Brief regering : Verslag informele high-level videoconferentie met EU-transportministers d.d. 8 oktober 2020
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 833
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele high-level videoconferentie van transportministers d.d. 8 oktober 2020. De videoconferentie stond
in het teken van het initiatief om de Europese Commissie te vragen een Pandemic Contigency Plan op te stellen voor vrachtvervoer. Met dit plan beoogt het Voorzitterschap de transportsector
weerbaar te maken tegen aankomende pandemieën en crises. Daarmee wordt voorkomen dat
de sector, net zoals tijdens de beginmaanden van de COVID-19-crisis, overvallen wordt.
Aansluitend hierop sloot de Commissie de conferentie af met een presentatie over het
nieuwe voorstel over het gemeenschappelijke Europese luchtruim (SES2+).
In het verlengde hiervan meld ik uw Kamer dat het BNC-fiche inzake het gewijzigd voorstel
voor een Verordening over de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke Europese
luchtruim1, niet binnen de daarvoor geldende zeswekentermijn naar uw Kamer kan worden verzonden.
Het fiche zal uw Kamer op zo kort mogelijke termijn alsnog worden toegezonden.
Bijgevoegd treft u tevens de terugkoppeling aan van de consultatie bij EU-lidstaten
over een eventueel uitstel van het EU-Qatar-verdrag, zoals door mij is toegezegd aan
uw Kamer tijdens het algemeen overleg d.d. 23 september 2020.
Tot slot bied ik u de kwartaalrapportage aan met de stand van zaken van de lopende
onderhandelingen in de Europese Unie (EU).
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
I. Verslag informele videoconferentie transportministers d.d. 8 oktober jl.
Pandemic Contigency Plan
Omdat de videoconferentie van 28 september jl. vanwege technische problemen moest
worden geannuleerd, heeft het Duits Voorzitterschap de conferentie hervat op 8 oktober
jl. Het Voorzitterschap opende de bijeenkomst en vroeg de EU-lidstaten om een eerste
reactie op het initiatief voor een Pandemic Contigency Plan. Via later aan te nemen Raadsconclusies zal de Commissie worden opgeroepen om een
dergelijk plan op te stellen om weerbaarder te zijn bij volgende crises op het gebied
van transport.
De Eurocommissaris voor Transport sprak haar steun uit om te komen tot een Pandemic Contigency Plan. Ze gaf hierbij aan dat de focus van dit initiatief momenteel op vrachttransport ligt,
maar dat het de bedoeling is dat dit initiatief zich ook zal richten op personenvervoer.
Deze boodschap ontving steun van meerdere lidstaten in het vervolg van de videoconferentie.
De Eurocommissaris gaf daarnaast aan dat het van belang is dat in de toekomt geen
enkele crisis de vrijheid van goederentransport mag beperken en riep de lidstaten
op zich daarvoor in te zetten. Binnen deze context gaf de Eurocommissaris aan dat
de Green Lanes een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de doorstroom van het goederenvervoer.
Zij drukte de lidstaten op het hart de Green Lanes operationeel te houden in de toekomst. Binnen deze opgave is eveneens een grote rol
weggelegd voor digitalisering. Ook deze mededeling kreeg steun van het merendeel van
de lidstaten, waaronder Nederland, die aangaven de Green Lanes intact te willen houden.
Nederland gaf aan positief te staan tegenover het initiatief van het Pandemic Contigency Plan. Deze positieve houding tegenover het initiatief was terug te zien bij het overgrote
merendeel van de lidstaten. Nederland riep de Commissie op de toepassing van dit plan
niet enkel te willen beperken tot aanbevelingen/richtlijnen voor de EU, maar dat het
plan ook oog moet hebben voor best practises op het niveau van individuele lidstaten en bedrijven. Daarbij riep Nederland op de
transportsector te betrekken bij de totstandkoming van dit plan.
De inzet van lidstaten liep uiteen waar het ging om de reikwijdte en het niveau van
de te nemen maatregelen, zoals t.a.v. het testbeleid en quarantainemaatregelen. Dit
houdt nauw verband met de lopende discussies in de Raad Algemene Zaken (RAZ) over
de Raadsaanbeveling voor een gecoördineerde aanpak2. De lidstatenwaren eensgezind over de noodzaak administratieve lasten voor het transportpersoneel
zoveel mogelijk te beperken. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland riepen voorts
op tot flexibiliteit m.b.t. staatssteun en tot tijdelijke uitzonderingen op bestaande
regelgeving waar dat nodig is – met name t.a.v. maatregelen uit het eerste mobiliteitspakket
– om zo een vlotte doorstroom van goederen en transportpersoneel onderweg te garanderen.
Voorts werd er regelmatig door de lidstaten, waaronder Nederland, gewezen op het belang
van tijdige en goede informatie-uitwisseling En brachten enkele lidstaten ook de problemen
rond bemanningswisselingen in de zeevaart ter sprake. Nederland ondersteunt de oproep
van meerdere lidstaten om, met name richting derde landen – waar bijvoorbeeld quarantainemaatregelen
en restricties rond uitgave van visa de bemanningswisselingen belemmeren – gezamenlijk
op te treden.
Tot slot heeft Nederland aangegeven het onacceptabel te vinden dat er vliegtuigmaatschappijen
zijn die vliegtickets tegen dumpprijzen aanbieden naar zogenoemde oranje COVID-19-
gebieden. Nederland heeft zijn zorgen geuit en aangegeven dat dit belemmerend werkt
in de aanpak tegen deze crisis. Nederland heeft de Commissie en lidstaten opgeroepen
zich in de aanpak van deze crisis en aankomende crises hiertegen hard te maken.
Het Voorzitterschap sloot het debat over het Pandemic Contigency Plan af met het uitspreken van vertrouwen dat deze videoconferentie een goede bijdrage
had geleverd aan de snelle totstandkoming van Raadsconclusies.
Single European Sky (SES2+)
De Commissie introduceerde tijdens de videoconferentie het aangepaste voorstel over
het gemeenschappelijke Europese luchtruim (SES2+) en gaf aan het als essentieel onderdeel te zien van een verdere verduurzaming van
het luchtruim, het verbeteren van efficiëntie en het minimaliseren van vertragingen.
Nederland onderschrijft de focus op het Europese netwerk en steunt de achterliggende
beleidsdoelen waaronder het bijdragen aan een verdere vergroening van de Europese
luchtvaartsector.
Lidstaten steunden de wens van de Commissie, maar zijn verdeeld over de aanpak van
de Commissie. Zo zijn er enkele lidstaten die van mening zijn dat er voor dit voorstel
een normaal voorbereidingsproces gevolgd had moeten worden. Deze lidstaten zijn bijvoorbeeld
niet te spreken over het feit dat er bij dit voorstel geen impact assessment uitgevoerd is, zoals gebruikelijk bij nieuwe wetgeving van de Europese Commissie.
Ook het overhevelen van bepaalde verantwoordelijkheden van nationaal naar Europees
niveau wordt door lidstaten met argusogen bekeken. Tenslotte gaven verschillende Ministers
aan dat er geen sprake mag zijn van een «one size fits all» benadering.
II. Europees luchtvaartverdrag met Qatar
Naar aanleiding van de vragen tijdens het algemeen overleg Transportraad d.d. 23 september
2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 829) m.b.t. de positie van EU-lidstaten ten aanzien van het uitstellen van het EU-Qatar
verdrag, heeft er een ambtelijke rondgang plaatsgevonden langs de meest betrokken
en meest actieve EU-lidstaten. Het gaat daarbij om Frankrijk, Duitsland, Italië, Finland,
Spanje, Portugal, Polen, Oostenrijk, België, Zweden, Denemarken, Hongarije, Tsjechië,
Slowakije, Luxemburg en Ierland.
Al deze lidstaten steunen spoedige ondertekening van het EU-Qatar-verdrag en zien
geen heil in uitstel daarvan. Daarnaast is er geen belangstelling bij deze lidstaten
om een effectenonderzoek in te stellen. Het breed gedragen beeld is dat door ondertekening
van het verdrag juist alle middelen beschikbaar komen om gelijke concurrentievoorwaarden
te verwezenlijken en te kunnen handhaven.
III. Kwartaalrapportage oktober 2020 lopende onderhandelingen over transport- en milieudossiers
in EU-verband
Transportdossiers
Titel
Document nummer COM
Korte beschrijving
Stand van zaken1
Wijziging Eurovignetrichtlijn
(2017) 275
(2017) 276
De voorstellen zien toe op de regels voor wegbeprijzing voor zware bedrijfsvoertuigen
vanaf 3,5 ton en herzien de regels voor het heffen van gebruiksrechten (vignetten)
of tol (afstandgebaseerde heffing).
Besproken op de Transportraad in december 2019 en juni 2020, nog geen akkoord bereikt.
Onderhandelingen zullen worden voortgezet.
Voorstel gebruik van gehuurde voertuigen voor goederenvervoer
(2017) 282
Aanpassing van Richtlijn 2006/1/EG betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen
zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg. Voorgesteld wordt om
de beperking van het gebruik van gehuurde voertuigen door eigen vervoerders te schrappen.
Daarnaast om het gebruik van een voertuig dat is gehuurd in een andere lidstaat toe
te staan voor ten minste vier maanden.
Besproken op de Transportraad van juni 2019. Niet verder geagendeerd sindsdien. In
juni 2020 niet gelukt een akkoord te bereiken in COREPER.
Rechten en
verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (herschikking)
(2017) 548
Het voorstel is gericht op het versterken van de passagiersrechten d.m.v. het afschaffen
van vrijstellingen en uitgebreider informatiebepalingen.
Algemene oriëntatie bereikt tijdens Transportraad van december 2019. Principe-akkoord
bereikt in triloog.
Wijziging verordening markttoegang busvervoer
(2017) 647
Het voorstel versterkt de bestaande verordening voor langeafstandsvervoer ter bevordering
van het langeafstands-busvervoer als concurrerende en duurzame mobiliteitsvorm.
Nog niet besproken in Raadskader.
Wijziging richtlijn gecombineerd vervoer
(2017) 648
Het voorstel ziet toe op bevordering van multimodaal vervoer en breidt het stimuleringspakket
uit.
Algemene oriëntatie bereikt tijdens Transportraad van december 2018. De Commissie
heeft aangekondigd dit voorstel in te trekken en met een nieuw voorstel te komen dat
in lijn is met doelstellingen van de Green Deal.
Verordening voor de realisatie van een financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen,
de Connecting Europe Facility (CEF)
(2018) 438
Commissievoorstel voor het meerjarig financieel kader waarin een bedrag van 42,265
miljard Euro is opgenomen voor de CEF-pijlers transport-civiel, energie, telecommunicatie
en transport-militair. De budgetten worden gebruikt voor de ontwikkeling van de trans-Europese
netwerken.
Common understanding (EP-Raad-Commissie) bereikt. Verder afhankelijk van onderhandelingen
tussen Europese Raad en EP op het overkoepelende meerjarig financieel kader.
Herziening passagiersrechten luchtvaart
(2013) 130
Voorstel voor verduidelijking en uniformering van de regels voor passagiersbescherming
in de Europese luchtvaart.
Besproken onder Kroatisch voorzitterschap na vijf jaar stilstand. Door het Duitse
voorzitterschap vooruitgeschoven naar eerste helft 2021.
Verordening voor maatregelen tot een duurzame spoormarkt
(2020) 260
Tijdelijke wijziging van richtlijn 2012/34/EU om tot eind 2020 flexibiliteit te bieden
aan lidstaten voor wat betreft gebruiksvergoedingen en reserveringskosten richting
infrastructuurmanagers.
Mandaat verleend door COREPER in juli 2020. Begin oktober schriftelijk aangenomen.
Treedt spoedig in werking.
Geamendeerd voorstel voor herziening Single European Sky (SES 2+)
(2020) 577
(2020) 579
Herziening van voorstel COM(2013) 409 wat sinds 2015 stilstaat in de Raad, i.v.m.
Brexit en de Green Deal. Doel is om het Europese luchtruim te stroomlijnen.
Eerste besprekingen in Raadskader verwacht in oktober 2020.
X Noot
1
Indien een voorstel besproken is in de Transportraad, is in het betreffende verslag
van de Raad een uitgebreidere beschrijving van de discussie opgenomen.
Milieudossiers
Titel
Document nummer COM
Korte beschrijving
Stand van zaken1
LIFE-verordening 2021–2027
(2018) 385
De Commissie doet met deze verordening een voorstel voor het (financiële) kader van
het nieuwe LIFE-programma 2021–2027. Het LIFE-programma is het enige EU-fonds dat
zich uitsluitend op milieu en klimaatdoelstellingen richt.
Common understanding (EP-Raad-Commissie) bereikt. Verder afhankelijk van onderhandelingen
tussen Europese Raad en EP op het overkoepelende meerjarig financieel kader.
Herziening monitoring, registratie en verificatie van broeikasgasemissies maritiem
vervoer (MRV)
(2019) 38
Hiermee wordt verordening 2015/757 gewijzigd om op gepaste wijze rekening te houden
met het wereldwijde systeem van de IMO voor de verzameling van gegevens inzake stookolieverbruik
door schepen.
Mandaat verleend door COREPER in oktober 2019, trilogen nog niet begonnen.
Verordening voor typegoedkeuring van voertuigen (Euro 5 en 6)
(2019) 208
N.a.v. de Hofuitspraak uit februari 2019 dient dit voorstel (om de conformiteitsfactoren
voor het meten van voertuigemissies in werkelijke rijomstandigheden) opnieuw vast
gesteld te worden, ditmaal via de gewone wetgevingsprocedure.
Mandaat verleend door COREPER in december 2019, nu in triloog.
Verordening voor verlenging certificatie overgangsmotoren voor «non-road» mobiele
machines (NRMM)
(2020) 233
Hiermee wordt verordening 2016/1628 gewijzigd vanwege leveringsproblemen door COVID-19.
Lidstaten krijgen eenmalig de optie om de certificatie van overgangsmotoren voor «non-road»
mobiele machines met 12 maanden te verlengen.
In juli 2020 besproken in COREPER. Nadien via schriftelijke procedure door de Raad
en EP aangenomen. Reeds in werking getreden.
Verordening voor tijdelijke versoepeling van regels voor genetisch gemodificeerde
organismen (ggo’s) voor ontwikkeling van een COVID-vaccin of medicijn
(2020) 261
Hiermee wordt de verplichting om een milieurisicobeoordeling op te stellen voor ggo’s
tijdelijk losgelaten voor klinische trials van geneesmiddelen of vaccins bedoeld om
COVID-19 te bestrijden of te voorkomen.
In juli 2020 besproken in COREPER. Nadien via schriftelijke procedure door de Raad
en EP aangenomen. Reeds in werking getreden.
Verordening voor verlenging certificatie Euro 4-conforme kleine voertuigen (L-categorie)
(2020) 491
Hiermee wordt verordening 168/2013 gewijzigd vanwege de sterk teruggevallen verkoop
van kleine voertuigen zoals bromfietsen i.v.m. COVID-19. Lidstaten krijgen de mogelijkheid
om verkoop van de bestaande voorraad voertuigen die voldoet aan de oude Euro 4-norm
één jaar langer toe te staan, dus tot en met 31 december 2021.
Mandaat zal worden gevraagd van COREPER op 14 oktober 2020. Doel is spoedige schriftelijke
aanname.
X Noot
1
Indien een voorstel besproken is in de Milieuraad, is in het betreffende verslag van
de Raad een uitgebreidere beschrijving van de discussie opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat