Brief regering : Fiche: Mededeling Bouwen aan een EU Gezondheidsunie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3018 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 8 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling EU Gender Actie Plan III (Kamerstuk 22 112, nr. 3015)
Fiche: Verordening Data Governance Act (Kamerstuk 22 112, nr. 3016)
Fiche: Mededeling Actieplan Intellectueel Eigendom (Kamerstuk 22 112, nr. 3017)
Fiche: Mededeling Bouwen aan een EU Gezondheidsunie
Fiche: Verordening ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen (Kamerstuk
22 112, nr. 3019)
Fiche: Verordening uitbreiding EMA bevoegdheden (Kamerstuk 22 112, nr. 3020)
Fiche: Voorstel versterking ECDC (Kamerstuk 22 112, nr. 3021)
Fiche: Mededeling Farmaceutische strategie voor Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3022)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Mededeling Bouwen aan een EU Gezondheidsunie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH
EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S. Bouwen aan een Europese gezondheidsunie:
de veerkracht van de EU bij grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid versterken.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
11 November 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 724
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC07…
e) Nr. impact assessment Commissie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (Gezondheid)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
2. Essentie voorstel
De COVID-19 crisis heeft volgens de Commissie duidelijk gemaakt dat de EU en de lidstaten
meer moeten doen op het gebied van de voorbereiding en de responseplanning voor epidemieën
en andere ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. De bestaande EU-structuren
en -mechanismen waren onvoldoende toegerust om een tijdige gemeenschappelijke Europese
reactie op gang te brengen en te zorgen voor een coherente risicocommunicatie. Dit
gebrek aan samenhang en coördinatie is volgens de Commissie een obstakel gebleken
om de pandemie aan te pakken. Volgens de Commissie behoeft de coördinatie op EU-niveau
versterking omdat consistente, coherent gecoördineerde maatregelen het meeste effect
hebben op de gezondheid van Europese burgers met de kleinste kans op economische schade.
Het huidige Europese crisisbeleid is gebaseerd op besluit 1082/2013/EU1. De COVID-19 pandemie was de eerste majeure test van dit besluit. Het is volgens
de Commissie gebleken dat het vermogen om te anticiperen op gezondheidsrisico’s en
om de verspreiding van nieuwe infectieziekten en daarmee samenhangende aandoeningen
te voorkomen, moet worden versterkt. De Commissie constateert dat zeker in de eerste
maanden van de bestrijding van het COVID-19 pandemie er weinig samenhang, coördinatie
en solidariteit waren in de aanpak van de lidstaten en dat de Commissie weinig – formele –
instrumenten had om de bestrijding van een crisis van deze omvang te coördineren.
Er zijn dan ook ad hoc taken en structuren opgezet en vormgegeven om de bestrijding van de COVID-19 pandemie
te versterken.
Met deze mededeling presenteert de Commissie een EU Gezondheidsunie pakket bestaande
uit uiteenlopende voorstellen en initiatieven waarmee de eerste bouwstenen voor een
Europese gezondheidsunie worden gelegd2. De Commissie beoogt een versterkt kader voor grensoverschrijdende samenwerking voor
alle ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, dat erop gericht
is levens en de interne markt beter te beschermen en de hoogste normen betreffende
de bescherming van de mensenrechten en de burgerlijke vrijheden te handhaven. De voorstellen
van de Commissie zijn niet gericht op de bestrijding van de huidige COVID-19 pandemie.
De voorstellen van de Commissie versterken de structuur van voorbereiding op en bestrijding
van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen van de Unie op alle essentiële punten.
Waar het de voorbereiding op een gezondheidsdreiging aangaat, wordt ingezet op verbeterde
voorbereidingsplannen van de Unie en van de lidstaten. Daarbij zijn interoperabiliteit,
oefenen en testen kernwoorden. Ook wordt ingezet op een versterking van het opsporen
en in de gaten houden van bedreigingen van de gezondheid. De wetenschappelijke advisering
wordt versterkt bij de voorbereiding en beheersing door het opstellen van risicobeoordelingen,
het oprichten van referentielaboratoriumnetwerken en het adviseren over en uitvoeren
van onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van specifieke medicijnen en vaccins.
Tijdens een gezondheidscrisis wordt het Health Security Committee (HSC) versterkt
zodat dit comité de bestuurlijke afstemming van wetenschappelijk advies en maatregelen
kan uitvoeren. Schaarste van medicijnen en medische hulpmiddelen wordt actief in de
gaten gehouden en waar mogelijk verminderd. Om dit mogelijk te maken moet bestaande
regelgeving worden aangepast.
Naast deze overkoepelende mededeling heeft de Commissie een verordening tot aanpassingen
in de organisatie van de crisisstructuur voor grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
en voorstellen voor versterking van de mandaten van het Europees Centrum voor ziektepreventie
en -bestrijding (ECDC) en van het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) uitgebracht.
In het vierde kwartaal van 2021 wordt een voorstel voor een nieuw Europees biomedisch
agentschap verwacht. De Kamer zal hierover in aparte BNC-fiches worden geïnformeerd.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De internationale samenwerking op het vlak van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
is zo sterk als de zwakste schakel. De COVID-19 pandemie heeft ook in Nederland laten
zien dat lidstaten een pandemie of een andere ernstige grensoverschrijdende gezondheidscrisis
niet alleen kunnen oplossen. Lidstaten moeten samenwerken voor het beste resultaat.
Een sterkere Europese coördinerende rol kan bijdragen aan deze samenwerking en daarmee
aan de voorbereiding op en de beheersing van een volksgezondheidscrisis die meerdere
landen, de gehele EU of zelfs de hele wereld raakt.
Het kabinet is daarom voorstander van het versterken van de Europese samenwerking
en coördinatie op toekomstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, waar dit
meerwaarde heeft voor de gezondheid van de burgers en om de impact op het vrij verkeer
binnen de Unie te beperken.
Vanzelfsprekend dienen nationale bevoegdheden daarbij gerespecteerd te worden. Het
kabinet is van mening dat de bevoegdheidsverdeling zoals vastgelegd in de verdragen
voldoende mogelijkheden biedt tot sterkere samenwerking en coördinatie op het gebied
van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Bij de beoordeling van voorstellen tot oprichting van nieuwe agentschappen en voorstellen
tot herziening van bestaande agentschappen zal het kabinet de Gemeenschappelijke Aanpak
als uitgangspunt nemen.
De voorstellen van de Commissie versterken de huidige structuur van voorbereiding
op en bestrijding van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen van de Unie op
alle essentiële punten. De voorstellen van de Commissie hebben een structureel karakter
en hebben een versterkte crisisparaatheid en -respons binnen de Europese Unie tot
doel, met het oog op toekomstige grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen. Het kabinet
is van mening dat die doelstelling met de aangekondigde maatregelen gehaald kan worden
en ondersteunt deze.
Voor het kabinet is evenwel de reikwijdte van sommige aangekondigde maatregelen nog
niet duidelijk. Het kabinet zal zich inzetten om daarover duidelijkheid te verkrijgen.
Het kabinet is van mening dat de onderhandelingen over de drie wetgevingsvoorstellen3 zorgvuldig gevoerd moeten worden en niet overhaast naar een conclusie moet worden
toegewerkt. Dit gaat over de toekomstige crisisstructuur van de Unie; een gedegen
proces heeft daarom voorrang op snelheid.
De voorgestelde wijzigingen in de crisisstructuur en daaraan gekoppelde wijzigingen
in het mandaat van agentschappen, moeten gebaseerd zijn op een, bij voorkeur onafhankelijke,
evaluatie van het functioneren van het huidige systeem in de COVID-19 pandemie. De
focus zou daarbij moeten liggen op de vraag wat de lidstaten van de Commissie en de
agentschappen nodig hebben om beter op een crisis te kunnen voorbereiden en reageren
en welke instrumenten de Commissie en agentschappen daarvoor nodig hebben. Daarbij
hoort een analyse van de ongebruikte ruimte die de bestaande regelgeving nog geeft
maar ook een analyse hoe de voorgestelde voorstellen zich verhouden tot mondiale systemen
en afspraken, zoals vastgelegd in de Internationale Gezondheidsregeling. Op die manier
wordt in de evaluaties, naast het perspectief van de Commissie en de Europese agentschappen,
ook dat van de lidstaten en hun burgers meegenomen.
Het kabinet doet de oproep dat er parallel wordt geïnvesteerd in het optimaal functioneren
van de interne markt en het tegengaan van disproportionele intra-Europese handelsbelemmeringen.
Juist deze handelsbelemmeringen, zoals die golden voor bijvoorbeeld mondkapjes en
onderdelen voor ventilatoren, ondermijnden tijdens de COVID-19 crisis de leveringszekerheid
en de Europese solidariteit en hadden een grote impact. Het kabinet ziet hier net
als diverse andere lidstaten een duidelijke coördinerende en handhavende rol voor
de Commissie.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Alle lidstaten zijn voorstander van het versterken van de Europese samenwerking en
coördinatie op grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen. Veel lidstaten benadrukken
daarnaast het belang dat de bevoegdheidsverdeling in de verdragen wordt gerespecteerd.
Veel lidstaten zijn het met Nederland eens dat geen overhaaste stappen gezet moeten
worden, zeker niet nu de COVID-19 crisis nog in volle hevigheid door woedt. De meeste
lidstaten vragen om grondige evaluaties van wat goed en minder goed ging tijdens de
COVID-19 crisis.
Het Europees Parlement heeft in juli 2020 via een resolutie opgeroepen tot het vormen
van een Europese Gezondheidsunie. Het voorstel zal behandeld worden in het Envi-comité4. Het Parlement heeft zich nog niet uitgesproken over deze verordening.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De Europese
Unie heeft een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid betreffende gemeenschappelijke
veiligheidsvraagstukken op het gebied van de volksgezondheid, voor de in het Verdrag
genoemde aspecten (Art. 4 lid, 2 sub k, VWEU), bijvoorbeeld als het gaat om grensoverschrijdende
gezondheidsbedreigingen. De Europese Unie heeft een aanvullende bevoegdheid op het
terrein van de bescherming en verbetering van de menselijke gezondheid (Art. 6 sub a,
VWEU). De mededeling ziet op deze beleidsterreinen en de Commissie is daarom bevoegd
om de onderhavige mededeling te doen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
bestrijding van grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid is per definitie
alleen gezamenlijk voor te bereiden en uit te voeren. Het is voor lidstaten niet mogelijk
om deze individueel het hoofd te bieden. Samenwerking en coördinatie daarop zijn noodzakelijk.
Deze mededeling draagt bij aan de bestrijding van grensoverschrijdende bedreigingen
van de gezondheid die niet kunnen worden tegengegaan op het niveau van de lidstaten
alleen, waardoor optreden op EU-niveau gerechtvaardigd is.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De mededeling van de Commissie beschrijft samenhangende elementen om bij nieuwe grensoverschrijdende
bedreigingen van de gezondheid sneller en gecoördineerder op te treden. De focus ligt
op versterkte voorbereidingsplannen voor Unie en lidstaten, de versterking van wetenschappelijke
advisering, de versterking van de crisisbestrijdingsstructuur en de versterking van
toezicht op schaarste van zorgcapaciteit, medicijnen en medische hulpmiddelen. Dat
is een opbouw die geschikt is en niet verder gaat dan noodzakelijk om in de lidstaten
en de Unie effectiever gezondheidscrises voor te bereiden en te beheersen.
d) Financiële gevolgen
De Commissie heeft aangegeven dat extra middelen voor verordeningen (€ 605 miljoen
voor 7 jaar) vanaf 2022 vanuit EU4Health gefinancierd worden.
Met betrekking tot de gevolgen voor de EU-begroting is het kabinet van mening dat
de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken
financiële kaders van de EU-begroting en dat deze moet passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting.
De financiële gevolgen zijn afhankelijk van de nadere uitwerking en keuzes in het
programma.
Eventuele gevolgen voor de Nederlandse begroting worden ingepast op de begroting van
het beleidsverantwoordelijk departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Op grond van het voorstel nu niet in te schatten.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.