Brief regering : Kabinetsappreciatie Commissie Werkprogramma 2021
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2998
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2020
Op 19 oktober jl. heeft de Europese Commissie haar werkprogramma voor 2021 gepubliceerd
onder de titel «Een Unie van vitaliteit in een kwetsbare wereld» (zie bijlage 1 voor
de mededeling en bijlage 2 voor de annexen)1. In dit werkprogramma kondigt de Commissie nieuwe initiatieven aan, samengebracht
in 44 beleidsdoelstellingen die binnen haar zes prioriteiten vallen (zie bijlage 2:
Annex I en II). Tevens stelt de Commissie voor om 14 nog niet goedgekeurde voorstellen
en wetgevingsvoorstellen in te trekken (zie bijlage 2: Annex IV).
Zoals gebruikelijk zullen uw Kamer en de Eerste Kamer op basis van deze kabinetsappreciatie
van de voornemens van de Commissie hun eigen Europese prioriteiten bepalen. De prioriteiten
zijn richtinggevend voor de communicatie tussen het kabinet en het parlement over
de Nederlandse inbreng in de besluitvorming van de Europese Unie.
Na een algemene inleiding geeft deze appreciatie korte beschrijvingen van de plannen
die de Commissie in de mededeling benoemt. Een uitgebreidere analyse van de visie
van de Commissie op de uitdagingen waar de Europese Unie voor staat en die tevens
ten grondslag ligt aan de onderhavige initiatieven en voorstellen, zal uw Kamer in
de Staat van de Unie 2021 toekomen. Na publicatie van de aangekondigde voorstellen
zal uw Kamer zoals gebruikelijk worden geïnformeerd middels BNC-fiches.
De Commissie maakt ook melding van de werkzaamheden betreffende de strategische prognoses.
In lijn met uw verzoekwordt hier in bijlage 3 op ingegaan2.
Inleiding «Een Unie van vitaliteit in een kwetsbare wereld»
In de inleiding van het werkprogramma bevestigt de Commissie haar visie op een samenleving
die eerlijker, gezonder, groener en digitaler is. Daarbij wijst de Commissie op de
nieuwe context vanwege de Covid-19 pandemie en onderstreept zij het snelle optreden,
solidariteit en aanpassingsvermogen van de Europese Unie in dit verband in de afgelopen
periode.
De pandemie heeft de noodzaak voor de Europese Unie om de leiding te nemen op het
gebied van de groene en de digitale transities en het weerbaar maken van maatschappijen
en economieën alleen maar verder versterkt, aldus de Commissie. Voor 2021 zal de focus
van de Commissie liggen op het beheersen van de Covid-19 pandemie, met name door de
inzet om een veilig en toegankelijk vaccin voor iedereen in de EU en de rest van de
wereld te ontwikkelen, te financieren en veilig te stellen. Tegelijkertijd wil de
Commissie de veerkracht van de EU op de lange termijn versterken door versneld aan
een eerlijk, klimaatneutraal en digitaal Europa te werken. De Commissie onderstreept
daarbij de rol van NextGenerationEU, het Covid-19 herstelpakket, en wijst verder op nieuwe wetgevingsinitiatieven en
herzieningen van bestaande wetgeving in aansluiting op de plannen van het afgelopen
jaar volgens de zes prioriteiten die de Commissie Von der Leyen bij haar aantreden
heeft geformuleerd. De prioriteiten van het kabinet – migratie, veiligheid, economie,
klimaat, Europa in de wereld en een goed functionerende Europese Unie – zijn opgenomen
in de Strategische Agenda van de Europese Raad uit juni 2019 en vervolgens weerspiegeld
in de agenda van de Commissie. Het kabinet verwelkomt het feit dat de voorstellen
van de Commissie in zeer grote mate aansluiten bij de uitvoering van de Strategische
Agenda. In het licht van de Covid-19 pandemie is het kabinet voorstander van het versterken
van de Europese samenwerking en coördinatie op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,
waar dit meerwaarde heeft voor de gezondheid van de burgers.
Het is voor de Commissie van belang om bij de uitvoering van het werkprogramma uit
te leggen wat ze doet en de inbreng van burgers daarin mee te nemen. In dat licht
onderstreept de Commissie het belang van het debat over de Conferentie over de toekomst
van Europa.
Hieronder volgt de inzet van de Commissie en een korte kabinetsappreciatie per kernprioriteit,
te weten:
1. De Europese Green Deal;
2. Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;
3. Een economie die werkt voor de mensen;
4. Een sterker Europa in de wereld;
5. Bevordering van onze Europese levenswijze;
6. Een nieuwe impuls voor Europese democratie.
Appreciatie van de prioriteiten
1. De Europese Green Deal
In het kader van de Europese Green Deal verwelkomt het kabinet het aangekondigde «Fit for 55 pakket» waarmee de Commissie relevante klimaat- en energiewetgeving in overeenstemming
wil brengen met het voorgestelde opgehoogde 2030-klimaatdoel van ten minste 55% broeikasgasreductie
ten opzichte van 1990. De specifieke voorstellen in dit pakket, inclusief impact assessments,
worden medio 2021 gepresenteerd. Effecten op CO2-reductie en financiële en administratieve lasten zullen worden meegewogen in de kabinetspositie
op deze specifieke voorstellen. In algemene zin vindt het kabinet kosteneffectiviteit
belangrijk en is het om die reden voorstander van het versterken van het emissiehandelssysteem
(ETS) en Europees bronbeleid, en het herzien van de richtlijn energiebelastingen.
Daarnaast vindt het kabinet dat de beleidsarchitectuur voldoende nationale flexibiliteit
dient te bieden om, gegeven de specifieke omstandigheden per lidstaat, het Europese
2030- en 2050-doel te behalen. Het kabinet is kritisch over de aankondiging dat gas-wetgeving
pas eind 2021 zal worden herzien, gezien het belang hiervan voor doorgang van ambitieuze
waterstof-projecten. De herziening van de richtlijn betreffende energieprestatie van
gebouwen zal het kabinet beoordelen op het effect en of deze passend is bij het reeds
in gang gezette beleid betreffende energiebesparing, energie-efficiëntie, gebruik
van hernieuwbare energie en circulariteit in Nederland.
Met betrekking tot de maatregelen voor duurzame en slimme mobiliteit is onder andere
een herziening van de verordening betreffende het trans-Europees vervoersnetwerk voorzien
met meer aandacht voor spoorpersonenvervoer en militaire mobiliteit. Het kabinet steunt
de inzet van de Commissie om op deze manier meer prioriteit te geven aan een veilig,
slim en groen netwerk voor alle modaliteiten. Het is positief dat de Commissie daartoe
onder andere inzet op het herzien van de richtlijnen voor alternatieve brandstofinfrastructuur
(AFID) en intelligente transportsystemen (ITS).
Ter uitvoering van het pakket circulaire economie komt de Commissie met een nieuw
wetgevend raamwerk voor duurzaam productenbeleid, inclusief een herziening van de
Ecodesign-richtlijn. Het kabinet steunt de inzet van de Commissie om de duurzaamheid
van producten te vergroten en de Ecodesign-richtlijn op meer productgroepen toe te
passen. Daarnaast wordt ook een niet-wetgevend initiatief met betrekking tot circulaire
elektronica aangekondigd. Het kabinet onderschrijft de beoogde inspanningen om het
almaar toenemende aandeel afval van elektrische en elektronische apparaten tegen te
gaan.
In 2021 zal de Commissie via het pakket biodiversiteit en gifvrij milieu verder invulling
geven aan de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030 en de Van Boer tot Bordstrategie.
Het kabinet wacht deze nadere concretiseringen op het gebied van het behoud van biodiversiteit
en een duurzame voedselketen af en zal bij de invulling hiervan de kringlooplandbouwvisie3 onderstrepen.
2. Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk
Het kabinet onderschrijft de prioritering van de Commissie richting een duurzame en
digitale transitie. Om de inzet tot het digitale decennium van Europa te ondersteunen
en het concurrentievermogen te versterken, kondigt de Commissie een routekaart aan
met doelen voor digitalisering in 2030. Het kabinet vindt het positief dat concrete
tijdslijnen verbonden worden aan de prioriteitsstelling voor digitalisering en de
daarbij behoorde capaciteiten van de EU op het gebied van connectiviteit, vaardigheden
en digitale publieke diensten, met aandacht voor belangrijke horizontale principes
zoals privacy, vrijheid van meningsuiting, vrij verkeer van gegevens en cybersecurity.
Om de digitale transitie in Europa te ondersteunen en het concurrentievermogen te
versterken vindt het kabinet dat de kansen die worden geboden moeten worden benut.
Dit vergt investeringen en het scheppen van de juiste kaders en prikkels voor innovatie
en het verder ontwikkelen van digitale sleuteltechnologieën zoals AI, cybersecurity
en de dataeconomie. Waar het fundamentele rechten betreft en in het kader van toegang
tot bewijs voor opsporing en het tegengaan van illegale of onrechtmatige online content,
diensten en activiteiten moet wat offline geldt, ook online gelden.
De Commissie bevestigt dat in 2021 wetgeving zal worden voorgesteld op het gebied
van veiligheid, aansprakelijkheid, fundamentele rechten en data aspecten in relatie
tot artificiële intelligentie (AI). Het is positief dat de Commissie op het gebied
van AI belangrijke elementen expliciet noemt, zoals (cyber)veiligheid en fundamentele
rechten en met een onderzoeks-, onderwijs- en investeringsagenda komt voor de ondersteuning
van de ontwikkeling en acceptatie van AI in de Europese Unie. In de «kabinetsappreciatie
witboek over kunstmatige intelligentie» is uw Kamer eerder geïnformeerd over de positie
van het kabinet.4 Bovendien kondigt de Commissie een datapakket aan, dat voorziet in voorwaarden hoe
burgers en bedrijven data kunnen delen en de herziening van de richtlijn betreffende
de rechtsbescherming van databanken. Over de kabinetspositie betreffende de aangekondigde
datavoorstellen is uw Kamer geïnformeerd via het BNC-fiche over de Datastrategie.5 Verder kondigt de Commissie een herziening van de Electronic Identities and Trust Services (eIDAS)-verordening aan. De verdere uitrol van de interoperabiliteit waar de Commissie
op in zet, is van belang omdat het Nederlanders in staat stelt overal binnen de EU
gemakkelijk en veilig toegang te verkrijgen tot digitale overheidsdiensten en vice
versa. Het Commissie-voornemen sluit aan bij het kabinetsbeleid en de wet- en regelgeving
op het gebied van digitale identiteiten (in het bijzonder de komende Wet Digitale
Overheid), waarbij het kabinet het belang van een goede borging van grondrechten onderstreept.
Ook kondigt de Commissie de mogelijkheid aan van een voorstel voor een digitale heffing
(als eigen middel), indien een internationale overeenkomst voor een billijk belastingstelsel
met duurzame inkomsten in het kader van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO) niet lukt. Het kabinet geeft nadrukkelijk de voorkeur aan een
internationale oplossing in OESO-verband en vindt het nog te vroeg om aan een Europees
alternatief te denken. Verder ziet het kabinet het wetsvoorstel om gelijke voorwaarden
voor buitenlandse subsidies te scheppen met veel belangstelling tegemoet. Staatsgesteunde
bedrijven uit derde landen veroorzaken op de interne markt een ongelijk speelveld.
Het kabinet pleit dan ook voor een algemeen instrument dat breed kan worden ingezet
op de interne markt, conform het kabinetsvoorstel voor een level playing field instrument.6
De Commissie is bezig met een evaluatie van de richtlijn over marktafbakening binnen
het mededingingsrecht. Daarbij wordt gekeken of de huidige richtlijn up-to-date moet
worden gemaakt ten aanzien van digitale en technologische ontwikkelingen. Het kabinet
beaamt dat dit een zinvolle exercitie is. Daarbij is het voor het kabinet van belang
dat een relevante markt gedefinieerd blijft op basis van objectieve elementen die
consistent worden toegepast. Voorts ondersteunt het kabinet het actualiseren van de
nieuwe Europese industriestrategie gericht op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen
en het versterken van Europese concurrentiekracht op de lange termijn. Zoals beschreven
in het betreffende BNC-fiche7 kan het kabinet zich goed vinden in de lange termijn industriestrategie die de Commissie
in maart 2020 presenteerde. De aangekondigde update mag niet leiden tot vertraging
van de implementatie van de reeds gepubliceerde strategie en zou deze implementatie
juist moeten versnellen, met name als het gaat om de plannen voor een duurzame en
digitale economie en een farmaceutische strategie. Ook zal de update gebruikt moeten
worden om duidelijke doelstellingen te kiezen en strategieën op te zetten om de belangrijkste
ecosystemen en waardeketens te versterken die van groot belang zijn om deze doelstellingen
te behalen. Het kabinet kijkt uit naar het voorstel van de Commissie om synergiën
tussen ruimtevaart, defensie en civiele technologieën te benutten en duplicatie te
voorkomen.
De Commissie komt in de loop van 2021 met een wetgevingsvoorstel vergezeld van een
impact assessment ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van mensen die diensten
aanbieden via platforms en hun sociale bescherming. Het kabinet onderzoekt hoe de
rechtspositie van platformwerkers kan worden versterkt, zoals aangekondigd in de vijfde
voortgangsbrief over «werken als zelfstandige».8 De resultaten van dit onderzoek zullen worden meegenomen bij de bepaling van de Nederlandse
inzet ten aanzien van dit voorstel.
Tenslotte ziet het kabinet een nieuw wetgevend voorstel over de ontwerpvereisten en
consumentenrechten voor elektronica tegemoet.
3. Een economie die werkt voor de mensen
De Commissie kondigt een pakket eerlijke economie aan. Daaronder valt een actieplan
voor de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten dat moet bijdragen
aan sociaaleconomisch herstel en ervoor moet zorgen dat het sociale aspect van de
digitale en klimaattransities goed gewaarborgd is. Wat het kabinet betreft moet het
actieplan de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en de lidstaten
respecteren en zich richten op thema’s waarvoor de Europese Unie als geheel staat
en waar Europese samenwerking of coördinatie een meerwaarde heeft. Concrete voorstellen
zullen door het kabinet op hun merites worden beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten
van de brief van 24 mei 2019 over de toekomst van de sociale dimensie.9 Het kabinet staat in principe positief tegenover de eveneens in dit pakket aangekondigde
aanbeveling voor een Europese kindergarantie om armoede en ongelijkheid onder kinderen
terug te dringen. Daarbij is het van belang dat de Commissie rekening houdt met nationale
systemen en het maatwerk dat in Nederland hierbij van toepassing is. Derde onderdeel
van het pakket eerlijke economie is een nieuw kader inzake veiligheid en gezondheid
op het werk. Het kabinet ondersteunt het voornemen van de Commissie om de onderlinge
ervaringen op het gebied van gezond en veilig werken tussen de lidstaten bij het bestrijden
van de Covid-19 pandemie uit te wisselen en daar lering uit te trekken en tot een
nieuw kader te komen. Het kabinet wil daarbij vooral wijzen op het belang van het
moderniseren en updaten van bestaande regelgeving. Vierde en laatste onderdeel van
het pakket is het actieplan voor de sociale economie om sociale ondernemers te ondersteunen.
Het kabinet staat hier positief tegenover, maar wijst er op dat er stappen moeten
worden gezet in het meten van de impact.
Het kabinet is in afwachting van het voorstel van de Commissie en de effectenbeoordeling
van het Generalised Scheme of Preferences (GSP). De verordening achter het huidige GSP, het handelsstelsel waarmee de Europese
Unie tariefpreferenties biedt aan ontwikkelingslanden, loopt eind 2023 af en moet
tijdig worden hernieuwd. Het kabinet zal in de hernieuwing onder andere inzetten op
behoud van een ruimhartig stelsel en het verbeteren van betrokkenheid van het maatschappelijk
middenveld in het monitoringproces. Daarnaast ziet het kabinet het voorstel om dwangmaatregelen
van derde landen te voorkomen en tegen te gaan tegemoet. Het verhogen van de weerbaarheid
van de EU tegen (economische) druk van derde landen is voor het kabinet een belangrijke
prioriteit. Daarbij dient het gehele EU-instrumentarium coherent bekeken te worden,
waar de uitdaging ligt in het vinden van stevige proportionele handelingsopties die
tegelijkertijd voldoende effectief zijn.
Tevens zal de Commissie volgend jaar aanvangen met de uitwerking van de eerste acties
uit het nieuwe Actieplan Kapitaalmarktunie.10 Zo kondigt de Commissie voorstellen aan voor herziening van de richtlijn en verordening
markten voor financiële instrumenten (MiFID II en MiFIR) en het toezichtraamwerk voor
verzekeraars (Solvency II). Het kabinet verwelkomt het feit dat de Commissie voortvarend
van start gaat met de uitvoering van het Actieplan en acht het van belang dat er spoedig
voortgang wordt geboekt met de uitwerking hiervan, ook in het licht van het economisch
herstel na de Covid-19 pandemie.
De Commissie kondigt aan met een voorstel te komen voor wetgeving over duurzaam ondernemingsbestuur.
Het kabinet hecht in zijn algemeenheid belang aan het zogenoemde Rijnlandse model,
waarin langetermijnwaardecreatie centraal staat en de belangen van betrokken stakeholders
bij de onderneming worden meegewogen.
In het kader van het voltooien van de Bankenunie verkent de Commissie waar er ruimte
is voor het doen van gerichte aanpassingen aan het raamwerk voor falende banken, bijvoorbeeld
op het gebied van middelgrote en kleinere banken. Het kabinet spant zich er samen
met gelijkgestemde landen voor in om het resolutieraamwerk te versterken door de voorwaarden
voor resolutie en faillissementsregels voor banken gelijker te trekken en daarmee
arbitrage te voorkomen.
De Commissie zal naar verwachting in 2021 een voorstel publiceren over het zetten
van een EU-norm voor groene obligaties. Het doel is om de integriteit en het vertrouwen
in de markt voor duurzame financiële producten te beschermen en onder meer greenwashing te voorkomen. Het kabinet staat in het algemeen positief tegenover de ontwikkeling
van een Europese Green Bond Standard en zet onder meer in op hoge vereisten om aan de standaard te voldoen.
De Commissie komt in 2021 met wetgevende voorstellen in navolging van het actieplan
van mei 202011 op het terrein van anti- witwassen en -terrorismefinanciering (AML/CFT). Het kabinet
is voorstander van de oprichting van een onafhankelijke Europese toezichthouder op
dat terrein en van verdere harmonisatie van AML/CFT-regels en onderschrijft – met
inachtneming van de operationele onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de Financial Intelligence Units (FIUs) – een ondersteunings- en samenwerkingsmechanisme voor FIUs in de Europese Unie.
Voor wat betreft het accijnspakket zal de Commissie een voorstel presenteren om de
richtlijn tabaksaccijns te herzien. Voor het kabinet is het van belang dat in deze
herziening de fiscale behandeling van «nieuwe» producten, zoals bijvoorbeeld vloeistoffen
voor e-sigaretten, aan de orde komt omdat een Europees geharmoniseerde aanpak het
beste bijdraagt aan de ontmoediging van dit soort producten.
Tenslotte wacht het kabinet het initiatief af om de doeltreffendheid, efficiëntie
en capaciteit van het openbaar bestuur in de EU te vergroten en te beoordelen. Het
kabinet wees reeds eerder op het belang van goede effectieve overheden voor het vertrouwen
van burgers in overheidsinstellingen. Sterke overheden zijn bovendien goed uitgerust
om economische schokken op te kunnen vangen en kunnen tevens hervormingen op een adequate
wijze doorvoeren.
4. Een sterker Europa in de wereld
De Commissie is voornemens de inspanningen voort te zetten om een veilig en toegankelijk
vaccin voor iedereen in Europa en de rest van de wereld te vinden, te financieren
en veilig te stellen. Het kabinet steunt deze inzet. Verder verwelkomt het kabinet
de inzet van de Commissie om de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te ondersteunen
in haar coördinerende en centrale rol op het gebied van de mondiale gezondheid, en
kijkt het uit naar de uitkomsten van lopende evaluaties die zullen moeten resulteren
in hervormingen die de slagkracht van de WHO versterken.
De Commissie en EU Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid
(HV) zullen een gezamenlijke mededeling presenteren met een visie op de manier waarop
de EU kan bijdragen aan het versterken van het op regels gebaseerde multilateralisme.
Deze mededeling zal naar verwachting voortbouwen op eerdere Raadsconclusies die vragen
om een proactief, robuust en verantwoordelijk leiderschap van de EU op het multilaterale
toneel. Het multilaterale stelsel, met de Verenigde Naties (VN) en Wereldhandelsorganisatie
(WTO) als prominente hoekstenen, staat onder druk en kan niet als vanzelfsprekend
worden gezien. Een proactieve rol van de EU om dat stelsel te verdedigen blijft daarom
onverminderd van belang.
De Commissie en de HV zullen een mededeling uitbrengen ter hernieuwing van de EU-relatie
met het Zuidelijk Nabuurschap. Gezien de nabijheid en het belang van de regio hecht
het kabinet aan versterking van de relaties met de landen van het Zuidelijk Nabuurschap,
mits enerzijds sprake is van gedeelde ambities en waarden zoals mensenrechten, de
rechtsstaat en goed bestuur, en anderzijds Europese kernbelangen zoals migratie en
veiligheid worden behartigd. Ter actualisering van het Arctisch beleid van de Europese
Unie volgt een mededeling van de Commissie en de HV. Het kabinet ziet dat de ontwikkelingen
in het Arctisch gebied zich in rap tempo voltrekken12 en erkent de noodzaak tot actualisering van het huidige Arctisch beleid van de EU
met een belangrijke rol voor duurzaamheid, internationale samenwerking en wetenschappelijk
onderzoek.13
Het kabinet is verder in afwachting van de aangekondigde mededeling van de Commissie
en de HV over een strategische aanpak ter ondersteuning van ontwapening en demobilisatie
en re-integratie van voormalige strijders.
Door de Covid-19 pandemie is het aantal mensen in humanitaire nood nog hoger dan de
voorgaande jaren. De wereldwijde lockdowns hebben effect gehad op de socio-economische situatie van mensen en het aantal mensen
afhankelijk van voedselhulp doen stijgen. Daarom verwelkomt het kabinet de voorziene
mededeling over humanitaire hulp en zal daarbij inzetten op het versterken van de
nexus humanitaire hulp, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid om grondoorzaken van
noden aan te pakken.
Voor wat betreft de aangekondigde herziening van de EU-richtlijn over consulaire bijstand
is het kabinet van mening dat deze kan bijdragen aan de verbetering van Europese samenwerking
op dit vlak. Het kabinet legt daarbij de nadruk op praktische samenwerking tussen
de lidstaten die – met ondersteunende coördinatie van de HV en met de geleerde lessen
van de afgelopen periode van wereldwijde repatriëringen – ten goede komt aan consulaire
bijstand aan alle EU-burgers in derde landen, zonder af te doen aan de nationale competenties.
Het kabinet blijft dan ook inzetten op gezamenlijke «crisis preparedness» en ziet uit naar herziening van de richtlijn en de verdere evaluatie in het licht
van de COVID-19 crisis, waaronder het gebruik van het Uniemechanisme voor civiele
bescherming in het kader van repatriëringen.
Tenslotte hecht het kabinet belang aan inzet op onderzoek, innovatie, onderwijs en
jongeren als onderdeel van het externe optreden van de EU. Het kabinet verwelkomt
dan ook de toekomstige mededeling van de Commissie hierover in het licht van vraagstukken
als gebalanceerde mobiliteit, veiligheidsvraagstukken en kwaliteitsonderwijs (Sustainable Development Goal 4).
5. Bevordering van onze Europese levenswijze
Het kabinet is voorstander van het versterken van de Europese samenwerking en coördinatie
op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, waar dit meerwaarde heeft voor de
gezondheid van de burgers. De Commissie kondigt aan eind 2021 een voorstel te presenteren
voor een agentschap voor biomedisch geavanceerd onderzoek en ontwikkeling, gerelateerd
aan radiologische en nucleaire bedreigingen en epidemieën. Het kabinet kijkt uit naar
de nadere uitwerking hiervan. Daarnaast zal de Commissie een wetgevingsvoorstel presenteren
om een EU Health Data Space te realiseren, met als doel data in te zetten voor betere gezondheidszorg, onderzoek
en beleidsvorming ten gunste van de patiënt. Het kabinet steunt het gebruik van technologie
en data in de gezondheidszorg. Gelet op de meerwaarde om in Europees verband hierin
op te trekken, verwelkomt het kabinet dit initiatief.
De Commissie voorziet een vervolg op de mededeling en voorstellen op het gebied van
asiel en migratie, zoals op 23 september 2020 gepresenteerd. Zoals in de overkoepelende
mededeling reeds is aangekondigd, komt de Commissie met een nieuwe strategie voor
de toekomst van Schengen, die onder meer ziet op de versterking van de Schengenregels.
De Commissie voorziet voor de toekomst een meer weerbaar en sterk Schengen met voldoende
instrumenten tegen dreigingen gerelateerd aan veiligheid, migratiedruk en gezondheid.
In het kader van de verdere uitwerking van deze mededeling en bijbehorende voorstellen,
zal de Commissie tevens voorstellen doen op het gebied van legale migratie, een EU-actieplan
tegen migrantensmokkel presenteren, en een strategie voor vrijwillige terugkeer en
re-integratie ondersteuning presenteren. De positie van het kabinet ten aanzien van
de mededeling en bijbehorende voorstellen is verwoord in de BNC-fiches terzake.14 De in het werkprogramma aangekondigde elementen zijn van belang om te zorgen voor
een alomvattend EU asiel- en migratiebeleid.
De voorstellen in navolging op de veiligheidsuniestrategie zien onder andere op een
omvattende aanpak van georganiseerde criminaliteit, inclusief mensenhandel, terrorismebestrijding,
bestrijding van (online) seksueel kindermisbruik en politiesamenwerking. Het kabinet
verwelkomt de voorstellen op het gebied van (online) seksueel kindermisbruik, terrorismebestrijding,
aanpak van georganiseerde criminaliteit inclusief mensenhandel en de wetgevende voorstellen
ter versterking van de inbeslagname en ontneming van crimineel vermogen. Het is van
belang dat deze voorstellen goed aansluiten op reeds lopende initiatieven binnen de
Veiligheidsuniestrategie. Met het oog op deze voorstellen bepleit het kabinet inzet
op preventie, het verhogen van de weerbaarheid van burgers en organisaties tegen criminele
en radicale invloeden, het oprollen van criminele en terroristische kopstukken en
samenwerkingsverbanden en het ontmantelen van het bedrijfsmodel van de georganiseerde
misdaad.
De Commissie kondigt een alomvattende strategie voor de bestrijding van antisemitisme
aan. Het kabinet onderschrijft het belang om antisemitisme aan te kaarten, zowel op
nationaal niveau als op EU-niveau en steunt de insteek van de strategie, aangezien
de strijd tegen antisemitisme een alomvattende inzet vereist. Het kabinet verwacht
dat deze strategie lidstaten kan ondersteunen in de nationale aanpakken tegen antisemitisme.
Ten aanzien van de voorstellen in navolging van de Europese onderwijsruimte en de
bijgewerkte vaardighedenagenda is het kabinet, net als de Commissie, van mening dat
een (publiek) individueel leer- en ontwikkelbudget kan bijdragen aan de eigen regie
van mensen om zich tijdens hun loopbaan te blijven ontwikkelen. Het kabinet vindt
dat lidstaten zelf in staat zijn om hiervoor beleid op te stellen dat aansluit bij
de eigen specifieke omstandigheden en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het kabinet
ziet uit naar een Europese benadering van microcredentials15
, die het nationale onderwijsbeleid met betrekking tot flexibilisering en digitalisering
kan ondersteunen. Het potentieel van de toepassing hiervan kan echter verschillen
naar gelang het soort onderwijs, zoals ook aangegeven in de fiches over de EU-Vaardighedenagenda16 en de Europese Onderwijsruimte.17
6. Een nieuwe impuls voor Europese democratie
Met de strategie voor de rechten van personen met een handicap wil de Commissie de
sociale en economische inclusie en participatie van mensen met een beperking bevorderen,
vrij van discriminatie en met eerbiediging van hun rechten. Met deze strategie beoogt
zij bij te dragen aan de verdere implementatie van het VN-verdrag inzake de rechten
van personen met een handicap binnen de Europese Unie. Het kabinet is positief over
de EU-brede aandacht voor dit onderwerp en hecht grote waarde aan een samenleving
waarin mensen met een beperking op gelijke voet met anderen volledig aan de samenleving
kunnen deelnemen.
In de EU-strategie voor de rechten van het kind zal de Commissie zich richten op participatie
van kinderen en jongeren bij de Europese democratie, de bescherming van kwetsbare
kinderen, de bescherming van kinderrechten online, het bevorderen van kindvriendelijke
gerechtigheid, en het voorkomen en bestrijden van geweld. Het kabinet acht het borgen
van kinderrechten en het bieden van voldoende bescherming aan kwetsbare kinderen van
groot belang, opdat zij veilig kunnen opgroeien. Zij verwelkomt een strategie die
het nationale beleid van lidstaten ondersteunt en versterkt.
De Commissie stelt gecommitteerd te zijn aan de toetreding van de EU tot de Istanboel
Conventie.18 Onderdeel van de gendergelijkheidstrategie zijn ook voorstellen ten aanzien van de
preventie en bestrijding van gender-gebaseerd geweld. Het kabinet ondersteunt deze
inzet.
De Commissie kondigt eveneens een voorstel aan om de lijst van EU-misdrijven aan te
vullen met alle vormen van haatzaaien en haatmisdrijven. Het kabinet onderschrijft
het belang van een gezamenlijke Europese aanpak om de (online) verspreiding van haatzaaiende
boodschappen tegen te gaan. Het kabinet wil graag meer duidelijkheid krijgen over
de juridische grondslag en invulling van het voornemen. Belangrijke aandachtspunten
voor het kabinet bij de beoordeling van de voorstellen zijn de vrijheid van meningsuiting,
rechtsbescherming en de aansluiting bij andere Europese en internationale instrumenten.
In het kader van het transparantie- en democratiepakket zal de Commissie nieuwe regelgeving
voorstellen over de financiering van Europese politieke partijen. Ook kondigt ze een
voorstel aan ten behoeve van meer transparantie bij betaalde politieke advertenties.
Het kabinet is in afwachting van deze regelgeving en zal bij de beoordeling oog hebben
voor de juridische grondslag, de bevoegdheidsverdeling tussen Unie en lidstaten, de
vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en de aansluiting bij andere Europese
voorstellen.
De Commissie heeft een pakket aangekondigd met voorstellen inzake justitiële samenwerking
en beoogt hiermee vorm te geven aan mogelijke digitale maatregelen die genomen kunnen
worden om grensoverschrijdende justitiële samenwerking binnen de EU te ondersteunen.
Het kabinet ondersteunt dit initiatief en wacht de concrete uitwerking af. Daarbij
is van belang dat de effectieve samenwerking in de EU op strafrechtelijk gebied niet
door overlappende of concurrerende systemen wordt gecompliceerd.
Het kabinet vindt het verstandig dat de Commissie de situatie in de verschillende
Europese regio’s in kaart wil brengen om zo de richting van het cohesiebeleid te kunnen
beoordelen en eventueel aan te passen. Aangaande de ontwikkeling van een EU langetermijn
visie voor plattelandsgebieden zal het kabinet het belang onderstrepen van optimale
en integrale planning van functies, opdat schaarse ruimte in Nederland efficiënt en
effectief benut kan worden ten dienste van de maatschappelijke opgaven in deze gebieden.
Onderdeel van het beleid inzake Betere Regelgeving is het REFIT-programma (REgulatory FITness, ofwel gezonde wetgeving) om bestaande regelgeving te evalueren en waar nodig te
herzien. De afgelopen jaren heeft de Commissie jaarlijks enkele tientallen REFIT-acties
uitgevoerd. Dit jaar presenteert de Commissie 41 REFIT-voorstellen om bestaande EU-regelgeving
te evalueren of te herzien en legt daarbij uit waarom (zie bijlage 2, Annex II). Hiermee
laat de Commissie zien dat ze de beleidsagenda van Betere Regelgeving komend jaar
voortzet. Het kabinet verwelkomt dit en steunt in dit kader tevens de inzet van de
Commissie om via een Fit for the Future-platform concrete knelpunten in bestaande EU-regelgeving te adresseren.
Tenslotte benadrukt de Commissie het belang van doeltreffende toepassing, uitvoering
en handhaving van het recht van de Europese Unie, met name ten aanzien van de interne
markt. Het kabinet verwelkomt de aandacht van de Commissie hiervoor. Het kabinet kijkt
uit naar maatregelen om de handhaving van interne marktregels te verbeteren, bijvoorbeeld
via het aankomend Strategisch Rapport van de Commissie in januari 2021, maar ook binnen
de Single Market Enforcement Taskforce (SMET). Betere Regelgeving, handhaving en implementatie zijn essentiële onderdelen
van de Nederlandse governance agenda.19 De Europese Unie is een op regels, wetten en afspraken gebaseerde samenwerking. Om
ervoor te zorgen dat deze samenwerking optimaal is, is het volgens het kabinet cruciaal
dat de onderliggende regelgeving van hoge kwaliteit is en dat de regels goed worden
geïmplementeerd en gehandhaafd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken