Brief regering : Nadere toelichting over de opzet van de beleidsdoorlichting bekostiging politie
33 199 Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid
Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2020
Bij brief van 29 oktober 2020 heeft u mij gevraagd een uitgebreidere toelichting te
geven over de opzet van de beleidsdoorlichting bekostiging politie en deze voor de
begrotingsbehandeling van mijn ministerie aan uw Kamer te doen toekomen. Middels deze
brief beantwoord ik voor zover op dit moment mogelijk, uw vragen.
Opzet en afbakening van de beleidsdoorlichting
De beleidsdoorlichting wordt opgesteld conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
(RPE), derhalve zal de beleidsdoorlichting gebaseerd zijn op de 15 onderzoeksvragen
die worden voorgeschreven door de RPE. De scope van de beleidsdoorlichting is de opvolging
van de aanbevelingen uit het in 2017 aan uw Kamer verstuurde interdepartementaal beleidsonderzoek
(IBO) «Effectiviteit politie»1. Hiermee heeft de beleidsdoorlichting betrekking op de jaren 2017–2020.
Beschikbaarheid van bronmateriaal
Vanaf 2017 hebben de nodige onderzoeken en evaluaties plaatsgevonden. De verwachting
is dat dit materiaal in onderling verband voldoende inzichten over het gevoerde beleid
zal opleveren. Op voorhand lijkt er geen sprake van te weinig onderzoeksmateriaal.
De beleidsdoorlichting wordt gebaseerd op literatuuronderzoek en aanvullend interviews.
Mocht uit het uit te voeren onderzoek blijken dat er (betekenisvolle) hiaten zijn
in de kennis over het gevoerde beleid, dan is een dergelijk inzicht in zichzelf waardevol,
en rechtvaardigt dit opname in de op te stellen (onderzoeks-)agenda voor toekomstig beleid en evaluaties ten behoeve van de Strategische Kennis
en Evaluatieagenda (SKEA).
Stuurgroep en onafhankelijke deskundigheid
U heeft vragen gesteld over de bemensing van de stuurgroep en de organisatie van onafhankelijke
deskundigheid. Ik kan u inmiddels melden dat de stuurgroep zal bestaan uit een afvaardiging
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Financiën, de politie
en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het WODC is betrokken
als onafhankelijk deskundige en waarborgt in deze rol de kwaliteit van de beleidsdoorlichting.
Dat zal het WODC voornamelijk vanuit een methodologische invalshoek doen. Om deze
rol te kunnen vervullen is het noodzakelijk dat het WODC bij alle fasen van de beleidsdoorlichting
betrokken is. Uiteindelijk zal, conform de RPE-eisen, een onafhankelijke beoordeling
van het onderzoeksproces en de uitkomsten daarvan worden opgeleverd.
Doelmatigheid
De monitoring van de doelmatigheid van extra investeringen in de politie is geborgd
in de Planning en Control-cyclus van zowel politie als departement en vindt plaats
aan de hand van begroting, beheerplan en jaarverantwoording. U vraagt naar Kritische
Prestatie Indicatoren (KPI) in relatie tot sturing op de politie. Dergelijke indicatoren
worden niet toegepast in het sturingsmodel op de politie, waarbinnen mijn ministerie
vanuit zijn eigenaarsrol verantwoordelijk is voor de continuïteit en het beheer van
de politie – een sui generis organisatie. Echter, mijn ministerie, gezagsdragers en de politie werken continue
samen aan het verder ontwikkelen van de sturingsrelatie. Sinds de oprichting van de
Nationale Politie in 2012, is in verschillende trajecten gewerkt aan zicht op effectiviteit
en prestaties van politie en de ontwikkeling van instrumenten en kaders die aan de
eigenaarsverantwoordelijkheid invulling kunnen geven. Mogelijk biedt de beleidsdoorlichting
handvatten om te identificeren op welke wijze zicht op effectiviteit als basis kan
dienen voor de ontwikkeling van sturingsafspraken met de Korpschef. Daarnaast vraagt
u op basis van welk beoordelingskader middelen worden verdeeld binnen politie. De
toedeling van middelen aan de eenheden van de politieorganisatie krijgt vorm op basis
van het Besluit verdeling sterkte en middelen. De daling van het politiebudget vanaf
2022 heeft geen effect op de operationele capaciteit, omdat deze is vastgelegd in
de formatie en past binnen de meerjarige begroting van het politiekorps.
Veiligheid in Nederland
De politie heeft een belangrijke taak in het veilig houden en veiliger maken van Nederland.
Hoe de bijdrage van politie aan de veiligheid van Nederland zowel objectief als subjectief
meetbaar gemaakt kan worden, is een complex vraagstuk waar vooralsnog niet één antwoord
op te geven is. De beleidsdoorlichting biedt wellicht aanknopingspunten om het antwoord
op deze vraag verder te ontwikkelen. U vraagt specifiek naar het effect van de sluiting
van politielocaties op de veiligheid in zowel objectieve als subjectieve zin. De beleidsdoorlichting
richt zich op syntheseonderzoek, dat niet tot het detailniveau reikt van uw vraag.
Het Strategisch huisvestingsplan 2013–2025 van de politie voorziet in een huisvestingsbeleid
ter ondersteuning van een efficiënte en effectieve taakuitvoering. Zoals eerder aan
uw Kamer gemeld worden eventuele wijzigingen hierop in samenspraak met het lokaal
gezag genomen en alleen als de dienstverlening in orde is2.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid