Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Van der Graaf, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 3 maart 2020, over het bericht ‘Anorexiacoach is vaak uit op bloot en seks’ (Nrc.nl, 2 maart 2020)
31 015 Kindermishandeling
Nr. 195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2020
Uw Kamer heeft tijdens de regeling van werkzaamheden van 3 maart jl. verzocht om een
schriftelijke reactie op het bericht «Anorexiacoach is uit op bloot en seks» (NOS,
2 maart 2020) (Handelingen II 2019/20, nr. 58, item 23). Hierbij voldoe ik mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) aan uw verzoek.
Het nieuwsbericht berust op het onderzoek «De wereld van pro-ana coaches» van GGZ
Rivierduinen Eetstoornissen Ursula, Het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel
(CKM) waarbij 31 pro-anorexia (pro-ana) coaches en 79 personen die online contact
hadden met pro-ana coaches zijn bevraagd1. Uit dit onderzoek volgt een zorgelijk beeld. Met name mannen doen zich voor als
coach en bieden meisjes met een eetstoornis «hulp» bij afvallen. Dit aanbod gaat vaak
gepaard met verzoeken om foto’s in ondergoed of naaktfoto’s. Fysiek afspreken met
de coach heeft in 7 gevallen geleid tot seksueel grensoverschrijdend gedrag waarvan
4 keer (bij een volwassene en bij drie minderjarige) seks tegen de wil in.
Deze praktijken, waarbij de kwetsbaarheid van jongeren met een eetstoornis wordt misbruikt
zijn ronduit afschuwelijk. Samen met de Minister van VWS neem ik de bevindingen van
dit rapport dan ook zeer serieus.
Reactie op de aanbevelingen
De aanbevelingen van het onderzoek richten zich op 3 domeinen: (1) preventie en bewustwording,
(2) strafrechtelijke opsporing en vervolging van daders van online seksueel geweld
en (3) vervolgonderzoek.
Aanbevelingen op het terrein van preventie en bewustwording
De eerste aanbeveling gaat over het ontwikkelen van een online campagne met het doel
bewustwording te creëren over de gevaren van pro-ana coaches, het melden van strafbare
feiten die gepleegd worden door pro-ana coaches en het verstrekken van informatie
aan slachtoffers over waar zij terecht kunnen voor hulp.
Ketenaanpak eetstoornissen
Verbeteren van de zorg aan kinderen en jongeren met een eetstoornis is voor de Minister
van VWS een belangrijk speerpunt. Een aantal bevlogen zorgprofessionals, tevens experts
op het terrein van eetstoornissen (kinder- en jeugdpsychiaters, psychologen en kinderartsen)
vormt een stuurgroep onder de noemer K-EET (landelijke ketenaanpak eetstoornissen).
De Minister van VWS ondersteunt deze stuurgroep de komende jaren bij het uitvoeren
van een landelijke ketenaanpak eetstoornissen2.
Samen met K-eet en Weet (landelijke patiëntenvereniging voor eetstoornispatiënten)
bekijkt de Minister van VWS hoe de krachten te bundelen voor het geven van voorlichting
aan jongeren. Denk hierbij aan de inzet van vloggers en het promoten van goede zelfhulpwebsites.
Overigens moet de voorlichting gericht en voorzichtig worden gegeven omdat voorkomen
dient te worden dat jongeren juist door voorlichting terecht komen op deze gevaarlijke
websites.
De tweede aanbeveling gaat over de versterking van deskundigheid van professionals
die werken met kinderen en jongeren met een eetstoornis door het herkennen van slachtoffers
van pro-ana coaches en het kunnen beschikken over een concreet handelingskader. Een
belangrijke bouwsteen van K-eet is het verder ontwikkelen en vernieuwen van kennis
en kunde door middel van scholing en de zorgstandaard. Met K-eet bekijkt de Minister
van VWS op welke wijze het gerichter vragen door professionals naar het online leven van jongeren en het bewustzijn van het gebruik en de
gevaren van pro-ana websites onderdeel kunnen uitmaken van dit scholingsplan.
Naast deze activiteiten gaat K-eet aan de slag met:
• Het versterken van regionale netwerkzorg;
• Een overzicht met een actueel beeld van het hulpaanbod per regio;
• Een lerend netwerk van professionals;
• Een landelijke samenwerkingsafspraak;
• Een behandelleidraad rondom hele zieke kinderen.
Ondersteuning van slachtoffers
Slachtoffers van seksueel misbruik kunnen bij een aantal organisaties in Nederland
terecht: de politie of Slachtofferhulp Nederland (SHN). Daarnaast biedt het Centrum
Seksueel Geweld (CSG) medische en psychische hulp aan slachtoffers en kan een slachtoffer
daar een forensisch medisch onderzoek ondergaan (om letsel vast te stellen en forensische
sporen veilig te stellen) voor bewijs in een strafproces. Het CSG is met name voor
slachtoffers in de zogeheten acute fase, als het seksuele misbruik korter dan zeven
dagen geleden is voorgevallen. Slachtoffers in de niet-acute fase kunnen zich ook
melden bij een CSG en worden dan onder andere doorverwezen naar de GGZ voor psychische
hulpverlening. Slachtoffers kunnen uiteraard ook terecht bij de huisarts of een Praktijkondersteuner
Huisarts voor Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ), die indien nodig doorverwijzen
naar een CSG.
Naast reguliere ondersteuning voor slachtoffers zijn laagdrempelige voorzieningen
voor het melden en het bieden van hulp belangrijk. Als er sprake is van online seksueel
misbruik, staan op de website van Slachtofferhulp Nederland tips voor (potentiële)
slachtoffers en wordt doorverwezen naar websites als Meldknop.nl en de hulp en advieslijn
Help Wanted. Op Meldknop.nl kan een slachtoffer van online seksueel geweld melding
en/of aangifte doen. Via een browserbutton hebben jongeren met een klik informatie,
advies en hulp bij internetproblemen zoals grooming en kinderporno en is doorverwijzing
mogelijk voor adequate hulp. Daarbij wordt Meldknop.nl ondersteund door de politie.
Een slachtoffer van een seksueel misdrijf kan zelf kiezen naar welke organisatie hij
of zij wil gaan om hulp te zoeken en/of het strafbare feit te melden. Om ook moeilijk
bereikbare groepen niet uit het oog te verliezen verken ik overeenkomstig de motie
van het lid De Graaf (PVV)3 met relevante partijen als Fier (landelijk expertisecentrum bij geweld in afhankelijkheidsrelaties)
de mogelijkheden om een vroegtijdige online voorziening voor slachtoffers van seksueel
misbruik of seksuele uitbuiting vorm te geven.
Campagne meldingsbereidheid
Op 25 november 2019 is door de Minister voor Rechtsbescherming een meerjarige campagne
gestart voor slachtoffers van seksuele misdrijven. Het doel van de campagne is om
mensen die een nare seksuele ervaring met een bekende hebben gehad, te motiveren zo
snel mogelijk professionele hulp te zoeken.
Bij de start is de website watkanmijhelpen.nl live gegaan waar mensen die een ongewenste,
ingrijpende seksuele ervaring hebben gehad, kunnen bekijken wat anderen hebben meegemaakt,
wat hun gevoelens en twijfels waren, waarom zij professionele hulp hebben gezocht
en wat dat hen heeft opgeleverd. De verhalen helpen slachtoffers te beseffen dat het
niet oké is wat er is gebeurd en dat professionele hulp kan helpen. De campagne was
zichtbaar via abri’s en digiboards in grote steden, toiletvertising in horecagelegenheden,
schoolvertising op 260 middelbare scholen en op social media (Facebook, Instagram,
Happn, Grindr en Youtube). Verder wordt samengewerkt met o.a. Vice (online platform)
en Talpa (Linda Meiden). Influencers zijn via hun eigen social mediakanalen ingezet
om met het delen van hun eigen ervaringen de campagneboodschap te versterken. De campagne
zorgt ervoor dat ook jonge (minderjarige) slachtoffers zich bewust worden van hun
slachtofferschap en weten waar ze terecht kunnen voor hulp en ondersteuning.
De resultaten van de eerste periode van de campagne die door ketenpartners (CSG, SHN,
politie) met mij gedeeld zijn, zijn bemoedigend. De bezoekersaantallen van de websites
van CSG en SHN zijn in die periode fors toegenomen, waarvan een groot deel direct
valt te herleiden tot de website van de campagne. Ook het telefonisch contact met
het CSG verdubbelde in de weken dat de campagne actief was. Het aantal aanmeldingen
bij de lotgenotengroep van SHN nam toe. Eind juni zijn de resultaten van de effectmeting
bekend.
Aanbevelingen op het terrein van opsporing en vervolging
De derde en vierde aanbevelingen van het CKM-onderzoek zijn gericht op het ontwikkelen
van een brede online strategie om anorexiacoaches die online strafbare feiten plegen
af te schikken, op te sporen en te vervolgen. In de kamerbrief «Seksueel misbruik
pro-anorexia coaches» van 30 september 20194 heb ik de strafrechtelijke mogelijkheden voor de aanpak van online seksueel geweld,
zowel het strafrechtelijke kader als de instrumentaria (o.a. de virtuele lokpuber
en de publieke-private aanpak van online seksueel kindermisbruik) uiteengezet. Met
de bestaande strafbaarstellingen wordt deze specifieke problematiek van anorexiacoaches
aangepakt en zedenzaken die bij het OM binnenkomen altijd opgepakt.
Hiervoor wordt nauw samengewerkt tussen de Teams Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme,
de Zedenteams, de Teams Digitale opsporing en het Team High Tech Crime. Bij het aannemen
van een zedenmelding wordt door het zedenteam – onder het gezag van de officier van
justitie – direct beoordeeld of er sprake is van spoed. Dit geschiedt op basis van
een aantal criteria waaronder acuut gevaar voor het slachtoffer en/of anderen, actueel
misbruik van mogelijke (huidige en toekomstige) minderjarige slachtoffers, een risico
op recidive en de kans op maatschappelijke onrust. Bij het optreden staat de veiligheid
van het slachtoffer en het stoppen van (de dreiging van) seksueel misbruik voorop.
De politie beschikt over ruim 800 gespecialiseerde zeden- en kinderpornorechercheurs
die goed geëquipeerd zijn.
De politie en het OM hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de opsporing
en vervolging van daders van online seksueel (kinder)misbruik. Sinds 2015 is de bestrijding
van kinderporno expliciet in de Veiligheidsagenda opgenomen. Bovendien zijn in het Regeerakkoord middelen vrijgemaakt waarmee
in 2018 de capaciteit en expertise in het digitale domein van de politie is versterkt.
Nieuwe digitale experts en tools worden ingezet voor meerdere criminogene fenomenen,
waaronder kinderpornozaken en zeden, met inbegrip van nepcoaches die zedendelicten
plegen op pro-ana websites.
Aanbevelingen op het terrein van vervolgonderzoek
De laatste aanbeveling gaat over het uitvoeren van vervolgonderzoek naar pro-ana coaches
op het dark web. Het actief op zoek gaan naar pro-ana coaches op het dark web is hoog-specialistisch
werk dat al snel tegen strafbaar handelen aanzit. Daarmee is het een taak van de politie
en het OM. In de kamerbrief «resultaten aanpak kinderporno» van 30 april jl.5 vraag ik aandacht voor de intensieve onderzoeken die politie en het OM uitvoeren
naar online kindermisbruik, in het bijzonder op het dark web. In 2019 heeft deze inzet
68 keer geleid tot het identificeren van een misbruiker of vervaardiger, 3 keer tot
het identificeren van een keyplayer en 281 keer tot een bezitter of verspreider van
kinderpornografie. Met succesvolle infiltraties, nieuwe opsporingstechnieken en internationale
samenwerking is het dark web geen plek waar criminelen ongestraft wegkomen.
Afsluitend
Het CKM-onderzoek heeft in kaart gebracht hoe verwerpelijk pro-ana coaches te werk
gaan. Ook laat het zien hoe moeilijk het is voor slachtoffers om verhalen te delen
en hulp te vragen.
Met de hierboven beschreven maatregelen van preventie, bewustwording, opsporing en
vervolging zetten wij ons maximaal in om deze kwetsbare jongeren beter te beschermen,
te informeren en daders aan te pakken.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid