Brief regering : Uitvoering van het Schone Lucht Akkoord
30 175 Luchtkwaliteit
Nr. 354 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2020
Op 13 januari tekende de rijksoverheid samen met gemeenten en provincies het Schone
Lucht Akkoord. Een belangrijke stap op weg naar gezonde lucht voor iedereen, met als
concreet doel om minimaal 50% gezondheidswinst te realiseren uit binnenlandse bronnen
in 2030. Na ondertekening is het Schone Lucht Akkoord ter consultatie gelegd. Ik ben
verheugd dat uit de reacties op de internetconsultatie blijkt dat de gezondheidsdoelen
uit het akkoord breed worden gesteund. De steun en inzet van bedrijfsleven, inwoners,
milieu- en gezondheidsorganisaties is van groot belang om de doelen uit het akkoord
te realiseren. Alleen samen kunnen we zorgen voor schonere lucht.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat, over de resultaten van de internetconsultatie en de toetreding van nieuwe
gemeenten en provincies tot het akkoord. Tevens licht ik toe hoe de groei van de luchtvaart
is meegenomen in de berekeningen die ten grondslag liggen aan het Schone Lucht Akkoord.
Internetconsultatie
Uit de reacties op de consultatie blijkt dat het belang van het verder verbeteren
van de luchtkwaliteit brede steun geniet. Daarnaast zijn verschillende vragen en suggesties
ingebracht. Alle openbare reacties, het verslag van de consultatie en de beleidsreactie
vanuit de rijksoverheid zijn gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl. In de beleidsreactie in het hoofdlijnenverslag geef ik aan hoe ik de inbreng betrek
bij de nadere uitwerking van de maatregelen en het opstellen van de uitvoeringsagenda
voor het Schone Lucht Akkoord.
Voor een complex vraagstuk als luchtkwaliteit is samenwerking tussen overheden, bedrijven,
inwoners, gezondheid- en milieuorganisaties en wetenschappers een voorwaarde tot succes.
Daarom betrek ik deze partijen ook bij de uitvoering van maatregelen en pilots uit
het Schone Lucht Akkoord.
Toetreding nieuwe leden
In januari hebben 9 provincies en 37 gemeenten het akkoord getekend. Tijdens het AO
Leefomgeving van 20 februari jongstleden (Kamerstuk 30 175, nr. 352) heb ik aangegeven uw Kamer te informeren over een tweede tranche waarin gemeenten
zich zullen aansluiten bij het Schone Lucht Akkoord. Ik ben verheugd dat ook provincie
Groningen en de gemeenten Almere, Assen, Eindhoven, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg,
Nieuwegein, Maastricht, Rijswijk, Sint Anthonis, Uden en Waalwijk op 8 juli zijn toegetreden
tot het akkoord. Een aantal andere decentrale overheden zijn nog in het proces van
besluitvorming en kunnen op een later moment toetreden.
Mijn inzet, en die van de andere deelnemende overheden, is om zo veel mogelijk gemeenten
en provincies deel te laten nemen. Dat doen we door de voortgang en resultaten breed
te delen en door alle nog niet deelnemende decentrale overheden nogmaals formeel uit
te nodigen om toe te treden tot het akkoord. Daarnaast organiseren provincies in regionaal
verband bijeenkomsten met gemeenten om deelname te bespreken.
Dit najaar stellen partijen een gezamenlijke uitvoeringsagenda op, ter uitwerking
en uitvoering van het Schone Lucht Akkoord. Gemeenten en provincies werken specifieke
maatregelen uit in decentrale uitvoeringsplannen en committeren zich daaraan. Het
streven is om deze plannen eind 2020 vast te stellen.
Luchtvaart in het Schone Lucht Akkoord
Tijdens het AO Leefomgeving op 20 februari jongstleden werd door het lid Laçin gevraagd
naar de manier waarop de luchtvaart is meegenomen in de berekeningen die ten grondslag
liggen aan het Schone Lucht Akkoord. Ook vroeg het lid Laçin naar de manier waarop
de groei van de luchtvaart hierin is meegenomen.
De berekeningen voor het Schone Lucht Akkoord zijn uitgevoerd met de gezondheidsindicator
die RIVM heeft ontwikkeld. De gezondheidsindicator berekent de gezondheidseffecten,
uitgedrukt in aantal maanden levensduurverkorting, als gevolg van de blootstelling
aan stikstofdioxide en fijnstof. Het hoofddoel van het Schone Lucht Akkoord is om
in 2030 minimaal 50% gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen te realiseren ten opzichte
van 2016. De emissies van de luchtvaart van en naar Nederlandse Luchthavens zijn meegerekend
bij de binnenlandse bronnen en wegen dus ook mee in de doelstelling van het Schone
Lucht Akkoord. Voor luchtvaartemissies worden, conform internationale richtlijnen
alleen emissies onder de 3000 voet (914 meter) meegerekend. In de recent gepubliceerde
Luchtvaartnota heeft het kabinet aangekondigd zich in internationaal verband te zullen
inspannen om registratie van emissies boven de 3000 voet en alle emissies die samenhangen
met de functie van een luchthaven in kaart te laten brengen.
Op 13 januari 2020 heb ik de Notitie effectraming Schone Lucht Akkoord van RIVM met
uw kamer gedeeld (Kamerstuk 30 175, nr. 343). Voor de berekening die hierin beschreven wordt, is de verwachte ontwikkeling van
de luchtvaartemissies uit de NEV 2015 gebruikt. In de NEV 2015 is voor de periode
tot 2020 gerekend met gemiddeld 2,9% groei van het aantal vliegbewegingen, en voor
de periode van 2021 tot 2030 met 2,1% groei.
Voor de monitoring van het Schone Lucht Akkoord wordt steeds de meest recente raming
van de emissies gebruikt. Op dit moment is dat de KEV 2019.
Zowel de NEV 2015 als de KEV 2019 berekenen een toename van luchtvaartemissies in
de periode van 2016 tot 2030 bij vastgesteld en voorgenomen beleid. In de Ontwerp-Luchtvaartnota
wordt beleid aangekondigd om deze opwaartse trend te doorbreken. Daarnaast zullen
ook COVID-19, en de wereldwijde bestrijding daarvan, een grote impact hebben op de
groei van de luchtvaartsector en daarmee de emissies.
Naast stikstofdioxide en fijnstof is ultrafijn stof een belangrijk aandachtspunt voor
de uitstoot van vliegverkeer. Over de effecten van ultrafijn stof op de gezondheid
is wereldwijd nog weinig bekend. Het RIVM doet onderzoek naar de gezondheidseffecten
van ultrafijn stof in de omgeving Schiphol. De resultaten van het onderzoek van RIVM
wordt verwacht in 2021 en worden betrokken bij de luchtvaartnota. Vooruitlopend hierop
heeft het Rijk Nederlandse luchthavens van nationaal belang gevraagd om een actieplan
uit te werken om de uitstoot van ultrafijn stof te verminderen.
Ultrafijn stof is afkomstig van verschillende bronnen. Daarom heb ik de Gezondheidsraad
gevraagd om breder te adviseren over gezondheidseffecten van ultrafijn stof en mogelijke
aangrijpingspunten voor beleid. Dit advies wordt in 2021 verwacht. Het advies van
de gezondheidsraad betrek ik bij het Schone Lucht Akkoord.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat