Brief regering : Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 22 en 23 oktober 2020
28 676 NAVO
Nr. 345 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2020
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda ten behoeve van de videobijeenkomst van
NAVO-Ministers van Defensie op 22 en 23 oktober 2020.
De Ministers spreken tijdens twee werksessies over diverse belangrijke onderwerpen
zoals lastenverdeling, afschrikking door en verdediging van het bondgenootschap en
NAVO-missies en -operaties.
Lastenverdeling
Alle drie de aspecten van lastenverdeling (cash, capabilities en contributions) worden tijdens de bijeenkomst door de Ministers besproken. Zo zal het zogenoemde
Defence Capability Review Report door de Ministers worden vastgesteld. In dit rapport wordt de staat van de implementatie
van de capaciteitendoelstellingen beschreven en wordt ook een beeld geschetst van
de capaciteiten waaraan nog een tekort bestaat en wat daar de risico’s van zijn. De
overview van het aan Nederland gewijde hoofdstuk uit de bijlage bij dit rapport wordt na afloop
van de bijeenkomst met uw Kamer gedeeld. Het rapport zelf is een gerubriceerd document.
Ten behoeve van het rapport hebben de bondgenoten ook cijfers over hun defensie-uitgaven
met de NAVO gedeeld. De secretaris-generaal zal en marge van de bijeenkomst een overzicht
van de defensie-uitgaven van de bondgenoten openbaar maken. De verwachting is dat
Nederland in 2020 een bbp-percentage van 1,48% haalt. Deze stijging houdt verband
met de verwachte krimp van de economie door de coronacrisis. Het gemiddelde van de
Europese bondgenoten zal dit jaar naar schatting uitkomen op 1,8%, waardoor het verschil
tussen het Nederlandse percentage en het gemiddelde van de Europese bondgenoten verder
toeneemt.
NLD SOCOM
Een van de capaciteiten waarop binnen het bondgenootschap een kritische tekortkoming
is geconstateerd, is de zogenoemde Command & Control (C2) capaciteit op operationeel niveau om operaties van Special Operations Forces (SOF) aan te kunnen sturen. Met de oprichting van het Netherlands Special Operations Command (NLD SOCOM) kan Nederland met een schaarse capaciteit bijdragen aan het bondgenootschap.
Met deze brief wil ik u informeren dat NLD SOCOM op 2 oktober 2020 full operational capable (FOC) is verklaard.
De vraag naar inzet van speciale eenheden is de afgelopen jaren sterk toegenomen en
neemt naar verwachting alleen maar verder toe. Om aan de groeiende vraag te voldoen
en tekortkomingen als gevolg van versnipperde capaciteiten te voorkomen is in 2018
NLD SOCOM opgericht. Sindsdien is NLD SOCOM bezig geweest met het inrichten en opbouwen
van haar organisatie. Om de FOC-status te bereiken, is NLD SOCOM beoordeeld door een
nationale commissie die op basis van criteria een evaluatie heeft uitgevoerd. Deze
evaluatie is met positief gevolg afgesloten. Hiermee is NLD SOCOM volledig ingericht
en toegerust om invulling te geven aan haar verantwoordelijkheden: inzet en gereedstelling
van SOF eenheden (Netherlands Maritime Special Forces van het Korps Mariniers en het Korps Commandotroepen), kwaliteitsborging van SOF
eenheden, ontwikkeling van beleid en plannen op het gebied van SO(F) en haar sturende
rol bij kennis en innovatie t.b.v. SOF eenheden.
Meerdere NAVO-bondgenoten hebben in het recente verleden Special Operations Commands opgericht, waaronder Denemarken en België. In een tri-nationale samenwerking werken
Denemarken, Nederland en België thans samen in een Composite Special Operations Component Command (C-SOCC). Dit jaar trainen de drie landen in een reeks NAVO-certificeringsoefeningen. De verwachting is dat eind dit jaar het oefenprogramma met goed gevolg
kan worden afgesloten. Het C-SOCC is voor volgend jaar aangeboden ten behoeve van
de NATO Response Force.
Afschrikking en verdediging
De ontwikkelingen in de veiligheidssituatie hebben de afgelopen jaren geleid tot de
noodzaak tot een versterking van de capaciteiten ter afschrikking van potentiële tegenstanders
als ook voor de verdediging van het NAVO-verdragsgebied. De Ministers zullen stilstaan
bij maatregelen die zijn genomen en die thans verder worden uitgewerkt, zoals het
antwoord van de NAVO op de dreiging die uitgaat van het Russische raketarsenaal.
Weerbaarheid
De Ministers wordt gevraagd om het Report on the State of Civil Preparedness goed te keuren. Dit rapport gaat per bondgenoot in op de staat van civiele paraatheid,
op basis van de zogenaamde zeven Baseline Requirements. Dit zijn niet-bindende minimumstandaarden om de weerbaarheid van enkele vitale functies
in de samenleving te garanderen, zodat in crisistijd militaire inzet niet verstoord
wordt. Voorbeelden zijn toevoer van energie, beschikbaarheid van veilige civiele communicatiekanalen
en van voldoende transportmiddelen. Het rapport is over Nederland zeer positief. Nederland
heeft alle zeven Baseline Requirements voldoende geïmplementeerd.
Ook geeft het rapport een overzicht van het paraatheidsniveau van het gehele bondgenootschap,
met aanbevelingen waar de weerbaarheid versterkt moet worden, bijvoorbeeld door gericht
crisisplannen te ontwikkelen, analyses te laten uitvoeren en civiel-militaire samenwerking
te versterken. Nederland onderschrijft de aanbevelingen in het rapport.
De Ministers zal tevens gevraagd worden om sturing te geven op de algemene koers van
de NAVO op weerbaarheidsbeleid. De basis hiervoor is de tijdens de NAVO-top in 2016
te Warschau aangenomen Resilience Pledge. Verschillende bondgenoten hebben aangegeven deze Pledge in 2021 te willen vernieuwen, aangezien het dreigingslandschap onder meer door de
huidige corona-pandemie is veranderd. Bij een eventuele nieuwe Pledge is voor Nederland van belang dat samenwerking wordt voortgezet op basis van de reeds
bestaande zeven Baseline Requirements.
Space
Op ruimtevaart gebaseerde technologie is in de haarvaten van onze samenleving doorgedrongen
en ook voor militaire toepassingen is de ruimtevaart onmisbaar geworden, bijvoorbeeld
op het gebied van aardobservatie, navigatie en communicatie. Vanwege de grote afhankelijkheid
van het gebruik van de ruimte vormt dit een groeiend punt van aandacht binnen de NAVO.
Zo hebben de NAVO-Ministers van Defensie in 2019 het overkoepelend ruimtebeleid van
de NAVO goedgekeurd, waarin een aantal basisprincipes en nader uit te werken thema’s
werden beschreven. Dit vormde de basis om de ruimte tijdens de NAVO-top in december
2019 tot het vijfde operationele domein te verklaren.
Het ruimtebeleid vermeldt hoe de NAVO de ruimte integreert in de drie hoofdtaken (collectieve
verdediging, crisismanagement en coöperatieve veiligheid) en formuleert een aantal
grondbeginselen, zoals de vrije toegang tot en het vreedzame gebruik van de ruimte.
Daarnaast is het ongestoord opereren van de ruimtesystemen van de individuele bondgenoten
van groot belang. Het is vooralsnog niet de bedoeling dat de NAVO eigenstandige ruimte-capaciteiten
ontwikkelt, noch wordt militarisering van de ruimte nagestreefd. De Ministers zullen
tijdens deze bijeenkomst spreken over het politiek-militair advies over hoe de uitwerking
van de ruimte als operationeel domein vorm moet krijgen.
Operaties en missies
Tijdens de tweede werksessie gaan de Ministers in op de NAVO-missies en operaties,
met bijzondere aandacht voor de toekomst van de missie in Irak.
De secretaris-generaal van de NAVO zal voorts aandacht vragen voor de vulling van
NAVO-activiteiten, -missies en -operaties. Met name de vulling van vlootverbanden
en bijdragen aan de NATO Response Force is daarbij van belang.
Irak
Zoals werd aangekondigd in het verslag van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van
Defensie op 17 en 18 juni 2020 (Kamerstuk 28 676, nr. 344) heeft de NAVO de afgelopen maanden onderzocht hoe de gewenste uitbreiding van de
NAVO-missie in Irak vorm kan worden gegeven. Inmiddels zijn door de militaire autoriteiten
van de NAVO opties voor deze uitbreiding gepresenteerd. Op basis van die opties heeft
de Noord-Atlantische Raad ingestemd met een missie van grotere omvang, die ten opzichte
van de huidige missie een uitgebreidere geografische focus heeft (uitbreiding van
aantal locaties binnen Irak) en een verbreding van het aantal Iraakse partners waar
mee zal worden gewerkt. De focus van de toekomstige missie zal in lijn met de wens
van de Iraakse autoriteiten nog meer op institutionele advisering en minder op tactische
training komen te liggen.
De Ministers van Defensie zullen op de aanstaande ministeriële naar verwachting instemmen
met het verder concretiseren van de plannen van de NAVO langs de bovenstaande lijnen,
met als doel om het uitbreidingsproces tijdens de NAVO Defensie Ministeriële in februari
2021 formeel af te kunnen ronden. Het kabinet zal tijdens de aanstaande ministeriële
het belang blijven benadrukken van goede afstemming met de Iraakse autoriteiten, de
anti-ISIS coalitie en andere actoren die in het Iraakse veiligheidsdomein actief zijn.
Afghanistan
Op 12 september jl. ging in Doha het Afghaanse vredesproces van start. Dat de partijen
voor het eerst formeel aan de onderhandelingstafel zitten is voor Afghanistan een
historische stap. Tegelijkertijd volgt nu naar verwachting een lang en ingewikkeld
proces zonder garantie op succes. Desondanks vormen deze onderhandelingen de beste
kans op een duurzame vrede, na meer dan 40 jaar conflict in Afghanistan.
De NAVO bondgenoten zullen tijdens de bijeenkomst de ontwikkelingen in Afghanistan
en mogelijke gevolgen voor de Resolute Support missie bespreken. Nederland zal daarbij
het belang benadrukken dat de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt behouden
blijft en dat eventuele vervolgstappen recht doen aan de inspanningen van de Afghanen
en de internationale gemeenschap. Ook blijft Nederland inzetten op conditions-based besluitvorming over de missie, waarbij naast de afspraken over contraterrorisme ook
eventuele gevolgen voor het vredesproces een belangrijke overweging moet zijn.
De troepenreductie die na het VS-Taliban akkoord in gang werd gezet is inmiddels afgerond.
De kerntaken van de missie zijn vooralsnog ongewijzigd, maar train, advise & assist activiteiten worden wegens de COVID-19 beperkingen in beperkte mate uitgevoerd. Zoals
in maart aan uw Kamer gemeld, is al het personeel dat niet essentieel is voor de voortzetting
van de missie uit voorzorg teruggetrokken.1 Gezien de voortdurende pandemie en onzekerheid over de toekomst van de missie wordt
er rekening mee gehouden dat in ieder geval een deel van dit personeel definitief
niet zal terug keren. Mocht hierover een besluit vallen dan wordt dit aan uw Kamer
gemeld. Daarnaast vinden binnen de missie een aantal aanpassingen plaats die bij zullen
dragen aan een efficiëntere opzet. In dat kader, en wegens het vertrek van Mongolië
uit Train, Advise & Assist Command-North (TAAC-N), stuurt Nederland op verzoek van de missie een extra peloton force protection naar TAAC-N. Hiermee blijft de veiligheid van de troepen en continuïteit van activiteiten
binnen TAAC-N gewaarborgd en geeft Nederland invulling aan goed bondgenootschap. De
militairen gaan dezelfde taken uitvoeren als het reeds aanwezige NLD FP-peloton en
het troepentotaal blijft ook na deze bijstelling onder het plafond van 160. Met de
aanpassing wordt het aandeel force protection binnen de Nederlandse bijdrage aan RSM vergroot. Dit is mogelijk doordat een aantal
functies in de eerdere optimalisatieslag is geschrapt als ook omdat niet-essentiële
functies als gevolg van COVID-19 momenteel niet ingevuld worden.
Vrouwen, vrede en veiligheid
Het is 20 jaar geleden dat in de VN-Veiligheidsraad resolutie 1325 is aangenomen.
De Ministers zullen hier tijdens de tweede werksessie bij stilstaan. Bovendien zal
de secretaris-generaal van de NAVO een rapport over Vrouwen, vrede en veiligheid presenteren.
Dit rapport zal ingaan op de reeds behaalde resultaten op dit onderwerp en de inspanningen
die in de toekomst moeten worden geleverd. Het onderwerp Vrouwen, vrede en veiligheid
heeft implicaties voor alle terreinen waarop de NAVO actief is. Om tot concrete maatregelen
ter bevordering van dit thema te kunnen komen, heeft de NAVO een Policy and Action Plan met betrekking tot Vrouwen, vrede en veiligheid vastgesteld. Implementatie van het
huidige actieplan is voorzien voor juni 2021.
Op de NAVO-top in december 2019 is de NATO Policy on Preventing and Responding to Sexual Exploitation and Abuse vastgesteld. Tijdens deze bijeenkomst staat het actieplan ter implementatie van het
beleid geagendeerd.
De NAVO stelt dat seksuele uitbuiting en misbruik fundamenteel indruist tegen de principes
en waarden van de organisatie, en de effectiviteit en geloofwaardigheid kan ondermijnen.
Er is dan ook sprake van een zero-tolerance beleid en de NAVO acht het noodzakelijk om een gedragslijn vast te stellen die seksuele
uitbuiting en misbruik binnen de gehele organisatie voorkomt.
Ook nationaal besteedt Nederland aandacht aan de resolutie en het thema Vrouwen, vrede
en veiligheid. Nederland stelt momenteel haar vierde Nationaal Actieplan (NAP) 1325
op, voor de periode 2021–2025. Het NAP heeft zowel een nationale als internationale
focus. Uniek is dat het NAP gezamenlijk wordt ontwikkeld en ondertekend door overheidsorganisaties
en het maatschappelijk middenveld. Het Ministerie van Defensie is al sinds het eerste
NAP in 2008 medeondertekenaar.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.