Brief regering : Aankondiging beleidsdoorlichting slachtofferbeleid
33 199 Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid
Nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn voornemen tot en de opzet en vraagstelling
van de periodieke beleidsdoorlichting van artikel 34.4: slachtofferzorg. Ik zal de
beleidsdoorlichting uiterlijk eind 2021 aan uw Kamer aanbieden.
Doelstelling slachtofferbeleid
Een goed functionerende rechtshandhaving kan niet zonder oog voor slachtoffers. Het
bieden van erkenning aan het slachtoffer draagt bij aan het vertrouwen in de rechtsstaat.
Sommige slachtoffers hebben daarnaast ondersteuning nodig om de gevolgen van het delict
te boven te komen en weer adequaat te kunnen functioneren in de samenleving. De specifieke
gevolgen van slachtofferschap van criminaliteit maken gespecialiseerde opvang en (juridische)
ondersteuning voor deze groep noodzakelijk.
Ik ben beleidsverantwoordelijk voor de rechtspositie van en de zorg – in brede zin
– voor slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit, voor
de uitvoering van het beleid dat hier op gericht is. Daarnaast draag ik de verantwoordelijkheid
voor de financiering van de slachtofferzorg.
In de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is geen aparte doelstelling
opgenomen voor artikel 34.4. Wel worden slachtoffers genoemd in de algemene doelstellingen
van beleidsartikel 34.1
Op 22 februari 2013 is het visiedocument »Recht doen aan slachtoffers» aan uw Kamer
aangeboden. In deze visie worden de vijf doelen van het slachtofferbeleid beschreven:
1. Slachtoffers worden erkend en zorgvuldig bejegend en geïnformeerd;
2. Slachtoffers hebben een sterke positie in het recht;
3. Slachtoffers krijgen bescherming waar nodig;
4. Slachtoffers die dat nodig hebben krijgen ondersteuning bij het te boven komen van
de gevolgen van het delict;
5. Slachtoffers hebben mogelijkheden tot herstel van de gevolgen zowel financieel, praktisch
als emotioneel.
Deze doelen zijn gebaseerd op de uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen
generieke behoeften van slachtoffers die in meer of mindere mate bij ieder slachtoffer
aanwezig kunnen worden verondersteld.
Ook stellen verschillende EU-richtlijnen een kader voor het slachtofferbeleid. Zo
heeft De EU-richtlijn betreffende minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning
en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten een verplichtend karakter
ten aanzien van de daarin te bereiken resultaten.2 De richtlijn is omgezet in Nederlandse regelgeving en deze wet is in werking getreden
op 1 april 2017. Verder geldt ook de EU-richtlijn inzake schadevergoeding aan slachtoffers
en wordt er ook in andere richtlijnen aandacht besteed aan de ondersteuning en rechten
van slachtoffer, zoals de Richtlijn terrorismebestrijding.3 4
Op 22 februari 2018 heb ik daarnaast uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van
het slachtofferbeleid in het kader van mijn meerjarenagenda slachtofferbeleid 2018–2021
(Kamerstuk 33 552, nr. 43). In de meerjarenagenda worden drie beleidsambities uitgewerkt in concrete plannen
en beleidsvoornemens.
Afbakening en scope
Deze beleidsdoorlichting richt zich op slachtofferbeleid zoals geformuleerd onder
artikel 34.4. Buiten beschouwing blijft dat ook andere partijen, zoals andere ministeries,
gemeenten, zorgverleners en particuliere organisaties een deel van de zorg voor slachtoffers
voor hun rekening nemen.
De vorige beleidsdoorlichting slachtofferbeleid ging over de periode 2007 tot en met
2013. Deze beleidsdoorlichting heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en
met 31 december 2019.
Tabel 1 toont het budget (per jaar maal 1.000 euro) voor de thema’s die deel uitmaken
van deze beleidsdoorlichting. Het door te lichten beleid heeft een totaal budgettair
beslag van ongeveer 78 mln.
Vraagstelling
De onderzoeksvraag van deze beleidsdoorlichting luidt: «In hoeverre zijn de financiële
en beleidsmatige instrumenten van het Ministerie van JenV doelmatig en doeltreffend
in het versterken van de positie van slachtoffers?»
De deelvragen zijn de 15 vragen uit de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek.5 De vragen hebben betrekking op in hoeverre uitgevoerd onderzoek de doeltreffendheid
en doelmatigheid van de verschillende beleidsinstrumenten kan aantonen. De hierboven
genoemde beleidsdoelen uit de beleidsvisie «Recht doen aan slachtoffers» zullen als
uitgangspunt dienen voor de indeling bij het beschrijven van de beleidsinstrumenten.
Deze indeling is nog steeds actueel, heeft ook doorwerking gevonden in de verschillende
meerjarenagenda’s die door mijn ambtsvoorgangers en mijzelf aan de Tweede Kamer zijn
gestuurd en maakt ook een goede vergelijking mogelijk met de vorige beleidsdoorlichting.
Onderzoeksmethode
Het onderzoeks- en adviesbureau TwynstraGudde is gevraagd om de beleidsdoorlichting
uit te voeren onder begeleiding van een nog te formeren begeleidingscommissie. Daarnaast
wordt een onafhankelijk deskundige aangesteld om een schriftelijk oordeel over de
doorlichting te geven dat met het eindrapport aan uw Kamer zal worden aangeboden.
De deskundige die wordt aangesteld is dr. Annemarie ten Boom van het WODC. Zij heeft
methodologische deskundigheid, maar ook kennis van dit beleidsterrein. Zij was ook
aangesteld als onafhankelijk deskundige bij de vorige beleidsdoorlichting slachtofferbeleid.
Het onderzoek zal bestaan uit een analyse van reeds bestaande onderzoeken naar slachtofferzorg.
Bij het beantwoorden van de RPE-vragen zal voor de periode 2014 tot en met 2019 gebruik
worden gemaakt van beschikbare beleidsinformatie, evaluaties, onderzoeken en monitoring
die door of in opdracht van het WODC zijn verricht dan wel door andere onderzoeksinstanties.
Er zijn een aantal onderzoeken waarbij op bepaalde onderdelen van het slachtofferbeleid
een vergelijking is gemaakt met andere Europese landen. Deze onderzoeken worden ook
meegenomen in het bepalen van de doelmatig en doeltreffendheid van het Nederlandse
slachtofferbeleid. De reikwijdte van de opdracht tot het uitvoeren van een beleidsdoorlichting
voorziet niet in nieuw aanvullend (evaluatie)onderzoek. Wel is ruimte opgenomen om
in gesprek te gaan met betrokken actoren om hun visie op doeltreffendheid van aspecten
van het beleid op te halen indien geen relevant onderzoek voorhanden is. In de bijlage
is een lijst bijgevoegd met de onderzoeken die gebruikt zullen worden bij deze beleidsdoorlichting.
De beleidstheorie helpt om lacunes in het beschikbare evaluatieonderzoek – dat ten
grondslag ligt aan de doorlichting – inzichtelijk te maken. In de vorige beleidsdoorlichting
slachtofferbeleid is de onderliggende beleidstheorie beschreven. De onderliggende
beleidstheorie stelt dat adequate slachtofferzorg bijdraagt aan het rechtsgevoel en
vertrouwen in de rechtsstaat van slachtoffers en burgers in het algemeen. Dit bevordert
op zijn beurt de bereidheid tot normconform gedrag en het afzien van eigenrichting
en draagt zodoende bij aan de maatschappelijke veiligheid. De onderzoekers zullen
deze beleidstheorie verder verdiepen, eventueel aanvullen met andere theorieën en
reconstrueren op basis van de analyse van beleidsstukken en aanvullende interviews
met betrokken ambtenaren.
Na analyse van de beschikbare beleidsinformatie en reconstructie van de onderliggende
beleidstheorie voor de verschillende onderwerpen zal een eerste beoordeling plaatsvinden
van de mate waarin deze toereikend is om alle RPE-vragen te beantwoorden. Om de beleidsdoorlichting
valide en betrouwbaar te maken zullen de onderzoekers inventariseren welke onderdelen
van het gevoerde beleid over welke periode zijn geëvalueerd en zullen zij de onderzoeken
die zij in de doorlichting betrekken wegen op validiteit en betrouwbaarheid.
De beleidsdoorlichting slachtofferbeleid start in het najaar van 2020 en deze zal
uiterlijk eind 2021 aan uw Kamer worden aangeboden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Bijlage 1: Overzicht onderzoeken
– Inspectie Justitie en Veiligheid (2020). Verschillende Perspectieven; een onderzoek
naar de taakuitvoering van zedenrechercheurs en hun bejegening van slachtoffers. Den
Haag: Inspectie Justitie en Veiligheid
– Leferink, S., Wessel, F. van (2016). Aanvaarding van hulp in relatie tot slachtofferkenmerken;
een analyse van verrijkte cliëntgegevens van Slachtofferhulp Nederland. Utrecht: Slachtofferhulp
Nederland
– Lindenberg, L., Jansen, J.H.L.J., Bakker, L., Witkamp, B., Timmermans, M. (2018).
Aard en omvang ouderenmishandeling. Amsterdam: Regioplan
– Sondorp, J.E., Hoogeveen, C.E. (2020). De bescherming van minderjarige slachtoffers, Woerden: VanMontfoort
– Smit, W., Klaver, J. (2019). Evaluatieonderzoek pilot multidisciplinaire advisering
slachtofferschap mensenhandel. Amsterdam: Regioplan
– Kuipers, J., Rij, C. van (2018). Evaluatie voorschotregeling. Amsterdam: Cebeon
– Gorissen, M., el Akehal, J., Weerman, F., Weijer, S. van de (2020). Het fenomeen online
seksueel geweld; een literatuuronderzoek naar de kennis over omvang, aard en aanpak.
Amsterdam: NSCR
– Wijk, A. van, Ham, T. van, Hardeman, M. (2015). Grensoverschrijdend slachtofferschap;
een inventarisatie van aard, omvang en aandachtspunten in verband met de effectuering
van slachtofferrechten. Arnhem: Bureau Beke
– Fischer, T.F.C., Cleven, I.W.M., Struijk S. (2019). Handhaving en veiligheid bij strafrechtelijke
contact-, locatie- en gebiedsverboden ter bescherming van slachtoffers. Den Haag:
WODC
– Lent, L. van, Boone, M.M., Bos, K. van den (2016). Klachten tegen niet-vervolging (artikel 12 Sv-procedure). Utrecht: Universiteit Utrecht
– Lünnemann, K.D., Mein, A.G. (2014). Maatregelen ter voorkoming van secundair en herhaald
slachtofferschap. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut
– Spaan, N., Kaal, H. (2015). Onbeperkt toegang tot recht? Slachtoffers met een licht
verstandelijke beperking in de strafrechtsketen. Leiden: Universiteit Leiden
– Snippe, J., Molen, J. van der (2019). Onderzoek justitiële interventiepalet voor plegers
en slachtoffers kindermishandeling. Groningen/Rotterdam: Breuer & Intraval
– Goedvolk, M., Jongebreur, W., Maas-Vos, G. van der, Velpen, M. Vander (2018). Onderzoek naar de toepassing van het conservatoir beslag t.b.v. het slachtoffer. Barneveld: Significant
– Wijk, A. van, Leiden, I. van, Ferwerda, H. (2013). Over leven na de moord; de gevolgen
van moord en doodslag voor de nabestaanden van de slachtoffers en de ondersteuning
door Slachtofferhulp Nederland. Arnhem: Bureau Beke
– Elbers, N.A., Meijer, S., Becx, I.M., Schijns, A.J.J.G., Akkermans, A.J. (2018). Slachtofferadvocatuur.
De rol van de advocatuur in de bijstand van slachtoffers van ernstige gewelds- en
zedenmisdrijven. Amsterdam: NSCR
– Leij, J.B.J. van der (2015). Privacyrecht en slachtoffers; een studie naar de grondslagen
en juridische kaders van privacy van slachtoffers. Den Haag: Boom criminologie
– Cleven, I., Lens, K.M.E., Pemberton, A. (2015). De rol van herstelbemiddeling in het strafrecht; eindrapportage onderzoek pilots herstelbemiddeling. Tilburg: International Victimology Institute Tilburg (INTERVICT)
– Graaf, H. de, Marra, E. (2019). Seksueel geweld en grensoverschrijding; ontwikkeling
van een vragenlijst voor de bevolking van 16 jaar en ouder. Utrecht: Rutgers Kenniscentrum
seksualiteit
– Bos, K. van den, Schifflers, M.-J., Bal, M., Grootelaar, H., Bertram, I., Haas, S.
de (2019). Seksueel misbruik en aangiftebereidheid binnen de gemeenschap van Jehova’s getuigen. Utrecht: Universiteit Utrecht
– Bertling, L., Mack, A., Vonk, H., Timmermans, M. (2017). Slachtoffers van zedenmisdrijven;
een verkenning van de overwegingen voor contact met politie en/of hulpverlening. Amsterdam:
Regioplan Beleidsonderzoek
– Leukfeldt, R., Notté, R., Malsch, M. (2018). Slachtofferschap van online criminaliteit.
Een onderzoek naar behoeften, gevolgen en verantwoordelijkheden na slachtofferschap
van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. Amsterdam: NSCR
– Eijkern, L. van, Downes, R., Veenstra, R. (2018). Slachtofferschap van huiselijk geweld:
prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en
plegerschap. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen
– Aa, S. van der, Claessen, J., Hofmann, R. (2020). Speciale behoefte van slachtoffers
van hate crime ten aanzien van het strafproces en de slachtofferhulp. Maastricht:
Maastricht University
– Kool, R., Kristen, F., Beekhuis, T., Zanger, W. de, Kerssies, S., Rijst, T. van der
(2019). Verruiming van de aangifteplicht voor ernstige seksuele misdrijven? Utrecht: Universiteit Utrecht
– Timmermans, M., Tillaart, J. van den, Homburg, G.(2012). Eerste meting slachtoffermonitor.
Ervaringen van slachtoffers met justitiële slachtofferondersteuning. Deel 1: politie.
Amsterdam: Regioplan
– Tillaart, J. van den, Timmermans, M., Homburg, G. (2014). Secundaire analyse kwaliteitsmeting slachtofferzorg. Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek
– Andringa, W., Klein Kranenburg, L, Bouwmeester, J., Doeschot, F. ten (2017). Slachtoffermonitor – hoofdrapport. Tweede meting. Enschede: I&O Research
– Zebel, S., Kuttschreuter, M., Stel, M., Giebels, E. (2019). Doorontwikkeling van de vragenlijst Slachtoffermonitor: een mixed-methods benadering.
Enschede: Universiteit Twente
– Malsch, M., Dijkman, N., Akkermans, A. (2015). Het zichtbare slachtoffer. Privacy
van slachtoffers binnen het strafproces. Amsterdam: NSCR
– Huibers, M.; Kunst, M.; Wingerden, S.G.C. van (2019). De beslispraktijk van het Schadefonds
geweldsmisdrijven: een kwalitatieve studie naar de beoordeling van verzoeken tot tegemoetkomen.
Recht der Werkelijkheid volume, 40(1), 50–70.
– Rij, C. van (2017). Erkenning, genoegdoening of opnieuw geraakt: Ervaringen met de
financiële regelingen «Seksueel misbruik in instellingen en pleeggezinnen. Amsterdam:
Cebeon – Centrum Beleidsadviserend Onderzoek
– Maas, C., Schiltkamp, S., Valentijn, D., Vuurst, M. van de. Evaluatie burgergericht
werken en all-in beleid. Een onderzoeksrapport over de effecten van het burgergericht
werken en het all-in beleid. Den Haag: Schadefonds Geweldsmisdrijven
– Leiden, I. van, Hardeman, M., Wijk, A. van (2017). De achterblijvers. Een evaluatie
van het maatwerk voor achterblijvers van vermiste personen. Arnhem: Bureau Beke
– Wijk, A. van, Dickie, S., Kornmann-Hardeman, M., Ham, T. van (2018). Minderjarige
slachtoffers van zedenmisdrijven gehoord. Een kwalitatief onderzoek naar de verhoorpraktijk.
Arnhem: Bureau Beke
– Nauta, O., Swami-Persaud, A. (2019). Notificatie slachtoffers kinderpornografie: onderzoek
naar de wenselijkheid en de haalbaarheid. Amsterdam: DSP groep
– Commissie Onderzoek naar geweld in de jeugdzorg (2019). Onvoldoende beschermd: Geweld in de Nederlandse jeugdzorg van 1945 tot heden. Den Haag: Commissie Onderzoek naar geweld in de jeugdzorg
– Mazijk, T., Uitslag, M., Eijkman, Q., Lamkaddem, M. (2018). De rol van samenwerkingspartners
in het doorverwijzingsproces van slachtoffers naar het Schadefonds Geweldsmidrijven.
Utrecht: Hogeschool Utrecht
– Beaujean, R., Jong, de R., Rijst, T. van der, Tuls, W. (2018). Slachtoffervoorzieningen in de Rechtspraak. Den Haag: Raad voor de Rechtspraak
– Raad voor de Rechtspraak (2019). Slachtoffervoorzieningen in de Rechtspraak. Stand van zaken oktober 2019. Den Haag: Raad voor de Rechtspraak
– Leiden, I. van, Scholten, L., Ferwerda, H. (2016). Wie is het slachtoffer? Kenmerken
van de doelgroep van het Schadefonds Geweldsmisdrijven en strategieën voor een beter
doelgroepbereik. Arnhem: Bureau Beke
Indieners
-
Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.