Brief regering : Gezond en veilig thuiswerken
25 883 Arbeidsomstandigheden
Nr. 394
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2020
De coronacrisis heeft een grote invloed op de manier waarop velen nu werken. Het heeft
bestaande leef- en werkpatronen rigoureus doorbroken. Eens te meer blijkt hoe belangrijk
gezond en veilig werken is. In deze brief informeer ik uw Kamer over de lopende en
nieuwe initiatieven die ik neem om werkgevers en werkenden te ondersteunen bij het
gezond en veilig werken op de thuiswerkplek. Ook wil ik uw Kamer informeren over mijn
voornemen om samen met de SER tot een toekomstagenda te komen voor thuiswerken. Met
deze agenda wil ik tot een antwoord komen op de vraag hoe het thuiswerken er na de
coronacrisis uit kan zien en hoe we komen tot een betere balans van kantoor- en thuiswerken.
Via deze brief geef ik tevens invulling aan mijn toezegging in het algemeen overleg
van 11 november jongstleden om voor het kerstreces de Kamer te informeren over mijn
initiatieven op thuiswerken.
Aanleiding
Een van de grootste veranderingen op werkgebied betreft het thuiswerken. In verband
met de bestrijding van het coronavirus geldt sinds maart het dringende advies van
de overheid om thuis te werken waar dat kan. Drie maanden na de start van de maatregelen
werkte 45 procent van de mensen thuis, waarvan twee derde volledig1. Het aantal uren dat thuisgewerkt wordt is ook flink toegenomen. Werknemers die thuiswerken
deden dat in 2019 gemiddeld 5 uur per week. Medio 2020 werd er gemiddeld 30 uur per
week thuisgewerkt. Het RIVM rapporteerde2 dat degenen die thuis kunnen werken aangaven dat zij eind september bijna drie kwart
(72 procent) van hun wekelijkse werkuren thuis werkten.
Nu er vanwege de bestrijding van het coronavirus langdurig moet worden thuisgewerkt
is het cruciaal dat we ervoor zorgen dat er ook gezond en veilig thuis wordt gewerkt.
De verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij werkgevers en bij werkenden zelf.
Het is goed te zien dat daar afgelopen tijd veel op geïnvesteerd is. In verband met
de mate en de duur van het thuiswerken, en het perspectief dat dit voorlopig nog niet
zal veranderen, wil ik werkgevers en werkenden hierbij de komende periode intensief
ondersteunen.
Gezond thuiswerken tijdens de coronacrisis
De veranderde werkomstandigheid als gevolg van het thuiswerken waar dat kan is ingrijpend
voor werkgevers en voor werkenden. Hierbij zijn er zowel positieve als negatieve gevolgen
te zien. Zo blijkt uit het TNO-onderzoek dat thuiswerkers over het algemeen een hogere
autonomie en lagere taakeisen ervaren. Daarbij ervaren thuiswerkers een hogere productiviteit,
minder reistijd en meer tijd voor ontspanning en sport.
Bij het langdurig thuiswerken zoals we dat nu doen wordt het echter steeds duidelijker
dat het gezond en veilig werken ook thuis een belangrijke randvoorwaarde is gezien
de fysieke en mentale belasting die hiermee gepaard gaat. Het thuiswerken gaat gepaard
met veel beeldschermwerk en een toename van herhalende bewegingen. Ook het langdurig
zitten en het krijgen van onvoldoende beweging is een risico voor thuiswerkers. Werknemers
missen hun collega’s en ook het sociale contact met klanten. Verder zien we bijvoorbeeld
bij met name bij groepen als jonge werknemers en werknemers met jonge kinderen een
negatief effect op de mate van werkstress die wordt ervaren. Werkgevers hebben minder
zicht op hun werknemers en worstelen soms met het sturen op afstand.
De verantwoordelijkheid voor een gezonde en veilige thuiswerkplek ligt bij werkgevers
en werkenden gezamenlijk. De werkgever dient op basis van zijn zorgplicht bijvoorbeeld
thuiswerkvoorzieningen ter beschikking te stellen waar nodig en redelijk. Ook dient
de werkgever de werknemers te instrueren en voor te lichten. De werkgever kan bij
de zorgplicht ondersteund worden door preventiemedewerkers en de bedrijfsarts. Werkenden
hebben een eigen verantwoordelijkheid om deze thuiswerkvoorzieningen ook daadwerkelijk
te benutten en de instructies van de werkgever op te volgen. In het gesprek van de
werkgever met werkenden is het juist nu belangrijk om samen periodiek stil te staan
bij de fysieke en de mentale gezondheid van de thuiswerkende. Nog meer dan bij veel
andere onderwerpen gaat het in het geval van thuiswerken om maatwerk en zijn persoonlijke
woon- en leefomstandigheden van invloed op het thuiswerken.
Om werkgevers en werkenden bij dit alles te ondersteunen zijn er de volgende lopende
en nieuwe initiatieven vanuit het Ministerie van SZW samen met sociale partners:
• SZW verstrekt actief informatie en tips over gezond en veilig thuiswerken op rijksoverheid.nl
en op het Arboportaal3. Zo zijn er tips te vinden over voor het inrichten van een goede thuiswerkplek en
hoe je vitaal kunt blijven en zijn de regels omtrent thuiswerken verduidelijkt. Voor
leidinggevenden zijn er bijvoorbeeld vlogs met tips over het leidinggeven op afstand:
hoe hou je contact met je medewerkers? Deze producten van de eerdere Flitsactie Vitaal
Thuiswerken van SZW worden de komende weken periodiek via social media onder de aandacht
gebracht.
• SZW richt een digitaal platform op voor werkgevers (via slimwerkgeven.nl) en werkenden (via hoewerktnederland.nl) met alle informatie over thuiswerken, regels, goede voorbeelden en tips. Onderzocht
wordt hoe we werkgevers en werkenden verder kunnen faciliteren en stimuleren om te
blijven thuiswerken. Hiertoe worden de belangrijkste weerstanden en belemmeringen
om thuis te werken in kaart gebracht.
• Het project «Thuiswerken is topsport»4: dit project is een initiatief van VNO-NCW en MKB-Nederland en wordt gesubsidieerd
door de Ministeries van SZW en VWS. Het project ondersteunt en stimuleert werkgevers
en werkenden om ook thuis te bewegen en om te investeren in vitaliteit.
• Mentale vitaliteit: op 16 november start in de Week van de Werkstress een campagne
om bewustwording te vergroten over de mentale vitaliteit van werkenden. Hierbij wordt
onder andere aandacht besteed aan thuiswerkers: hoe voorkomen we burn-out en eenzaamheid
onder thuiswerkers. Met tips en tools worden werkgevers en werkenden ondersteund.
• Burn-out: in een brede maatschappelijke samenwerking met onder andere sociale partners
en de Ministeries van VWS en OCW op het gebied van burn-outklachten komt thuiswerken
ook aan de orde.
• RI&E: via de lopende Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) campagne5 worden werkgevers gewezen op hun verplichting om de risico’s voor werkenden in kaart
te brengen en maatregelen te nemen, dit geldt ook voor de risico’s voor thuiswerkers.
• Fysieke belasting: bij thuiswerken ligt in verband met het vele beeldschermwerk een
verkeerde werkhouding of te weinig lichaamsbeweging op de loer. Fysieke overbelasting
en onderbelasting vormen een gezondheidsrisico voor thuiswerkers. Om die reden wordt
in het communicatietraject rondom fysieke belasting in 2021 extra aandacht besteed
aan het voorkomen van fysieke klachten als gevolg van thuiswerken.
• Monitor: via de monitor Arbeid van TNO6 worden periodieke metingen verricht over de effecten van corona op de gezondheid
van werkenden. De monitor volgt welke effecten het thuiswerken heeft op de fysieke
en mentale gezondheid van werkenden, zodat er indien nodig extra maatregelen kunnen
worden getroffen. Een tweede meting wordt op dit moment verricht, ik verwacht de uitkomsten
hiervan in de tweede helft van december.
Thuiswerken na corona
De prioriteit voor de komende periode ligt bij het ondersteunen en faciliteren van
werkend Nederland om gezond werkend de coronacrisis door komen. Tegelijkertijd is
het van belang om met een blik op de toekomst gezamenlijk te bekijken wat we kunnen
leren van deze periode van grootschalig thuiswerken en hoe we in de toekomst tot een
optimale verdeling kunnen komen tussen kantoorwerk en thuiswerken. Ik wil graag dat
we als samenleving lessen trekken uit dit immens «thuiswerk-experiment» waarin we
opeens met elkaar zitten: welke goede zaken levert het thuiswerken ons op en moeten
we behouden met het oog op de periode na corona? En welke negatieve effecten of belemmeringen
worden ervaren die we nu al maar ook met het oog op de toekomst moeten verminderen?
Zodat we voor de periode na corona op een situatie kunnen uitkomen die beter in balans
is.
De komende periode zal ik hiertoe in samenwerking met de SER het gesprek aangaan met
de samenleving: werkgevers, werknemers, professionals, deskundigen en wetenschappers.
Ook zal ik hier de sociale partners bij betrekken. Centraal staat de vraag: Hoe gaan
we ons werk in de toekomst optimaal vormgeven, wat is een goede balans tussen op kantoor
en thuiswerken? Op basis van dit gesprek dat ik samen met de SER met de buitenwereld
voer zal ik in het eerste kwartaal van 2021 een adviesaanvraag richting de SER doen
over het thuiswerken in de toekomst bezien van uit arbeidsomstandigheden. Met het
advies van de SER in de hand wil ik een agenda voor de toekomst van het thuiswerken
opstellen. Doel van deze agenda is om in kaart te brengen, te verkennen en te agenderen
welke ontwikkelingen we nu zien op het gebied van thuiswerken; welke gevolgen die
ontwikkelingen hebben in positieve en negatieve zin voor de samenleving, voor werkgevers
en werkenden; en wat we kunnen doen om te komen tot een betere balans te komen (het
goede behouden, negatieve effecten of belemmeringen, zoals wellicht op het gebied
van wet- en regelgeving, te verminderen). Het streven is om met deze agenda voor de
toekomst van het thuiswerken te bereiken dat SZW, SER, sociale partners, werkgevers
en werkenden beter kunnen anticiperen op de ontwikkelingen in verband met thuiswerken
nu maar ook voor de periode na corona.
Ik zal uw Kamer in het voorjaar van 2021 verder informeren over de stand van zaken
van zowel de lopende activiteiten in verband met het gezond thuiswerken tijdens de
coronacrisis als mijn initiatief voor de toekomst van het thuiswerken.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van 't Wout
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.