Brief regering : COVID-19: Deskundigen traject Lessons Learned
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 463
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juli 2020
Op 15 juni jl. heb ik uw Kamer een brief1 gestuurd waarin uiteen is gezet hoe het kabinet de uitvoering van diverse moties2 ten behoeve van het trekken van lessen voor ogen heeft. Die werkwijze is verder verfijnd
in de COVID-19 stand van zaken brief van 24 juni jl3. In beide brieven heb ik aangegeven dat het kabinet actief een brede, onafhankelijke
groep met inhoudelijk deskundigen bevraagt, om op basis van de opgedane kennis van
de afgelopen maanden inbreng te leveren op die thema’s die belangrijk zijn bij het
voorkómen van een tweede golf met besmettingen. En om klaar te zijn om die op te vangen,
mocht deze onverhoopt toch gebeuren. In het laatste COVID-19 debat van 25 juni jl.
heb ik uw Kamer toegezegd om op de drempel van de zomer met uw Kamer te delen wie
ik bevraag om ons te helpen met het formuleren van deze lessen. Dat doe ik bij deze.
Reeds betrokken externe deskundigen
Allereerst wil ik benadrukken dat het kabinet zich gedurende de gehele aanpak van
de coronacrisis heeft laten adviseren door diverse deskundigen. Zo werd het kabinet
geadviseerd door het OMT, welke 20 à 30 onafhankelijke deskundigen bevat die worden
uitgenodigd op basis van hun expertise. Het OMT komt periodiek samen om de medisch-inhoudelijke
stand van zaken betreffende COVID-19 vast te stellen en te duiden, geeft advies over
de effecten van maatregelen en versoepelingen, en beantwoordt vragen van het kabinet.
Het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) toetst vervolgens het inhoudelijke advies
op bestuurlijke haalbaarheid en uitvoerbaarheid, en brengt hierover advies uit aan
het kabinet.
Naast het OMT en het BAO heeft het kabinet steeds in nauw contact gestaan met de GGD’en
en laboratoria, en met branche- en cliëntenorganisaties uit de verpleeghuiszorg, thuiszorg,
gehandicaptenzorg, aanbieders van huishoudelijke hulp en overige wmo ondersteuning
(inclusief maatschappelijke opvang) en de jeugdhulp. Intensief contact is er tevens
geweest met vertegenwoordigers van de acute zorg (zoals de ziekenhuizen en voorzitters
van het ROAZ-netwerk) en met vertegenwoordigers van de verschillende beroepsgroepen
(van medisch specialisten tot huisartsen, verpleegkundigen en inkopers van persoonlijke
beschermingsmiddelen).
Daarnaast is bij een groot aantal trajecten door externe deskundigen kritisch meegedacht
en zijn adviezen uitgevraagd. Een recent voorbeeld daarvan betreft het IC-opschalingsplan
COVID-19, dat het Landelijk Netwerk Acute Zorg samen met een brede groep deskundigen
heeft opgesteld op verzoek van toenmalig Minister voor MZS. Een ander voorbeeld betreft
de advisering over de sociaaleconomische aspecten van de coronacrisis, waarover ik
uw Kamer reeds heb geïnformeerd in de COVID-19 stand van zaken brief van 6 mei jl.4 Daarbij wordt gebruik gemaakt van drie initiatieven: de denktank coronacrisis die
geïnitieerd is door de SER; het COVID-19 overleg tussen de planbureaus SCP, CPB, PBL
en het RIVM; en de tijdelijke werkgroep sociale impact van het coronavirus die geïnitieerd
is door de burgemeester van Amsterdam.
Voorts zijn nog vele andere externen betrokken, zoals het expertpanel vaccins en het
expertpanel innovatieve behandelingen. Door de betrokkenheid van een onafhankelijke
begeleidingscommissie, de Taskforce Digitale Ondersteuning bestrijding COVID-19 en
de Taskforce Gedragswetenschappen, is er directe input op de bruikbaarheid en veiligheid
van de CoronaMelder geweest. Op het gebied van gedragsmaatregelen, levert de RIVM
Corona Gedragsunit waardevolle inbreng. Deze unit wordt bijgestaan door een tijdelijke
wetenschappelijke adviesraad met hoogleraren die niet verbonden zijn aan het RIVM.
Bij het opstellen van het dashboard is o.a. input gevraagd van het CBS, de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd, de GGD’en en de gemeente Amsterdam. Ten slotte zijn doorlopend
individuele deskundigen betrokken geweest op verschillende onderwerpen en vanuit verschillende
expertises. Bijvoorbeeld chief nursing officer Bianca Buurman heeft ons de afgelopen
periode op diverse momenten van advies voorzien en zal dat ook blijven doen, omdat
het perspectief van de verpleegkundigen altijd een ijkpunt is geweest en dat ook zal
blijven.
Nieuw te betrekken externe deskundigen
Bovenstaande opsomming bevestigt hoezeer het kabinet het belang van diverse invalshoeken
onderschrijft. De komende periode wil ik gebruiken om een verdere verdiepingsslag
aan te brengen in ons leerproces. Dat wil ik doen door de blik van nog niet eerder
bij het proces betrokken experts hieraan toe te voegen. Zij worden benaderd met de
vraag om input te leveren en deel te nemen aan het «Lessons Learned-traject». Ik bevraag
bijvoorbeeld: epidemiologen Arnold Bosman en Amrish Baidjoe, voormalig inspecteur
generaal van de IGJ Wim Schellekens, economen Xander Koolman en Jochen Mierau en microbioloog
Marc Bonten. Het perspectief van mensen met een beperking blijft cruciaal, waarvoor
ik Pouwel van de Siepkamp (KansPlus) en Illya Soffer (Iederin) blijf bevragen. Intensief
contact met de revalidatiezorg was er al, maar wordt in deze fase steeds belangrijker.
Daarom vraag ik revalidatiedeskundige Jan-Willem Meijer om mee te denken.
Deze lijst met experts is uiteraard in potentie vele malen langer, waarbij op dit
moment nog niet altijd duidelijk is of mensen ook beschikbaar zijn en bereid zijn
om mee te doen. In mijn brief van 1 september zal ik u daarom verslag doen van de
lijst van deskundigen die ik de komende weken vraag om te reflecteren.
Daarnaast wil ik optimaal leren van ervaringen in het buitenland. Hiertoe onderneem
ik enkele case studies naar vergelijkbare landen waar aan beleid wordt gewerkt dat ook in Nederland een
belangrijk onderdeel vormt op dit moment in de controlefase. Daarvoor heb ik onder
meer contact met mijn Deense collega om onderling te leren ten aanzien van testen
en traceren. Tevens zal ik Nederlandse deskundigen bevragen met veel expertise over
de aanpak in andere landen, zoals CEO van University College Londen Marcel Levi, Rudi
Westendorp (hoogleraar geriatrie) waar het gaat om langdurige zorg en Niek Klazinga
(hoogleraar sociale geneeskunde) waar het gaat om informatievoorziening.
Ik zal de betrokken deskundigen vragen om een gerichte, schriftelijke, bijdrage op
te stellen over de thema’s zoals ik ze ook in mijn brief van 15 juni heb genoemd.
Deze bijdragen stuurt het kabinet vóór 1 september integraal aan uw Kamer tezamen
met de toegezegde brief. Ik organiseer tevens de komende periode experttafels waarin
de diverse bijdragen met de experts worden besproken. De uitkomsten van deze schriftelijke
bijdragen, de experttafels en de internationale lessen helpen het kabinet in de vertaling
naar lessen voor de tweede golf of voor het voorkomen van die tweede golf. Ik rapporteer
hierover in een brief die uw Kamer vóór 1 september ontvangt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport