Brief regering : Verantwoording van gemeenten over het verslagjaar 2019
35 570 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021
Nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2020
De verantwoording van gemeenten vraagt al enkele jaren de aandacht. Gemeenten hebben
na de decentralisatie van het sociaal domein hard gewerkt om hun jaarstukken tijdig,
en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, op te leveren. En met resultaat,
inmiddels is de situatie gestabiliseerd. Het overgrote deel van de gemeenten leverde
tijdig de jaarstukken met een goedkeurende verklaringen aan.
Sinds mijn vorige brief over de verantwoording1 ziet de wereld er anders uit. Allereerst zijn er sinds maart 2020 maatregelen genomen
om de financiële gevolgen voor bedrijven en burgers als gevolg van de coronapandemie
te beperken. Gemeenten leveren hier een grote bijdrage aan. Tijdige ondersteuning
stond bij deze maatregelen voorop. Dit heeft gevolgen voor het verslagjaar 2020 en
de verantwoording en de accountantscontrole bij gemeenten.
Het risico bestaat dat jaarstukken te laat worden ingeleverd en vaker een niet-goedkeurende
verklaring krijgen. Ik werk hieraan samen met gemeenten, accountants en vakdepartementen.
Hierbij moet een rechtmatige verantwoording worden afgewogen worden tegen de administratieve
– en controlelast die daartegenover staat.
In deze brief informeer uw Kamer over de verantwoording van gemeenten over het verslagjaar
2019 en maatregelen om de verantwoording te verbeteren. Ook blik ik vooruit op het
verslagjaar 2020. Daarnaast informeer ik u over de ontwikkeling van het aantal specifieke
uitkeringen en het indienen van de jaarstukken 2018 en 2019 van de provincie Utrecht.
Hierbij meld ik u ook dat de beantwoording van de motie van het lid Özütok2 en de motie van het lid Van der Molen3 niet binnen de gevraagde termijn van 1 december 2020 zal worden beantwoord. Ik ben
op dit moment met gemeenten en toezichthouders in gesprek over de financiële positie
en de informatie die provincies hebben over de financiële positie van gemeenten. Ik
hecht eraan dit in goed overleg met gemeenten en provincies te doen. Deze gesprekken
worden tijdens een bestuurlijk overleg van 14 december afgerond. Na afloop van dit
overleg zal ik uw Kamer over de uitvoering van beide moties informeren.
Verantwoording gemeenten 2019
De verantwoording van gemeenten is een aandachtsgebied sinds verslagjaar 2015. Bij
de decentralisatie werd voorrang gegeven aan zorgverlening boven rechtmatigheid en
verantwoording, niet alleen door gemeenten maar door de hele keten in het sociaal
domen. Dit leidde ertoe dat de helft van de jaarrekeningen niet op tijd was en de
helft geen goedkeurende verklaring had.4
Door geleverde inspanningen van gemeenten en hun ketenpartners zijn tijdigheid en
rechtmatigheid sterk verbeterd.5. Het overgrote deel van de gemeenten levert tijdig aan (90 procent) en sinds vorig
jaar is het aantal gemeenten met een goedkeurende verklaring gestabiliseerd. In 2019
had 98 procent van de gemeenten een goedkeurende verklaring op getrouwheid en 86 procent
van de gemeenten een goedkeurende verklaring op rechtmatigheid.
Europees aanbesteden en meerjarige problematiek
Voor gemeenten met een anders dan goedkeurende verklaring zijn onjuiste aanbestedingen
meestal de oorzaak. Vaak komt dit neer op het niet volgen van een Europese aanbestedingsprocedure.6
Vorig jaar heb ik de namen gepubliceerd van de 14 gemeenten die in 2018 drie jaar
op rij geen goedkeurende verklaring kregen en ben ik met deze gemeenten in gesprek
gegaan. De helft van deze gemeenten liet in 2019 verbetering zien. Hiervan hadden
6 een goedkeurende verklaring op rechtmatigheid. 2 gemeenten gingen van een afkeurende
verklaring in 2018 naar een verklaring met beperking in 2019. Tegelijkertijd hebben
7 nieuwe gemeenten drie jaar achter elkaar een niet-goedkeurende verklaring.
Ook dit jaar zal publiceer ik de namen van deze gemeenten. U vindt de lijst in de
bijlage Onderzoek verantwoording in 2019
7. Tevens organiseer ik samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en
Kenniscentrum Europa Decentraal de regiobijeenkomsten over Europees aanbesteden, die
eerder dit jaar als gevolg van de pandemie zijn uitgesteld.
Hiermee ondersteun ik deze gemeenten om tot een goedkeurende verklaring te komen.
De verantwoording van gemeenten is primair een zaak tussen college en raad.
Anders verantwoorden sociaal domein
Ook al hebben gemeenten de verantwoording van lasten in het sociaal domein sterk verbeterd,
het is nog steeds een opgave die de nodige inspanningen en middelen vergt. In 2019
verscheen de door het Ministerie van BZK mogelijk gemaakte Vernieuwing in het sociaal domein: samen aan de slag met verantwoording, een gezamenlijke studie van Rijk, gemeenten en accountants. Op basis daarvan verken
ik samen met gemeenten, accountants en het Ministerie van VWS hoe de verantwoording
beter kan aansluiten bij de doelstelling en met minder administratieve lasten gepaard
kan gaan.
Impact corona en vooruitblik 2020
In de uitwerking van de coronamaatregelen is voorrang gegeven aan de continuïteit
van de ondersteuning van bedrijven en burgers. Onder andere op het terrein van inkomensondersteuning
van zelfstandige ondernemers en bij de zorgverlening: hierover zijn afspraken gemaakt
tussen Rijk en gemeenten8. Daarnaast moesten zorgaanbieders als gevolg van corona ook meerkosten maken, die
vergoed zijn door gemeenten9.
De maatregelen om de coronacrisis te bestrijden, vereisten een afwijking van bestaande
contracten en verordeningen. Soms zal het niet mogelijk zijn de rechtmatigheid te
herstellen, soms wel. In het laatste geval zal ook een bestuurlijke weging moeten
worden gemaakt van het belang van rechtmatigheid en de administratieve- en controlelasten
om rechtmatigheid te herstellen, voor zowel de gemeente als voor de zorgaanbieders.
Dit betekent ook dat, ondanks al het werk dat nu wordt verricht rond de verantwoording
in het kader van corona, het niet is uit te sluiten dat jaarstukken te laat worden
ingeleverd en gemeenten vaker een niet-goedkeurende verklaring krijgen.
Dit ondanks het feit dat dat betrokken partijen al aan de slag zijn gegaan om afspraken
te maken over de verantwoording. Zo hebben de VNG, de branches voor aanbieders, de
NBA en ketenregie i-Sociaal Domein onder regie van het Ministerie van VWS afspraken
gemaakt over de vormgeving van de jaarverantwoording 2020. Ook zijn er afspraken gemaakt
over bijvoorbeeld de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
die door gemeenten wordt uitgevoerd.
Per maatregel wordt het vraagstuk primair door het betrokken vakdepartement met gemeenten
en accountants opgepakt. Ik heb een stuurgroep ingesteld die in kaart brengt rond
welke onderwerpen verantwoordingsvraagstukken spelen, die volgt waar deze worden opgepakt
en de voortgang monitort en reflecteert of dit tot vergelijkbare uitkomsten leidt
in de verschillende domeinen.
Specifieke uitkeringen
Bij de vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds informeerde uw Kamer
op 25 september jl. naar de ontwikkeling van specifieke uitkeringen. Op 5 oktober
jl. heb ik aangegeven dat er sprake lijkt te zijn van een forse toename van het aantal
specifieke uitkeringen, alsmede van het daarmee gemoeide budgettaire belang. De oorzaak
is gelegen in de vraagtekens die de Algemene Rekenkamer gesteld heeft bij de rechtmatigheid
van de verstrekking van sommige decentralisatie uitkeringen, die voorwaarden stellen
aan de besteding van de middelen. Ik heb u toegezegd u nader te informeren over de
aantallen specifieke uitkeringen.10 Dit overzicht is opgenomen in onderstaande tabel.
Jaar
Aantal
Financiële omvang (€ mln.)
2009
109
€ 15.269
2010
88
€ 14.526
2011
75
€ 13.383
2012
55
€ 12.324
2013
45
€ 12.649
2014
34
€ 12.860
2015
22
€ 9.012
2016
24
€ 7.386
2017
21
€ 7.765
2018
16
€ 8.024
2019
41
€ 8.462
20201
98
€ 13.364
X Noot
1
Cijfers 2020 zijn voorlopige cijfers
Indiening jaarstukken 2018 en 2019 door de Provincie Utrecht
In januari 2020 is de provincie Utrecht onder verscherpt toezicht komen te staan,
omdat de jaarstukken 2018 en 2019 niet tijdig waren ingeleverd. Zowel de jaarrekening
2018 als de jaarrekening 2019 zijn op 16 juli 2020 aangeleverd. Daarmee is een stap
gezet om de jaarstukken in de toekomst weer in de reguliere cyclus aan te leveren,
dus uiterlijk 15 juli.
Daarom ga ik voor de rest van dit jaar weer over op het reguliere toezichtregime.
Op basis van het reguliere toezichtproces en de geldende wet- en regelgeving zal na
indiening van de begroting 2021, voor 1 januari 2021 het toezichtregime voor 2021
worden bepaald.
Tot slot
Duidelijk is dat de pandemie en de maatregelen die in dat kader zijn genomen consequenties
hebben voor de verantwoording 2020. De komende tijd blijft dit een belangrijke kwestie
voor gemeenten. Daarom blijf ik hier actief met gemeenten, accountants en andere betrokkenen
over in gesprek.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties