Brief regering : Intensivering armoede- en schuldenaanpak
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
35 420
Noodpakket banen en economie
Nr. 569
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2020
De coronacrisis raakt iedereen in Nederland. De economische, sociale en gezondheidsgevolgen
zijn zichtbaar en voelbaar. Maar de gevolgen zijn niet voor iedereen gelijk. Vooral
kwetsbare groepen worden hard geraakt op het terrein van werk, inkomen en participatiemogelijkheden.
Dat geldt in het bijzonder voor jongeren, flexwerkers, ondernemers met weinig financiële
reserves en kinderen en jongeren in gezinnen die leven rondom de armoedegrens. De
schuldenproblematiek in Nederland was al voor de coronacrisis een urgent maatschappelijk
probleem.1 De verwachting dat armoede en problematische schulden voor deze groepen verder zullen
toenemen, is buitengewoon zorgwekkend. Een conclusie die ook de tijdelijke werkgroep
«sociale impact coronacrisis» (onder leiding van burgemeester Halsema) trekt in zijn advies van 17 mei jl. De
NVVK2 verwacht een toename van het aantal hulpvragen van minimaal 30% voor 2020 en daarna.
De urgentie om nu actie te ondernemen om de effecten van de coronacrisis zo goed als
mogelijk op te vangen, is onmiskenbaar.
Om deze reden heeft het kabinet in zijn derde steun- en herstelpakket – als vervolg op de voorgaande twee noodpakketten – bijzondere aandacht voor kwetsbare
groepen.3 Hiermee beschermt het kabinet bedrijven, banen en inkomens zoveel mogelijk. Het behoud
van werk en de doorstroom naar nieuw werk zijn speerpunten van het pakket en zijn
tevens essentieel om het ontstaan van schulden en armoede waar mogelijk te voorkomen.
Wanneer mensen vanwege de gevolgen van de crisis te maken krijgen met schulden- en
armoedeproblematiek is snelle hulp en ondersteuning noodzakelijk. Er zijn daarom –
naast de € 80 miljoen die het kabinet al voor armoede en schulden had vrijgemaakt
in 2018 voor een periode van drie jaar – extra middelen vrij gemaakt voor het tegengaan
van armoede en problematische schulden.4 De middelen dragen tevens bij aan preventie en maatwerk voor multiprobleemhuishoudens.
Er is hiervoor een totaalbedrag van € 146 miljoen beschikbaar.
Om kwetsbare groepen vroegtijdig, snel en adequaat te helpen en een stapeling van
problemen te voorkomen, heb ik deze zomer met VNG en Divosa een tiental rondetafelgesprekken
georganiseerd. Tijdens de gesprekken zijn met vele betrokken gemeenten en organisaties
afspraken gemaakt over concrete maatregelen. 5 Maatregelen die ertoe dienen dat mensen niet te lang met hun financiële problemen
blijven rondlopen. Dat ze weten hoe ze schulden kunnen voorkomen, en – als ze schulden
hebben – weten waar zij welke hulp kunnen krijgen. Handelingsperspectief bieden aan
burgers is hierbij essentieel. De uitdaging is om nieuwe groepen die door corona in
de problemen komen te vinden en bereiken, zoals zelfstandigen, jongeren en flexwerkers,
en te bevorderen dat zij zich vroegtijdig melden.
De maatregelen leiden ertoe dat gemeenten en uitvoeringsorganisaties beter zijn toegerust
om hulp te bieden aan de verwachte toestroom van hulpvragen. Diverse acties zijn hierop
gericht. We bouwen voort op de stappen die de afgelopen periode al zijn gezet in het
kader van de Brede schuldenaanpak6 en de aanpak van kinderarmoede. 7 De samenwerking en de structuur zijn er. Dat maakt het mogelijk om snel op te schalen
nu de coronacrisis dit noodzakelijk maakt.
In deze brief ga ik in op de besteding van de tijdelijke middelen die het kabinet
voor 2020 en 2021 beschikbaar heeft gesteld voor (de versnelling van) de brede schulden-
en armoedeaanpak8 en informeer ik u over de maatregelen en acties die in de rondetafelgesprekken zijn
afgesproken.
Teneinde uw Kamer een integraal beeld te geven van de inzichten rondom de omvang en
aard van de armoede- en schuldenproblematiek in Nederland en inzicht in de impact
van staand beleid, informeer ik uw Kamer hierbij ook over een aantal recent verschenen
relevante onderzoeken.
Ik geef een reactie op het rapport «Kansrijk Armoedebeleid» van SCP en CPB9, waarbij ik ook in ga op de motie van het lid Jasper van Dijk10 (SP) en de motie van het lid Van Kent (SP)11 (zie bijlage 2)12.
Tevens ga ik in op de extra tussentijdse evaluatie van de bestuurlijke afspraken kinderarmoede
die naar aanleiding van de motie van het lid Bruins13 is uitgevoerd (zie bijlage 3, rapport is bij deze brief gevoegd)14.
Daarnaast reageer ik op onderzoeken van het CBS en de Inspectie SZW over de omvang
van de schuldproblematiek respectievelijk rode draden om schuldhulpverlening verder
te verbeteren (bijlagen 4 en 5, rapporten zijn bij deze brief gevoegd)15.
Inzet en middelen rondetafelgesprekken
Aan de rondetafels is met een groot aantal publieke, private en maatschappelijke organisaties
gesproken over de vraag hoe mensen snel de juiste hulp en ondersteuning vinden en
krijgen als ze door de coronacrisis (erger) in armoede- en/of schuldenproblemen (dreigen
te) raken. Bestaande maatregelen, zoals het Collectief schuldregelen16, het Schuldenknooppunt17 en de landelijke campagne «Kom jij eruit?», worden versneld en opgeschaald zodat
meer mensen (vroegtijdig) geholpen kunnen worden.
Extra middelen intensivering armoede-en schuldenaanpak
Een belangrijk criterium bij het toekennen van de middelen is het draagvlak bij gemeenten
en betrokken maatschappelijke organisaties. Zij staan samen aan de lat om de armoede-
en schuldenaanpak te versnellen. Het kabinet ondersteunt hen hierbij. In de acties
en maatregelen staan het burgerperspectief, het bevorderen van maatwerk en integraliteit
van de dienstverlening centraal. De maatregelen moeten zo snel mogelijk voor mensen
merkbaar zijn en bijdragen aan de versnelling en intensivering van maatregelen die
al in gang zijn gezet in het kader van de Brede Schuldenaanpak18 en kinderarmoede en het bijhorende kwalitatieve streefcijfer.19
Zoals hierboven genoemd is een bedrag van € 146 miljoen euro aan extra middelen vrijgemaakt
voor het tegengaan van armoede en problematische schulden. Het geld gaat voor een
belangrijk deel naar gemeenten ten behoeve van het gemeentelijk schuldenbeleid (efficiëntere
en snellere dienstverlening) en de bijzondere bijstand. Uit dit bedrag stel ik daarnaast
dit jaar € 3 miljoen beschikbaar om de maatregelen uit de rondetafels uit de voeren
en voor 2021 € 8 miljoen. Tevens is € 30 miljoen gereserveerd voor het oprichten van
een Waarborgfonds om problematische schulden sneller te kunnen afwikkelen. Met een
dergelijk fonds wordt beoogd de inzet van saneringskredieten – een krediet waarmee
de schuldeisers in een keer gedeeltelijk worden betaald tegen finale kwijting van
de restschuld – makkelijker te maken. De verdere uitwerking vindt plaats in overleg
met betrokken partijen waaronder de NVVK, kredietbanken en Schuldhulpmaatje. Ik informeer
uw Kamer vóór het einde van het jaar over de uitwerking.20
In onderstaande tabel is de verdeling van de middelen over deze posten weergegeven.21
in € mln.
2020
2021
2022
2023
2024
Cum.
Armoede & schulden
23
78
45
0
0
146
Gemeentelijk schuldenbeleid
15
30
301
–
–
75
Bijzondere bijstand
5
10
151
–
–
30
Versnellen brede schuldenaanpak
en aanpak (kinder)armoede
3
8
–
–
–
11
Waarborgfonds schulden
–
301
–
–
–
30
X Noot
1
Bedrag is op de aanvullende post (AP) bij Financiën gereserveerd.
Naast bovenstaande extra middelen bevat de begroting van SZW overigens ook andere
maatregelen die ten goede komen aan mensen die met armoede- en schuldenproblematiek
kampen. Zo wordt het kindgebonden budget vanaf 2021 met € 150 miljoen geïntensiveerd.
Hiermee wordt het kindbedrag dat ouders ontvangen per kind vanaf het derde kind verhoogd
met 617 euro tot 919 euro per jaar. Deze maatregel wordt in «Kansrijk Armoedebeleid»
benoemd als een effectieve manier om het risico op armoede te reduceren en draagt
zo bij aan de kabinetsinzet om armoede onder kinderen tegen te gaan (zie bijlage 2).
Daarbij maakt de verhoging van het kindgebonden budget vanaf het derde kind de tegemoetkoming
die ouders van grote gezinnen krijgen meer in lijn met de kosten die zij maken voor
de zorg voor kinderen. Met deze maatregel wordt daarom ook invulling gegeven aan de
motie Van Kent.
Resultaten rondetafelgesprekken
De gesprekken hebben geleid tot veel concrete afspraken en acties, die zijn samen
te vatten langs drie hoofdlijnen, die ik hierna beschrijf. Bij elke hoofdlijn geef
ik de verwachte effecten voor burgers en professionals en een korte samenvatting van
bijbehorende maatregelen. In bijlage 122 bij deze brief worden de maatregelen per hoofdlijn nader toegelicht en is een voorlopige
verdeling van de beschikbare middelen opgenomen. Vandaag vindt het online congres
Intensivering armoede- en schuldenaanpak plaats. Ook daar worden de uitkomsten van de rondetafelgesprekken gepresenteerd.
1. Bestaande en nieuwe groepen in beeld
Aan de rondetafels zijn maatregelen afgesproken om bestaande en nieuwe groepen met
armoede- en/of schuldenproblematiek op meer plaatsen en via meer kanalen zo vroeg
mogelijk te vinden, te bereiken en te informeren.
Door die maatregelen vinden mensen met geldzorgen sneller hun weg naar ondersteuning
en worden zij snel geïnformeerd over passende vormen van hulp die voor hen beschikbaar
zijn. Financiële problemen worden daardoor eerder gesignaleerd en meteen aangepakt.
Dat voorkomt dat geldzorgen tot armoede of problematische schulden leiden.
Om bestaande en nieuwe groepen te vinden en te bereiken neem ik, in samenwerking met
betrokken partijen, de volgende maatregelen:
– Via de Nederlandse Schuldhulproute (NSR) kunnen mensen op een laagdrempelige manier
passende, lokale hulp vinden. De NSR wordt uitgebreid zodat meer mensen op meer manieren
hulp kunnen vragen als ze financiële problemen hebben;
– Ook zelfstandig ondernemers en flexwerkers die met inkomensterugval hebben te maken
moeten naar passende ondersteuning worden verwezen. Om dat te ondersteunen ontwikkelt
Nibud een gesprekshandreiking voor professionals zonder achtergrond in schuldhulp.
Dat stelt hen in staat om zelfstandigen, flexwerkers en werknemers die met inkomensterugval
te maken krijgen efficiënt de weg te wijzen naar de juiste hulp. Hiertoe zal onder
meer worden samengewerkt met de Kamer van Koophandel;
– Daarnaast bieden de campagnes Sam& voor alle kinderen (voorzieningen voor kinderen in armoede) en Kom jij eruit? (ondersteuning voor mensen met financiële problemen) een ingang voor mensen die hulp
en/of voorzieningen zoeken omdat ze geldzorgen hebben. De campagne Kom jij eruit?
is aangepast in verband met de coronacrisis. De focus van de campagne ligt dit najaar
expliciet op het bereiken van nieuwe groepen zoals jongeren en ZZP’ers. Ik investeer
dit jaar nog extra om mensen met financiële problemen ook via andere, niet voor de
hand liggende plekken en kanalen te bereiken, bijvoorbeeld via huisartsen.
2. Passende ondersteuning
Ook zijn aan de rondtafels maatregelen afgesproken om bestaande en nieuwe groepen
met armoede- en/of schuldenproblematiek op een laagdrempelige manier passende ondersteuning
te bieden. Organisaties die de burger met armoede- en/of schuldenproblematiek ondersteunen
gaan efficiënter en nauwer samenwerken. Dat leidt tot meer integrale dienstverlening,
waardoor problemen sneller worden aangepakt en opgelost. Ook wordt meer maatwerk geboden.
De volgende acties en maatregelen zijn afgesproken:
– SZW, VNG, NVVK en SchuldenlabNL geven een impuls aan Collectief Schuldregelen. Meer
gemeenten en meer schuldeisers sluiten aan, zodat meer mensen met problematische schulden
sneller en efficiënter geholpen kunnen worden;
– In combinatie met Collectief Schuldregelen maak ik opschaling van het Schuldenknooppunt
mogelijk. Het Schuldenknooppunt zorgt ervoor dat alle communicatie tussen gemeenten
en schuldeisers via een centraal digitaal loket kan verlopen. Dat betekent efficiëntere
gegevensuitwisseling voor schuldeisers en schuldhulpverlening binnen de kaders van
de AVG, en dus kortere processen. Meer mensen krijgen hierdoor eerder duidelijkheid
over een oplossing voor hun problemen. In samenhang hiermee wordt met het Waarborgfonds
beoogd de inzet van saneringskredieten makkelijker te maken, waardoor mensen sneller
uitzicht hebben op een schuldenvrije toekomst;
– Ook kunnen meer mensen onder voorwaarden gebruik maken van mogelijkheden tot uitstel
van betaling door het breder toepassen van de noodstopprocedure (of een vergelijkbaar
instrument). Ik faciliteer dit proces door in kaart te brengen welke mogelijkheden
hiertoe bestaan en partijen te stimuleren deze in te voeren;
– Zorgverleners komen regelmatig in aanraking met mensen die financiële zorgen hebben.
Zij kunnen mensen doorverwijzen naar de juiste hulp en soms ook zelf hulp bieden.
Ik maak het mogelijk dat zorgverleners op diverse manieren worden ondersteund om deze
rol te vervullen, zodat mensen snel en adequaat geholpen kunnen worden;
– Meer scholen en meer gemeenten worden ondersteund in het signaleren van armoede. Dat
betekent een uitbreiding van de aanpak van kinderarmoede. Scholen hebben een belangrijke
functie in het door verwijzen naar de jeugdgezondheidszorg en het brede gemeentelijk
sociaal domein om zo meer samenhangende ondersteuning te bieden.
3. Uitvoeringsinstanties versterken
De uitvoering van de maatregelen vergt veel van gemeenten en andere betrokken organisaties.
Aan de rondetafels zijn ook afspraken gemaakt over extra ondersteuning van professionals
en vrijwilligers. Het gaat om de volgende maatregelen:
– Impuls voor het versterken van de professionalisering en kwaliteit van de schuldhulpverlening,
(in samenwerking met Divosa, Sociaal Werk Nederland, NVVK, de Landelijke Cliëntenraad
en VNG);
– Impuls aan verbetering van dienstverlening aan zelfstandig ondernemers met schulden
(in samenwerking met onder meer VNG Realisatie en bovengenoemde partijen);
– Versnellen van de doorstroom in een schuldhulptraject om de druk op de gemeentelijke
uitvoering te verlichten;
– Ondersteuning aan de Alliantie van Vrijwilligers om extra vrijwilligers te werven
en op te leiden zodat meer mensen ondersteuning krijgen.
Monitoring maatregelen
Om zicht te krijgen en te houden op de effecten en maatschappelijke impact van de
inzet van de extra middelen zal ik de acties en maatregelen monitoren, zie onderstaande
overzichtstabel.
Hoofdlijnen
Totaal
Waarvan in 2020
Waarvan in 2021
1. Bestaande en nieuwe groepen in beeld
– Verbreden Nederlandse Schuldhulproute (NSR)
– Ontwikkeling gesprekshandreiking voor niet-financieel professionals op vindplekken
1,9
0,9
1,0
2. Passende ondersteuning
– Versnelling Collectief Schuldregelen, i.c.m.
– Versnelling Schuldenknooppunt
– Versnelling aanpak Maatwerk Multiprobleemhuishoudens
– Ondersteuningstraject kinderen in armoede op school, in de jeugdgezondheidszorg
en het sociaal domein om armoede onder kinderen eerder te signaleren en deze kinderen
beter te ondersteunen
– Kennisverrijking rond tot stand brengen integrale aanpak gericht op doorbreken generatiearmoede
– Inzet ervaringsdeskundigen
4,1
2,1
2,0
3. Uitvoeringsinstanties versterken
– Noodstopprocedure
– Verdere professionalisering van de schuldhulpverlening
3,9
0,2
3,7
Overig
– Monitoring en evaluatie traject versnelling en intensivering
– Vervolg schuldenproblematiek in beeld
– Nadere uitwerking maatregelen
1,6
0,3
1,3
Totaal (in mln)
11,5
3,5
8,0
Ook zal ik de ontwikkeling van schulden- en armoedeproblematiek in Nederland nauwgezet
volgen. Afgelopen zomer heb ik uw Kamer het CBS-rapport «Schuldenproblematiek in beeld»23 toegestuurd, waarin de omvang, achtergrondkenmerken en ontwikkelingen voor de periode
2015 tot en met 2018 in beeld zijn gebracht. Het huidige onderzoek biedt een goede
en belangrijke basis voor inzicht in de situatie voorafgaand aan de crisis. Momenteel
verkent het CBS of het mogelijk is om eerder al op basis van reeds beschikbare registraties
een indicatie van het aantal huishoudens met problematische schulden ten tijde van
de coronacrisis in beeld te brengen.
Tot slot
In hele korte tijd hebben vele partijen met elkaar afspraken gemaakt om de financiële
gevolgen van de coronacrisis zo goed mogelijk op te vangen. Contacten zijn gelegd,
nieuwe netwerken zijn ontstaan. Bij de deelnemers was de wil en energie voelbaar om
afspraken te maken en aan de slag te gaan met de uitvoering daarvan. Daar komt het
nu op aan, van afspraken naar actie. En we hebben haast, hoe eerder we mensen kunnen
helpen, hoe beter.
Om de organisatie van de rondetafels te begeleiden heb ik een stuurgroep in het leven
geroepen waarin vertegenwoordigers zitten van SZW, VNG, Divosa, NVVK, Sociaal Werk
Nederland, de Alliantie Vrijwillige Schuldhulp, Hogeschool van Amsterdam en SAM&.
De stuurgroep zal de komende maanden ook de uitvoering begeleiden en de voortgang
daarvan monitoren. Ik zal uw Kamer voor het einde van dit jaar opnieuw informeren
over de stand van zaken.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ‘t Wout
Indieners
-
Indiener
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.