Brief regering : Update Europese Investeringsbank (EIB): jaarvergadering, bevindingen Audit Comité, klimaatactiviteiten en vooruitblik
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1717
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2020
Met deze brief informeer ik u over een viertal onderwerpen met betrekking tot de Europese
Investeringsbank (EIB):
1. Verslag jaarvergadering Raad van Gouverneurs (toegezegd in mijn brief van 17 juni
jl.1);
2. Bevindingen Audit Comité (bijlage) (net als vorig jaar in mijn brief van 2 september
20192), waaronder de goedkeuring van het financieel jaarverslag3;
3. Klimaatactiviteiten (toegezegd in mijn brief van 2 september 20194);
4. Vooruitblik: pan-Europees garantiefonds (toegezegd in mijn brief van 12 juni jl.5) en toereikendheid van huidige kapitaal.
1. Verslag jaarvergadering: klimaat, governance hervormingen, COVID-19 respons en
kapitaaltoereikendheid staan centraal
De jaarvergadering van de Raad van Gouverneurs vond plaats op 9 juni jl. via videoconferentie
en marge van de Ecofin en Eurogroep. Op de agenda stonden de (her)benoeming van de
voorzitter en leden van het Audit Comité en de vaststelling van het jaarverslag van
het Audit Comité. Daarnaast waren er toespraken van de voorzitter van de Raad van
Gouverneurs, de president van de EIB en de voorzitter van het Audit Comité.
EIB president Hoyer sneed een aantal belangrijke thema’s aan. Ten eerste benadrukte
Hoyer dat de EIB klimaatfinanciering prioriteit geeft en voortgang boekt bij het opstellen
van de climate
roadmap, de uitwerking van de klimaatambities van de EIB. Vervolgens gaf hij een update over
de voortgang van de governance hervormingen die onderdeel vormen van het eerdere besluit tot vervanging van het
Britse kapitaal van de EIB. Hoyer kondigde aan dat bijna alle hervormingen zijn doorgevoerd
en dat belangrijke stappen, zoals het versterken van het Audit Comité, bijna zijn
afgerond. Hij stond ook stil bij de COVID-19 respons van de EIB-groep. Binnen een
aantal weken heeft de EIB een steunpakket ontwikkeld waarmee tot 28 miljard euro aan
financiering voor bedrijven kan worden gemobiliseerd.6 Daarnaast is het pan-Europees garantiefonds opgericht om de economie in deelnemende
lidstaten te ondersteunen.
Tenslotte ging Hoyer in op de voorziene rol van de EIB in de uitvoering van het volgende
meerjarig financieel kader (MFK) 2021–2027 en het herstelinstrument (Next Generation EU). Ten tijde van de jaarvergadering op 9 juni jl. leek het erop dat de EIB een grotere
rol zou gaan spelen dan eerder voorzien, gegeven de voorstellen van de Europese Commissie
voor een verhoogd budget voor InvestEU en EFSD+ en het voorstel voor een Solvency Support Initiative. De president gaf aan de voorziene extra taken niet uit te kunnen voeren onder het
huidige kapitaal. Ook uitte hij de zorg dat de remuneratie van veel van de mandaten
die de EIB uitvoert onvoldoende is om de kosten te dekken.
Tijdens de Europese Raad (ER) van 17–21 juli jl. is besloten dat een deel van de voorstellen
die de EIB uit zou voeren geen doorgang vinden. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld7 heeft de ER de Raad van Gouverneurs van de EIB uitgenodigd om te bezien of de EIB
voldoende gekapitaliseerd is om de resterende Commissieplannen uit te voeren en bij
te blijven dragen aan klimaat- en digitaliseringsdoelen van de Europese Unie. De Raad
van Gouverneurs zal voor het eind van 2020 unaniem beslissen over de omvang en modaliteiten
van een mogelijke kapitaalverhoging. Door het schrappen van het Solvency Support Instrument en een deel van de middelen voor InvestEU zal het mogelijk benodigd additioneel kapitaal
lager liggen dan eerder aan de Kamer gecommuniceerd.8 De exacte omvang is nog onbekend. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de verdere
ontwikkelingen hieromtrent.
2. Bevindingen Audit Comité: financieel jaarverslag goedgekeurd en voortgang op belangrijke
thema’s, maar werk te doen op o.a. kosten(dekkendheid) en kapitaalplanning
Rol Audit Comité
Het Audit Comité is volgens het statuut van de EIB verantwoordelijk voor (1) de audit
op de boekhouding van de EIB-groep (bestaande uit de EIB en het Europees Investeringsfonds
(EIF)) met behulp van een externe auditor, (2) de jaarlijkse controle van de operaties
en boekhouding van de EIB, met name op het gebied van risicomanagement en compliance
en (3) het controleren of de activiteiten van de EIB in overeenstemming zijn met «best banking practice» (BBP), waaronder de relevante regelgeving en richtlijnen voor commerciële banken.9 De EIB hoeft zich als Internationale Financiële Instelling (IFI) niet automatisch
aan deze regelgeving en richtlijnen te houden, maar past ze toe volgens het «comply or explain» principe.
Bevindingen Audit Comité
Het Audit Comité heeft de audit op het financiële jaarverslag 2019 voltooid. Hieruit
blijkt dat de EIB in 2019 een goed operationeel resultaat heeft behaald en winst heeft
gemaakt (2,4 miljard euro). De EIB keert geen dividend uit. Door de gemaakte winst
nam daardoor het eigen vermogen van de EIB toe van 71,3 miljard euro eind 2018 tot
73,7 miljard euro eind 2019. Het eigen vermogen beslaat daarmee 13% van de balans
eind 2019. Het Audit Comité concludeert dat het financiële jaarverslag van de EIB
een waarheidsgetrouw beeld geeft van de financiële positie en van de resultaten van
de activiteiten van de EIB-groep. Ook de externe auditor KPMG heeft het financiële
jaarverslag goedgekeurd
In het eigen jaarverslag deelt het Audit Comité de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen
op vier hoofdthema’s, te weten 1) duurzaamheid en bedrijfsvoeringsmodel, 2) group alignment tussen de EIB en het EIF, 3) risicomanagement en interne controle en 4) best banking practices (BBP). Hieronder volgt een samenvatting van de bevindingen en aanbevelingen per hoofdthema.
1. Duurzaamheid en bedrijfsvoeringsmodel
De activiteiten van de EIB in 2019 speelden zich af tegen een achtergrond van een
lage rente en werden gekenmerkt door een groei van het aantal kleine, complexe en
risicovolle transacties (met name als onderdeel van het Europese Fonds voor Strategische
Investeringen (EFSI)).
Het Audit Comité stelt dat de EIB binnen deze context strategische stappen heeft gezet
als het gaat om het behouden van de winstgevendheid en het inzichtelijk maken van
de kapitaalconsumptie door het opzetten van het «EIB Group Capital Plan». Tegelijkertijd benadrukt het Audit Comité dat dit plan strikt gemonitord moet blijven,
met name wat betreft het netto overschot. Dit geldt ook voor het EIF, waar de benadering
van de duurzaamheid van het kapitaalgebruik moet worden herzien in het licht van beleidsdoelstellingen
en de EIB-EIF-kapitaaltoewijzing. Het Audit Comité maakt zich zorgen over de voortdurend
stijgende kosten als gevolg van kleinere en complexere projecten en investeringen
in risicobeheer en nalevingskaders. Het Audit Comité beveelt aan dat het EIB Management
Comité onderzoekt hoe de kosten beheersbaar kunnen blijven, bijvoorbeeld door digitalisering
van processen.
2. Group alignment tussen de EIB en het EIF
Het Audit Comité merkt op dat de EIB tal van projecten en initiatieven heeft opgestart
met betrekking tot het bereiken van group alignment. Zo heeft de Raad van Bewind het Group Risk Management Charter (GRMC) goedgekeurd. Het GRMC vormt de belangrijkste bouwsteen voor het opzetten van
risicobeheer van de EIB-groep en het juiste toezicht daarop. Daarnaast zijn het kapitaalplan
en het stresstestkader en stresstestprogramma op groepsniveau opgesteld. De EIB ligt
op schema met het op groepsniveau ontwikkelen van het Internal Capital Adequacy Assessment Process, het Internal Liquidity Adecuacy Assessment Process en het Risk Appetite Framework.
Het Audit Comité merkt verder op dat de EIB Group Equity Strategy is aangenomen door het Management Comité en de Raad van Bewind, wat voor een duidelijke
en efficiënte rolverdeling zal zorgen tussen de EIB en het EIF. Het Audit Comité verwacht
dat er ook in de toekomst binnen de tijdslijnen voortgang geboekt zal blijven worden
op de vier brede aanbevelingen op dit gebied in het jaarverslag van 201810, 11
3. Risk Management en interne controle
Met betrekking tot financiële risico’s deed het Audit Comité in het jaarverslag van
2018 twee aanbevelingen die blijven staan voor het komende jaar. De eerste is het
verzoek om het kapitaalgebruik van verschillende BBP-projecten in te schatten en te
integreren in het kapitaalplanningsproces van de EIB. Het tweede is in lijn met de
aanbeveling om o.a. stresstesten in lijn te brengen met de prudentiële eisen van de
Europese Bankenautoriteit (EBA) onder de IFRS-standaarden.12 Het Audit Comité raadt de EIB namelijk aan de stresstesten niet minder conservatief
te maken dan wanneer deze opgesteld zouden zijn onder IRFS-standaarden, totdat EIB
aan deze standaarden voldoet. Daarnaast geeft het Audit Comité aan dat de EIB de resultaten
van de stresstesten beter moet integreren in het proces van het beoordelen van de
kapitaaltoereikendheid.
Wat betreft de niet-financiële risico’s (NFRs), waar specifiek cyberbedreigingen worden
genoemd, beveelt het Audit Comité aan het toezicht te versterken. Het Audit Comité
verwacht dat de nieuwe Group Chief Risk Officer (GCRO) zich hierop zal richten. De nieuwe GCRO dient onafhankelijk te opereren van
de diensten die hij controleert en een gezaghebbende stem te hebben die het Management
Comité en de Raad van Bewind bijstaat in het ontwikkelen van het risicomanagementkader
op groepsniveau. Verder houdt het Audit Comité vast aan de aanbeveling van 2018 om
een gezonde risicocultuur aan te moedigen. Dit moet ervoor zorgen dat de tweede laag
in het zogenaamde «three lines of defence»-model voldoende tegenwicht kan bieden aan de eerste laag.
4. Best Banking Practice (BBP)
In oktober 2019 presenteerde het Audit Comité een voorstel voor een EIB Beoordeling-
en Evaluatieproces (REP), gebaseerd op de richtlijnen vanuit de EBA. Het doel van
de REP is het verbeteren van de opvolging van de BBP. De eerste REP wordt verwacht
in 2022. Verder geeft het Audit Comité aan dat er voortgang is geboekt op het gebied
van BBP. Zo is onder andere de eerste versie van een BBP boek afgerond. In deze versie
geeft de EIB aan welke BBP van toepassing zijn en hoe het ervoor zorgt dat het zich
hieraan houdt. Het Audit Comité geeft wel aan dat de EIB nog geen volwaardige compliance
functie met een directe rapportagelijn naar de GCRO heeft.
Reactie EIB Management Comité op de aanbevelingen Audit Comité
Het Management Comité van de EIB heeft aangegeven de aanbevelingen van het Audit Comité
op te zullen volgen en voortgang te blijven maken met de uitvoering van de reeds overeengekomen
governance hervormingen. Dit zullen ze onder andere doen door het ontwikkelen van een nieuw
IT governance kader, het snel opzetten van het EIB REP team, het verbeteren van het BBP zelfbeoordelingskader,
het ontwikkelen van een groepskader voor risicobereidheid, het verder herzien van
de gedragsregels voor het Management Comité en de Raad van Bewind, het versterken
van de expertise en specialisatie in de eerste linie en het beter scheiden van de
eerste en de twee linie van de «three lines of defence». In het rapport is een uitgebreide reactie van het Management Comité op de aanbevelingen
voor de vier thema’s opgenomen.
Appreciatie Nederland
Nederland heeft tijdens de jaarvergadering het belang van het werk van het Audit Comité
benadrukt en een aantal bevindingen uitgelicht. Nederland heeft daarbij aangegeven
het belangrijk te vinden dat bij de aanvang van nieuwe mandaten of programma’s volledige
transparantie bestaat over de kapitaalvereisten ervan, zeker gezien de zorgen van
het Audit Comité over kostendekkendheid van mandaten en de stijgende kostenbasis.
Daarnaast heeft Nederland het belang van goede governance benadrukt, zeker gezien het feit dat de EIB niet onder extern toezicht staat. In dit
kader verwacht Nederland dat de EIB de BBP volgend jaar volledig naleeft. Ook heeft
Nederland de EIB aangemoedigd om een volledig risicoraamwerk op te stellen waar ook
niet-financiële risico’s als gedrags- en cyberrisico’s in zijn opgenomen.
3. Klimaatactiviteiten en -ambitie van de EIB: financieringsbeleid energiesector herzien
en klimaatambitie aangenomen
Zoals aangekondigd in mijn brief van 2 september 201913 heeft de EIB in 2019 de Energy Lending Policy (ELP) herzien. Het nieuwe financieringsbeleid voor de energiesector kan gezien worden
als een mijlpaal: de EIB is de eerste IFI die een dergelijk ambitieus beleid aanneemt
en de eerste EU-instelling die gedetailleerd beleid op het gebied van klimaat en energie
uitwerkt om bij te dragen aan het behalen van de doelen van het Akkoord van Parijs
en om de EU in 2050 klimaatneutraal te maken. De herziening is in lijn met de Nederlandse
inzet zoals beschreven in bovenstaande kamerbrief.
De EIB zal investeringen in fossiele energie uitfaseren waarbij projecten in fossiele
energie die op dit moment al onder beoordeling zijn bij de EIB tot eind 2021 goedgekeurd
kunnen worden. In aanvulling kan de EIB tijdens deze periode ook projecten goedkeuren
die op de vierde Projects of Common Interest (PCI) lijst staan en medegefinancierd worden vanuit de EU-begroting. PCI’s zijn projecten
door de Europese Commissie geclassificeerd en door de Europese Raad goedgekeurd als
belangrijke grensoverschrijdende infrastructuurprojecten die de energiesystemen van
lidstaten met elkaar verbinden.
Daarnaast richt de EIB zich met de ELP op financiering van energie-efficiëntie en
hernieuwbare energie ten behoeve de energietransitie. Bijvoorbeeld door het aandeel
in de financiering van projecten naar maximaal 75% te brengen voor 1) projecten gericht
op hernieuwbare energie met hoge additionaliteit en 2) energieprojecten in de zogenoemde
modernisatielanden14).
Naast de herziening van de ELP heeft de EIB in het najaar van 2019 een vernieuwde
klimaatambitie aangenomen. De drie belangrijkste doelstellingen hieronder zijn het
mobiliseren van 1 biljoen euro aan financiering voor klimaatactie en duurzaamheid
van het milieu («environmental sustainability») tussen 2020 en 2030, het geleidelijk verhogen van het percentage financiering voor
klimaatactie en duurzaamheid van het milieu naar 50% vanaf 2025 en het in lijn brengen
van alle EIB-groep activiteiten met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs
vanaf eind 2020. Van maart 2020 tot juli 2020 liep er een publieke consultatie om
ideeën te verzamelen over de verdere uitwerking van de ambitie in een EIB-groep climate road map 2021–2025 om de ambitie te realiseren. De EIB zal de road map naar verwachting voor eind 2020 publiceren.
4. Vooruitblik: pan-Europees garantiefonds start en toereikendheid van huidige kapitaal
wordt onderzocht
Pan-Europees garantiefonds
Zoals gedeeld in mijn brief van 12 juni jl.15 heeft de Eurogroep in inclusieve samenstelling op 7 en 9 april de EIB verzocht een
voorstel voor een pan-Europees garantiefonds (EGF) uit te werken. Dit nieuwe fonds
van 25 miljard euro kan tot 200 miljard euro aan financiering voor Europese bedrijven,
met name midden- en kleinbedrijf (mkb) mobiliseren. Het fonds heeft als doel de economische
gevolgen van COVID-19 in de reële economie op te vangen door het verstrekken van liquiditeit
aan de bedrijven in Europa. De Nederlandse deelname bestaat uit een garantie van 1,3
miljard euro.
Het EGF is operationeel zodra een groep lidstaten die samen goed is voor 60% van het
stemgewicht bij de EIB meedoet. Na goedkeuring van uw Kamer en de Eerste Kamer in
juli 2020 heeft Nederland zijn deelname bevestigd. Inmiddels is de grens van 60% stemgewicht
bereikt. Eind augustus heeft de eerste bijeenkomst van het EGF contributors» committee plaatsgevonden, waar Nederland zitting in heeft. Ik zal uw Kamer periodiek informeren
over het EGF.
Toereikendheid huidige kapitaal
Vooruitblikkend naar de komende maanden bij de EIB zal met name de vraag centraal
staan of het huidige kapitaal toereikend is zoals ook door de ER toe opgeroepen. Indien
het antwoord hierop nee blijkt te zijn zal er besloten moeten worden over de omvang
en modaliteiten van een kapitaalverhoging. Zoals hierboven vermeld zal ik uw Kamer
op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen hieromtrent.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën