Brief regering : Maatregelen op het gebied van de exportkredietverzekering (ekv) om handelsstromen op gang te houden
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 93 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2020
Om de negatieve effecten van COVID-19 op de handel te mitigeren en handelsstromen
op gang te houden heb ik met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(BHOS) eind maart maatregelen getroffen op gebied van de exportkredietverzekering
(ekv).1 Ik heb uw Kamer toegezegd in een brief meer informatie te geven over de aard van
de getroffen maatregelen. Deze toelichting is in aanvulling op de antwoorden op vragen
die door verschillende leden van uw Kamer aan mij en aan de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) zijn gesteld.2 Ook wil ik in deze brief uw Kamer informeren over de effecten van de getroffen maatregelen
sinds de inwerkingtreding.
De getroffen maatregelen hebben per saldo geen gevolgen voor de budgettaire raming.
Dit komt doordat bij deze maatregelen rekening is gehouden met de op basis van internationale
regelgeving verplichte kostendekkendheid van de ekv op middellange termijn. Dat betekent
bijvoorbeeld dat voor ekv-producten waarvan het dekkingspercentage is verhoogd, namelijk
het verhogen van het gedekte percentage op contragaranties en werkkapitaaldekking,
de premie mee is gestegen. Voor transacties die een hoger risicoprofiel kennen, zoals
op landen die minder kredietwaardig zijn, vloeit uit de premie-afspraken automatisch
eveneens een hogere premie voort. Voorts wil ik benadrukken dat voor alle transacties
die met deze maatregelen in verzekering worden genomen op geen enkele wijze wordt
afgeweken van het bestaande ekv-kader op het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen of compliance. Daarnaast blijven de extra mogelijkheden die geboden worden
om meer groene transacties in verzekering te nemen eveneens geldig.
Maatregelen op gebied van de ekv
Met de Minister voor BHOS heb ik eind maart vijf maatregelen getroffen op het gebied
van de ekv, onder voorbehoud van verenigbaarheid met het Europese staatssteunkader.
Ondertussen heb ik echter geconcludeerd dat een van deze maatregelen mogelijk niet
in overeenstemming is met de Europese staatssteunregels (het bieden van exportkredietgaranties
(ekg) op bestaande door ekv-gedekte leningen). Deze maatregel heb ik daarom teruggetrokken
zodat er van de vijf maatregelen nu vier van kracht zijn.3 Hieronder licht ik deze maatregelen een voor een toe.
a. Het mogelijk maken van dekking op kortlopende exportkredieten.
Deze maatregel houdt in dat de Staat exportkredieten met een looptijd korter dan twee
jaar in verzekering kan nemen. Hiermee is vooral de Nederlandse export op hoge inkomenslanden
(EU- en OECD-landen) geholpen. Normaal gesproken kan de Staat geen kortlopende exportkredieten
in verzekering nemen, omdat deze markt door de private markt bediend wordt en verzekering
door de Staat daarom in strijd is met de mededeling van de Europese Commissie ten
aanzien van kortlopende exportkredieten (2012/C392/01).4 De Commissie heeft deze mededeling echter opgeschort tot eind dit jaar vanwege de
economische situatie en de terugtrekkende markt.
b. Het in verzekering nemen van transacties die indirect exportgerelateerd zijn.
Deze maatregel houdt in dat de Staat binnenlandse transacties die indirect aan Nederlandse
export gerelateerd zijn in verzekering kan nemen, bijvoorbeeld het verzekeren van
Nederlandse toeleveranciers van een Nederlandse exporteur. Met deze maatregel hoopt
de Staat niet alleen exporteurs zelf (waar de ekv oorspronkelijk voor bedoeld is)
maar ook de gehele waardeketen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van COVID-19
op de handel. Dit is in lijn met artikel 3.1 van de «Kaderwet financiële verstrekkingen
Financiën». Volgens de Kaderwet kan de Staat alleen verzekeringen en garanties afgeven
«ter dekking van risico’s verbonden aan het handels- en dienstenverkeer van ondernemers
met landen buiten Nederland». Dit betekent dat er een exportaspect aan de transactie
moet zitten, maar dat kan ook indirect zijn. Per geval wordt gekeken of een transactie
voldoende exportgerelateerd is.
c. Het leveren van maatwerk binnen het landenbeleid.
Deze maatregel houdt onder meer in dat de Staat kan besluiten een transactie op de
overheid van een land te accepteren terwijl de landenlimiet wordt overschreden. Landenlimieten
zijn onderdeel van het interne risicokader, ze vloeien niet voort uit regelgeving.
Mochten dergelijke transacties tot schades leiden dan wordt conform standaard beleid
geprobeerd deze schades te recupereren via de Club van Parijs. Dat is in het verleden
een effectieve methode gebleken. Deze maatregel houdt overigens niet in dat we ons
duurzaam leenbeleid op landen die (ernstige) schuldhoudbaarheidsproblemen hebben of
landen waar sancties voor gelden zullen heroverwegen.
d. Het verhogen van het gedekte percentage op contragaranties en werkkapitaaldekkingen.
Deze maatregel houdt in dat de Staat tijdelijk in plaats van 80 procent 90 procent
dekking kan bieden op contragaranties en werkkapitaaldekkingen, de zogeheten liquiditeitsverruimende
instrumenten die veel door het mkb worden gebruikt. Het bieden van 90 procent dekking
wordt toegestaan door de tijdelijke staatssteunkaderregeling in het kader van COVID-19
die de Europese Commissie op 19 maart heeft aangenomen.5 Het bieden van 90 procent dekking in plaats van 80 procent kan ervoor zorgen dat
banken beter in de liquiditeitsbehoefte van exporterende bedrijven kunnen voorzien.
Totstandkoming maatregelen
Om ervoor te zorgen dat de maatregelen gewenst zijn en additioneel aan de markt heb
ik de «Rijkscommissie voor export» gevraagd te toetsen in hoeverre de maatregelen
eraan bijdragen om de negatieve economische gevolgen van COVID-19 op export te mitigeren.
De Rijkscommissie heeft daarop laten weten dat de maatregelen geschikt lijken om de
negatieve economische gevolgen van COVID-19 op het gedeelte van de export waar de
ekv van invloed op is te mitigeren. De Rijkscommissie is een publiek-privaat overlegorgaan
dat als taak heeft om als klankbord te fungeren op het terrein van (inter)nationale
vraagstukken en mogelijke oplossingen daarvoor op het gebied van de ekv als bedoeld
in artikel 3 lid 2 van de «Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën». De Rijkscommissie
bestaat momenteel uit 25 leden en een voorzitter die gezamenlijk exporterend Nederland
vertegenwoordigen.
Effectiviteit maatregelen op gebied van de ekv
Het doel van de getroffen maatregelen op gebied van de ekv is primair het op gang
houden van handelsstromen om daarmee de negatieve effecten van COVID-19 op de economie
en werkgelegenheid te mitigeren. Hoewel het nog te vroeg is om te zeggen in hoeverre
de maatregelen hier effectief in zijn geweest is sinds het treffen van de maatregelen
sprake van een forse toename in het aantal ekv-aanvragen ten opzichte van voorgaande
jaren. In april en mei 2020 zijn in totaal 19 meer ekv-aanvragen geweest vergeleken
met dezelfde maanden in 2019 en 39 meer ekv-aanvragen vergeleken met 2018.
Periode
april 2018
mei 2018
april 2019
mei 2019
april 2020
mei 2020
Aantal aanvragen
12
14
21
25
28
37
Van de 65 ekv-aanvragen die in april en mei zijn gedaan hebben er twintig gebruik
gemaakt van de extra ruimte die met de maatregelen op gebied van ekv wordt geboden.
Zoals hieronder te zien hebben exporteurs tot nu toe voornamelijk gebruik gemaakt
van: het mogelijk maken van dekking op kortlopende exportkredieten, het in verzekering
nemen van transacties die indirect export gerelateerd zijn en het verhogen van het
gedekte percentage op contragaranties en werkkapitaaldekkingen. Het moet nog blijken
of er gebruik gemaakt gaat worden van het leveren van maatwerk binnen het landenbeleid.6
Maatregelen op gebied van de ekv
a. Het mogelijk maken van dekking op kortlopende exportkredieten
b. Het in verzekering nemen van transacties die indirect export gerelateerd zijn
c. Het leveren van maatwerk binnen het landenbeleid
d. Het verhogen van het gedekte percentage op contragaranties en werkkapitaaldekkingen
Aantal aanvragen
7
2
0
11
Verlengen maatregelen
Zoals ik ook heb aangegeven in mijn antwoord op de vragen van het lid Van Raan die
ik op 28 april met uw Kamer heb gedeeld zijn de getroffen maatregelen in ieder geval
tot 31 december 2020 van kracht.7 Op dit moment kan ik nog niet zeggen of de getroffen maatregelen verlengd zullen
worden. Dit is voor het mogelijk maken van dekking op kortlopende exportkredieten
en het verhogen van het gedekte percentage op contragaranties en werkkapitaaldekkingen
onder meer afhankelijk van verlenging van het tijdelijke staatssteunkader door de
Europese Commissie. Voor de overige maatregelen is dit afhankelijk van het effect
dat COVID-19 op de handel heeft gehad en daarmee de noodzaak om de maatregelen te
verlengen.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën