Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad inzake afwijken begrotingsnormen in 2021 en vierde tranche liquiditeitssteun
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 201 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
Hoe ingrijpend de gevolgen van de Coronacrisis zijn, niet alleen voor Nederland, maar
zeker ook voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de landen), is uw Kamer bekend.
Hoewel er inmiddels zicht is op een vaccin, zullen deze gevolgen ook na het einde
van de pandemie nog voelbaar zijn. Om deze gevolgen voor de samenleving te beperken,
zullen ook begin 2021 steunmaatregelen nodig zijn voor de landen. De Rijksministerraad
(RMR) heeft in dat kader op 18 december jl. gesproken over de mogelijkheid voor de
landen om ook in 2021 af te wijken van de begrotingsnormen zoals die zijn vastgelegd
in de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en de Rijkswet financieel
toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Tevens is gesproken over de benodigde liquiditeiten
voor de eerste zes weken van 2021. Daarbij gaat het vooralsnog alleen over Aruba en
Curaçao, waarmee eerder een akkoord is bereikt omtrent de landspakketten en daaraan
gekoppeld de noodzakelijke liquiditeitssteun voor deze landen. Over de uitkomst van
de gesprekken hierover met Sint Maarten zal ik uw Kamer via een separate brief informeren.
Toepassing art. 25 Rft/art. 23 LAft voor begrotingsjaar 2021
In verband met de voortdurende economische gevolgen van de pandemie hebben de landen
ieder een verzoek gedaan aan de RMR om conform artikel 23 LAft/art. 25 Rft af te mogen
wijken van de normen in de LAft respectievelijk de Rft. De RMR heeft besloten in te
stemmen met een afwijking van het voor Aruba van toepassing zijnde financieringssaldo
zoals vervat in artikel 14, tweede lid, van de LAft en het protocol van 22 november
2018. Voor Curaçao en Sint Maarten is ingestemd met afwijking van de norm zoals vervat
in artikel 15, eerste lid, onder a, van de Rft.
Het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht Curaçao
en Sint Maarten (Cft) zijn verzocht te adviseren over de mate waarin afgeweken mag
worden van de normen, omdat die een directe invloed heeft op de omvang van de benodigde
liquiditeiten en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Op basis van dit advies
is tijdens de RMR van 12 februari 2021 een besluit voorzien over de toegestane mate
van afwijking. Tot die tijd is de mate van afwijking per land gelijk aan de som van
de door Nederland verstrekte liquiditeitssteun.
Voorschot vierde tranche liquiditeitssteun
Op 4 december jl. heb ik het C(A)ft gevraagd de Rijksministerraad (RMR) te adviseren
over de benodigde liquiditeitssteun voor het eerste kwartaal 2021. Op 8 december heeft
het C(A)ft advies uitgebracht. Aangezien de landen echter nog steeds niet beschikken
over een vastgestelde begroting 2021 en het C(A)ft de maandrapportgages van november
en december nog niet heeft ontvangen, heeft het C(A)ft nog geen volledig beeld richting
2021. Het uitgebrachte advies ziet om die reden uitsluitend op de liquiditeitsprognose
voor de eerste zes weken van 2021. Besluitvorming over verstrekking van de vierde
tranche liquiditeitssteun (de eerste tranche van 2021) is derhalve voorzien tijdens
de RMR van 12 februari 2021. Het C(A)ft wordt nogmaals gevraagd om ten behoeve van
die besluitvorming een advies uit te brengen over de liquiditeitsbehoefte van de landen
voor het eerste kwartaal. De landen dienen daartoe tijdig de benodigde informatie
aan te leveren, waaronder een begroting 2021, de maandrapportage december 2020 en
hun liquiditeitsprognose voor 2021.
Voor zover Curaçao en Aruba over onvoldoende liquide middelen beschikken om de periode
tot 12 februari 2021 te overbruggen, heeft de RMR conform het C(A)ft-advies besloten
om te voorzien in een voorschot op de vierde tranche.
Aruba
Het CAft heeft berekend dat Aruba in de eerste zes weken van 2021 een liquiditeitstekort
zal kennen van AWG 71 mln. (€ 38,8 mln.). De RMR heeft daarom besloten om Aruba een
voorschot op de vierde tranche te verstrekken voor dit bedrag. Het betreft wederom
een renteloze lening, onder dezelfde leenvoorwaarden als eerdere tranches. Bij toekenning
van de vierde tranche liquiditeitssteun zal dit bedrag verrekend worden. Aruba heeft
ingestemd met de voorwaarden behorende bij de vierde tranche liquiditeitssteun, waarmee
uitvoering wordt gegeven aan maatregelen die voortkomen uit het landspakket. Zie bijlage
I voor de voorwaarden en bijlage III (Zie Kamerstuk 35 420, nr. 200) voor het hierbij behorende Toetsingskader risicoregelingen rijksoverheid.
Curaçao
Mede als gevolg van de ontvangsten van de eerste drie tranches liquiditeitssteun sluit
Curaçao het jaar 2020 af met een positief liquiditeitssaldo. De geraamde liquiditeitsbehoefte
voor de eerste zes weken van 2021 is lager dan het verwachte liquiditeitssaldo aan
het begin van 2021. De RMR acht daarom, conform Cft-advies, een voorschot voor Curaçao
niet noodzakelijk. Curaçao kan de beschikbare liquiditeiten inzetten voor de eerste
zes weken van 2021. Wel heeft de RMR ook voor Curaçao besloten tot het vaststellen
van voorwaarden behorende bij de vierde tranche liquiditeitssteun. Zie bijlage II
voor de voorwaarden.
Sint Maarten
Het Cft komt voor Sint Maarten tot een tekort van ANG 8,7 mln. in de eerste zes weken
van 2021. Een voorschot is echter niet aan de orde zolang geen akkoord is bereikt
over de derde tranche inclusief bijbehorende voorwaarden. Zoals ik aan het begin van
deze brief al aangaf, wordt u hierover separaat geïnformeerd.
De maatregelen in deze brief worden in januari in een incidentele suppletoire begrotingswet
aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal
de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende
maatregelen die in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie
van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel
starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet
2016.
Girobank
Sinds geruime tijd verkeert Girobank, een bank met zetel op Curaçao, in ernstige financiële
moeilijkheden. Tezamen met de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten (CBCS), de
toezichthouder op Girobank, zoekt Curaçao naar een oplossing. Curaçao heeft Nederland
verzocht om financiële steun om een oplossing voor de problemen bij Girobank mogelijk
te maken. De RMR heeft de Minister van Financiën en mij gemandateerd om hiertoe een
lening te verstrekken zodra Curaçao voldoet aan de daaraan gekoppelde voorwaarden.
Bij die voorwaarden hoort dat wordt teruggekeken (hoe heeft het zo ver kunnen komen?)
en vooruit wordt gekeken (hoe voorkomen we dat in de toekomst zich nieuwe problemen
voordoen?).
Er zal door een gerenommeerd accountantskantoor een onderzoek worden uitgevoerd naar
de gang van zaken bij Girobank voorafgaand aan en tijdens de noodregeling. Mochten
daaruit aanwijzingen naar voren komen die aanleiding geven tot verdere stappen, bijvoorbeeld
in het kader van het strafrecht, dan zullen die vanzelfsprekend onder de aandacht
worden gebracht van de relevante autoriteiten.
Daarnaast is het International Monetary Fund (IMF) als onafhankelijke en deskundige
partij in het kader van de derde tranche liquiditeitssteun gevraagd om een doorlichting
uit te voeren naar het financieel stelsel en het toezicht daarop. Het gaat dan onder
meer over de soliditeit van de op Curaçao aanwezige financiële instellingen en de
effectiviteit van het toezicht door de Centrale Bank van Curaçao en St.-Maarten op
die instellingen. In het kader van de onderhavige lening ten behoeve van Girobank
zal in aanvulling daarop het IMF worden gevraagd te kijken naar de werking van de
monetaire unie tussen Curaçao en St.-Maarten (één centrale bank voor twee eilanden)
en naar de mogelijkheden om over te stappen op een andere munt zoals de US Dollar.
Dit alles om in beeld te krijgen welke maatregelen noodzakelijk zijn om de financiële
en monetaire structuur op Curaçao (en vanwege de monetaire unie ook op St.-Maarten)
duurzaam te verbeteren.
Bijgaand ontvangt uw Kamer het Toetsingskader risicoregelingen rijksoverheid aan inzake
een lening aan Curaçao ten bate van de afwikkeling van Girobank (zie bijlage IV)1.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Bijlage I: Voorwaarden aan vierde tranche liquiditeitssteun Aruba
De RMR heeft besloten aan de vierde tranche de volgende voorwaarden te stellen (bij
het toekennen van de vierde tranche kunnen hieraan mogelijk nog nadere voorwaarden
worden toegevoegd):
1. Uitvoering geven aan de volgende maatregelen die voortkomen uit het landspakket:
a. Op basis van onderzoek naar de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden
(waaronder pensioenen, topinkomens, overwerkvergoedingen, verlofregelingen, bijzondere
beloningen en toeslagen, reizen en reisvergoedingen, etc.) worden voorstellen voor
mogelijke versobering ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit betekent een verbreding van
maatregel B.5 vanwege de bespreking over de pensioenopbouw in de RMR van 13 november
2020. De onderzoeksopdracht wordt voor 25 januari 2021 gezamenlijk door de Landen
en Nederland geformuleerd (landspakket B.5).
b. Op basis van een doorlichting van de HR-functie (beleid, HR-advies, administratie
en instrumentarium) worden verbetervoorstellen ontwikkeld en geïmplementeerd. Voor
15 maart 2021 wordt de onderzoeksopdracht door Aruba en Nederland geformuleerd (landspakket
B.8).
c. Voor 1 maart 2021 is een plan van aanpak gereed om een integrale doorlichting van
de belastingdienst te doen (landspakket C.4). Het plan van aanpak wordt door Aruba
en Nederland gezamenlijk opgesteld.
d. Er zal een integrale analyse van het huidige arbeidsmarktbeleid en wet- en regelgeving
worden uitgevoerd op basis waarvan het arbeidsmarktbeleid wordt geactualiseerd en
gemoderniseerd. De onderzoeksopdracht wordt in samenwerking tussen Nederland en Aruba
vormgegeven. Voor 15 maart 2021 wordt de onderzoeksopdracht geformuleerd (landspakket
E.1).
e. Illegale tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten wordt tegengegaan. Er zal
onderzoek worden gedaan naar illegale tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.
Op basis van de resultaten en aanbevelingen worden voorstellen ontwikkeld en geïmplementeerd.
Onderzoeksopdracht wordt voor 1 februari 2021 door Aruba en Nederland geformuleerd
en uitgezet (landspakket E.3).
f. Ondernemerschapsbeleid en het investeringsklimaat zullen worden bevorderd. Op basis
van een integrale doorlichting van (o.a.) wet- en regelgeving zullen voorstellen worden
ontwikkeld en geïmplementeerd. Voor 15 maart 2021 wordt de onderzoeksopdracht geformuleerd
door Nederland en Aruba (landspakket E.6).
g. Landen werken gezamenlijk toe naar een geharmoniseerd niveau van bescherming persoonsgegevens
binnen het Koninkrijk middels een Rijkswet. Een plan van aanpak zal worden ontwikkeld
en geïmplementeerd. Het plan van aanpak is voor 1 februari 2021 gereed (landspakket
H.9).
h. Aruba maakt met Nederland voor 1 februari 2021 afspraken over de versterking van het
grenstoezicht die ingaan op 1 april 2021, dit omvat in ieder geval afspraken over
de inzet en capaciteit van de Koninklijke Marechaussee, de Douane en de Kustwacht
(landspakket H.11).
i. Er wordt voor 1 maart 2021 een plan van aanpak opgesteld om de verouderde dienstplichtverordeningen
aan te passen en om de ARUMIL te professionaliseren, waarbij onder andere de doorstroommogelijkheden
van de ARUMIL naar de landelijke veiligheidspartners worden verankerd (landspakket
H.13).
j. Aruba heeft op 1 april 2021 de benodigde stageplaatsen beschikbaar gesteld ten behoeve
van het Sociaal Vormings Traject. De Landen en Defensie sluiten voor 1 februari 2021
een convenant dat hierop toeziet (landspakket H.14). Daarbij wordt rekening gehouden
met de invloed van Covid-19 op de beschikbaarheid van stageplaatsen.
2. In samenwerking tussen Aruba, Nederland en het Rode Kruis dient vóór 1 maart 2021
een plan van aanpak te zijn opgeleverd voor de transitie van het voedselhulpprogramma
van het Rode Kruis naar de lokale overheid, gericht op een start van de transitie
per 1 juli 2021.
Bijlage II: Voorwaarden aan vierde tranche liquiditeitssteun Curaçao
De RMR heeft besloten aan de vierde tranche de volgende voorwaarden te stellen (bij
het toekennen van de vierde tranche kunnen hieraan mogelijk nog nadere voorwaarden
worden toegevoegd):
1. Uitvoering geven aan de volgende maatregelen die voortkomen uit het landspakket:
a) Op basis van onderzoek naar de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden
(waaronder pensioenen, topinkomens, overwerkvergoedingen, verlofregelingen, bijzondere
beloningen en toeslagen, reizen en reisvergoedingen, etc.) worden voorstellen voor
mogelijke versobering ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit betekent een verbreding van
maatregel B.5 vanwege de bespreking over de pensioenopbouw in de RMR van 13 november
2020. De onderzoeksopdracht wordt voor 25 januari 2021 gezamenlijk door de Landen
en Nederland geformuleerd (landspakket B.5).
b) Op basis van een doorlichting van de HR-functie (beleid, HR-advies, administratie
en instrumentarium) worden verbetervoorstellen ontwikkeld en geïmplementeerd. De onderzoeksopdracht
wordt voor 15 maart 2021 gezamenlijk door Curaçao en Nederland geformuleerd (landspakket
B.8).
c) Een blauwdruk t.b.v. de oprichting van een grond- en vastgoedbedrijf waarin op hoofdlijnen
grondbeleid in brede zin is beschreven (grondexploitaties, residuele grondwaardestelsel
en strategisch optiebeleid) inclusief integraal vastgoedmanagement gebaseerd op een
overheidshuisvestingsstelsel, alsmede een uitgewerkte keuze voor de juridische vormgeving
van een grond- en vastgoedbedrijf zijn 1 maart 2021 gereed, beoordeeld door de Begeleidingscommissie.
Op basis daarvan kan met een operationeel grond- en vastgoedbedrijf een aanvang worden
genomen. Alle informatie die hiervoor benodigd is, beoordeeld door de Begeleidingscommissie,
wordt terstond overhandigd (landspakket B.10 en E.7).
d) Voor 1 maart 2021 is een plan van aanpak gereed om een integrale doorlichting van
het fiscale stelsel, inclusief inkomstenbelasting, te doen (landspakket C.1). Het
plan van aanpak wordt gezamenlijk door Curaçao en Nederland geformuleerd.
e) Voor 1 maart 2021 is een plan van aanpak gereed om een integrale doorlichting van
de belastingdienst te doen (landspakket C.4). Het plan van aanpak wordt gezamenlijk
door Curaçao en Nederland geformuleerd.
f) Er zal een integrale analyse van het huidige arbeidsmarktbeleid en wet- en regelgeving
worden uitgevoerd op basis waarvan het arbeidsmarktbeleid wordt geactualiseerd en
gemoderniseerd. De onderzoeksopdracht wordt in samenwerking tussen Nederland en Curaçao
vormgegeven. Voor 15 maart 2021 wordt de onderzoeksopdracht geformuleerd (landspakket
E.1).
g) Illegale tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten wordt tegengegaan. Er zal
onderzoek worden gedaan naar illegale tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.
Op basis van de resultaten en aanbevelingen worden voorstellen ontwikkeld en geïmplementeerd.
De onderzoeksopdracht wordt voor 1 februari 2021 door Curaçao en Nederland geformuleerd
en uitgezet (landspakket E.3).
h) Voor 1 maart 2021 is een plan van aanpak gereed voor de inrichting van het traject
om de duurzame betaalbaarheid van het sociale stelsel en het zorgstelsel te realiseren.
Hierbij wordt zowel de financieringskant, als de kostenkant meegenomen (landspakket
E.4 en F.2).
i) Ondernemerschapsbeleid en het investeringsklimaat zullen worden bevorderd. Op basis
van een integrale doorlichting van (o.a.) wet- en regelgeving zullen voorstellen worden
ontwikkeld en geïmplementeerd. Voor 15 maart 2021 wordt de onderzoeksopdracht geformuleerd
door Nederland en Curaçao (landspakket E.6).
j) Landen werken gezamenlijk toe naar een geharmoniseerd niveau van bescherming persoonsgegevens
binnen het Koninkrijk middels een Rijkswet. Een plan van aanpak zal worden ontwikkeld
en geïmplementeerd. Het plan van aanpak is voor 1 februari 2021 gereed (landspakket
H.9).
k) Curaçao maakt met Nederland voor 1 februari 2021 afspraken over de versterking van
het grenstoezicht, die ingaan op 1 april 2021. Dit omvat in ieder geval afspraken
over de inzet en capaciteit van de Koninklijke Marechaussee, de Douane en de Kustwacht
(landspakket H.11).
l) Er wordt voor 1 maart 2021 een plan van aanpak opgesteld om de verouderde dienstplichtverordeningen
aan te passen en om de CURMIL te professionaliseren, waarbij onder andere de doorstroommogelijkheden
van de CURMIL naar de landelijke veiligheidspartners worden verankerd (landspakket
H.17).
m) Curaçao heeft op 1 april 2021 de benodigde stageplaatsen beschikbaar gesteld ten behoeve
van het Sociaal Vormings Traject. De Landen en Defensie sluiten voor 1 februari 2021
een convenant dat hierop toeziet op. Daarbij wordt rekening gehouden met de invloed
van Covid-19 op de beschikbaarheid van stageplaatsen (landspakket H.18).
2. In samenwerking tussen Curaçao, Nederland en het Rode Kruis dient vóór 1 maart 2021
een plan van aanpak te zijn opgeleverd voor de transitie van het voedselhulpprogramma
van het Rode Kruis naar de lokale overheid en dient voor 1 april 2021 de eerste pilot
te hebben plaatsgevonden, met als doel dat het voedselhulpprogramma vanaf 1 april
2021 wordt overgeheveld naar Curaçao met enkele maanden ondersteuning van het Rode
Kruis. Vanaf Q3 2021 draait Curaçao het voedselhulpprogramma zelfstandig. De transitie
is een samenwerking tussen Curaçao, Nederland en het Rode Kruis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties