Brief regering : Toegang mondzorg en fysio voor mensen met schuldenproblematiek
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1093
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2021
In het AO medisch zorglandschap van 14 januari 2021 heb ik toegezegd om, samen met
de toenmalige Staatssecretaris van SZW, te kijken naar oplossingen voor mensen die
door schulden bij een zorgverzekeraar hun toegang tot de aanvullende verzekering verliezen.
Ook heeft uw Kamer bij motie1 de regering verzocht te onderzoeken hoe wet- en regelgeving aangepast kunnen worden,
zodat mensen in de schuldhulpverlening niet direct hun aanvullende verzekering verliezen.
Hierbij gaat het om de toegang tot de fysiotherapeut en de tandarts.
Vergoeding mondzorg en fysiotherapie
Tandheelkundige zorg voor verzekerden van 18 jaar of ouder maakt, met uitzondering
van de zogenaamde bijzondere tandheelkunde en het volledige kunstgebit, geen deel
uit van het basispakket van de Zvw.2 Mondzorg en fysio- en oefentherapie worden deels vergoed vanuit de basisverzekering.
Fysio- en oefentherapie wordt vergoed als de aandoening van de cliënt voorkomt op
de zogenaamde «chronische lijst», zoals geformuleerd in bijlage 1 van het Besluit
zorgverzekering. Bij deze aandoeningen betaalt de verzekerde de eerste twintig behandelingen
zelf. Voor de overige vormen van mondzorg en fysio- en oefentherapie is gekozen om
deze geen onderdeel te laten zijn van de basisverzekering. De gedachte hierbij is
dat het deels gaat om voorzienbare kosten, volwassenen deze kosten over het algemeen
zelf kunnen dragen en dat zij, voor wat betreft het gebit, een eigen verantwoordelijkheid
hebben voor de verzorging daarvan. Daarnaast bestaat over de effectiviteit van de
behandeling met fysio- of oefentherapie (nog) te weinig duidelijkheid3. Verzekerden hebben de keuze om een aanvullende zorgverzekering te nemen. In 2020
heeft 83,2 procent4 van de verzekerden dat gedaan. Soms op basis van instrumenten, zoals de Voorzieningenwijzer
en de Poliswijzer. Mensen die geen aanvullende verzekering (meer) hebben, maar wel
aanvullende zorg nodig hebben, kunnen deze kosten onder bepaalde voorwaarden aftrekken
van hun belastingen («de specifieke zorgkosten»).
Ongewenste zorgmijding5
Ongewenste zorgmijding vanwege financiële redenen kan aan de orde zijn in de situatie
dat een aanvullende zorgverzekering is stopgezet vanwege betalingsachterstanden (veelal
voordat schuldhulpverlening is opgestart), maar ook als nooit een aanvullende zorgverzekering
is afgesloten. Over het aantal mensen dat ongewenst om financiële redenen de tandarts
of fysiotherapeut vermijdt, lijkt geen eenduidig beeld te bestaan. Dokters van de
Wereld spreekt over circa 500.000 Nederlanders die door armoede en schulden de tandarts
vermijden.6 Ook de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren: NVVK laat weten
dat schuldhulpverleners het probleem herkennen. Volgens het CBS ging in 2018 80,3%
van de Nederlanders minimaal 1 keer per jaar naar de tandarts7. Uit onderzoek van TNO blijken echter verschillende redenen waarom mensen niet naar
de tandarts gaan, zoals «financiële redenen», maar ook «niet nodig» of «verstrekkende
angst». Daar komt bij dat in de jaren dat mondzorg voor volwassenen nog in het ziekenfondspakket
was opgenomen, het percentage Nederlanders dat minimaal 1 keer per jaar naar de tandarts
ging, aanzienlijk lager was. Dit percentage was in 1990 71,3% en in 1995 74,6%. Het
is daarom de vraag of ingrijpende maatregelen, zoals pakketmaatregelen (zie ook Zorgkeuzes
in Kaart8) of andere wettelijke maatregelen (zie hierna), de problematiek oplossen en proportioneel
zijn.
Beperken beëindigingsmogelijkheden aanvullende verzekering
Een aanvullende zorgverzekering valt onder de algemene regels van het Burgerlijk Wetboek,
die enige bescherming bieden tegen beëindiging of schorsing van verzekeringen. Niet-tijdige
premiebetaling kan voor een verzekeraar reden zijn om de verzekering te beëindigen.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de betaling van de eerste premie en de betaling
van de vervolgpremie. Als het om de vervolgpremie gaat, moet de verzekeringnemer eerst
zonder extra kosten tot betaling binnen een termijn van veertien dagen zijn aangemaand.
Hiermee is beoogd zowel de verzekeringnemer als de verzekerde te beschermen. Volgt
op de aanmaning en de waarschuwing voor de gevolgen geen betaling, dan kan de overeenkomst
door de ziektekostenverzekeraar worden beëindigd. Teneinde wanbetaling te voorkomen,
kan de ziektekostenverzekeraar – naast de ultieme sanctie van beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
– kiezen voor schorsing van de dekking. Dit alles is geregeld in boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek.
Behalve de algemene regels in het Burgerlijk Wetboek, zijn over de aanvullende zorgverzekering
geen regels gesteld. Op andere terreinen is soms wel de keus gemaakt om huishoudens
nader te beschermen, ondanks dat sprake is van een contractuele relatie tussen een
bedrijf en een klant. Te denken valt hierbij aan regels over het beëindigen van de
levering van elektriciteit en gas in bepaalde perioden of situaties. Deze regels beschermen
in dit geval de (kwetsbare) consumenten om bijvoorbeeld gezondheidsschade als gevolg
van het afsluiten van elektriciteit of gas te voorkomen. In dit geval heeft de wetgever
geoordeeld dat de belangen van deze (kwetsbare) consumenten in bepaalde, specifieke
situaties boven de belangen van de leverancier van elektriciteit of gas gaan. Als
een parallel wordt getrokken met de aanvullende zorgverzekering dan zou bijvoorbeeld
bij een betalingsachterstand de zorgverzekeraar kunnen worden opgelegd de verzekeringsovereenkomst
niet te beëindigen gedurende een periode van enkele maanden in afwachting van schuldhulp.
Echter, op basis van de Europese richtlijn Solvency II is het in beginsel verboden
om private verzekeringsondernemingen te onderwerpen aan wettelijke voorschriften over
acceptatie, verzekeringsdekking en premiestelling. Ten aanzien van ziektekostenverzekeringen
is het mogelijk nadere regels te stellen uit hoofde van het algemeen belang. Of een
bepaling zoals hierboven genoemd Europeesrechtelijk door de beugel kan is afhankelijk
van de vraag of de bepaling noodzakelijk is en in verhouding is in het licht van de
doeleinden van de zorgverzekering (proportionaliteit).
Vroegsignalering en noodoplossingen
Het vroegtijdig opsporen van beginnende schuldenproblematiek is ook belangrijk voor
het voorkomen van ongewenste zorgmijding. Binnen de brede schuldenaanpak van het kabinet
wordt gewerkt aan vroegsignalering van (dreigende) problematische schulden. Op basis
van de gewijzigde Wet gemeentelijke schuldhulpverlening mogen gemeenten met ingang
van 1 januari 2021 gegevens ontvangen van onder andere zorgverzekeraars over beginnende
betalingsachterstanden en op basis daarvan burgers hulp aanbieden. Veel zorgverzekeraars
benaderen klanten zelf ook vroegtijdig om royeren te voorkomen. Bij financiële problemen
worden klanten verwezen naar de gemeente. Ook is er vaak flexibiliteit om mee te bewegen
in tussentijdse pakket aanpassingen wanneer dat echt nodig is.
Ik wil samen met betrokken gemeenten en zorgverzekeraars verkennen op welke wijze
het onderwerp «ongewenste zorgmijding» betrokken kan worden bij vroegsignalering van
schulden. In het contact met mensen met beginnende betalingsachterstand kan actief
worden gevraagd, en actiegenomen, in de situatie van ongewenste zorgmijding. Mochten
mensen onverhoopt tegen noodzakelijke (zorg)kosten aanlopen, dan biedt de participatiewet
de ruimte aan gemeenten om mensen bij te staan met gemeentelijke compensatieregelingen,
de gemeentepolis en bijzondere bijstand9. Vanaf 2017 is (na de afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
(Wtcg) en Compensatie eigen risico (CER)) via het Gemeentefonds structureel 268 miljoen
euro ter beschikking gesteld aan gemeenten, ten behoeve van financieel maatwerk voor
hun ingezetenen in verband met hun kosten van zorg en ondersteuning.
In dit verband zijn ook lokale innovatieve initiatieven, zoals het teambudget in Amsterdam10 en het Vaste Lasten Pakket11, interessant om te verkennen.
Het teambudget is bedoeld om hulpverleners de kans te geven om snel en met minimale
verantwoording, kleine problemen «klein» te kunnen houden.
Schuldhulp en herstel aanvullende zorgverzekering
Als de schuldhulpverlening is opgestart, wordt geprobeerd de aanvullende zorgverzekering
af te sluiten of te herstellen, veelal door instroom in de gemeentepolis.
In de Brede Schuldenaanpak zijn verschillende maatregelen getroffen, versneld en opgeschaald
om (problematische) schuldenproblematiek aan te pakken. VWS heeft hierin een actieve
rol, gegeven de sterke samenhang met gezondheid, welzijn en zorgverlening. De inspanningen
gericht op onder andere het opschalen van collectief schuldregelen en het opzetten
van het waarborgfonds12, dragen ook bij aan het sneller kunnen herstellen van de aanvullende zorgverzekering.
Dit jaar wordt in een samenwerking met onder andere zorgverzekeraars, gemeenten en
de NVVK gewerkt aan:
• het opschalen van de uitstroomregeling bijstandsgerechtigden en aanpakken, zoals in
Enschede, waar instroom in de gemeentepolis mogelijk wordt door het overnemen van
de betalingsachterstand zorgpremie door de gemeente (hiervoor is een subsidie verstrekt
aan bureau BS&F);
• de vernieuwing van het convenant tussen de NVVK en Zorgverzekeraars Nederland en daarbij
te verkennen welke mogelijkheden er zijn voor sneller herstel van de aanvullende zorgverzekering
enerzijds en meer garanties voor duurzame betaling van de zorgpremie anderzijds.
Tot slot
De gevolgen van (problematische) schuldenproblematiek zijn ingrijpend.
De signalen van zorg- en hulpverleners over de samenhang met ongewenste zorgmijding
neem ik serieus. Het is echter de vraag of wijziging van wet- en regelgeving een passend
antwoord is. Dit is aan een volgend kabinet. Ik zie wel ruimte om in een samenwerking
van VWS, SZW, zorgverzekeraars en gemeenten, en in relatie tot ongewenste zorgmijding
om financiële redenen, meer te doen op de onderwerpen vroegsignalering, noodoplossingen,
schuldhulp en herstel van de aanvullende zorgverzekering.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Indieners
-
Indiener
T. van Ark, minister voor Medische Zorg