Brief regering : Stand van zaken Herstel kinderopvangtoeslag
31 066 Belastingdienst
Nr. 727 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2020
Bijgevoegd treft u de antwoorden op vragen van het lid Leijten (SP) over de hersteloperatie
kinderopvangtoeslag (ingezonden 21 oktober 2020) (Aanhangsel Handelingen II 2020/21,
nr. 677). De vragen van het lid Omtzigt (CDA) over de CAF 11-zaak (ingezonden 22 oktober
2020) verwacht ik begin volgende week toe te zenden. Beiden leden hebben verzocht
deze antwoorden voorafgaand aan het VAO Herstel, gepland op 5 november (Handelingen
II 2020/21, nr. 21, VAO Hersteloperatie Kinderopvangtoeslagen), te ontvangen. Dat
zal wat betreft de antwoorden op de vragen van de heer Omtzigt helaas niet lukken.
Daarnaast ga ik onderstaand in op een aantal onderwerpen ter voorbereiding op het
VAO waarmee ik voldoe aan het verzoek van de heer Omtzigt van 29 oktober jl.1
Motie Alkaya en Leijten
Tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 1 oktober jl. (Handelingen II 2020/21,
nr. 9, debat over de algemene financiële beschouwingen) hebben de leden Alkaya en
Leijten een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht een uiterste inspanningsverplichting
op zich te nemen om een grote groep gedupeerde ouders nog voor eind december een voorschot
uit te keren op de compensatie waar zij recht op hebben (Kamerstuk 35 570 IX, nr. 12). Deze motie is in eerste instantie aangehouden tot het AO Hersteloperatie kinderopvangtoeslagen
van 15 oktober jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 718) Tijdens het algemeen overleg kwam de Kamerbrede wens naar voren om iets te doen
voor de gedupeerde ouders voor de feestdagen. De inspanning om het maximale te doen
en op die manier recht te doen aan de gedupeerde ouders is een gedeelde wens van de
Kamer en het kabinet. Tijdens het AO heb ik de zorg uitgesproken over de uitvoerbaarheid.
Een absolute voorwaarde voor mij is dat de hersteloperatie hierdoor geen vertraging
mag oplopen. Ik heb dan ook gekeken naar een manier om aan de breed gedeelde wens
van uw Kamer tegemoet te komen zonder dat de planning van de hersteloperatie in gevaar
komt.
Mijn voorstel is hierbij om de ongeveer 9.000 ouders die zich voor 1 november bij
de herstelorganisatie aangemeld hebben om beoordeeld te worden voor compensatie of
herstel een eenmalige tegemoetkoming te betalen van 750 euro. Deze tegemoetkoming
staat los van het eventuele recht van deze ouders op compensatie of herstel, maar
geven wij omdat we het uiterst vervelend vinden dat ouders lang moeten wachten op
een beoordeling, zeker in het licht van de verwachtingen dat zij al sneller geholpen
zouden worden. Het bedrag betreft een extra tegemoetkoming en wordt dus niet verrekend
met een eventuele compensatie- of herstelbetaling op een later moment. Tenslotte wil
ik benadrukken dat deze tegemoetkoming los staat van de noodvoorziening; hier kunnen
ouders die in acute problemen zijn een beroep op blijven doen.
Ik zal deze tegemoetkoming een wettelijke grondslag geven via een nota van wijziging
bij het wetsvoorstel Verbetering uitvoerbaarheid toeslagen. Hiervoor zal ook een uitvoeringstoets
gemaakt worden waarbij geschetst zal worden hoe deze tegemoetkoming uitgevoerd wordt.
Na akkoord in uw Kamer op de nota van wijziging zal ik op korte termijn de ouders
hierover informeren. Vooruitlopend op de wettelijke basis zal een beleidsbesluit gepubliceerd
worden. De budgettaire aspecten worden bij najaarsnota verwerkt.
Ik wil hierbij benadrukken dat de grote omvang van deze groep, het krappe tijdpad
en de beperkte capaciteit bij de hersteloperatie, tezamen betekenen dat dit voorstel
uitvoeringsrisico’s met zich meebrengt. Een onvermijdelijk gevolg van deze aanpak
is dat binnen de groep van ongeveer 9.000 ouders zich ook ouders bevinden waarvan
na beoordeling zal blijken dat zij evident geen recht hebben op compensatie of herstel.
Het alternatief, waarin bij alle ouders getoetst zou worden voor deze tegemoetkoming,
is echter niet uitvoerbaar zonder grote vertraging in de integrale hulp aan ouders
te veroorzaken. Ook kan ik bij de voorgestelde massale betaling geen maatwerk bieden
voor ouders in bijzondere omstandigheden, zoals we bij de integrale beoordeling bijvoorbeeld
samen met de ouder in gesprek kunnen met een bewindvoerder of schuldeisers. Ik zal
wel in algemene zin contact zoeken met bewindvoerdersorganisaties om het doel en speciale
karakter van deze regeling onder de aandacht te brengen. Ten slotte beschikt Toeslagen
niet in alle gevallen over de juiste gegevens van ouders om een tijdige en correcte
betaling te kunnen garanderen. Waar die gegevens ontbreken, zullen deze gegevens bij
de ouders moeten worden uitgevraagd, waardoor vertraging kan ontstaan. Dit wordt meegenomen
in de uitvoeringstoets.
Met deze voorgestelde invulling van de motie van de leden Alkaya en Leijten laat ik
deze graag aan het oordeel van Kamer.
Organogram hersteloperatie
Mevrouw Leijten heeft op 27 oktober jl. bij de regeling van werkzaamheden verwezen
naar een tweet van de heer Klein met daarin een «organogram» van de hersteloperatie.2 Dit organogram staat in ieder geval op de Belastingdienst intranetpagina van de Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (UHT). Mede naar aanleiding van dit organogram vroeg mevrouw Leijten
om deelname van de Minister-President bij het VAO omdat hij betrokken zou zijn bij
de aansturing van het crisisteam. Dit laatste is niet het geval. De informatie in
het organogram is geen goede weergave van hoe de Herstelorganisatie daadwerkelijk
is ingericht, wordt aangestuurd en in de praktijk ook functioneert. Er is, anders
dan uit het organogram gelezen kan worden, geen regulier periodiek bewindsliedenoverleg
(BWO) rondom de hersteloperatie. Hoe het strategisch crisisteam (SCT) voor de hersteloperatie
wel is ingericht en wordt aangestuurd heb ik eerder aan uw Kamer beschreven.3 Als verantwoordelijke Staatssecretaris ben ik de enige van het kabinet die hiervan
deel uitmaakt. Op het moment dat er politieke keuzes gemaakt moeten worden rondom
de hersteloperatie, zoals bijvoorbeeld de Wet hardheidsaanpassing Awir, wordt dit
uiteindelijk in de ministerraad besloten.
Benaderen van gedupeerde ouders
De heer Omtzigt heeft tijdens het AO van 15 okt jl. verzocht om een uiteenzetting
van de activiteiten die zijn ondernomen om gedupeerde ouders proactief te benaderen,
inclusief ouders met een OGS-kwalificatie die nog niet in beeld zijn. In deze brief
wil ik u op de hoogte stellen van wat wij reeds hebben gedaan en wat wij van plan
zijn te ondernemen om ouders proactief te benaderen.
Om te beginnen benaderen we zoveel mogelijk ouders persoonlijk. Alle ouders die onderdeel
zijn van een CAF-onderzoek dat vergelijkbaar is bevonden met CAF-11, hebben een brief
gekregen dat ze mogelijk in aanmerking komen voor compensatie en zich aan kunnen melden
bij de herstelorganisatie. Ouders uit een CAF-onderzoek dat in eerste instantie niet
vergelijkbaar is bevonden met CAF-11 hebben een brief ontvangen waarin is aangegeven
dat ze niet groepsgewijs vooringenomen zijn behandeld, maar dat ze zich wel kunnen
melden voor een integrale herbeoordeling. Acht CAF-zaken zijn herbeoordeeld en inmiddels
wel vergelijkbaar bevonden. Deze ouders zullen daar op korte termijn bericht over
ontvangen. Ouders met een OGS-kwalificatie worden waar mogelijk ook geïdentificeerd
zodat ook naar hen proactief gecommuniceerd kan worden. Een deel van hen, die nog
een openstaande schuld heeft, hebben wij eerder geïnformeerd dat hun invorderingen
worden gepauzeerd. Wij zullen met deze ouders nog contact opnemen om ze ook persoonlijk
te wijzen op de mogelijkheid voor een compensatie dan wel een tegemoetkoming, voor
zover zij zich nog niet hebben gemeld. Van de ouders met een OGS-kwalificatie zonder
openstaande schuld is geen volledig overzicht in onze systemen, maar we zullen ons
desalniettemin volledig inspannen om zoveel mogelijk van hen ook proactief te identificeren
en informeren. Dit zal uiterlijk begin volgend jaar plaatsvinden. Daarbij geldt wel
dat we in onze communicatie heldere verwachtingen willen scheppen: ouders die zich
naar aanleiding hiervan aanmelden zullen niet op korte termijn geholpen kunnen worden,
tenzij zij zich in een acute of zeer schrijnende situatie bevinden. Wanneer ouders
zich ondanks onze brieven niet melden terwijl wij het sterke vermoeden hebben dat
ze in aanmerking komen voor compensatie, zullen we hen nogmaals proactief benaderen.
Naast het proactief benaderen van ouders op individueel niveau, hebben we verschillende
campagnes om andere ouders aan te moedigen om zich te melden. Allereerst staat er
informatie op de website Toeslagen.nl/herstel met een online aanmeldformulier. Daarnaast
worden mensen opgeroepen zich te melden tijdens alle gesprekken die ik voer, in video's
en tijdens webinars. Voor deze gesprekken worden zo veel mogelijk ouders en burgers
uitgenodigd die mogelijk in aanraking zijn geweest met de toeslagaffaire. Begin volgend
jaar voeren we campagnes die ouders oproepen zich te melden. Tevens hebben we afgesproken
met betrokken gemeenten om op lokaal niveau activiteiten te ondernemen die bijdragen
aan het informeren en benaderen van burgers. Ook andere partijen waarmee we samenwerken,
zoals het ouderpanel en BoiNK, helpen ons door ouders binnen hun eigen netwerk op
te roepen om zich te melden. Bij grootschalige benadering van ouders kijken we ook
naar het beste moment en de beste manier om dit te doen en vraag ik vaak advies van
het ouderpanel.
Rol OM in CAF-zaken
Ten slotte heeft Kamerlid Omtzigt mij tijdens het AO gevraagd om een brief over de
rol van het OM bij de CAF-zaken. In mijn antwoorden op de vragen gesteld in het schriftelijk
overleg over politieke besluitvorming rondom de vorming van het CAF-team heb ik reeds
aangegeven dat het mij niet bekend is wat het OM op welk moment wist. Ik heb uw verzoek
daarom doorgeleid naar de Minister van Justitie en Veiligheid.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën