Brief regering : Reactie op de uitvoering van de motie van het lid Van Dam c.s. over aanvullend feitelijk onderzoek naar het sluiten van het luchtruim boven en rondom Oost-Oekraïne (Kamerstuk 33997-145)
33 997 Vliegramp MH17
Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid,
over de uitvoering van de motie van het lid van Dam c.s., ingediend op 1 oktober 2019,
waarin de regering wordt verzocht te inventariseren welke opties er zijn om tot een
vollediger nader feitenonderzoek te komen inzake de sluiting van het luchtruim boven
en rondom het oosten van Oekraïne en de Kamer daarover te informeren (Kamerstuk 33 997, nr. 145). Als bijlage bij deze Kamerbrief treft u het eindrapport aan van het in dit kader
door de Flight Safety Foundation uitgevoerde nader feitenonderzoek, alsmede een door
het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangeboden Nederlandse vertaling van de managementsamenvatting
van dit eindrapport.1 In voorliggende brief volgt eveneens een appreciatie van het kabinet.
Inleiding
Allereerst spreekt het kabinet zijn waardering uit voor dit veelomvattende en zorgvuldig
opgestelde rapport. Het kabinet is van mening dat dit rapport een bijdrage levert
aan het inzichtelijk maken van de praktijk van staten ten aanzien van het sluiten
van het luchtruim boven conflictgebieden, alsmede specifiek de feitelijke omstandigheden
met betrekking tot de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne
voorafgaand aan en ten tijde van het neerhalen van vlucht MH17. Dit rapport vormt
daarmee een waardevolle aanvulling op het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
(OVV, 13 oktober 2015) naar de oorzaken van de crash van vlucht MH17, waarin het sluiten
van het luchtruim boven het oosten van Oekraïne ook aan de orde komt.
Bevindingen en appreciatie per deelonderwerp
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 1 mei 2020 (Kamerstuk 33 997, nr. 152. d.d. 1 mei 2020) is het aanvullend feitelijk onderzoek uitgevoerd aan de hand van
drie deelonderwerpen. Per deelonderwerp volgt hieronder een korte appreciatie namens
het kabinet.
i) Een representatieve inventarisatie van de praktijk van staten ten aanzien van het
gebruik van vliegroutes door de burgerluchtvaart boven conflictzones in de afgelopen
20–30 jaar
De Flight Safety Foundation heeft, over de periode van 1985–2020, 34 casussen van
het neerhalen van burgerluchtvaarttuigen boven conflictgebieden nader geanalyseerd.
Op basis van deze analyses stelt het rapport dat er geen gangbare praktijk van staten
blijkt te zijn om het luchtruim boven conflictgebieden volledig te sluiten. Zoals
ook al eerder geconcludeerd naar aanleiding van rapporten van de OVV, benadrukt deze
constatering opnieuw het belang van de voortdurende inzet van Nederland en de gehele
internationale gemeenschap voor het verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart
als het gaat om vliegen boven conflictgebieden. Nederland blijft zich hier ook in
de toekomst voor inspannen, onder andere door een actieve rol binnen de ICAO en de
EU, en als medeoprichter van de Safer Skies Consultative Committee, voortkomend uit het door Nederland gesteunde Canadese Safer Skies Initiatief.
ii) Een feitelijk onderzoek naar de sluiting van het luchtruim boven het oosten van
Oekraïne vanaf 1 maart 2014 tot de volledige sluiting daarvan na het neerhalen van
vlucht MH17 op 17 juli 2014
Het rapport stelt dat, op basis van de beschikbare informatie, waaronder de informatie
die in het kader van het onderzoek door de Oekraïense autoriteiten is aangeleverd,
onvoldoende feiten zijn vastgesteld die er op duiden dat de Oekraïense autoriteiten
die destijds verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de burgerluchtvaart boven
het oosten van Oekraïne zich bewust waren van een bedreiging voor de burgerluchtvaart
boven dat deel van het luchtruim dat al was gesloten of zich daar bewust van hadden
kunnen zijn. Op basis van deze bevindingen ziet het kabinet geen aanleiding om het
eerdere standpunt van het kabinet (Kamerstuk 33 997, nr. 137, d.d. 2 mei 2019) te heroverwegen, namelijk dat er op dit moment geen voldoende overtuigend
juridisch bewijs is voor een succesvolle aansprakelijkstelling van Oekraïne voor het
niet volledig sluiten van het luchtruim.
iii) Een feitelijk onderzoek naar de sluiting van het luchtruim boven het grondgebied
van de Russische Federatie grenzend aan het oosten van Oekraïne vanaf 1 maart 2014
tot de volledige sluiting daarvan na het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014
Op basis van de beschikbare informatie, waaronder de informatie die in het kader van
het onderzoek door de Russische autoriteiten is aangeleverd, stelt het rapport dat
er ook onvoldoende feiten zijn vastgesteld die er op duiden dat de Russische autoriteiten
die destijds verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de burgerluchtvaart boven
het aangrenzende Russische grondgebied zich bewust waren van een bedreiging van de
burgerluchtvaart boven dat deel van het luchtruim dat al was gesloten of zich daar
bewust van hadden kunnen zijn. Het kabinet benadrukt dat de bevindingen van het onderzoek
niet van invloed zijn op het eerdere standpunt van het kabinet (Kamerstuk 33 997, nr. 117, d.d. 25 mei 2018), namelijk dat de Russische Federatie aansprakelijk is voor het
neerhalen van vlucht MH17.
Medewerking Rusland en Oekraïne
Zoals reeds genoemd in het plenaire debat met uw Kamer op 1 oktober 2019 (Handelingen
II 2019/20, nr. 7, item 28) was de medewerking van Oekraïne en de Russische Federatie noodzakelijk voor de uitvoering
van het door uw Kamer verzochte feitenonderzoek. Via diplomatieke kanalen, evenals
via de Minister van Buitenlandse Zaken, is meermaals contact geweest met zowel de
Russische Federatie als Oekraïne over de uitvoering van het onderzoek en hierbij is steeds het belang van medewerking benadrukt.
De totstandkoming van deze medewerking bleek in de praktijk langer te duren dan voorzien.
De antwoorden van zowel Oekraïne als Rusland op de vragen van de Flight Safety Foundation
zijn opgenomen in bijlagen bij het rapport. Het rapport zal ook worden overhandigd
aan de Oekraïense en Russische ambassadeurs.
Ten slotte
Ten slotte hecht het kabinet eraan opnieuw te benadrukken dat waarheidsvinding, gerechtigheid
en rekenschap voor de 298 slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden
voor het kabinet prioriteit is en blijft.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken