Brief regering : Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket - Wijziging verordening kapitaalvereisten om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-pandemie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2933 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling EU Agenda en Actieplan Drugs 2021–2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 2928)
Fiche: Zesde wijziging administratieve samenwerkingsrichtlijn op het gebied van belastingen
(Kamerstuk 22 112, nr. 2929)
Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket – Wijziging richtlijn markten voor financiële
instrumenten om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-pandemie (Kamerstuk
22 112, nr. 2930)
Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket – Wijziging Prospectusverordening om bij te dragen
aan het herstel van de COVID-19-pandemie (Kamerstuk 22 112, nr. 2931)
Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket – Wijziging Securitisatieverordening om bij te
dragen aan het herstel van de COVID-19-pandemie (Kamerstuk 22 112, nr. 2932)
Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket – Wijziging verordening kapitaalvereisten om
bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-pandemie.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Kapitaalmarkten Herstelpakket – Wijziging verordening kapitaalvereisten om
bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-pandemie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EuropEES parlement EN DE RAAD tot wijziging
van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft aanpassingen aan het algemene kader
voor securitisaties ter ondersteuning van het economisch herstel in reactie op de
COVID-19-pandemie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
24 juli 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 283
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:283:FIN.
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Economische en Financiële Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
h) Rechtsbasis
Artikel 114 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
Het voorstel maakt deel uit van een breder herstelpakket voor de kapitaalmarkten dat
de Commissie heeft voorgesteld als onderdeel van haar algehele COVID-19-herstelstrategie.
Dit pakket bevat gerichte aanpassingen aan de richtlijn MiFID II, de prospectusverordening
en de securitisatieregels.1 Door de Commissie wordt in haar mededelingen van 14 maart en 27 mei 2020 benadrukt
dat het waarborgen van liquiditeit in de financiële sector van belang is. Daarbij
wordt gefocust op maatregelen gericht op onder meer het stimuleren van de economie
door het faciliteren van private investeringen en de toegang tot financiering. Met
de gerichte wijzigingen van de regels voor de kapitaalmarkten kunnen grotere investeringen
in de economie worden gestimuleerd. Hiermee wordt snelle herkapitalisatie van bedrijven
mogelijk en wordt het vermogen van banken om het herstel te financieren vergroot.
Securitisatie kan bijdragen aan verder herstel. Door leningen om te zetten in verhandelbare
effecten, kan securitisatie kapitaal vrijspelen voor banken, waardoor zij beter in
staat zijn aanvullende financiering aan bedrijven, in het bijzonder aan MKB, te verlenen.
Bovendien kan door middel van securitisatie een bredere groep van investeerders aangesproken
worden om het economisch herstel te bevorderen.
In januari 2019 is middels de securitisatieverordening2 en een aanpassing in de verordening kapitaalvereisten3 een raamwerk voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties
van kracht geworden.4 Dit raamwerk heeft tot doel een veilige en liquide markt voor securitisaties te waarborgen
en is een belangrijke hoeksteen van de Europese Kapitaalmarktunie. Het algehele securitisatieraamwerk
zal uitgebreid herzien worden in 2021, met mogelijke amendementen uiterlijk in januari
2022. Het huidige voorstel opteert voor gerichte aanpassingen op dit moment, met het
oog op economisch herstel als gevolg van COVID-19. Dit voorstel vervangt echter op
geen enkele wijze de al voorziene bredere herziening.
De Commissie stelt dat de verordening kapitaalvereisten momenteel een aantal beperkingen
bevat waardoor securitisaties van niet-presterende blootstellingen (NPEs) niet goed
door de markt geabsorbeerd kunnen worden. Deze beperkingen worden met het voorstel
van de Commissie aangepakt.
Securitisatie van niet-presterende blootstellingen wijkt af van securitisatie van
presterende blootstellingen doordat de investeerders in niet-presterende securitisaties op een andere manier risico lopen. Niet-presterende leningen
worden gesecuritiseerd op contante waarde (nominale waarde gecorrigeerd voor de actuele
rentestand en een korting als gevolg van een default). Deze contante waarde geeft
weer hoeveel terugbetaling verwacht wordt, gegeven de ingeschatte terugbetalingscapaciteit.
De blootstelling van de investeerder, en daarmee zijn maximale verlies, is dus niet
de nominale waarde, maar de contante waarde. Het Bazelse Comité stelt dat hier onvoldoende
rekening mee wordt gehouden bij het bepalen van risicogewichten voor deze vorm van
securitisaties. Daarom stelt het Bazelse Comité een wijziging voor om de kalibratie
van risicogewichten voor securitisaties van niet-presterende leningen aan te passen.5 Het voorstel van het Bazelse Comité wordt door de Commissie overgenomen in het voorliggende
voorstel.
Ook wordt op dit moment de mate van risicoretentie nog berekend aan de hand van de
nominale waarde. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het reële risico dat de
uitgevende bank loopt. Het huidige raamwerk stelt (te) strikte eisen aan risicoretentie
bij securitisatie van niet-presterende leningen waardoor dit soort securitisaties weinig plaatsvinden. Daarom past
het voorstel de eis voor risicoretentie (de mate waarin een uitgever van de securitisatie
zelf nog betrokken blijft) aan. De bestaande regels voor securitisatie van presterende
leningen worden met dit voorstel niet aangepast.
Tot slot bevat het voorstel een aanpassing van artikel 270 van de verordening kapitaalvereisten
wat betreft de risicoweging bij securitisaties met een STS-keurmerk. Omdat wordt voorgesteld
in de securitisatieverordening een STS-keurmerk voor synthetische securitisaties in
te voeren, volgt daar in de verordening kapitaalvereisten een voorstel tot een specifieke
risicoweging op. Deze wijziging van de securitariesatieverordening wordt toegelicht
en geapprecieerd in een separaat fiche wat gelijktijdig zal verschijnen.
b) Impact assessment Commissie
De Commissie heeft geen onderbouwende impact assessment opgesteld voor het voorstel,
omdat de gewenste spoedige reactie op de COVID-19 pandemie hiervoor onvoldoende tijd
biedt. Wel geeft de Commissie in het Staff Working Document6 een uiteenzetting van een kosten-batenanalyse. Hieruit komt naar voren dat het voor
de rol van banken in het financieren van bedrijven gunstig is om de huidige belemmeringen
ten aanzien van NPE-securitisaties weg te nemen. Bovendien helpt het banken om het
aantal niet-presterende leningen op hun balans te verminderen.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het Nederlands beleid in deze is gericht op een juiste balans tussen efficiënte toegang
tot de kapitaalmarkten voor ondernemingen en voldoende bescherming van belangen van
beleggers en de financiële stabiliteit. Het kabinet hecht groot belang aan verdere
verdieping van de Europese kapitaalmarktunie. Dit draagt bij aan economische groei
via efficiënte allocatie van kapitaal en aan financiële stabiliteit door vergroting
van het schokabsorberend vermogen. Daarnaast dienen risico’s voor financiële instellingen,
gerelateerd aan (deels) gesecuritiseerde activa, adequaat gereflecteerd te worden
in de risicoweging, zodat een financiële instelling voldoende buffers aanhoudt en
bestendig is in een crisissituatie.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
De aanpassingen aan de verordening kapitaalvereisten in het kader van de securitisaties
van NPEs zien op een beter gekalibreerde risicoweging van NPEs die nog op de bankbalans
te vinden zijn na securitisatie. Onder het huidige regime krijgen deze activa een
risicoweging alsof zij nog volledig functionerende activa zijn (een lening waarop
nog steeds afbetaald wordt) terwijl zij dat naar hun aard juist niet zijn. Op Bazel-niveau
is hierover gesproken en is besloten een andere risicoweging aan dit soort NPEs mee
te geven. Het voorstel is in lijn met die afspraken en Nederland kan dit steunen.
Het kabinet is van mening dat met de voorgestelde aanpassingen meer recht wordt gedaan
aan de daadwerkelijke risico’s van gesecuritiseerde NPEs. Tevens betekent dit dat
banken alleen kapitaal dienen aan te houden voor risico’s die van toepassing zijn
op NPE-securitisaties. Hierdoor wordt kapitaal vrijgespeeld wat onder andere gebruikt kan worden
voor kredietverlening aan het MKB.
De aanpassing aan artikel 270 ziet op het aanpassen van de risicoweging van STS-securitisaties
op dusdanige wijze dat ook synthetische securitisaties met een STS-keurmerk hiervoor
in aanmerking kunnen komen. Zoals aangegeven wordt dit onderdeel geapprecieerd in
het fiche over de aanpassing van de securitisatieverordening.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Het merendeel van de lidstaten staat positief tegenover het doel en de uitgangspunten
van de voorstellen. Omdat de Commissie de uitkomsten van de discussie op Bazel-niveau
overneemt, kunnen vrijwel alle lidstaten hiermee instemmen. Het Europees parlement
heeft zich tot dusverre nog niet uitgesproken over voorgestelde wijziging van de verordening.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de EU
de bevoegdheid om wetgeving vast te stellen inzake de werking van de interne markt.
De rechtsbasis is hiermee gelijk aan de via het voorstel te wijzigen verordening kapitaalvereisten.
Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. De markt voor securitisaties
maakt onderdeel uit van de bredere financiële markten en speelt derhalve een rol in
het goed functioneren van de interne markt.
b) Subsidiariteit
De subsidiariteit wordt positief beoordeeld. De prudentiële vereisten zijn vastgelegd
op Europees niveau in de verordening waardoor een gelijk speelveld in de gehele EU
gegarandeerd wordt. De voorstellen hebben tot doel het vermogen van banken om herstel
te financieren te vergroten. Dit doel dient op EU-niveau bereikt te worden, zodat
het gelijke speelveld niet in gevaar wordt gebracht door individueel handelen van
lidstaten. Bovendien kan een wijziging van bestaande EU-regelgeving slechts op EU-niveau
plaatsvinden. Dit maakt optreden op Europees niveau noodzakelijk.
c) Proportionaliteit
De proportionaliteit wordt positief beoordeeld. Het voorstel ziet op het aanpassen
van enkele bepalingen in de verordening kapitaalvereisten om meer recht te doen aan
de risico’s die gelden voor securitisaties van niet-presterende blootstellingen. Deze
aanpassingen zijn geschikt om het vermogen van banken om herstel te financieren te
vergroten. De voorstellen beperken zich tot aanpassing van de risicoweging van NPE-securitisaties
en zijn geheel in lijn met de afspraken die op Bazel-niveau gemaakt worden. Hiermee
gaat het voorstel niet verder dan strikt noodzakelijk om het doel te bereiken.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
Naar verwachting zijn er geen consequenties voor de EU-begroting. Voor zover deze
er wel blijken te zijn, is het kabinet van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden
dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020
en het MFK 2021–2027, en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van
de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale
overheden
Het voorstel heeft geen financiële consequenties voor nationale overheden. Mochten
er uiteindelijk toch budgettaire gevolgen zijn, dan worden deze ingepast op de begroting
van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Het voorstel leidt niet tot financiële kosten voor burgers. Datzelfde geldt voor het
bedrijfsleven. In het bijzonder voor banken en beleggingsondernemingen die dienen
te voldoen aan de verordening kapitaalvereisten kan het gevolgen hebben, in de zin
dat het kapitaal dat aangehouden dient te worden voor gesecuritiseerde NPEs lager
uitvalt.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Het voorstel leidt niet tot meer regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid,
decentrale overheden, bedrijfsleven en burger.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Het voorstel beoogt de concurrentiekracht van de EU te versterken door de kosten voor
het bedrijfsleven te verlagen. Het voorstel heeft naar verwachting geen gevolgen voor
de concurrentiekracht van Nederland ten opzichte van de andere lidstaten.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Het voorstel voorziet in een aanpassing van een rechtstreeks werkende verordening.
Het voorstel heeft dan ook geen gevolgen voor nationale of decentrale regelgeving.
De nieuwe regels voorzien niet in een toepassing van de lex silencio positivo.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Het voorstel bevat een aanpassing aan artikel 456 waarin de gedelegeerde handelingen
worden opgenoemd. Hieraan wordt een toevoeging gedaan waardoor de Commissie gedelegeerde
handelingen kan opstellen ter aanpassing van het ingevoegde artikel 269 bis over de
risicoweging van gesecuritiseerde NPEs. Dit heeft de Commissie opgenomen met het oog
op het feit dat de onderhandelingen op Bazel-niveau wellicht nog niet afgerond zijn
ten tijde van de onderhandelingen over de aanpassingen van deze verordening. De vraag
kan worden gesteld of hier sprake is van een vaststelling van een essentieel onderdeel
van de verordening waarvoor een dergelijke delegatie niet zou zijn toegestaan overeenkomstig
artikel 290 van het VWEU.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De voorgestelde datum van inwerkingtreding is de 20e dag na datum van publicatie in
het Publicatieblad van de Europese Unie. De verordening is verbindend in al haar onderdelen
en de wijzigingen zijn rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Voor de voorgestelde
maatregelen hoeven geen bestaande regelingen te worden aangepast noch uitvoeringsmaatregelen te worden vastgesteld.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Nederland acht het niet noodzakelijk om voor deze bepalingen een evaluatieclausule
in te laten voegen. De effecten van de behandeling van NPE-securitisaties kunnen worden
meegenomen in de herziening van het algehele securitisatieraamwerk die in 2021 plaatsvindt.
Hierdoor is een aparte evaluatieclausule niet nodig.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Er zijn geen implicaties voor uitvoering en/of handhaving.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Er zijn geen implicaties voor ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken