Brief regering : Afspraken jaarwisseling
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 622
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
               EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2020
In de afgelopen periode heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen om de
                  jaarwisseling feestelijk en veilig te kunnen laten verlopen. Vanaf komende jaarwisseling
                  zijn F3 vuurwerk, knalvuurwerk (incl. knalstrengen), vuurpijlen en enkelschotsbuizen,
                  ook wel singleshots genoemd, verboden voor consumenten. Tijdens het debat met uw Kamer
                  op 5 februari jl. is besproken dat dergelijke maatregelen alleen kunnen slagen wanneer
                  die ook worden gehandhaafd, de opsporing en vervolging van illegaal vuurwerk worden
                  geïntensiveerd en op lokaal niveau strakker wordt gehandhaafd (Handelingen II 2019/20,
                  nr. 50, item 6). Daarnaast is het ook belangrijk dat gemeenten tijdig beginnen met de voorbereiding
                  op de jaarwisseling en gebruik maken van de instrumenten die zij tot hun beschikking
                  hebben, bijvoorbeeld om preventief op te treden tegen potentiële raddraaiers en door
                  activiteiten te organiseren tijdens de jaarwisseling om daarmee bij te dragen aan
                  een feestelijk en veilig verloop. Dit alles vereist een samenspel van gemeenten, Openbaar
                  Ministerie, politie en gemeentelijke handhavers.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft met burgemeesters, politie en Openbaar
                  Ministerie gesproken om uitvoering te geven aan de moties en toezeggingen voortvloeiend
                  uit het vorengenoemde debat met uw Kamer. Wij informeren u hierover, waarbij zal worden
                  ingegaan op opsporing en vervolging van illegaal vuurwerk, de handhaving rond de jaarwisseling,
                  het gebruik van bestuurlijke bevoegdheden door gemeenten, preventief fouilleren, sluiten
                  van panden en groepsaansprakelijkheid. Tevens informeren wij u over de internationale
                  inzet op vuurwerk waarbij ook wordt ingegaan op het streven om plastic in vuurwerk
                  te voorkomen.
               
1. Opsporing en handhaving
               
In de afgelopen jaren is door Nederlandse opsporingsinstanties succesvol opgetreden
                  tegen de criminele handel in illegaal vuurwerk. Het aantal kilo’s in beslag genomen
                  illegaal vuurwerk stijgt hierdoor nog jaarlijks. Samenwerking vanuit de ILT-IOD, de
                  politie en het Functioneel Parket met Poolse politie en justitie heeft er in 2018
                  toe geleid dat vier grote webshops zijn aangepakt en gesloten. Er is daarbij toen
                  circa 80 ton F4 vuurwerk in beslag genomen. Bij vervolgonderzoek naar de toelevering
                  aan de webshops zijn door Poolse politie en justitie in 2019 wederom arrestaties verricht
                  en is een grote hoeveelheid F4 vuurwerk in beslag genomen. Ook is de levering van
                  illegaal vuurwerk via postpakketten in 2019 vrijwel tot stilstand gekomen.
               
Het verbod van F3-vuurwerk, single shots, knalvuurwerk en vuurpijlen maakt dat aandacht
                  voor het verstoren van de illegale markt en de vervolging van criminele handelaren
                  in illegaal vuurwerk nodig blijft. De verwachting is dat naast de criminele handel
                  in zwaar illegaal vuurwerk de aangekondigde verboden ook leiden tot een toename van
                  de import van dit soort illegaal vuurwerk in Nederland. Extra inspanning is daarom
                  nodig om ook dit vuurwerk van de Nederlandse markt te houden en op te treden tegen
                  het afsteken van dit soort vuurwerk. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft
                  hierover overlegd met politie, Openbaar Ministerie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
                  en de regioburgemeesters. Wij kunnen u, de eigenstandige verantwoordelijkheden van
                  de respectievelijke bevoegde gezagen onverlet latende, hierover het volgende mededelen.
               
De opsporing van zwaar illegaal vuurwerk
Het Openbaar Ministerie en de politie zetten zich gezamenlijk in om de illegale import
                  en handel in zwaar vuurwerk, onder meer door criminele samenwerkingsverbanden met
                  een ondermijnend karakter, tegen te gaan. De politie heeft met het Openbaar Ministerie
                  stappen gezet om de inzet te verscherpen met als doel de illegale handel die vooral
                  door criminele netwerken wordt gepleegd, te frustreren. Om de verscherpte inspanning
                  mogelijk te maken heeft de politie een aantal maatregelen getroffen om de samenwerking
                  tussen de milieuteams binnen de eenheden, de uitwisseling van kennis en het verkrijgen
                  en veredelen van informatie, bijvoorbeeld gericht op het opsporen van in illegaal
                  vuurwerk handelende criminele samenwerkingsverbanden, te versterken. Het Functioneel
                  Parket, verantwoordelijk voor de vervolging van deze vorm van vuurwerkcriminaliteit,
                  ondersteunt deze maatregelen en zal zo nodig capaciteit vrijmaken om de zaken die
                  door de politie worden aangeleverd te behandelen.
               
De opsporing van illegaal vuurwerk in grensgebieden
Het verbod op het in de inleiding genoemde vuurwerk voor consumenten dat vóór de komende
                  jaarwisseling ingaat, kan leiden tot een toename van de import van illegaal vuurwerk
                  dat door consumenten in het buitenland wordt gekocht. Dit moet worden tegengegaan.
                  Het is daarom nodig om in de periode dat het vuurwerk over de grens verkocht wordt
                  steekproefsgewijs controles uit te voeren bij grensovergangen waarvan het bekend is
                  dat Nederlanders die gebruiken om het vuurwerk in het buitenland te halen. Deze controles
                  zullen zoveel mogelijk informatie gestuurd gebeuren zodat zo effectief mogelijk kan
                  worden opgetreden. Op basis van prioritering en afspraken gemaakt in de lokale driehoeken
                  wordt de inzet vanuit (het basisteam van) de politie en het OM bepaald. Het Openbaar
                  Ministerie zal binnen de arrondissementsparketten capaciteit hiervoor vrij maken.
               
Communicatie over illegaal consumentenvuurwerk
Met de inperking van het toegestane consumentenvuurwerk ontstaan grotere verschillen
                  met de buurlanden waar deze vuurwerkproducten wel legaal zijn. Wij zullen tijdig met
                  politie, OM en de branche van vuurwerkimporteurs en -verkopers in gesprek gaan op
                  welke wijze bij consumenten onder de aandacht kan worden gebracht welk consumentenvuurwerk
                  de komende jaarwisseling in Nederland toegestaan is, welk vuurwerk verboden is en
                  wat de regels zijn voor het in Nederland brengen van vuurwerk. Doel is het onbedoeld
                  importeren van illegaal vuurwerk zo veel mogelijk te voorkomen en duidelijk te maken
                  dat de pakkans reëel is.
               
Tegengaan aanbod illegaal vuurwerk in buurlanden
Naast het in Nederland onderscheppen van in het buitenland verkregen illegaal vuurwerk
                  is de inzet om te voorkomen dat illegaal vuurwerk in het buitenland wordt gekocht.
                  Politie, Openbaar Ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn in gesprek
                  over effectieve strategieën. Te denken valt aan samenwerking tussen de Nederlandse
                  en buitenlandse politie om bij bekende verkooppunten van vuurwerk in het buitenland,
                  Nederlandse kopers aan te spreken of om hen terug in Nederland te vervolgen. Ook valt
                  te denken aan een moreel appel op de ondernemers in het buitenland om geen vuurwerk
                  te verkopen dat specifiek in het assortiment zit voor Nederlandse kopers en in Nederland
                  illegaal is.
               
De richtlijn strafvordering vuurwerkdelicten
Het Openbaar Ministerie heeft in de afgelopen maanden stappen gezet om de richtlijn
                  strafvordering vuurwerkdelicten te actualiseren, onder andere om de richtlijn in lijn
                  te brengen met de aanpassingen in de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
                  (Ract). De verwachting is dat deze aangepaste richtlijn uiterlijk op 1 oktober klaar
                  is om gehanteerd te kunnen worden bij de vervolging van vuurwerkdelicten. Dat is op
                  tijd voor het zogenaamde «hoogseizoen» in geconstateerde vuurwerkdelicten en op tijd
                  voor de beoogde inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten-
                  en theatervuurwerk op 1 december 2020.
               
2. Handhaving rondom de jaarwisseling
               
Inzet politie en boa’s op gemeentelijk niveau
De laatste belangrijke schakel in de keten om overtredingen van vuurwerkverboden tegen
                  te gaan betreft de handhaving rondom de jaarwisseling. Ondanks alle inspanningen om
                  illegaal vuurwerk buiten Nederland te houden of vroegtijdig op te sporen, in beslag
                  te nemen en de daders te vervolgen, is te verwachten dat illegaal vuurwerk tijdens
                  de jaarwisseling wordt afgestoken en dat (legaal en illegaal) vuurwerk buiten de afsteektijden
                  of in vuurwerkvrije zones wordt afgestoken. Het is belangrijk ook daar vroegtijdig,
                  snel en consequent tegen op te treden. Het gaat niet alleen om repressief optreden,
                  maar ook om preventief optreden op plekken waar zich afgelopen jaren tijdens de jaarwisseling
                  of gedurende het jaar ernstige incidenten voordeden.
               
De inzet van politie en boa’s zal met inachtneming van lokaal beleid worden bepaald
                  en afgestemd in de lokale driehoek op basis van de bekende en verwachte risico’s met
                  een balans tussen beschikbaarheid en prioriteit.
               
3. Instrumenten van gemeenten
               
Gebruik bevoegdheden
De Kamer verzocht in de motie van het lid Yesilgöz1 om in samenwerking met burgemeesters, politie en OM te komen tot een versterkte handhaving en inzet van bestuurlijke bevoegdheden, onder meer door optimaal gebruik te
                  maken van de meldplicht, de voetbalwet, het verhalen van schade en snelrecht. Ook
                  heeft de Minister van Justitie en Veiligheid toegezegd te zullen bezien of gemeenten
                  beschikken over voldoende bevoegdheden. Op een aantal specifieke bevoegdheden die
                  in het debat aan de orde zijn gekomen, ga ik verderop in deze brief in. De VNG heeft
                  uitvraag gedaan bij gemeenten om te inventariseren hoe het staat met de toepassing
                  van de instrumenten die een gemeente ter beschikking staan. Uit de reacties en de
                  bij Justitie en Veiligheid beschikbare kennis blijkt in algemene zin dat gemeenten
                  preventie van belang vinden.
               
Gemeenten zijn goed bekend met de verschillende bevoegdheden in de Gemeentewet. De
                  in artikel 172, derde lid, Gemeentewet genoemde bevoegdheid om bij (dreigende) verstoring
                  van de openbare orde alle bevelen te geven die de burgemeester noodzakelijk acht voor
                  de handhaving van de openbare orde zetten zij indien nodig in. Het langdurig gebiedsverbod,
                  de meldplicht of het groepsverbod ex artikel 172a Gemeentewet wordt minder ingezet.
                  Meerdere G4 gemeenten maken daar veelvuldig gebruik van. De toepassing van artikel
                  172b Gemeentewet (bevel naar ouders van overlast gevende twaalfminners) wordt weinig
                  tot niet overwogen. Wanneer twaalfminners de openbare orde verstoren is immers veelal
                  sprake van een opvoedkundig probleem. In sommige gevallen kan de inzet van deze bevoegdheid
                  toch noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in situaties waarin sprake is van zware verstoringen,
                  bijvoorbeeld grote vernielingen of veel schade.
               
Last onder dwangsom op grond van de Algemene wet bestuursrecht wordt voor een groot
                  aantal onderwerpen ingezet. Het aantal gevallen is beperkt. In geval van een bestuurlijke
                  rapportage van de politie over de opslag van vuurwerk in een woning komt het voor
                  dat een gemeente een last onder dwangsom oplegt voor overtreding van de zorgplichtbepaling
                  in de Woningwet en van het Bouwbesluit door de opslag van gevaarlijk vuurwerk in een
                  woning. Dit om de overtreding niet opnieuw te laten ontstaan in de daaropvolgende
                  jaren. Bij een volgende overtreding wordt dan de dwangsom verbeurd.
               
Het sturen van waarschuwingsbrieven aan notoire ordeverstoorders of aan ouders van
                  kinderen van 12 tot 18 jaar gebeurt, maar verschilt per gemeente. Veel gemeenten kiezen
                  voor het direct aanspreken van kinderen/jongeren door jeugdwerk of wijkagent en vinden
                  dit effectiever.
               
Gemeenten hebben de intentie om schade te verhalen op de daders, maar in de praktijk
                  is het (vaak) lastig haalbaar en erg arbeidsintensief, omdat bijna nooit bekend is
                  wie de daders zijn. Wanneer de dader wel bekend is wordt de schade waar mogelijk verhaald.
               
Naast vorengenoemde maatregelen is er in de periode voor Oud & Nieuw ook volop inzet
                  van de buurtpreventieteams en controle door buitengewoon opsporingsambtenaren, samen
                  met de politie.
               
Los hiervan maken veel gemeenten een plan van aanpak voor de jaarwisseling. In een
                  beperkt aantal gemeenten is het organiseren van activiteiten door gemeenten of derden
                  als vuurwerk, een lichtshow of feesten daar onderdeel van. Vanuit gemeenteraden zijn
                  er wel moties ingediend voor het organiseren ervan.
               
4. Bevoegdheden
               
(Preventief) fouilleren
In de motie van het lid Van Dam c.s.2 wordt het Kabinet opgeroepen te onderzoeken om, zeker ten aanzien van het zware illegaal
                  vuurwerk, preventief fouilleren mogelijk te maken. Deze bevoegdheid zou een aanvulling
                  betekenen op de bestaande bevoegdheden.
               
De politie en handhavers hebben voor feiten die betrekking hebben op de Wet economische
                  delicten, waar vuurwerk onder valt, de beschikking over verschillende bevoegdheden.
                  Wanneer sprake is van een (concrete) aanwijzing op de aanwezigheid van illegaal vuurwerk
                  mag de politie in dozen en tassen en bijvoorbeeld ook in kofferbakken zoeken. Het
                  feit dat in de aanloop naar de jaarwisseling vele Nederlanders over de grens vuurwerk
                  kopen, waaronder vuurwerk dat in Nederland verboden is, is voldoende concrete aanwijzing
                  om steekproefsgewijs een auto die uit het buitenland Nederland in komt te doorzoeken.
                  Met deze bevoegdheid heeft de politie voldoende basis om in dit soort situaties effectief
                  op te treden.
               
Ook het afsteekverbod is op grond van deze bevoegdheid goed door politie en buitengewoon
                  opsporingsambtenaren te handhaven. Wanneer in de buurt knallen te horen zijn of vuurwerk
                  te zien is dan is de aanwezigheid van een of meerdere personen waarvan het vermoeden
                  bestaat dat zij vuurwerk bij zich dragen om af te steken voldoende concrete aanwijzing
                  om de meegedragen dozen en (rug)tassen te doorzoeken.
               
Politie en handhavers beschikken niet over de bevoegdheid om preventief te fouilleren
                  op de aanwezigheid van vuurwerk. Preventief fouilleren is op dit moment beperkt tot
                  wapens en vanwege de inbreuk op grondrechten aan strenge regels gebonden. Het Openbaar
                  Ministerie geeft in de richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten aan dat delicten
                  met geïmproviseerd vuurwerk, vuurwerk waaraan geknutseld is en vuurwerk dat bestemd
                  is voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing, worden vervolgd
                  op grond van de Wet wapens en munitie. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft
                  laten bezien of het naar analogie hiervan ook mogelijk is preventief te fouilleren
                  vanwege de aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk. Geconcludeerd kan worden dat
                  er op dit moment onvoldoende wettelijke basis is om preventief fouilleren in te zetten
                  ten behoeve van deze soorten vuurwerk. Ik zal nader advies inwinnen onder welke randvoorwaarden
                  en op welke wijze het mogelijk is deze wettelijke basis alsnog te creëren. Daarbij
                  is de verwachting dat zo’n bevoegdheid zeker niet zal worden gecreëerd voor het lichtere
                  illegale vuurwerk en dat het slechts voor een beperkt deel van het jaar zal kunnen
                  worden ingezet, rondom de jaarwisseling. Wanneer overeenkomstig de huidige wettelijke
                  mogelijkheden illegaal vuurwerk wordt aangetroffen wanneer preventief wordt gefouilleerd
                  op wapens dan zal dit vuurwerk in beslag worden genomen en zal op de gebruikelijke
                  manier worden vervolgd.
               
Sluiten van panden
In het debat op 5 februari jl. heeft de Minister van Justitie en Veiligheid toegezegd
                  de mogelijkheid van het sluiten van panden in geval van een ongeval met of aanwezigheid
                  van zwaar illegaal vuurwerk te zullen bezien. De Minister van Justitie en Veiligheid
                  heeft op dit moment een wetsvoorstel in voorbereiding om de reikwijdte van artikel 174a Gemeentewet uit te breiden
                  opdat de sluitingsbevoegdheid voor de burgemeester bij verstoring van de openbare
                  orde ook geldt bij ernstig geweld (zoals een beschieting) of door de aanwezigheid
                  van wapens in het pand. In de consultatiereacties op dit wetsvoorstel is gevraagd
                  naar een mogelijkheid tot verdere uitbreiding van de bevoegdheid tot het aantreffen
                  van vuurwerk. Ik zal daarom in mijn reactie op de consultatiereacties expliciet ingaan
                  op de wens om panden te sluiten in geval van een ongeval met of de aanwezigheid van
                  zwaar illegaal vuurwerk. Dit geldt in het bijzonder de situatie waarin sprake is van
                  zwaar vuurwerk dat gebruikt kan worden voor het treffen van personen of zaken door
                  middel van ontploffing, en de vraag of dat vuurwerk als wapen is aan te merken in
                  de categorie II onder 7 van de Wet wapens en munitie.
               
Groepsaansprakelijkheid
De motie van het lid Helder3 verzoekt het Kabinet de groepsaansprakelijkheid bij openlijke geweldpleging in artikel
                  141 van het Wetboek van Strafrecht te verruimen om het mogelijk te maken de hele groep
                  aan te houden en strafrechtelijk te vervolgen. Tijdens het debat op 5 februari jl.
                  heeft de Minister van Justitie en Veiligheid gezegd dat naar het oordeel van het Openbaar
                  Ministerie en politie artikel 141 Strafrecht voldoende ruimte biedt en vaak met succes
                  wordt benut. Ik lees de motie zo dat de regering wordt opgeroepen te onderzoeken of
                  verruiming nodig is. Dit wordt nu gedaan. Daarbij is ook van belang dat de Minister
                  voor Rechtsbescherming en ik bij de brief over het wetsvoorstel Taakstrafverbod van
                  11 maart 2019 hebben aangegeven artikel 141 Wetboek van Strafrecht buiten het wetsvoorstel
                  Taakstrafverbod te houden vanwege de consequenties voor een zeer breed scala aan geweldsdelicten
                  tegen functionarissen met een publieke taak (Kamerstuk 28 684, nr. 551). In dezelfde brief is een onderzoek door het WODC aangekondigd dat antwoord moet
                  geven op de vraag of ontwikkelingen in de samenleving en ongewenste of onvoorziene
                  uitwerking van wetsartikelen aanleiding geven tot een andere afweging. Dit onderzoek
                  is nu gaande en zal naar verwachting in de zomer zijn afgerond. Ik wil de uitkomsten
                  van dit onderzoek betrekken bij de afdoening van bovengenoemde motie.
               
Wetsvoorstel kostenverhaal
Het wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om de kosten op de dader te verhalen
                  die de overheid moet maken om in beslag genomen illegaal vuurwerk te vernietigen is
                  door de Minister van Justitie en Veiligheid voor advies voorgelegd aan de afdeling
                  advisering van de Raad van State.
               
5. Internationale inzet
               
Ook internationaal zetten we ons in voor veilig vuurwerk. Op het gebied van vuurwerk
                  willen we met andere landen optrekken om elke stap in de keten waar mogelijk veiliger
                  te laten verlopen. Samen staan we sterker en kun je meer bereiken. Daarbij zet Nederland
                  zich in het bijzonder in om de problematiek van zwaar vuurwerk, oneigenlijk gebruik
                  en illegale handel aan te pakken en om vuurwerk plasticvrij te maken. Dat werpt zijn
                  vruchten af. Zo heeft Nederland in 2017 het initiatief genomen om in de Benelux de
                  illegale handel in professioneel vuurwerk te verhinderen. De pyro-pas, een bewijs
                  om professionals te herkennen bij de verkoop van professioneel vuurwerk, is daarvan
                  het resultaat. Ook de Europese Commissie toont hierin interesse. Verder gaan België
                  en Luxemburg naar Nederlands voorbeeld opleidingseisen stellen aan professionals.
               
Pyro-pas voor professioneel vuurwerk
Met de pyro-pas is een instrument ontwikkeld om te voorkomen dat consumenten professioneel
                  vuurwerk in handen krijgen. Professionals krijgen een extra (uniform) persoonlijk
                  document bij de toepassingsvergunning en/of opslagvergunning waarop staat voor welke
                  handelingen met (professioneel) vuurwerk zij bevoegd zijn. Benelux-landen wordt verzocht
                  te bevorderen dat professioneel vuurwerk alleen wordt verkocht aan bezitters van een
                  pyro-pas. De Europese Commissie volgt de uitvoering en het effect hiervan om eventueel
                  later te komen tot een Europese invoering. Voor een optimale werking van de pyro-pas
                  is deze gebaat bij een verbreding van de invoering naar andere Europese landen. De
                  invoering van de pyro-pas in Nederland, voorzien in 2022, maakt dat een eerder voornemen
                  is achterhaald, namelijk om de Wet milieubeheer uit te breiden met een vorm van erkenning
                  van bevoegde vuurwerkhandelaren. De voorgenomen wetswijziging van de Wet milieubeheer
                  leverde kritiek op in verband met mogelijke strijdigheid met Europees/internationaal
                  recht. Om tegemoet te komen aan deze kritiek is de ontwikkeling van de pyro-pas in
                  Benelux verband opgepakt. Daarom is het voornemen de procedure tot wetswijziging van
                  de Wet milieubeheer aangaande de erkenningsregeling te beëindigen.
               
Oneigenlijk gebruik pyrotechnische artikelen
Naast de inzet op de pyro-pas heeft Nederland het initiatief genomen, vanuit de ILT-IOD
                  in samenwerking met de politie, om te overleggen met de Europese Commissie en de voorzitter
                  van het Forum van Notified Bodies (NoBo’s)4 over het (oneigenlijk) gebruik van pyrotechnische5 artikelen anders dan vuurwerk als ware het vuurwerk. Dit betreft pyrotechnische knalartikelen
                  die als bedoeld gebruik het afschrikken van dieren (vogels, wolven of beren) of het
                  waarschuwen van spoormedewerkers bij een naderende trein hebben. Meerdere EU-lidstaten
                  worstellen met deze problematiek en bereiden nationale wetswijzigingen voor. De Europese
                  Commissie gaat na of het opstellen van een «guidance» opportuun is en binnen de Benelux
                  wordt op initiatief van Nederland gewerkt aan een beschikking om dit soort oneigenlijk
                  gebruik te verbieden.
               
Samenwerking met China
Daarnaast wordt ook buiten Europa strategisch samengewerkt. De ILT heeft via een Memorandum
                  of Understanding (MoU) met de Chinese autoriteiten MSA (Marine Safety Authority) en
                  de Chinese douane gewerkt aan het tegengaan van onjuiste transportclassificatie van
                  vuurwerk. Doel hiervan is om onveilige transport situaties te voorkomen. Daarnaast
                  kan hiermee de toestroom van enkele zware knalartikelen vanuit China naar de illegaliteit
                  worden tegen gegaan.
               
Verder is er overleg met Chinese marktpartijen en grote vervoerders, wat kan resulteren
                  in de mogelijkheid voor de ILT om mee te kijken bij inspecties in China voordat vuurwerkartikelen
                  in containers worden beladen. Bemoedigend is dat Chinese partijen werk willen maken
                  van veilig transport van vuurwerk en onjuiste classificatie willen voorkomen. Naast
                  veilig transport kan ook via deze weg de toestroom van enkele zware knalartikelen
                  vanuit China worden tegen gegaan.
               
Plastic
In de motie van het lid Kröger6 is gevraagd met de vuurwerkbranche te onderzoeken hoe het gebruik van plastic in
                  vuurwerk en het aanbieden van vuurwerk waarin plastic is verwerkt kan worden tegengegaan.
                  Zij vraagt daarbij bijzondere aandacht voor de categorie F1-vuurwerk.
               
Via het vrijwillige pad zijn al stappen gezet waardoor een nieuwe norm voor Nederland
                  is ontstaan. Het uit burgerinitiatief voortgekomen Knalplastic Convenant, wat volgde
                  op «Operatie Knetterbal» is ondertekend door vrijwel alle belangrijke retailers en
                  door een aantal vuurwerkimporteurs die 50% van de markt vertegenwoordigen.
               
In aanvulling op dit convenant is de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
                  (IenW) in overleg met vuurwerkimporteurs (BPN) en -verkopers (SVNC) zodat er naast
                  de reguliere vuurwerkpakketten ook een «plastic-vrij-vuurwerkpakket» beschikbaar komt.
                  Zo kan de bewuste consument een bewuste keuze maken.
               
Naast deze vrijwillige acties zet de Staatssecretaris van IenW in, net als de initiatiefnemers
                  van het Knalplastic convenant, om de Europese regelgeving aan te scherpen en vuurwerk
                  minder schadelijk te maken voor het milieu. Mede na aandringen van Nederland, wordt
                  daarom ingezet op het terugdringen van de milieulast van vuurwerk. Dit krijgt vorm
                  door in te zetten op vuurwerk zonder plastic. Een voorbeeld van de uitwerking hiervan
                  zou een Europees verbod op plastic knetterballen kunnen zijn. Daarnaast is onderdeel
                  van de inzet het beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen. Er worden stoffen
                  gebruikt voor kleureneffecten van siervuurwerk. Daar waar er minder schadelijke alternatieven
                  beschikbaar zijn, kunnen de schadelijke verboden worden. Inzet is dit op te nemen
                  in de productnormen zodat verbeteringen aan het begin van de keten opgepakt worden.
               
6. Tot slot
               
De brief is in goed overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de regioburgemeesters,
                  het Openbaar Ministerie en de politie tot stand gekomen. De in de brief genoemde maatregelen
                  en afspraken in combinatie met de in eerdere brieven aangekondigde maatregelen tonen
                  de gezamenlijke inzet van al deze partijen om te komen tot een feestelijke en veilige
                  jaarwisseling voor iedereen.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat