Brief regering : Fiche: Mededeling Van Boer tot Bord
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2891 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Van Boer tot Bord
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Mededeling Van Boer tot Bord
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees
Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een «van boer tot bord»-strategie
voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem.
b) Datum ontvangst Europese Commissiedocument
20 mei 2020
c) Nr. Europese Commissiedocument
COM (2020) 381
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC03…
e) Nr. impact assessment Europese Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld.
f) Behandelingstraject Raad
Landbouw- en Visserijraad.
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in nauwe samenwerking met het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
2. Essentie voorstel
De Europese Commissie heeft op 20 mei jl. haar «van Boer tot Bord»-strategie en bijbehorend
actieplan, oftewel de BtB-strategie, gepresenteerd. De BtB-strategie is een belangrijke
pijler van de Europese Green Deal en moet leiden tot een geïntegreerd, EU-breed, duurzaam,
veilig en gezond voedselsysteem, met verbeterd verdien- en concurrentievermogen met
positief effect op het milieu en klimaat in 2030. De BtB-strategie moet hiermee bijdragen
aan de inclusieve groei en de milieu en klimaatdoelstellingen van de Green Deal.
De BtB-strategie beoogt de maatschappelijke uitdagingen die zich voordoen bij voedselproductie
tot voedselconsumptie te adresseren. Met het oog op mogelijke crisissituaties zoals
de COVID-19-pandemie, richt de strategie zich ook op voedselzekerheid en -veiligheid.
De BtB-strategie moet daarnaast bijdragen aan de verwezenlijking van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
van de Verenigde Naties op Europees niveau.
De initiatieven die de Europese Commissie voorstelt, moeten leiden tot voedselzekerheid,
duurzame (voedsel)productie (door initiatieven op het gebied van o.a. weerbare gewassen,
verminderde afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen, dierenwelzijn, biologische
landbouw, de positie van de primaire producent, kunstmest, antibioticagebruik, visserij
en broeikasgasuitstoot), duurzame praktijken bij ketenpartijen tussen primaire producent
en consument (governance, handelsnormen, productsamenstelling van voedsel, voedselfraude,
verpakking, handhaving) en consumptie van gezond en duurzaam voedsel (voedselveiligheid,
voedselinformatie, herkomstetikettering, inkoop, afzetbevordering, schoolregelingen)
en voedselverlies/-verspilling. Ook zal de Europese Commissie voor eind 2023 een wetgevingsvoorstel
voor een kader voor een duurzaam voedselsysteem uitbrengen en doet zij voorstellen
op het terrein van onderzoek, innovatie, digitalisering en investeringen als belangrijke
aanjagers voor het versnellen van de transitie naar duurzame, gezonde en inclusieve
voedselsystemen. Tot slot vermeldt de BtB-strategie hoe de Europese Commissie de EU
internationaal wil positioneren met betrekking tot o.a. een duurzaamheidshoofdstuk
in handelsakkoorden, het bevorderen van EU-productiestandaarden in internationale
gremia, invoertoleranties, ontbossing en visserij.
Op een aantal specifieke beleidsterreinen streeft de Europese Commissie naar het behalen
van gekwantificeerde doelstellingen. Zo stelt de Europese Commissie dat het gebruik
en risico van gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van de meest risicovolle gewasbeschermingsmiddelen
in 2030 met de helft moeten zijn verminderd. In 2030 moeten bovendien nutriëntenverliezen
zijn gehalveerd en het gebruik van kunstmeststoffen met 20% zijn gereduceerd. Andere
doelstellingen zijn dat in 2030 tenminste 25% van het EU-landbouwareaal onder biologische
landbouw valt en de verkoop van antibiotica voor landbouwdieren en aquacultuur in
de EU is gehalveerd. Tot slot, beoogt de Europese Commissie om in 2030 voedselverspilling
bij de consument en in de detailhandel te halveren.
Verder stelt de Europese Commissie voor om per lidstaat en op basis van haar eigen
analyse, aanbevelingen te doen, waarmee zij rekening wil houden met de goedkeuring
van de strategische plannen die lidstaten in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB) moeten indienen bij de Europese Commissie.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de strategie
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet voert beleid gericht op kringlooplandbouw en zet daarom in op een circulair
voedselsysteem dat zich kenmerkt door een volhoudbaar gebruik van grondstoffen en
natuurlijke hulpbronnen, een goed en eerlijk verdienmodel voor de boer, weerbaardere
plant- en teeltsystemen met minder afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen en
veilig gebruik van biotechnologie en een (hernieuwde) verbinding tussen landbouw en
natuur. Daarnaast zet het kabinet in op bevordering van een gezonde leefstijl (Nationaal
Preventieakkoord, waar gezonde voeding een belangrijk onderdeel van is) door zich
te richten op de gezonde samenstelling van voedsel, het stimuleren van gezonde voedingspatronen
via de Schijf van Vijf, een gezonde voedselomgeving en eenvoudige informatie voor
consumenten zoals het voedselkeuzelogo Nutri-Score. Tevens zet het kabinet middels
het Klimaatakkoord in op het verbeteren van het klimaat en op het behoud van de productie-,
handels- en exportfunctie van de Nederlandse agrofoodsector, waarbij zij streeft naar
een transitie van volumes naar duurzaamheid, valorisatie en kennisintensiviteit.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet steunt de brede en ambitieuze aanpak van de Green Deal, en de BtB-strategie
als onderdeel hiervan. Het kabinet acht het wel belangrijk dat het in proportionele,
uitvoerbare en kosteneffectieve wetgeving en beleidsmaatregelen wordt omgezet, aangezien
het impact op het beleid van alle overheidsniveaus zal hebben. Het kabinet ziet de
omschakeling naar een duurzame groei van de economie om het concurrentievermogen van
de EU te versterken als kans. Daarnaast moet bij de uitwerking zorgvuldig gekeken
worden naar de brede maatschappelijke gevolgen.
Positief
Op hoofdlijnen sluit de BtB-strategie goed aan bij het kabinetsbeleid. Net als de
Europese Commissie streeft het kabinet namelijk ook naar een geïntegreerde visie op
het voedselsysteem. Daarbij ziet het kabinet dat ook zijn prioritaire thema’s zijn
opgenomen in de BtB-strategie. Het kabinet steunt dan ook de BtB-strategie en haar
initiatieven op deze thema’s1. Verder sluit de BtB-strategie ook goed aan bij veel van het kabinetsbeleid voor
het toekomstig GLB. Het kabinet kan zich ook vinden in het voorstel van de Europese
Commissie om een (kader)wetgevingsvoorstel voor een duurzaam voedselsysteem te presenteren
en ondersteunt de internationale inzet die de Europese Commissie voorstelt. Verder
deelt het kabinet het belang dat de Europese Commissie hecht aan onderzoek en innovatie.
Tot slot is het kabinet positief over de voorstellen die moeten leiden tot een robuust
en veerkrachtig Europees voedselsysteem (van land en water) om de voedselveiligheid
en -zekerheid in de EU te waarborgen, ook in tijden van crises.
Aandachtspunten
Bij de uitwerking van specifieke voorstellen die voortvloeien uit deze BtB-strategie
is het voor het kabinet wel van belang te weten langs welke meetlat de Europese Commissie
de gekwantificeerde reductie-doelen wil afzetten (wat is bijvoorbeeld het referentiejaar,
tellen reeds behaalde resultaten mee, wordt rekening gehouden met nationale geografische
omstandigheden etc.) en wat het aandeel van de bijdrage van BtB-strategie moet zijn
aan de inclusieve groei, milieu- en klimaatdoelstellingen van de Green Deal. Daarnaast
is nog niet duidelijk hoe de gestelde doelen zich verhouden tot bestaande verplichtingen
uit o.a. de Kaderrichtlijn Water en de vernieuwde Drinkwaterrichtlijn. Dit zal deels
duidelijk worden zodra de Europese Commissie specifieke voorstellen en/of maatregelen
uitbrengt. Het kabinet zal de Europese Commissie verzoeken de voorstellen te voorzien
van goed onderbouwde effectbeoordelingen, waarbij duidelijk wordt wat de gevolgen
(ook financiële) zijn van de deze doelen op het niveau van de lidstaten.
Daarnaast zal het kabinet bij de uitwerking van de BtB-strategie erop inzetten dat
de daadwerkelijke voorstellen en maatregelen op bijvoorbeeld dierenwelzijn, alternatieve
eiwitten, etikettering, handelsnormen en afzetbevordering, verbeterde productsamenstelling
en de aanpak van voedselfraude in lijn is met het ambitieniveau van het kabinet. Ook
zal het kabinet inzetten op opname van sociale aspecten (zoals goede arbeidsomstandigheden)
in voorstellen rondom verantwoord ondernemen en dat voor het monitoren van de BtB-strategie
zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande registraties die verbonden zijn
met de monitoring van het GLB.
Voor wat betreft het voorstel van de Europese Commissie om aanbevelingen te doen voor
de strategische plannen die lidstaten in het kader van GLB moeten indienen bij de
Europese Commissie, steunt het kabinet de kansen die de strategie biedt om de gewenste
verduurzaming van het GLB te ondersteunen en het GLB te laten bijdragen aan de klimaatdoelen.
Lidstaten dienen in hun strategische plannen aan te geven hoe hieraan vanuit het GLB
bij te dragen en er zijn in het GLB-procedures voorzien voor het monitoren, toetsen
en zo nodig bijsturen van de inzet. Wel is nog onvoldoende duidelijk hoe de Europese
Commissie het aanbevelings- en beoordelingsproces voor de GLB-strategische plannen
wil inrichten. Voor het kabinet is het van belang dat dit proces transparant is, een
juridische basis kent waaraan lidstaten rechtszekerheid en een gelijk speelveld kunnen
ontlenen en in lijn is met de beweging die de Europese Commissie voor het GLB voorstaat
om lidstaten ruimte te geven tot invulling van het GLB met maatregelen die passen
bij hun nationale en regionale behoeften en omstandigheden.
Samenhang met Europese Biodiversiteitsstrategie
De samenhang in presentatie en inhoud van de Europese Biodiversiteitsstrategie en
de BtB-strategie onderschrijft het belang van een verbonden landbouw en natuur. Doelstellingen
rondom gewasbescherming, landschapselementen, nutriëntenverliezen, gezonde en duurzame
voedingspatronen, voedselveiligheid en biologische landbouw bieden potentiële kansen
voor zowel duurzame landbouw als biodiversiteitsherstel, zowel op land als in water.
Nederland is van mening dat de vermindering van genetische diversiteit teruggedraaid
dient te worden, onder andere door het gebruik van traditionele en nieuwe variëteiten
van gewassen en rassen. Bij de uitwerking van de strategieën is het wel van belang
dat van alleen bescherming van biodiversiteit gewerkt wordt naar bredere natuur-inclusieve
Europese landbouw, inclusief duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten. De Commissie
geeft aan dat zij ring-fencing (minimum percentage) voor eco-regelingen steunt. Dit
sluit aan bij de inzet van het kabinet.
De EU-ambities voor een actieplan om de lucht- water- en bodemvervuiling tot nul terug
te brengen kan goede perspectieven bieden om de biodiversiteit in het agrarische landschap
meer kansen te bieden. Daarbij is het ook van belang om de bodembiodiversiteit, die
door het intensieve agrarische grondgebruik achteruit is gegaan, via agrarisch natuurbeheer
en agro-ecologische principes een kwaliteitsimpuls te geven.
Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat de verdere uitwerking van de BtB-strategie
en -doelen aansluiten bij het kabinetsbeleid.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De EU-lidstaten hebben de BtB-strategie verwelkomd, maar sommige lidstaten hebben
ook zorgen en vragen. Zo zijn er zorgen over de effecten van de voorgestelde doelstellingen
op o.a. voedselzekerheid, voedselprijzen, de concurrentiepositie van de EU, het verdienvermogen
van de boer en willen meerdere lidstaten weten wat de impact is van de BtB-strategie.
Een aantal lidstaten wil ook dat bij het meten van de kwantitatieve doelstellingen
rekening wordt gehouden met lokale omstandigheden en reeds genomen maatregelen op
nationaal niveau. Daarbij mogen koplopers niet gestraft worden, aldus deze lidstaten.
Ook signaleren verschillende lidstaten spanning tussen de specifieke aanbevelingen
waarmee de Commissie wil komen en de bottom-up aanpak zoals die vervat ligt in het
door de Commissie voorgestelde prestatiemodel (delivery model) voor het toekomstig
GLB.
Binnen het Europees Parlement is de BtB-strategie ook verwelkomd, maar ook hier bestaat
een spanningsveld tussen economische belangen, enerzijds, en duurzaamheid-en gezondheidsbelangen,
anderzijds.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor deze strategie is positief. De
strategie heeft betrekking op verschillende beleidsterreinen, zoals landbouw en visserij
en milieu en volksgezondheid. Op de terreinen van landbouw en visserij en milieu is
sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (zie resp. artikel
4, lid 2, d, en artikel 4, lid 2, onder e). Op het gebied van volksgezondheid heeft
de EU een aanvullende bevoegdheid (artikel 6 VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding t.a.v. de subsidiariteit van de strategie is positief. Het kabinet
acht op de voorgestelde terreinen een Europese aanpak noodzakelijk. De doelstellingen
die de BtB-strategie nastreeft en waarmee zij moet bijdragen aan de doelstellingen
van de Green Deal zijn grotendeels grensoverschrijdend en dienen de interne markt.
Een louter nationale aanpak is onvoldoende om deze doelstellingen te realiseren.
c) Proportionaliteit
De grondhouding t.a.v. de proportionaliteit van de mededeling is positief. De in de
strategie genoemde initiatieven zijn volgens het kabinet op hoofdlijnen geschikt de
gestelde doelstellingen te bereiken. In hoeverre de in deze strategie aangekondigde
specifieke voorstellen uiteindelijk proportioneel zullen zijn, zal mede afhangen van
de uitwerking daarvan per beleidsthema.
d) Financiële gevolgen
Deze strategie heeft op zichzelf geen financiële consequenties. Ze zal op een aantal
beleidsthema’s tot aanpassing of nieuwe wetgeving leiden, maar de gevolgen hiervan
zullen mede afhangen van de uitwerking van de BtB-strategie in specifieke voorstellen
per beleidsthema, het daadwerkelijke ambitieniveau van de Europese Commissie en de
inhoud van de politieke akkoorden tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees
Parlement.
Het kabinet is van mening dat eventuele benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden
binnen de in de Raad af te spreken financiële kaders van de EU-begroting voor 2014–2020
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. De kabinetsinzet
voor het volgende MFK (2021–2027) en herstelstrategie n.a.v. de COVID-19 uitbraak2 is leidend voor een integrale afweging van middelen voor de periode na 2020; Nederland
wil niet vooruitlopen op de besluitvorming over het volgende MFK.
Eveneens geldt dat (eventuele) budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting
van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Betreft het financiële gevolgen (incl. personele) voor decentrale overheden?
Op basis van de BtB-strategie is het op dit moment onduidelijk of, en zo ja tot welke
financiële gevolgen voor decentrale overheden de strategie zal leiden. Dit zal afhangen
van de uitwerking van de BtB-strategie in specifieke voorstellen die na publicatie
gerichter kunnen worden beantwoord.
f) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Het voorstel sluit op hoofdlijnen aan bij staand beleid. De uiteindelijke regeldruk
en administratieve lasten zijn afhankelijk van de specifieke invulling van de doelen
in concrete beleidsmaatregelen. Bij de uitwerking van eventuele maatregelen zal het
kabinet rekening blijven houden met de gevolgen van de regeldruk voor decentrale overheden,
bedrijfsleven en burgers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken