Brief regering : Reactie op de motie van het lid Leijten over regie voor gedupeerde ouders via een derdengeldenrekening (Kamerstuk 35468-30)
35 468 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir)
Nr. 42 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2020
Op 17 juni 2020 heeft het lid Leijten een motie ingebracht met betrekking tot ouders
die onder bewind zijn gesteld als gevolg van de terugvordering van kinderopvangtoeslag
door de Belastingdienst (Kamerstuk 35 468, nr. 30). De motie roept de regering op het mogelijk te maken voor deze gedupeerde ouders
om toegekende compensatie op een derdengeldenrekening te laten plaatsen en met tussenkomst
van een derde regie over de hun toegekende compensatie te laten krijgen.
Ik begrijp de wens van het lid Leijten om onder bewind gestelde ouders weer regie
over hun financiën te geven. Daarom onderzoek ik in overleg met het Ministerie van
Justitie en Veiligheid of het juridisch mogelijk is om compensatie op een derdengeldrekening
te laten plaatsen indien de onder bewind gestelde ouder dat vraagt. Ik zal uw Kamer
deze zomer informeren over de uitkomst en ik verzoek uw Kamer om de stemming over
de motie Leijten aan te houden tot dat moment.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. Van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën