Brief regering : Onderzoek signalen kinderopvangtoeslag
31 066 Belastingdienst
Nr. 659
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2020
Op 27 mei jl. heeft het lid Van Weyenberg in het debat met de Staatssecretaris van
Financiën-Toeslagen en Douane, gevraagd naar de eerder aangekondigde zoektocht op
mijn departement naar signalen over de problematiek van de eigen bijdrage voor de
kinderopvang, en de wijze waarop hiermee is omgegaan.1 Dit onderzoek heb ik in mijn brief van 12 maart jl. aangekondigd.2 Op 28 april jl. heb ik u gemeld dat door de coronamaatregelen de start van de zoektocht
is vertraagd.3 Ik kan u melden dat inmiddels het nader onderzoek is gestart. In deze brief geef
ik u een toelichting op de opzet en het tijdpad van dit onderzoek.
Voor ik inga op de opzet en het tijdpad van het onderzoek wil ik stilstaan bij het
wettelijk kader en de verantwoordelijkheden in het stelsel van kinderopvangtoeslag.
Bij de kinderopvangtoeslag wordt het wettelijk kader gevormd door het samenspel van
de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en de Wet Kinderopvang (Wko).
Het Ministerie van SZW is (beleids)verantwoordelijk voor het domein van kinderopvang
en daarmee voor de inhoudelijke voorwaarden van kinderopvangtoeslag. De Wko is hiervoor
het juridisch instrument. De Belastingdienst/Toeslagen is uitvoerder van de kinderopvangtoeslag.
De juridische basis met daarin enkele voorwaarden voor toeslagen is vastgelegd in
de Awir. De Belastingdienst is onderdeel van het Ministerie van Financiën.
Opzet en tijdpad van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de
signalen die zijn gewisseld over de problematiek van de eigen bijdrage en wat er met
die signalen is gedaan. Het resultaat van het onderzoek is een overzicht van de in
de informatiesystemen aangetroffen stukken die zien op de besluitvorming en formele
informatievoorziening aan de bewindslieden en/of Tweede Kamer ten aanzien van (het
standpunt van) SZW inzake de kinderopvangtoeslag. Om de onafhankelijkheid te waarborgen,
vindt de zoektocht plaats onder leiding van een onafhankelijke projectleider, in opdracht
van de Secretaris-Generaal SZW. Deze projectleider werkt voor ABD-interim en is in
de genoemde periode niet werkzaam geweest op het domein van de kinderopvang. Een extern
team van Doc-Direkt (onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
zal de zoektocht naar documenten uitvoeren.
Voor een effectieve en volledige zoektocht, zal de projectleider met mensen spreken
die actief waren en/of zijn op het dossier van de kinderopvangtoeslag. De gesprekken
hebben ten doel informatie te verzamelen die de zoektocht verder kan brengen. De zoektocht
zal in beginsel gericht zijn op de periode van oktober 2012 tot eind oktober 2019.
Het startpunt ligt op het moment waarvan uit de tijdlijn van Belastingdienst/Toeslagen
blijkt dat zij in voorbereiding op een Raad van State-uitspraak over het recht op
kinderopvangtoeslag bij het niet betalen van de eigen bijdrage, voornemens is verschillende
opties uit te werken en af te stemmen met het Ministerie van SZW.4 Het eindpunt betreft de uitspraak van de Raad van State op 23 oktober 2019.5 Vanaf dat moment kan de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag proportioneel
vaststellen op het moment dat de ouder de eigen bijdrage niet volledig heeft betaald.
In juni 2019 heeft de Staatssecretaris van Financiën, mede namens mij, een meer proportionele
benadering aangekondigd. Op 9 oktober 2019 heb ik hierover gezamenlijk met de Staatssecretaris
van Financiën een besluit genomen. De uitspraak van de Raad van State van 23 oktober
2019 bevestigt deze lijn.
Als resultaat van het onderzoek is dus een overzicht voorzien waarin de gevonden documenten
zijn opgenomen en dat inzicht geeft in de vraag wanneer er met wie welke signalen
zijn gedeeld en wat er met die signalen is gebeurd. De ADR is gevraagd om een verificatie
van het overzicht op basis van de onderliggende stukken en daarover relevante feitelijke
bevindingen te rapporteren, zoals ook is gebeurd bij het eerdere onderzoek van de
ADR bij de Belastingdienst.
Ik streef ernaar uw Kamer voor 1 oktober 2020 te informeren over de gevonden resultaten.
Tot slot
Ik wil nogmaals benadrukken dat ik het betreur dat destijds geen gevolg is gegeven
aan de signalen door proportioneel terugvorderen van de kinderopvangtoeslag mogelijk
te maken.
Ik heb op dit moment, samen met de Staatssecretaris van Financiën-Toeslagen en Douane,
een wetsvoorstel in voorbereiding om de mogelijkheid proportioneel vast te stellen,
te codificeren in de wet. Dit gebeurt met een separaat wetsvoorstel bij het Belastingplan
2021. In deze uitzonderlijke situatie heeft het Kabinet besloten de inzichten van
nu ook met terugwerkende kracht toe te passen vanaf het begin van het huidige toeslagenstelsel.
Om daarmee ouders die door het harde karakter van de regelgeving in ernstige en soms
blijvende problemen zijn gekomen, waar mogelijk een passende oplossing te bieden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Indieners
-
Indiener
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid