dit raamwerk benoemt rollen en gewenste deskundigheid van de verschillende soorten
loopbaanbegeleiders in het onderwijs (docenten, mentoren, studieloopbaanbegeleiders,
decanen, coördinatoren en andere loopbaanspecialisten). Het raamwerk wordt enerzijds
gebruikt door het Expertisepunt LOB als leidraad bij de professionalisering in combinatie
met een overzicht van opleidingen en trainingen voor LOB’ers. Anderzijds kan dit raamwerk
een nuttig instrument zijn voor vo-scholen en mbo-scholen voor de deskundigheidsbevordering
van LOB’ers.
In dialoog met onderwijsveld en experts wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn
om de verschillende soorten LOB’ers beter toe te rusten en welke rol de lerarenopleidingen
daarbij kunnen spelen.
Voorts heeft het JOB een «checklist lob»17opgesteld voor de studentenraden zodat zij actief mee kunnen denken over kwaliteitsverbetering
van LOB. Verder is een bijzondere Leerstoel «Leeromgeving en loopbaanleren» ingericht
met hulp van sponsoren voor wetenschappelijke verdieping.18
2. Bijdragen aan het verder verbeteren van de overgangen
Met LOB wordt bijgedragen aan het verder verbeteren van de overgangen tussen de verschillende
onderwijssectoren. Leerlingen en studenten kunnen door goede LOB bewuster keuzes maken,
wat uitval, switch en studievertraging kan voorkomen. Beschikbare informatie ontsluiten
voor de jongeren, ouders en anderen die betrokken zijn bij hun keuzeproces is daarbij
belangrijk.
De invoering van Sterk Beroepsonderwijs19 versterkt een doorlopende LOB leerlijn, de regionale samenwerking tussen scholen
op LOB is geïntensiveerd en de KiesMBO portal wordt al goed gebruikt volgens SBB.
Handreikingen voor betere doorstroom vo-mbo-hbo zijn ontwikkeld door het Expertisepunt
LOB alsook een gespreksstarter om doorstroomcijfers en kwalitatieve informatie onderdeel
te laten zijn van evaluatie van LOB-beleid. Ook ander ontwikkeld instrumentarium wordt
in kennisdelingsbijeenkomsten breed gedeeld. Zoals toegezegd in het wetgevingsoverleg
Sterk beroepsonderwijs loopt een verdiepende analyse op oriënterende programma’s in
het mbo. Hiervoor zijn reeds meerdere gesprekken met de betreffende scholen aangegaan.
De analyse zal in het voorjaar worden aangeboden.20
Het hoger onderwijs biedt (vaak in samenwerking met het vo en mbo) een uitgebreid
aanbod van studiekeuzeactiviteiten (inclusief studiekeuze-check) aan. Veel ho-instellingen
zetten in op een eerste 100 dagenbeleid om de overgang naar de hogeschool of universiteit
te versoepelen.
Uit de extra financiële impuls voor het Expertisepunt LOB is daarnaast eind 2020 gestart
met twee pilots met hbo-scholen die een verbeterslag willen maken in de samenwerking
met de aanleverende scholen door inzet van alumni in de voorbereiding van aankomende
studenten en de eerste 100 dagen. Daarbij wordt ook verkend hoe doorstroomkeuzedelen
beter in te bedden in een doorlopend LOB-programma.
In de beleidsreactie n.a.v. de Beleidsmonitor ho21 zijn een aantal maatregelen genoemd ter verbetering van de overgangen, waaronder
extra middelen voor regionale samenwerking vo-mbo-ho scholen, de studentlabs en het
convenant doorstroom mbo-hbo. Een vervolgonderzoek wordt gedaan naar de minimale cijfers
en hoofdoorzaken van de voortijdige schooluitval en switch.22
3. Versterken van de arbeidsmarktvoorlichting en gelijke kansen op de arbeidsmarkt
Nog steeds kiest een aanzienlijk deel van vooral niet-westerse jongeren voor een beroep
dat over een tijd minder kansrijk is geworden.23 Het is van belang dat de jongeren goed worden voorgelicht over arbeidsmarktkansen,
ook rekening houdend met de gevolgen van de crisis, voor zover daar inzicht in is.
Dat is in deze tijd een extra uitdaging.
In de motie van het lid Kuik c.s. is gevraagd om het arbeidsmarktperspectief meer
mee te nemen in de arbeidsmarktvoorlichting aan aankomende studenten en hun ouders
(Kamerstuk 31 524, nr. 454). Zoals aangegeven in mijn brief 15-12-202024 is hier samen met het Expertisepunt LOB en vele andere partnerorganisaties uitvoering
aan gegeven.
Inmiddels is een webpagina en een wegwijzer «Arbeidsmarktinformatie en LOB» op de
website van het Expertisepunt LOB beschikbaar en worden een onlinemodule en werkopdrachten
«werkexploratie» ontwikkeld.
Sinds november 2018 bestaat de portal KiesMBO (SBB) met onafhankelijke studie- en
beroepskeuzeinformatie over het mbo. De portal biedt een realistisch en objectief
beeld van de arbeidsmarkt na het behalen van een mbo-diploma. Het bevat filmpjes over
branches en beroepen, geeft een beeld van de functie-eisen, salarissen alsook kans
op stage en werk. In 2021 wordt verder gewerkt aan verankering van KiesMBO in LOB
in het vmbo en mbo.
Studiekeuze123 verstrekt voor het ho informatie over de arbeidsmarkt en werkt aan
verbetering daarvan en afstemming op de studiekiezer.
Niet alle studenten ervaren gelijke kansen in de zoektocht naar een stage of (eerste)
baan. LOB kan kansengelijkheid versterken door studenten te ondersteunen bij de ontwikkeling
van de vijf loopbaancompetenties en betere studiekeuze- en arbeidsmarktvoorlichting.
Het project LOB-Gelijke kansen omvatte een pilot bij 15 mbo-scholen met focus op LOB
(vooral werkexploratie en leren netwerken), oriënterende bedrijfsbezoeken en het overbruggen
van negatieve beeldvorming bij studenten en docenten. De resultaten van dit project
krijgen nu een plek bij het recent gestarte Kennispunt Gelijke kansen, Diversiteit
en Inclusie (GKDI)25, dat met subsidie van het Ministerie van OCW en SZW door de MBO Raad wordt uitgevoerd.
Het Kennispunt GKDI zal mbo-scholen onder andere ondersteunen bij het bevorderen van
gelijke kansen op een stage of eerste baan voor mbo-studenten met een migratieachtergrond
en/of lage sociaaleconomische status. Tevens loopt een meerjarig onderzoekstraject
«gelijke kansen naar de toekomst» naar evidence based interventies voor meer kansrijke
studiekeuzes, betere overgang onderwijs-arbeidsmarkt en tegengaan van stagediscriminatie.26
Onderdeel van het aanvullend sociaal pakket dat het kabinet op 28 augustus 2020 heeft
aangekondigd, is de aanpak jeugdwerkloosheid. Deze aanpak heeft tot doel om schoolverlaters,
die door de crisis relatief hard geraakt worden, te ondersteunen naar vervolgonderwijs
of werk. Deze middelen zijn via een subsidieregeling beschikbaar gesteld.27 Mbo-scholen kunnen deze middelen onder andere inzetten om hun LOB-activiteiten te
intensiveren of aan te vullen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het kleinschaliger
maken van LOB-lessen, het aansluiten bij bestaande vormen van coaching, of het helpen
bij matching op werk of stage. Op verzoek van scholen zullen het Expertisepunt LOB
alsook het Kennispunt GKDI ondersteuning bieden.
Tot slot
Er zijn stevige stappen vooruit gezet met LOB en het belang ervan staat goed op ieders
netvlies. Het Expertisepunt LOB zal in ieder geval tot juli 2022 de scholen actief
ondersteunen. Met de genomen acties is ons perspectief dat LOB steeds meer een integraal
onderdeel wordt van wat er op de scholen gebeurt. Dit doen we door LOB sterker te
verankeren in het curriculum, door professionalisering en borging van deskundige LOB
en structurele verankering van de portal KiesMBO. Daarbij blijft LOB onderdeel van
de basiskwaliteit en het daarbij behorende toezicht door de Inspectie van het Onderwijs
in po, vo en mbo.
De betrokkenheid van docenten en loopbaanbegeleiders is groot, ook om tot verbeteringen
te komen. Er is ambitie om goed en creatief in te spelen op de gevolgen van de coronacrisis
en het bieden van persoonlijke loopbaanbegeleiding, juist nu dit zo’n moeilijke tijd
is voor veel leerlingen en studenten. Wij hebben veel waardering voor alles wat er
in dit kader wordt gedaan op de scholen en instellingen. Het kabinet ondersteunt het
onderwijs met een Nationaal Programma Onderwijs om de gevolgen van corona voor het
onderwijs ook voor de langere termijn op te vangen. Uw Kamer is hierover per brief
van 17 februari jongstleden geïnformeerd. 28
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media