Brief regering : Verzoek spoedige behandeling wetsvoorstel tot verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken (Kamerstuk 35604)
35 604 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken
Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2020
Vandaag is het wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband
met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen
af te nemen en te verwerken, bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 35 604).
Dit wetsvoorstel strekt tot verlenging met vijf jaar van de in artikel 106a van de
Vw 2000 geregelde nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen
af te nemen en te verwerken (de Wet biometrie vreemdelingenketen). Deze bevoegdheid
maakt het mogelijk om de identiteit van een vreemdeling eenduidig vast te stellen
en daarna ook eenvoudig en betrouwbaar te verifiëren. Om dit te verwezenlijken kunnen
van een vreemdeling tien vingerafdrukken en een gezichtsopname worden afgenomen. Deze
biometrische gegevens kunnen op grond van de nationale bevoegdheid centraal worden
opgeslagen in de vreemdelingenadministratie en gekoppeld worden aan één identiteit.
De ervaringen van partijen binnen de vreemdelingenketen laten ondubbelzinnig zien
dat deze bevoegdheid in belangrijke mate bijdraagt aan een goede uitvoering van de
Vreemdelingenwet 2000.
Op grond van artikel 115 van de Vreemdelingenwet 2000 vervalt de nationale bevoegdheid
uit de Wet biometrie vreemdelingenketen op 1 maart 2021 en moeten alle gezichtsopnames
en vingerafdrukken, die op basis hiervan in de vreemdelingenadministratie zijn opgenomen,
op die datum worden vernietigd. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de bevoegdheid voorlopig
te handhaven en de vernietiging te voorkomen. Wegvallen van deze bevoegdheid en vernietiging
van de verzamelde gegevens zou de uitvoeringspraktijk ernstig hinderen bij het vaststellen
en verifiëren van de identiteit van vreemdelingen, fraude en misbruik in de hand kunnen
werken en ingrijpende consequenties kunnen hebben.
Gezien de dringende noodzaak om deze bevoegdheid zo snel mogelijk en uiterlijk op
1 maart aanstaande te verlengen, verzoek ik uw Kamer graag de behandeling van dit
wetsvoorstel met voorrang ter hand te nemen. Uiteraard zal ik van mijn kant ook al
het mogelijke doen om u hierbij van dienst te zijn. Dit wetsvoorstel is opgenomen
op de lijst van wetsvoorstellen waarvan het kabinet het wenselijk acht dat deze met
spoed door uw Kamer worden behandeld. Deze lijst is bij brief van 27 maart 2020 aan
uw Kamer en de Eerste Kamer gezonden (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 118).
De regering heeft het advies van de Raad van State opgevolgd. Zoals aangegeven in
de memorie van toelichting onderkent de regering dat een empirische motivering op
basis van kwantitatieve gegevens van effectiviteit, nut en noodzaak van de nationale
bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken,
niet kan worden gemist bij het nemen van een beslissing over het al dan niet definitief
voortzetten daarvan. Daarom is in het wetsvoorstel gekozen voor verlenging van de
nationale bevoegdheid met vijf jaar in plaats van een definitieve invoering daarvan.
Deze periode zal worden gebruikt om alsnog een duidelijk kwantitatief beeld te verkrijgen
van de te bestrijden problematiek op het gebied van onregelmatigheden met betrekking
tot identiteit en de mate waarin de nationale bevoegdheid uit de Wet biometrie vreemdelingenketen
hierin ondersteuning kan bieden. De regering zal daartoe in de processen in de vreemdelingenketen
een registratiefaciliteit invoeren voor onregelmatigheden en fraudegevallen.
Ontwikkelingen die al in gang zijn gezet, worden daarbij betrokken. Zoals in de evaluatie
van de Wet biometrie vreemdelingenketen is aangegeven zullen, vanwege het ontbreken
van een nulmeting vóór de inwerkingtreding daarvan, de daadwerkelijke effecten van
de Wet biometrie vreemdelingenketen niet op basis van een voor- en nameting van kwantitatieve
gegevens kunnen worden gemeten. Daarom zullen de uitkomsten van de registratie betrekking
hebben op de periode vanaf de aanvang van deze registratie, uiterlijk het moment van
inwerkingtreding van onderhavige verlengingswet. Het doel van deze registratie zal
in ieder geval moeten zijn dat een uniform ketenbreed beeld ontstaat.
Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de onderhavige verlengingswet zal
aan de Staten-Generaal worden medegedeeld hoe deze registratiefaciliteit in de vreemdelingenketen
is ingeregeld. Daarna zal de regering de Staten-Generaal vervolgens jaarlijks een
overzicht zenden van de registratie van de voornoemde kwantitatieve gegevens.
Door invoering van de registratiefaciliteit zullen er ten behoeve van de voorgestelde
hernieuwde evaluatie drie jaar na inwerkingtreding van de onderhavige verlengingswet,
minstens twee overzichten met kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn. De regering
zal op basis van de uitkomsten van de voorgestelde hernieuwde evaluatie, die dan zowel
op kwalitatieve als kwantitatieve gegevens gebaseerd kan worden, een afweging maken
over effectiviteit, nut en noodzaak van definitieve voortzetting van de nationale
bevoegdheid over vijf jaar.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid